China vindt Palestijnse gewapende strijd legitiem

Interview

Professor Lee Ting-mien over de oorlog in Palestina

China vindt Palestijnse gewapende strijd legitiem

Net zoals de hele wereld kijkt ook China met argusogen naar de bloedige oorlog in Palestina en Libanon. De Chinese regering steunt de Palestijnse eis voor een eigen staat. Volgens professor Lee Ting-mien gebruikt China de oorlog om zich internationaal te profileren.

‘Niettegenstaande het Midden-Oosten voor Chinezen verder ligt dan voor Europeanen, en China ook niet dezelfde fundamentele rol heeft gespeeld als het Westen in het ontstaan van de staat Israël, komt de oorlog in Gaza en Libanon toch veel in het nieuws’, vertelt Lee Ting-mien. Lee doctoreerde aan de KU Leuven en is professor filosofie aan de Universiteit van Macao.

‘China gebruikt de oorlog om zich te profileren. Het wil zijn imago als verdediger van de agenda van het Globale Zuiden en van het respect voor de internationale regels zo versterken.’

Onvervreemdbaar recht

Die verklaringen spelen zich af tegen de achtergrond van reële militaire en economische relaties. Hoewel China naar aanleiding van de oorlog geen officiële handelsmaatregelen nam ten opzichte van Israël, stokt de handel. Daartegenover staat een sterkere economische en diplomatieke relatie met Iran.

De diplomatieke houding van China ten opzichte van Israël ligt min of meer op dezelfde lijn. Het behoudt wel degelijk relaties met Israël, maar ontgoochelde het land door een gematigde veroordeling van de moordende raid van Hamas. Bovendien verklaarde de Chinese minister van Buitenlandse Zaken Wang Yi eind oktober 2023 al dat de Israëlische vergelding de grenzen van de zelfverdediging overschreed en neerkwam op collectieve bestraffing.

‘Het conflict in het Midden-Oosten laat China toe om meer landen voor zich te winnen door er bijvoorbeeld op te wijzen dat de VS de internationale regels niet naleven.’
Lee Ting-mien, professor filosofie aan de universiteit van Macao

China noemt Hamas ook geen terroristische organisatie. De ambassadeur bij de VN, Zhang Jun, verklaarde in februari 2024 tijdens hoorzittingen voor het Internationaal Gerechtshof dat de gewapende strijd van Palestijnen tegen de bezetting door Israël een onvervreemdbaar recht is dat volledig in lijn ligt met het internationaal recht.

Op de Algemene Vergadering van de VN in september 2024 verklaarde Wang Yi dat macht de rechtvaardigheid niet mag verdringen. ‘China steunt de gerechtvaardigde vraag van de Palestijnen naar een eigen staat. Het is tijd om de tweestatenoplossing in praktijk te brengen.’

China bracht dit jaar ook diverse Palestijnse strekkingen samen in Beijing om hen tot verzoening te brengen opdat ze sterker zouden staan ten opzichte van Israël.

Dialoog tussen beschavingen

‘Het was voor China heel lang onmogelijk om de Amerikaanse dominantie tegen te gaan’, zegt professor Lee. ‘Het conflict in het Midden-Oosten laat China toe om meer landen voor zich te winnen door er bijvoorbeeld op te wijzen dat de VS de internationale regels niet naleven, en door zichzelf op te werpen als de verdediger van de gelijke behandeling van alle staten en van een sterke internationale orde. Om invloed uit te oefenen binnen die orde moet je veel vrienden hebben. Het conflict helpt daarbij.’

Of China die internationale rechtsorde zal blijven respecteren, kan professor Lee niet bevestigen, maar China hanteert volgens haar tegenwoordig wel bewust de termen ‘beschaving’ en ‘modernisering’. ‘Daarmee geeft het de boodschap dat het de landen van het Globale Zuiden wil helpen moderniseren, onder meer door de bouw van infrastructuur, zonder evenwel de eigen waarden op te dringen. Daarmee stelt China zich anders op dan de VS die wel graag hun waarden opdringen, en neemt het tevens afstand van het idee van een “botsing van beschavingen”.

Het pleit integendeel voor integratie en dialoog tussen beschavingen. Landen zijn niet tegen verandering en nemen nieuwe elementen van andere beschavingen over die ze zelf goed vinden. Zo noemt China zichzelf een marxistisch land met Chinese karakteristieken. Dat alles past binnen het “Globaal Beschavingsinitiatief” (na het Globaal Ontwikkelingsinitiatief en het Globaal Veiligheidsinitiatief, het derde mondiale Chinese initiatief, red.).

Diverse meningen in China en Taiwan

Over de oorlog die Israël voert in Palestina en Libanon bestaan er bij de Chinese bevolking volgens Lee Ting-mien diverse meningen. ‘Hoewel er weinig joodse gemeenschappen zijn, was er lange tijd wel sympathie voor joden’, zegt ze daarover. ‘Veel Chinezen herkenden zich in het hardwerkende en welvarende volk dat, net als zij, erg veel waarde hecht aan onderwijs.’ De politieke situatie rijdt daar nu doorheen. Sommige Chinese liberalen zijn solidair met Israël en vinden dat de Palestijnen die harde aanpak verdienen. Volgens hen ‘is niemand onschuldig in Gaza omdat ze Hamas verkozen boven democratie’.

De overheid begon dan weer doelbewust het toerisme in Xinjiang te promoten, de provincie in het westen van China waar een grote moslimbevolking woont die de voorbije jaren massaal in kampen werd ‘heropgevoed’. Het ministerie van Buitenlandse Zaken schreef in een verklaring op 5 januari 2024: ‘Zien is geloven, rechtvaardigheid huist in het hart van mensen. Sommige landen verspreiden leugens en geruchten over een zogenaamde genocide en dwangarbeid in Xinjiang, terwijl ze blind blijven voor humanitaire tragedies in Gaza en elders, waardoor ze hun dubbele standaarden blootleggen.’

Ook in Taiwan zijn de meningen verdeeld, legt Lee uit. De huidige regering van Taiwan steunt Israël omdat ze zich ermee verwant voelt. Beide zijn aan het Westen gelieerde democratische landen in een vijandige omgeving. Maar sommige Taiwanezen zetten zich daartegen af. ‘Op 23 juni 2024 organiseerde Amnesty International samen met groepen uit de civiele samenleving een mars’, verduidelijkt Lee. ‘Daarin eisten ze dat de Taiwanese regering Israël zou vragen om een onmiddellijk staakt-het-vuren en om zich te houden aan het internationaal recht. Ze vroegen tevens dat Taiwan niet betrokken zou raken bij wapenleveringen aan Israël.’

Enkele maanden later ontploften duizenden pagers in de zakken van Hezbollah-strijders. Naar verluidt werden deze apparaatjes door het Taiwanese bedrijf Gold Apollo gemaakt. ‘Dat Gold Apollo bij die aanval betrokken is, werd niet bewezen,’ zegt professor Lee, ‘maar het is geen geheim dat hetzelfde bedrijf die pagers ook leverde aan veiligheids- en inlichtingendiensten in Europa en de VS.’ Dat versterkte de gedachte dat Taiwan actief betrokken was bij de aanval van Israël op Hezbollah in Libanon. Precies die betrokkenheid wilde Amnesty International Taiwan aanklagen.

Wie is Lee Ting-mien?

  • professor Chinese filosofie aan de universiteit van Macao

  • doctoreerde aan de KU-Leuven over de vage grens tussen ethiek en politiek in klassieke Chinese teksten

  • schreef samen met professor Carine Defoort The many lives of Yhang Zhu: a historical overview (2022)

Dit interview werd geschreven voor MO*154, het winternummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.

Het eenzame lot van de Palestijnen