Over ontradingscampagnes, terugkeerbeleid, opvang en bescherming van mensen op de vlucht
Charlotte Vandycke: Asielbeleid van vorige regering was “streng en onrechtvaardig”
Als directeur van Vluchtelingenwerk Vlaanderen windt Charlotte Vandycke er geen doekjes om. België gleed in de voorbije jaren af van een land waar bescherming voor vluchtelingen vooropstond naar een land waar afscherming tegen asielzoekers de norm werd.
Charlotte Vandycke
© Vluchtelingenwerk Vlaanderen
Op de dag dat we directeur en woordvoerder van Vluchtelingenwerk Vlaanderen, Charlotte Vandycke, interviewen, wordt in een Broechems asielcentrum een kleine Palestijnse jongen vermoord teruggevonden. In de krant staat een klein bericht over de ontradingscampagne voor Palestijnse asielzoekers die de huidige minister van Asiel en Migratie De Block online plaatste. Enkele krantenpagina’s verder wordt de Soedanese ambassadeur in Brussel — die met de vorige staatssecretaris meewerkte aan de screening en eventuele terugkeeroperatie van zijn landgenoten die asiel aanvroegen in België — dan toch een “aangebrande diplomaat” genoemd. Lees: hij was een sleutelfiguur in het repressieve Bashir-regime van Soedan.
Ontradingscampagnes
Over de Palestijnse jongen heeft Charlotte Vandycke weinig tot geen reactie. De feiten zijn op dat moment te pril, het onderzoek is pas opgestart, de moord op een kind is te gruwelijk om er niet uiterst sereen mee om te gaan.
‘Het idee is: jammer dat mensen op de vlucht zijn voor vervolging, geweld en oorlog, maar bescherming moeten ze niet per se in België komen zoeken’
Over die twee andere nieuwsberichten — gelinkt aan de opeenvolgende ontradingscampagnes en het samenwerken met dictatoriale regimes — heeft Vandycke wèl een en ander te zeggen. Ze illustreren de sterke accentverschuivingen binnen het Belgisch beleid, vindt ze. België schoof op van een eerder beschermende en opvanggerichte focus naar een politiek beleid dat eerder de nadruk wil leggen op beperking van asiel, op detentie en ontrading.
‘Wat ontradingscampagnes betreft zet minister De Block het beleid van haar voorganger Theo Francken gewoon verder’, zegt Vandycke. ‘Het idee is hetzelfde: het weze jammer dat mensen op de vlucht zijn voor vervolging, geweld en oorlog, maar bescherming moeten ze niet per se in België komen zoeken.’
Niets mis met ontradingscampagnes die mensen ontnuchteren die in de melk en honing — die er nu eenmaal niet is — geloven, is de reactie van de bevoegde instanties. ‘Toch wel’, zegt Vandycke. ‘Niet alleen druist dit soort ontradingscampagnes in tegen basisprincipes die zijn verankerd in Europese verdragen en de Belgische grondwet, waar artikel 23 het recht op een menswaardig leven vastlegt. Maar van overheidsinstanties verwachten we neutraliteit en objectiviteit. Dat gebeurt nu niet. Via deze weg geeft België asielzoekers zeer eenzijdige informatie over hun rechten, plichten en kansen. Hoe vreemd is het dat een democratisch, vrij en welvarend land aan een vluchteling vertelt hoe moeilijk het is om te integreren en om zelfredzaam te worden op het eigen grondgebied?’
Toen Theo Francken opdracht gaf om brieven uit te delen, gericht aan Iraakse en Afghaanse asielzoekers, miste de actie in elk geval zijn effect niet. Wanneer de uit België teruggekeerde Iraakse Moestafa een brief kreeg dat Irakezen weinig kans maakten, in een klimaat dat toch al vijandig stond tegenover Arabische moslims, besloot hij om terug te keren. Hij was niet de enige. In 2015 en 2016 keerden liefst 3500 Irakezen uit België terug. ‘Een pure inbreuk tegen het gelijkheidsbeginsel,’ reageert Vandycke, ‘een inbreuk ook tegen het Belgische uitgangspunt dat elk asieldossier individueel moet worden behandeld.’ Theo Francken werd toen wel op het matje geroepen, het hielp de andere ontradingscampagnes — vandaag voor Palestijnse asielzoekers — de wereld niet uit.
Vox populi versus rechtstaat
Al te vaak worden ontradingscampagnes of andere beleidsmaatregelen, zoals het limiteren van het aantal asielaanvragen per dag, goedgepraat door het zogenaamde gezag in te roepen van de vox populi. Dat is een vreemde leidraad om beleid te voeren, zegt Vandycke. ‘De vraag moet niet zijn of de bevolking iets wil. Onze beleidsmakers moeten checken of we onze internationale en eigen grondwettelijke verplichtingen wel nakomen. Dat gebeurt nu niet.’
Het is de plicht van overheden om asielzoekers te informeren over hun rechten en plichten
© Vluchtelingenwerk Vlaanderen
‘Het is de omgekeerde wereld als de meerderheid een asielwet stemt die negatief advies kreeg van mensenrechteninstellingen of een privacycommissie’
In de afgelopen jaren stapten ngo’s naar de rechter, onder meer om een einde te maken aan de daglimiet voor asielaanvragers. De rechter gaf de ngo’s gelijk. ‘De rechtstaat werkt nog, gelukkig maar. Maar het is een magere troost’, reageert Vandycke.
Ze verwijst naar de wijzigingen in de vreemdelingenwet die door de voorbije regering werden doorgedrukt. Ook daarvoor stapten ngo’s naar de Raad van State. ‘Het is de omgekeerde wereld als een meerderheid toch een asielwet stemt die negatief advies kreeg van mensenrechteninstellingen of van een privacycommissie. Het is de omgekeerde wereld als mensenrechtenorganisaties moeten gaan procederen om de staat erop attent te maken dat ze een foute wet heeft gestemd. In een goede rechtstaat verwacht je toch checks and balances. Je verwacht dat een parlement voldoende tijd krijgt om zich te informeren over wetsvoorstellen, om controle te kunnen uitoefenen.’
‘Toen we, samen met andere organisaties, in december naar de rechter stapten om aan te klagen dat mensen toegang tot asiel en bescherming werd geweigerd, was daar al veel nodeloos menselijk leed aan voorafgegaan. We stappen niet naar de rechtbank voor ons plezier. Het is zo teleurstellend als je ziet dat de regering flirt met haar eigen wettelijke grenzen.’
Of ze milder is voor Maggie De Block? Franckens opvolgster eindigde wel stante pede de wachtrijen aan het Klein Kasteeltje. ‘Goed, ze gaat voor een legalistische aanpak, maar het minimum is niet voldoende’, antwoordt Vandycke. ‘Er zijn binnen dat wettelijk kader veel meer mogelijkheden om de kansen en situatie van mensen te verbeteren. Ook minister De Block kiest ervoor om kinderen te blijven opsluiten. Ze had de klok perfect kunnen omdraaien.’
3 punten waar de voorbije regering het goed deed volgens Charlotte Vandycke
1Meer hervestiging
België verhoogde zijn doelstellingen en cijfers voor de hervestiging van vluchtelingen. Charlotte Vandycke: ‘We hebben ons meer geëngageerd om vluchtelingen rechtstreeks uit hun probleemsituatie in regionale opvanglanden naar hier te halen. Daarmee erkent België het belang van hervestiging en internationale samenwerking.’ Maar, gaat Vandycke verder, die cijfers blijven, al zijn ze gevoelig verhoogd, nog veel te laag en het Belgische engagement is te vrijblijvend. ‘We hebben ons bijvoorbeeld niet gehouden aan onze verbintenissen voor 2016. Dus algemeen kan je stellen dat die verhoogde hervestigingscijfers mooi zijn, maar tegelijk stel je vast dat ze een druppel op een hete plaat zijn en dat aan de andere kant van het verhaal veel te veel mensen letterlijk met koffers zitten te wachten.’
Naast de hervestiging waren er ook de humanitaire visa, een politiek uiterst gevoelige en willekeurige procedure die uiteindelijk ontplofte in de schoot van Theo Francken. ‘Het draagvlak was er nochtans, tijdens de Syrië-oorlog om mensen op een veilige manier naar hier te halen’, zegt Vandycke. ‘Vanuit privé-initiatieven kwamen welgemeende vragen om meer te gaan werken met humanitaire visa, mensen stelden zich borg om vluchtelingen op te vangen. Daar heeft de regering niets mee gedaan. Het is een willekeurige keuze gebleven, problematisch omdat de procedure niet kadert in een duurzaam en consistent beleid.’
2 Betere aangepaste opvang van in het begin
Al in de startfase van de opvang van asielzoekers ging België in de afgelopen legislatuur meer rekening houden met kwetsbaarheden van mensen. Dat was nieuw. ‘Niet elke asielzoeker die toekomt in België is kerngezond’, zegt Vandycke. ‘Bij de groep de mensen die asiel aanvragen, zitten individuen, mensen met extra noden: zieken, zwangeren, mensen met psychologische trauma’s… Voor die kwetsbaarheden is binnen het domein opvang — ondanks de voorbije jaren van crisisbeleid, ondanks enorme uitdagingen — aandacht gekomen. Door mensen die zich aanmelden voor asiel meteen te screenen op kwetsbaarheden, kunnen ze meteen worden doorverwezen naar een opvangplaats die beter is aangepast aan noden en profiel. We zijn nog lang niet aan die kwalitatieve, meer kleinschalige opvang die we willen — zo moet er meer capaciteit en meer begeleidend personeel komen — maar dit is een belangrijke stap.’
3 Prioriteit voor niet-begeleide minderjarigen
Theo Francken beloofde prioritaire aandacht voor niet begeleide minderjarige vluchtelingen. ‘De prioritaire aandacht voor niet begeleide minderjarige vluchtelingen die Francken beloofde, is er gekomen, maar eigenlijk vooral op Vlaams niveau’, zegt Vandycke. ‘De aandacht voor deze groep is zeker goed gestegen. Er werd gezocht naar verbeterde opvang, naar verhoging van en een betere dialoog met voogden. Vanuit de Vlaamse departementen Welzijn en Jongeren heeft men goed samengewerkt met de sector pleegzorg om extra plaatsen vrij te maken, om jongeren zo goed mogelijk bij te staan. Een jongerenorganisatie als Minor Ndako is exponentieel kunnen groeien dankzij meer overheidssteun. Die validering voor het werk en de expertise van Minor Ndako is cruciaal.’
Op het federale niveau miste Charlotte Vandycke visie en regie om kwalitatieve opvang voor jonge niet begeleide vluchtelingen te stroomlijnen.
3 punten waarop de regering volgens Charlotte Vandycke het meest de bal missloeg
1 Tout court? Het discours!
Theo Francken was de beleidsman die elke dag al twitterend tegen zijn eigen beleidsdomein campagne leek te voeren. Dat was nieuw. ‘Wat we de voorbije jaren zagen, is de keuze om het discours vanuit een zeer uitdagende houding te gaan hanteren’, zegt Vandycke resoluut.
Theo Francken was de beleidsman die elke dag al twitterend tegen zijn eigen beleidsdomein campagne leek te voeren.
‘Mensenrechten en fundamentele basisinstrumenten als de Conventie van Genève werden in vraag gesteld. Dat een regeringslid dit deed, is alvast zeer bijzonder. Dat iemand die bevoegd was voor asiel de mensenrechten in vraag stelde, is nog specialer. Dat mensenrechten niet meer centraal hoefden te staan in het asiel- en migratiebeleid van de vorige regering, vind ik één van de meest negatieve en zo ontstellende zaken die we zagen.Nog meer ontstellend was dat dit negatieve discours zo alomvattend en tastbaar in maatregelen werd omgezet.’
In navolging van een gepolariseerd politiek discours ging België kinderen opnieuw opsluiten. Ons land maakte in de voorbije legislatuur opvallend meer gebruik van de Dublinrichtlijn, waarbij de rechten van mensen bijzaak leken, zegt Vandycke. ‘Onder Franckens vleugels werden mensenrechten tegenover de “grensbescherming van een lidstaat” afgewogen. Men vond dat mensenrechten konden wijken om het grondgebied te beschermen tegen de open grenzen van Europa. Men gooide, vanuit een andere politieke visie rechten — bestaande conventies en rechtsregels ten spijt — dus gewoon overboord. Dat is nieuw. We kregen “streng en onrechtvaardig”.’
2 Klemtoon op detentie en gedwongen terugkeer
De regering legde steeds meer de klemtoon op detentie, met het oog op gedwongen repatriëring, zegt Vandycke.
Het KB, vooropgesteld in het regeerakkoord, over de vraag welk pad België zou uitstippelen voor alternatieven van detentie, is er nooit gekomen.
‘De vraag werd zelfs niet meer gesteld of de opsluiting van mensen in een gesloten centrum de juiste keuze is. Er werd niet meer nagedacht over andere manieren om om te gaan met mensen die geen asiel kregen in ons land, terwijl detentie en gedwongen terugkeer maar één van de opties vormen. Er zijn nochtans alternatieven die absoluut moeten worden afgewogen tegenover detentie: vrijwillige terugkeer, het uitbouwen van een toekomstperspectief, regularisatie.’ Vandycke wijst erop dat het KB, vooropgesteld in het regeerakkoord, over de vraag welk pad België zou uitstippelen voor alternatieven van detentie, er nooit is gekomen. ‘Men is zelfs nooit aan het huiswerk begonnen.’
Terwijl de klemtoon meer op detentie kwam te liggen, bleef de monitoring over de gesloten centra zeer moeilijk. Systematische kwaliteitscontrole in de gesloten centra bleef ook de voorbije jaren achterwege. ‘Bij onze beperkte monitoring in de gesloten centra stelden we als ngo’s vast hoe de toegang tot kwalitatieve juridische bijstand onvoldoende is gebleven. De deadlines om hulp in te roepen zijn bovendien zeer kort, terwijl het toch gaat over heel ernstige beslissingen.’
3 De keuze om transitmigranten uit de hulpradar te houden, heeft niet gewerkt
Terwijl aan de ene kant burgers hun huizen openstelden voor mensen die uit het hulpnet werden geweerd, hielden ordediensten aan de andere kant razzia’s in stations en op voedselbedelingen aan de kust. Het idee dat het om een nieuwe en groeiende groep zou gaan, zoals voortdurend wordt gecommuniceerd, is onzin, zegt Vandycke.
Het tienpuntenplan van Jan Jambon en Theo Francken was eigenlijk een driepuntenplan — opjagen, opsluiten en ontraden
‘Anders dan men wil laten uitschijnen, gaat het over een kleine en permanente groep. Die groep is ontstaan door een wisselwerking van open binnengrenzen in Europa, smokkelnetwerken, dromen en verhalen die mensen worden aangepraat. Binnen deze groep zitten niet-begeleide minderjarigen, zwangere vrouwen, mensen die al jaren door Europa dolen zonder bescherming. Ze waren er altijd, maar ze kregen nu nog minder toegang tot overheidshulp. Er zijn mensen met wie je, vanwege hun beschermingsnoden, zo aan de slag moèt en kàn gaan, die je uit de illegaliteit kan halen.’
Het tienpuntenplan van Jan Jambon en Theo Francken was eigenlijk een driepuntenplan — opjagen, opsluiten en ontraden, zegt Vandycke. ‘En het werkte niet. Niet.’