DJ Rokia Bamba: muziek is een wapen, de dansvloer een strijdperk

Interview

Brusselse dj-revelatie draait plaatjes met een missie

DJ Rokia Bamba: muziek is een wapen, de dansvloer een strijdperk

DJ Rokia Bamba: muziek is een wapen, de dansvloer een strijdperk
DJ Rokia Bamba: muziek is een wapen, de dansvloer een strijdperk

MO* sprak met de 46-jarige dj-revelatie Rokia Bamba. Dat ze pas zes jaar geleden dj werd, heeft niets te maken met een late roeping. Platen mixen deed ze al langer, maar het podium besteeg ze nog niet zo lang geleden. Zichtbaar zijn is haar manier om te strijden tegen vooroordelen en discriminatie.

Ⓒ Elien Spillebeen

Rokia Bamba is de Brusselse dj-revelatie van het moment

Ⓒ Elien Spillebeen

Als ze mag kiezen, draait ze liever plaatjes tijdens de blijde intrede van Queen Nikkolah_,_ de zwarte tegenhangster van Sinterklaas, dan op Tomorrowland. Rokia Bamba, de 46-jarige Brusselse dj-revelatie klom laat, maar met een duidelijke missie op het podium. Ze noemt zichzelf een djette, als knipoog naar de suffragettebeweging. ‘Als zwarte vrouw ben snel je onderwerp van dubbele discriminatie. Ik wil tonen dat je kan worden wat je wil.’

Verborgen tussen de universiteitsgebouwen van de ULB ligt Rokia Bamba’s tweede thuis, Radio Campus. Voor het publiek is ze nog maar enkele jaren dj. Maar veilig onder het dak van het onafhankelijke radiostation draait ze al langer plaatjes.

Al dertig jaar is ze een vast onderdeel van de vrijwillige radioploeg. Met dank aan die ene leerkracht Frans. ‘Hij vond dat mijn broer en ik te weinig buiten kwamen. Meer dan de hond uitlaten, deden we niet. En dus stuurde hij ons naar een tentoonstelling en vroeg hij ons om verslag te komen uitbrengen in de radiostudio.’

Als tiener leerde ze zo alle cultuurhuizen van Brussel kennen. ‘We zochten in kranten, via flyers en affiches naar culturele activiteiten. We gingen naar musea en concertzalen en in het weekend brachten we verslag uit in de studio.’

Na verloop van tijd hostte ze haar eigen programma’s. ‘Hier leerde ik mensen als Sylvie Nawasadio van Zap Mama kennen nog voor de groep gevormd was. Ook Monique (Mbeka) Phoba, regisseur van films als Soeur Oyo, leerde ik hier kennen toen ze nog student was.’

En hier ontstond zo ook je liefde voor muziek?

‘Vrouwen die hiphop en soul draaiden? Nee. Het strookte niet met de norm.’

Rokia Bamba: Nee. Thuis! Dankzij mijn vader, en zijn enorme verzameling vinyl. Elke zondag legde hij een plaat voor ons op. Eerst de A-kant en dan de B-kant. Anderen keken tv, wij luisterden samen naar een plaat.

Alle genres passeerden de revue. Congolese rumba in de eerste plaats, maar ook West-Afrikaanse muziek, uiteraard, want mijn vader was Malinees en mijn moeder Ivoriaans. Maar ook Gainsbourg, Adamo, Bob Marley, Jimmy Cliff, en funk zoals Kool & the Gang. The Havana-Cuba All Stars, Celia Cruz, we hadden hun platen allemaal in huis.

Toch ben je maar laat dj geworden. Hoe komt dat?

Rokia Bamba: Zes jaar geleden ben ik djette geworden. Voorheen mixte ik muziek in mijn radioprogramma. Ik had met een vriend een programma met hip hop, soul en r&b en funk. Maar ik speelde nooit zichtbaar voor een publiek. Hoogstens eens op een feestje van Radio Campus.

Er waren in de jaren 80 en 90 geen vrouwelijke dj’s bij ons, alleen in de technoscene. Maar vrouwen die hiphop en soul draaiden? Nee. Je kreeg toen simpelweg de kans niet. Het strookte niet met de norm, denk ik. In de jaren 2000 is dat wel veranderd. Maar toen ben ik getrouwd, heb ik kinderen gekregen en was mijn rol als moeder voor mij het belangrijkste.

Spijt het je dat je maar laat het podium hebt betreden?

Rokia Bamba: Nee. Ik maakte radio, ben nog steeds leerkracht Frans voor anderstaligen en ik wilde ook een aanwezige moeder zijn. Ik ben een moederkloek en kinderen krijgen is niet vanzelf gegaan. Eens ze er waren, wilde ik het voor de volle honderd procent doen.

‘Er is gevochten voor die vrijheid om meer te kunnen zijn dan een moeder.’

Vandaag kan je een goede moeder zijn én een actieve burger. Er is gevochten voor die vrijheid om meer te kunnen zijn dan een moeder. Maar ik heb geworsteld met dat evenwicht.

Ik kreeg de vraag wel eens hoor. Ik gaf soms eens een radioworkshop bij de Zinnekeparade en Brussel behoort ons toe. Eens per jaar werd me de vraag gesteld om ergens te draaien. Maar ik hield de boot af.

Toen ik merkte dat mijn kinderen zelfstandiger werden, voelde ik plots weer ruimte en energie vrijkomen. Op een ochtend werd ik wakker en dacht ik: nu ga ik spelen. Een passie komt uiteindelijk wel bovendrijven. En het is niet omdat ik de veertig voorbij ben, dat je die passie niet meer kan volgen.

Je noemt jezelf djette, een verwijzing naar de suffragettebeweging. Daaruit leid ik af dat je meer wil zijn dan iemand die mensen aan het dansen zet?

Rokia Bamba: Het is inderdaad een hommage aan de suffragettes, die streden voor het vrouwenstemrecht en zichzelf daarmee kwetsbaar opstelden. Ik wil op mijn manier ook het pad effenen voor andere vrouwen. Ik wil tonen dat je kan worden wat je wil. Ook aan mijn dochter wil ik tonen dat ze eender wat kan worden. Dat ze moet proeven van veel dingen, nieuwsgierig blijven en haar passie moet volgen.

Het aantal vrouwelijke dj’s hier in Brussel, ik kan ze nog steeds op mijn twee handen tellen. We zijn een hechte groep en steunen elkaar. De meeste zijn jonger dan ik en worden nu pas moeder. Ik sta hen dan ook graag met raad en daad bij.

De suffragettes wilden iets veranderen. Wat wil jij structureel veranderen?

Rokia Bamba: Ik ben onderwerp van een dubbele discriminatie. Ik ben vrouw en ik ben zwart. Op basis daarvan krijg je een identiteit opgelegd, je wordt in een hokje geduwd. Ik ben geboren in België, als kind van expats. Waarom moet ik al mijn hele leven elk gesprek beginnen met het beantwoorden van de vraag: ‘Waar kom je vandaan?’

‘Waarom moet ik al mijn hele leven elk gesprek beginnen met het beantwoorden van de vraag: “Waar kom je vandaan?”.’

Men wil mij steevast op een kaart plaatsen. Erg vermoeiend is dat. Ik ben niet op een kaart te plaatsen. Mijn moeder was van Ivoorkust, mijn vader was een Malinese diplomaat. Daardoor ben ik Brussel geboren en ging ik naar een Frans Lyceum. Mijn vakanties bracht ik vaak door bij familie in Frankrijk.

Ik huwde vervolgens een man wiens wortels joods en Russisch zijn. En ook toen werd mij gevraagd of het niet voor de papieren was. Ik ben drie jaar ouder, en dus al drie jaar langer Belg dan hij. (lacht)

Mijn identiteit begint, en eindigt al zeker niet met een kleur of nationaliteit. Ik strijd daartegen door zichtbaar te zijn op plaatsen waar ze me niet verwachten. Door niet aan oppervlakkige verwachtingen te voldoen. Ik heb meerdere identiteiten, en die vind je allemaal terug in mijn muziek. Ik ben niet in een hokje te plaatsen.

Ⓒ Elien Spillebeen

‘Homofobe of seksistische nummers komen niet op mijn draaitafel’, maakt Rokia Bamba duidelijk.

Ⓒ Elien Spillebeen

Je speelde op de openingsavond van Black History Month vorig weekend. Een festival dat als doel heeft de eurocentrische kijk op geschiedenis en cultuur in vraag te stellen.

Rokia Bamba: Fantastisch. Black History Month heeft als doel het discours te veranderen. Ik had het geluk in mijn opvoeding ook een niet-eurocentrische blik op cultuur en geschiedenis te hebben meegekregen. Maar velen moeten zelf actief op zoek gaan. En dat is helemaal niet makkelijk. Black History Month biedt die andere blik.

Het festival zorgt bovendien voor ontmoetingen, die we soms nodig hebben. Want jarenlange confrontaties met discriminatie, dat laat sporen na. Een lichaam kan veel aan, maar geloof me, het kost veel energie. Black History Month staat ook in het teken van ons eigen mentale welzijn.

Maar de naam Black History Month legt door de naam alleen al de nadruk op dat zwart zijn, iets waartoe je voor alle duidelijkheid liever niet tot gereduceerd wil worden.

Rokia Bamba: Je kan ons inderdaad niet reduceren tot onze kleur, en toch gebeurt het. We spreken geen ‘Afrikaans’, we zijn niet noodzakelijk op het Afrikaanse continent geboren. Maar door onze kleur ervaren we wel de gevolgen van een geschiedenis die ons tot objecten heeft gereduceerd. We zijn als koopwaar gebruikt om de economie op verschillende continenten te dienen.

‘We schrijven een eigen discours, vullen zwart zijn zelf opnieuw in.’

Er werd zelfs wetenschappelijk onderzoek gedaan om te bewijzen dat we onderontwikkeld waren om vervolgens de onderdrukking via de kolonisering te verantwoorden. Die beeldvorming leeft onbewust nog steeds door in de publieke beeldvorming. We gaan daar tegenin door de term black naar ons toe te trekken en zelf opnieuw in te vullen. We eigenen het ons toe. We schrijven vervolgens een eigen discours, vullen zwart zijn zelf opnieuw in.

In Vlaanderen zie je heel wat reactionaire reacties op culturele activiteiten en verenigingen die het thema dekolonisatie op de agenda zetten. Hoe kijk je naar deze evolutie?

Rokia Bamba: Men probeert die initiatieven inderdaad af te remmen, door subsidiekanalen te sluiten. We moeten dan maar elders zoeken, maar vooral doorgaan. We moeten tenslotte denken aan de volgende generaties.

Het dwingt ons om verenigd te zijn en ons nog beter te weten wat we willen. De dekoloniseringsbeweging is in België nog te versnipperd bezig. Ondanks het feit dat we elkaar wel kennen, moeten we meer samenwerken.

‘Muziek is altijd een activistisch medium geweest’

De initiatieven zijn talrijk. Ik maak zelf ook deel uit van een collectief Troubled Images. Kunstenares Antje Van Wichelen is in de archieven van verschillende musea, waaronder Tervuren, antropometrische foto’s gaan verzamelen. Het zijn beelden die invloed hebben gehad op hoe we vandaag nog steeds naar mensen kijken.

In de koloniale periode is men zwarte mensen gaan opmeten om daarmee te gaan bewijzen dat ze minder intelligent waren dan blanken, en zelfs dieren. Het was een manier om ons te klasseren. Dit zogenaamde wetenschappelijke bewijs diende uiteindelijk als propaganda om onderdrukking te verantwoorden. Dat zindert vandaag nog steeds na.

Antje heeft 15.000 foto’s opnieuw geklasseerd. De foto’s worden in zes hoofdstukken geprojecteerd met een luide 16mm-projector. Ik reageer op deze beelden met klank. De installatie kreeg de naam Noisy Images.

Want het klinkt luid en kwaad, vermoed ik?

Rokia Bamba: Exact. Het geeft je een oncomfortabel gevoel. Vervolgens gaan we in dialoog met het publiek. Dat is nodig.

Ons project is geselecteerd voor de biënnale van Dakar. We werden ook uitgenodigd in Keulen.

Is of was het ook te zien in eigen land? Want veel van de foto’s komen uit onze archieven.

Rokia Bamba: Nee. Maar dat zou mooi zijn inderdaad. Het buitenland, Keulen, Dakar, nodigt ons uit. Maar België nog niet. Dat zie je ook vaak met artiesten. Ze moeten soms eerst in het buitenland bekend zijn, om hier waardering te krijgen.

Heeft het misschien ook te maken met de nog steeds wat verkrampte manier waarop we in België lijken om te gaan met dat koloniale verleden?

Rokia Bamba: Ja. Zo’n archiefbeelden laat men nog steeds liever in gesloten kasten zitten. Men weet nog niet hoe die beelden een dialoog kunnen opstarten. Ze weten geen antwoord te formuleren. Ik denk dat ze een beginpunt zijn van een dialoog.

Ⓒ Elien Spillebeen

Rokia Bamba draaide al langer plaatje, maar onzichtbaar onder het dak van Radio Campus

Ⓒ Elien Spillebeen

Je speelt vooral op activistische activiteiten. Blijft dat zo? Of zien we je binnenkort ook eens op een affiche van Tommorowland?

‘Nummers van homofobe artiesten of bands, die speel ik niet.’

Rokia Bamba: (Lacht) Geef mij maar de intrede van Queen Nikkolah, de zwarte tegenhangster van Sinterklaas. Ik laat de kinderen zelfs aan mijn knoppen komen. Fantastisch is dat.

Muziek is altijd een activistisch medium geweest. Gospel is op de katoenvelden ontstaan. De geschiedenis van de muziek, of het nu Afro-Amerikaans, Cubaans of Atlantisch is, het draagt vaak een boodschap. ‘Say it loud, I’m black and I’m proud’ van James Brown, het is maar één voorbeeld van muziek met een boodschap. Muziek is een wapen.

Welke plaatjes kan je wel of niet van je krijgen?

Rokia Bamba: Ik bereid me wel voor, maar wat het wordt, dat hangt voor een stuk van het publiek af. Ik ben graag een uurtje op voorhand aanwezig om de sfeer op te snuiven. Mijn muziek werkt in twee richtingen. Als het publiek beweegt, wil ik hen nog meer laten bewegen.

Verder kan je alle genres van mij verwachten, zij het in mijn eigen mix. Van klassiek, tot hip hop en pop. Alleen nummers van homofobe artiesten of bands, die speel ik niet. Seksistische nummers nee, ook die krijg je niet op mijn draaitafel. R. Kelly, die speel ik ook niet meer. Anderen mogen die plaatjes gerust spelen. Ik niet. Het is mijn activisme, mijn keuze.

Word ProMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in