Iedereen heeft recht op basiswelvaart, dus moet buitensporige consumptie gestopt worden
Chandran Nair: ‘Zes miljard Aziaten met een westerse levensstijl, dat is gewoon onmogelijk’
Op 8 september ligt het nieuwe MO*nummer in de bus. Centraal daarin staat de rol van een sterke staat in crisistijd. In 2019 sprak MO* met auteur Chandran Nair over de klimaatcrisis . ‘Als we voor een uitzonderlijke bedreiging staan, dan moeten we ook met uitzonderlijke ideeën komen.’
© Johannes Broux
Op 8 september ligt het nieuwe MO*nummer in de bus. Centraal daarin staat de rol van een sterke staat, vooral na een crisis zoals we die afgelopen anderhalf jaar beleefde. In 2019 sprak MO* met auteur Chandran Nair, over de gevolgen van de nakende klimaatcrisis . ‘Als we voor een uitzonderlijke bedreiging staan, dan moeten we ook met uitzonderlijke ideeën komen.’
Als rechtvaardige transitie een serieuze uitdaging is in rijke landen, dan is duidelijk hoe immens de opdracht is op mondiaal niveau. Mijnwerkers die hun baan verliezen in de steenkoolmijnen een andere en waardige baan bezorgen is niet eenvoudig, maar hoe zorg je ervoor dat miljarden armen hun recht op menselijke ontwikkeling kunnen realiseren in een wereld die radicaal minder broeikasgassen mag uitstoten en die de bredere ecologische crisis met evenveel urgentie moet aanpakken?
Chandran Nair heeft daar een antwoord op: je hebt een sterke staat nodig die de burgers overtuigt dat economische groei en vrije markt het probleem zijn en dat gedeelde en dus bescheiden welvaart het antwoord is.
Chandran Nair werd geboren in Maleisië, zijn ouders waren afkomstig uit India. Hij woont in Hongkong en ruilde daar een succesvolle baan bij een internationale consultancy in voor een nieuw initiatief dat duurzaamheid echt ernstig neemt. Nair maakte een omweg langs Brussel om met MO* te praten over zijn jongste boek, The Sustainable State. The Future of Government, Economy, and Society. Zijn uitgangspunt is: ‘Als we voor een uitzonderlijke bedreiging staan, dan moeten we ook met uitzonderlijke ideeën komen.’
Kan je duurzaamheid definiëren als een systeem dat de toekomst niet langer beschouwt als een wingewest voor onze huidige consumptie?
Chandran Nair: Dat is een mooie en klassieke definitie, waar we het allemaal mee eens kunnen zijn. En dat is het probleem. Duurzaamheid wordt veel te vaak gebruikt als een begrip dat ons allemaal samen moet brengen en een goed gevoel geven, terwijl het duidelijke keuzes vraagt. Bovendien worden ideeën over duurzaamheid veel te eenzijdig door westerse opiniemakers bepaald, net als de meeste ideeën over economie of internationale relaties. Het is toch vreemd dat net de mensen die de minst duurzame samenleving vormgeven, gaan vertellen hoe duurzaamheid eruit moet zien aan mensen die niet eens het minimum hebben. Hoe kan je duurzaamheid prediken en tegelijk een economisch model uitdragen dat functioneert op basis van plundering en westers exceptionalisme?
‘Duurzaamheid wordt al te vaak gebruikt als iets dat ons allemaal een goed gevoel moet geven, terwijl het duidelijke keuzes vraagt.’
Iedereen heeft recht op een basiswelvaart: goed en voldoende voedsel, onderdak, water, sanitair, gezondheidszorg, elektriciteit. Om die wereldbasisrechten te garanderen zonder de planeet te verwoesten, moeten er grenzen opgelegd worden aan wat iemand kan bezitten, kopen of verwachten.
Mijn uitgangspunt is: wij hebben geen recht op alles. Westerse economische en politieke theorieën zijn niet in staat daarmee om te gaan of er een afdoend antwoord op te formuleren, omdat ze het koloniale verleden met zijn uitbuiting ontkennen en de herverdelingsnoden van het heden niet erkennen. Maar het goede nieuws is dat het Westen er niet echt toe doet. Jullie maken maar vijftien procent uit van de wereldbevolking.
Het probleem is dat iedereen verlangt naar een westerse levensstijl en consumptie.
Chandran Nair: Dat is een drama, inderdaad. We willen ons wreken voor de dominantie van het verleden. Dus als jullie twee auto’s hebben, dan willen wij er drie. Jullie hebben wolkenkrabbers? Dat zullen wij er nog veel hogere bouwen. Jullie hebben shoppingcentra? Wij bouwen megamalls. Maar ook het Westen wil dat Azië en Afrika groeien, zodat wij jullie goederen kunnen kopen, ook al beseffen jullie dat dit uitdraait op een klimaatcatastrofe. Toch blijft het dogma van economische groei overeind, samen met het politieke dogma dat vrijheid onbeperkt is en iedereen alles kan hebben of willen.
Vindt u vrijheid overschat?
‘Individualistische vrijheid, die westerse obsessie, is sterk overschat. De staat formuleert de regels die een samenleving laat functioneren.’
Chandran Nair: Zeker als het over individualistische vrijheid gaat, die westerse obsessie. De staat formuleert de regels waardoor een samenleving kan functioneren, en dat zullen we nodig hebben in de 21ste eeuw met de klimaatverandering, het pieken van de bevolkingstoename, de technologische excessen en een economisch model dat externe kosten aanmoedigt.
Om al die uitdagingen aan te pakken, heb je meer nodig dan enkele ngo’s die lokale gemeenschappen sterk maken. Wat we nodig hebben, is de capaciteit om keuzes te maken die de koers van de geschiedenis kunnen veranderen, en die uit te voeren.
De uitdagingen die u opnoemt zijn planetair, maar de oplossing die u voorstaat is nationaal: een sterke staat. Is dat niet ontoereikend?
Chandran Nair: Het probleem met het multilaterale verhaal is dat het hocus pocus is. Zonder goed functionerende staten kan je zelfs geen multilaterale oplossing doen werken. Neem klimaat. Om de klimaatverandering effectief te bestrijden, zou het bijna volstaan dat de Verenigde Staten, China en India de nodige maatregelen nemen.
Maar het ene land trekt zich terug uit het engagement om de klimaatverandering aan te pakken, het andere struikelt over zijn rommelige democratie en het derde haalt zijn doelstelling met de vingers in de neus. China kan dat, omdat het een sterke staat heeft die een visie op de lange termijn uitzet en er beleid op realiseert, niet gehinderd door voortdurende verkiezingscycli.
Ik stel vast dat de huidige democratische systemen in de grote landen uit het Zuiden volkomen ongeschikt zijn om de enorme uitdagingen aan te pakken waar ze voor staan. Kijk maar naar de zelfmoordepidemie onder boeren in India. De staat is afwezig op het platteland, onverschillig en incompetent. Terwijl de staat moet kunnen tussenkomen om de breuklijnen in de samenleving en de excessen van de vrije markt aan te pakken.
© Johannes Broux
De staat die de burgers minimale voorzieningen verzekert zoals gezondheidszorg, huisvesting en onderwijs, noemt u de ontwikkelingsstaat. Waarin verschilt die van de duurzame staat?
Chandran Nair: De duurzame staat ontwikkelt de structuren en de politieke filosofie om de bevolking te overtuigen van het belang van gematigde welvaart. Het is een staat die geen ruimte biedt aan overdreven winsthonger of economische projecten die de daarop gebaseerd zijn. Dat betekent niet dat iedereen gelijke inkomens heeft, maar de staat bepaalt welke ruimte er is om welvarender te worden, te ondernemen, rijker te worden. Die ruimte houdt op waar de rechten van de meerderheid bedreigd worden. Belangrijker nog: de duurzame staat pakt de mondiale, existentiële bedreigingen aan én de ongelijkheden die ontstaan in de ontwikkelingsfase.
‘Consumptiebeperking is de enige weg. De rechten van de meerderheid en de mensheid gaan voor de mogelijkheden van de rijke minderheid.’
Ik heb het dan niet over een staat waarin een charismatische leider het volk belichaamt of overtuigt van een bepaalde ideologie. Een sterke staat bestaat uit een geheel van instituties met zulke diepe wortels in de samenleving dat ze gerespecteerd worden door de bevolking, die ze dan ook in stand wil houden, los van wie aan het hoofd staat.
Kijk naar Japan: het land functioneert niet op basis van zijn leiders – wie herinnert zich de laatste zes premiers? – maar omdat mensen zich deel van de staat voelen en daarom het burgerschap opbrengen om de instellingen te doen draaien en samen te houden. In de meeste ontwikkelingslanden bestaat dat niet. Daar overheerst het gevoel dat de staat de vijand is, met alle gevolgen van dien.
Die “sterke staat” moet dan gericht worden op een duurzame toekomst.
Chandran Nair: Het economische model van vandaag draait niet op het verschaffen van basisbehoeften, wel op de logica dat jij spullen koopt die je niet nodig hebt met geld dat je niet hebt om indruk te maken op mensen die je niet eens mag. Ik wil het verlangen naar meer consumptie niet verbieden, maar pleit er wel voor dat er zoveel mogelijk remmen geïnstalleerd worden op overtollige consumptie om die te stoppen zodra het recht van anderen op hun basisrechten en dus minimale consumptie bedreigd wordt. Je kan niet aan duurzaamheid werken als je niet eerst consumptie als motor van de groei-economie aanpakt.
Californië kampt onder grote druk van klimaatverandering met enorme waterschaarste en steeds meer bosbranden. Om de kosten van die klimaatcrisis te beheersen, moet er iets gedaan worden aan zowel het waterverbruik van mensen als aan de plek waar mensen wonen. Dat betekent: geen zwembad meer, ook al heb je sloten geld en ben je een wereldberoemde Hollywoodacteur. Een heleboel regio’s zullen ook ongeschikt voor bewoning verklaard moeten worden. Het beperken van consumptie is de enige weg vooruit.
Daarom is het in Delhi tegen de wet om een zwembad te bouwen, zoals het in België tegen de wet is om met een wapen over straat te lopen. De rechten van de meerderheid en de mensheid wegen zwaarder dan de mogelijkheden van de rijke minderheid.
Pleit u voor wetgeving en regulering om niet-duurzame consumptie te bannen, of voor hoge taksen om de buitensporige consumptie van de rijken te ontraden?
Chandran Nair: Als de duurzame staat de basisrechten van de meerderheid wil garanderen, moet de overheid de natuurlijke rijkdommen daarvoor inzetten. In Hongkong, waar ik woon, zou de overheid bijvoorbeeld moeten zorgen voor het recht op een woning, een veilig onderkomen. Op dit moment kost een appartementje van pakweg 35 vierkante meter een half miljoen US-dollar.
Om daar wat aan te doen, moet de overheid draconische maatregelen nemen en het monopolie van de vastgoedkartels breken. In Singapore deed de overheid dat, omdat ze het basisrecht op een woning en het belang van sociale stabiliteit essentieel vond. Ze hield grondbezit gedeeltelijk uit de vrije markt.
Wat bevindt zich in de ruimte tussen minimale basisrechten en buitensporige consumptie?
Chandran Nair: Dat kan voor elk land anders zijn. Het kan bijvoorbeeld betekenen dat mensen in steden geen auto meer kunnen bezitten, laat staan twee. Het betekent ook dat er geen rijke enclaves met golfterreinen meer toegestaan worden in steden: de rijken zullen moeten samenleven met andere mensen en ze zullen dezelfde openbare goederen en diensten gebruiken. Of het betekent dat rijke mensen die in tropische steden wonen en bij 19°C willen slapen, honderd dollar per uur daarvoor zullen betalen. We kunnen de geavanceerdste technologieën inzetten om dat privilege te belasten.
Omdat de staat je gedrag in de gaten houdt, zoals de Chinese staat zijn burgers controleert.
Chandran Nair: Google houdt jou al veel langer in de gaten dan de Chinese staat dat doet. Chinezen malen daar trouwens niet om, ze zijn veel minder geobsedeerd door privacy dan westerlingen en zijn het gewoon dat ze in de gaten gehouden worden. In de VS denken ze dat drones dienen om pizza’s thuis te bestellen, zodat je nog meer Netflix kan kijken, terwijl die drones in China ingezet worden om het landgebruik voor kleine boeren te verbeteren.
‘Chinezen zijn veel minder geobsedeerd door privacy dan westerlingen, ze zijn het gewoon dat ze in de gaten gehouden worden.’
Er is een bedrijf met honderden drones dat elke vierkante meter ongebruikt land in kaart brengt om dan met big data te onderzoeken wat er nodig is om er vruchtbare landbouwgrond voor kleine boeren van te maken. Dat kadert in een politieke keuze voor plattelandsontwikkeling en voedselvoorziening. Toen dat project onlangs voorgesteld werd op een vormingssessie die ik leidde, vroeg iemand in de zaal of dat geen probleem opleverde voor de privacy. De Aziaten in het publiek wisten niet waarover hij het had.
Dat neemt niet weg dat er wel degelijk staatscontrole uitgeoefend wordt, met gebruik van technologie.
Chandran Nair: Uiteraard. Maar jij gaat ervan uit dat dat een slechte zaak is. Ik niet. En opnieuw: voor jullie is Google die staat.
Maar Google treedt niet repressief op. De Chinese staat wel. Als je door een rood licht loopt, verlies je socialekredietpunten.
Chandran Nair: Google straft je door je te overladen met advertenties voor spullen die je blijkbaar verlangt, zodat je meer gaat kopen dan je nodig hebt. En dat Chinese systeem zit ingewikkelder in elkaar, maar vertrekt van de realiteit. En die realiteit is er een van overbevolkte steden waarin het niet gaat om één iemand die door het rode licht loopt, maar om duizenden mensen die op elk moment in goede banen geleid moeten worden. Bovendien bestaan er wel degelijk samenlevingen en beschavingen die orde, autoriteit en conformiteit waarderen.
Wat staat er in de weg om de overgang naar een duurzame staat te maken?
‘Omdat ze niet willen praten over opoffering, zijn rijke landen niet in staat de transitie naar een duurzame staat te maken.’
Chandran Nair: De staat moet duidelijk maken dat we zaken zullen moeten opgeven. Want als je niets opoffert, wordt elke oplossing een beetje knoeien in de marge van de economie of rekenen op de magie van toekomstige technologieën. Omdat ze niet willen praten over opoffering, zijn rijke landen niet in staat de transitie naar een duurzame staat te maken.
Grote ontwikkelingslanden kunnen dat nog wel, als ze beseffen dat het kiezen is tussen basisrechten voor iedereen of de chaos. De overheden moeten uitzoeken waar de problemen met de economie nu zitten, waar de rijken de boel belazeren, hoe rijken hun relatie met de politieke macht misbruiken om zich toegang te verschaffen tot natuurlijke rijkdommen. Dat doe je niet met marktinstrumenten maar met overheidsinterventie. De bottomline is: zes miljard Aziaten in 2050 met een westerse levensstijl, dat is gewoon fysiek onmogelijk.
Ze willen dat nochtans graag.
Chandran Nair: Maar het kan niet, want dan gaan we regelrecht naar een ineenstorting van de wereld. Mensen worden niet geboren met het verlangen naar een grote villa met een tv in elke kamer en twee wagens in de garage. Dat wordt hen aangepraat door de reclame. Om de overgang naar een duurzame omgang met middelen en verlangens te maken, heb je een sterke staat nodig. Een competente staat.
Kan je die miljarden Aziaten wel vertellen dat ze het met minder dan het Westen moeten doen, als er in het Westen niet tegelijk minder geconsumeerd wordt?
Chandran Nair: Het zal moeten. Als de vaststelling is dat we voor een uitzonderlijke bedreiging staan, dan moeten we ook met uitzonderlijke ideeën komen. Het is niet omdat we mensen vertellen dat ze een boel spullen niet kunnen hebben, dat we ook zeggen dat ze dan maar arm moeten blijven.
‘Ik geloof niet in de nonsens van groene consumenten, want “de consument” is dom. Ga naar de supermarkt en je zult zien wat ik bedoel.’
Auto’s hebben nu al de meeste Aziatische steden in een hel op aarde veranderd. Dat kunnen we veranderen door het best mogelijke systeem van openbaar vervoer aan te bieden. Overheden moeten de feiten onder ogen zien en er eerlijk over communiceren, in plaats van zich vast te klampen aan de onzin over economische groei die uit de westerse business schools en economische instellingen komt.
Ik geloof niet in de nonsens van groene consumenten, want “de consument” is dom. Ik weet dat het politiek incorrect is om dat te zeggen, maar ga naar de supermarkt en je weet wat ik bedoel. Persoonlijke verandering is utopisch, tenzij je de regels zo maakt dat mensen kunnen veranderen.
Dit artikel werd geschreven voor het zomernummer van MO*magazine. Voor slechts €28 kan u hier een jaarabonnement nemen!