Homoseksualiteit is in China niet langer strafbaar of een mentale stoornis. Toch blijft de Chinese LGBTI-gemeenschap (lesbian, gay, bisexual, transgender, intersex) voorzichtig: de pride is er een sportactiviteit. De nieuwe flinksheid van de Chinese president Xi Jinping schept meer onzekerheid. MO* sprak erover met sinoloog Stijn Deklerck die onlangs een doctoraat afrondde over het activisme in de LGBTI-gemeenschap in China.
De Antwerp Pride en het Antwerp Queer Arts Festival besteedden dit jaar speciale aandacht aan de situatie van de LGBTI-gemeenschap in China. De Chinese interseksuele man ‘Tony’ getuigde er publiekelijk over de worsteling met zichzelf en zijn identiteit. Als aangenomen weeskind werd hij door zijn adoptiegezin altijd als een meisje/vrouw behandeld, en ook op zijn identiteitskaart staat ‘man’, maar dat voelde nooit juist. Hij verzette zich daartegen. Hij had het moeilijk in het leven maar ‘gelukkig had ik goeie vrienden die naast me bleven staan’.
Onderzoek leerde tevens dat hij “intersex” is: lichamelijk draagt hij zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken in zich. Hij ondergaat nu hormonale behandeling om zijn mannelijke lichaamskenmerken te laten opbloeien, en denkt ook aan een chirurgische ingreep. Voorts wil hij ook zijn geslachtsvermelding op officiële papieren laten aanpassen. Hij worstelt zich al een lange tijd doorheen de bureaucratische obstakels, en doorheen de negatieve gevolgen die een officiële geslachtsaanpassing met zich meebrengt: de diploma’s die hij als vrouw behaalde, gelden niet langer wanneer zijn identiteitskaart “M” vermeldt.
Het geeft meteen aan dat er in China een grote kloof is tussen wat informeel gebeurt of mogelijk is, en wat er officieel worden erkend en toegelaten is. Die kloof geldt zowel voor homoseksualiteit als voor transgenders.
Nochtans werd homoseksualiteit in grote delen van China’s lange geschiedenis minder negatief bekeken dan in het Westen, zegt sinoloog Stijn Deklerck die onlangs een doctoraat afrondde over het activisme in de LGBTI-gemeenschap in China.
Stijn Deklerck: ‘Het was algemeen geweten dat homoseksualiteit bestond. Zodra mannen of vrouwen aan hun plichten voldaan hadden door te trouwen met iemand van het andere geslacht en kinderen te krijgen, konden homoseksuele relaties zonder al te veel problemen plaatsvinden. Soms werd het scheef bekeken, maar over het algemeen was men in China vrij tolerant. Pas tijdens de Qingdynastie (1644 - 1912) kwam daar echt verandering in, onder meer door Westerse invloed. In landen die gekoloniseerd werden door Westerse landen, speelde dat nog sterker: zo hadden en hebben de Britse sodomylaws bijvoorbeeld grote invloed in India en Singapore.
De communistische partij ging heel ver in de repressie: ze zag homoseksualiteit als een mentale stoornis, iets dat uit het Westen afkomstig was, verbonden met het kapitalisme en zijn bourgeois gewoonten.
Hoe kijkt de Communistische Partij die China al 66 jaar bestuurt, er tegenaan?
Stijn Deklerck: De communistische partij ging heel ver in de repressie: ze zag homoseksualiteit als een mentale stoornis, iets dat uit het Westen afkomstig was, verbonden met het kapitalisme en zijn bourgeois gewoonten. Vooral tot 1979 was de repressie hard: de greep op de mensen was groot, ze leefden bij de gratie van hun danwei of werkeenheid. Wie betrapt werd, belandde in een werkkamp of erger.
Wat veranderde er na 1979?
Stijn Deklerck: Er was meer vrijheid in het algemeen en dus ook op seksueel gebied. Veel mensen migreerden, trokken naar de grote steden en daar was sowieso minder controle op hen. In 1997 werd homoseksualiteit dan gedecriminaliseerd door de schrapping van het “hooliganisme” misdrijf uit de strafwet. Dit was een vaag misdrijf, dat willekeurig werd gebruikt om een heel aantal onwenselijke gedragingen te bestraffen. Het is dan ook helemaal niet zeker dat men met het verwijderen van dit misdrijf uit de strafwet ook expliciet de bedoeling had om homoseksualiteit expliciet te decriminaliseren. Een tweede signaal, in 2001,was duidelijker: homoseksualiteit werd van de lijst van mentale stoornissen gehaald.
Stijn Deklerck
© Sophie Nuytten
Zijn er communistische leiders die uit de kast komen?
Stijn Deklerck: Amper. Li YinHe is een seksuologe die in de politieke raadgevende vergadering zetelde. Zij probeerde verschillende keren een wetsvoorstel in te dienen voor de legalisering van het homohuwelijk in China. Maar ze slaagde er nooit in om voldoende co-sponsors te vinden voor dit wetsvoorstel, en het werd dan ook nooit formeel besproken.
Dus, in die enorme organisatie met meer dan zeventig miljoen leden zitten dus officieel weinig of geen lesbiennes of homo’s?
Stijn Deklerck: Toch geen belangrijke leiders en ook geen Bekende Chinezen. In HongKong en Taiwan daarentegen, zijn er wel gekende zangers en kunstenaars die zich outen.
Maar wat is dan eigenlijk het beleid van de regering en de partij?
Stijn Deklerck: Er is geen uitgesproken beleid. Alleen als het om HIV/AIDS gaat, heeft de Chinese regering aangegeven dat zij wil samenwerken met MSM (Men who have Sex with Men) organisaties. Overheidsinstanties weten zelf niet hoe ze MSM gemeenschappen kunnen bereiken, en doen hierbij beroep op NGOs die het veld wel kennen. De regering beseft echter nog niet genoeg dat homonegativiteit (inclusief discriminatie en stigma t.o.v. homoseksualiteit) bijdraagt tot onvoorzichtige seks en dus tot meer besmettingen.
Weten we hoe groot de LGBTI-gemeenschap is in China?
Stijn Deklerck: We gaan er van uit dat het om drie tot vijf procent van de bevolking, net als in andere landen. Dan kom je toch al snel tot een cijfer van tussen de veertig en zeventig miljoen mensen.
Slaagt die gemeenschap erin zich te organiseren?
Stijn Deklerck: De beweging is nog vrij jong. Het is pas in de jaren negentig dat de eerste Chinese LGBTI-organisaties vorm kregen. De focus van deze organisaties was initieel naar binnen gericht: men spitste zich toe op het verstevigen van LGBTI-gemeenschappen die ondersteuning konden bieden aan de Chinese LGBTI-mensen. Het ging erom mensen uit hun isolatie, die zeker in het binnenland zeer groot was, te halen en hen meer informatie te geven.
Het is pas in de jaren negentig dat de eerste Chinese LGBTI-organisaties vorm kregen.
De eerste LGBTI hotline kwam er in 1997, een telefoonnummer waar mensen hun hart konden luchten: ze konden voelen dat ze niet alleen waren en praten over hun problemen. De opmars van het internet eind jaren 90 was waarschijnlijk de belangrijkste evolutie voor LGBTI gemeenschappen: het zorgde voor een overvloed van nieuwe manieren om in contact te treden en informatie op te zoeken.
Vanaf het midden van de jaren 2000 richtte de beweging zich gradueel ook meer op de maatschappij in het algemeen: als je het stigma wil wegnemen, moet je iedereen informatie geven. Zowel het verlenen van hulp aan de LGBTI gemeenschap zelf, als het creëren van bekendheid en begrip in brede lagen van de samenleving blijven de belangrijkste zwaartepunten van LGBTI organisaties vandaag de dag. Er zijn organisaties die zich ook specifiek toespitsen op het verbeteren van de LGBTI rechtensituatie in China, al is dit moeilijk onder het huidige politieke klimaat.
Het is belangrijk op te merken dat de legalisatie van het homohuwelijk hierbij niet noodzakelijk een prioriteit is voor organisaties, zelfs al is het invoeren van het homohuwelijk een vurige wens voor zeer veel LGBTI mensen. Zolang de algemene desinformatie en het heersende stigma aangaande LGBTI mensen niet worden aangepakt, zou het invoeren van het homohuwelijk een puur symbolische politieke daad zijn, zonder werkelijke praktische impact. Vele activisten werken daarom liever rond het verwijderen van discriminerende wetgeving, of het invoeren van anti-discriminatie wetten.
De LGBT-beweging richt zich nu meer tot de samenleving in haar geheel?
Stijn Deklerck: Queer Comrades, een LGBTI-webcast met een pioniersrol in China, was een van de eerste organisaties die expliciet koos voor een “naar buiten” gerichte focus en aldus voor een verhoogde zichtbaarheid van LGBTI in China. Queer Comrades bestaat sinds 2007, en produceerde al meer dan 100 talkshows, documentaires en nieuwsvideo’s die de LGBTI gemeenschap in de Volksrepubliek China een stem geven. Al deze video’s worden online uitgezonden, en bereikten reeds miljoenen kijkers. Hoewel de meeste organisaties nog vooral gericht zijn op de LGBTI gemeenschap zelf, is er een steeds duidelijkere focus op het bereiken van de samenleving in haar geheel. Zo wordt er nu bijvoorbeeld elk jaar de China Rainbow Media Awards uitgereikt aan media die op een verstandige manier met LGBTI omgaan.
In de berichtgeving is veel veranderd. In de jaren negentig was LGBTI nog synoniem voor criminaliteit en negativiteit. Nu wordt er op een beter geïnformeerde manier over bericht. En er wordt ook meer over bericht. Over het algemeen, mede dankzij het werk van de LGBTI organisaties, is de pers in China positiever gaan schrijven en weet de samenleving meer en meer over LGBTI’s. Ook een bedrijf als Alibaba steunt ons openlijk. De relatie met de overheid blijft moeilijk. Veel van het activisme wordt online gevoerd, omdat op het internet meer mogelijk is dan op de straat.
Veel van het activisme wordt online gevoerd, omdat op het internet meer mogelijk is dan op de straat.
De Great Firewall, de censuur van het internet door de Chinese overheid, laat dit toe?
Stijn Deklerck: De firewall is vooral gekant tegen mensenrechten in het algemeen en pornografie. Toch is het voor de LGBTI-gemeenschap ook best om geen al te expliciete terminologie te gebruiken: termen als homoseksualiteit of lesbisch kunnen geblokkeerd worden. Je neemt dus best een domeinnaam zonder dergelijke woorden.
Wordt bijvoorbeeld de term tong xing lian – letterlijk liefde voor iemand van het zelfde geslacht – geblokkeerd?
Stijn Deklerck: Neen, de term ‘tong xing lian’ geraakt voorbij de great firewall in China en kan ook opgezocht worden op Chinese zoekmotor Baidu. Er zijn heel wat toegankelijke, buitenlandse en binnenlandse sites die de term gebruiken. Toch wordt de term dikwijls vermeden door LGBTI-organisaties om verschillende redenen. De term is politiek gevoeliger en roept associaties met pornografie op, wat de aandacht van de autoriteiten kan trekken. De term is bovendien sterk geassocieerd met de ‘medische’ kijk op homoseksualiteit en heeft te veel slechte connotaties met de voorbije behandeling van homo’s in China.
De term duidt bovendien vooral op mannelijke homo’s en sluit dus de andere groepen dus niet in. LGBTI-organisaties en activisten gebruiken daarom een heel aantal andere termen zoals LGBT, ku’er (wat verwijst naar het Engelse queer) en tongzhi (kameraad met de ietwat ironische knipoog naar communistische kameraden, jvd). Die termen sluiten een grotere groep in en zijn minder gekend door de autoriteiten die dikwijls niet weten waarover het gaat als ze de term “ku’er” lezen.
Shanghai Pride Run: ondanks de lachende gezichten drukt de nieuwe flinksheid van president Xi op de LGBTI-beweging.
© ShanghaiPRIDE
Is een pride – een heuse parade - mogelijk?
Stijn Deklerck: Niet echt. Het is onmogelijk om officiële toestemming te krijgen voor een openbare, grootschalige optocht. Je hebt wel de jaarlijkse Shanghai Pride, zowat het grootste LGBTI evenement in China. Ook hier is er geen echte optocht, maar wel een “Pride Run” die wordt georganiseerd als een sportactiviteit doorheen de stad, waarbij mensen via T-shirts en kleurrijke sportkledij hun mening kenbaar maken. In Beijing zou zelfs dat niet kunnen, daar is men veel strenger. Shanghai ligt verder van het politieke centrum vandaan, en streeft ook een meer internationale uitstraling na: het zou het business imago schaden als men daar zo streng is.
Het is onmogelijk om officiële toestemming te krijgen voor een openbare, grootschalige optocht.
Moet en kan je je als LGBT-ngo registreren? Doorgaans kan een niet-gouvernementele organisatie zich in China maar registreren als een of andere overheidsinstelling haar als een soort peter adopteert.
Stijn Deklerck: Zo’n peter is nog steeds nodig maar in de provincie Guangdong (Zuid-China, jvd), en ook in enkele andere regio’s, kan je je nu rechtstreeks tot het departement van burgerlijke zaken richten en hoef je geen peter meer te hebben. Maar zelfs in die regio’s kunnen LGBTI organisaties zich niet registreren als ngo. Alleen de LGBTI organisaties met een duidelijke focus op HIV/AIDS werk worden geregistreerd: als ze zo’n erkenning vragen, kiezen ze een naam die de nadruk legt op gezondheidszorg, en vermijden ze verwijzingen naar Tong Xing Lian. HIV-organisaties spreken heel luid over hun strijd tegen HIV en zijn heel stil over hun activiteiten rond homoseksualiteit. Ze weten welke taal ze moeten gebruiken om uit het politieke vaarwater te blijven.
Achter een ‘brave naam’ kunnen dan andere activiteiten schuilgaan?
Stijn Deklerck: Inderdaad. Met Queer Comrades reiken wij bijvoorbeeld elk jaar de ‘China Regenboog Mediaprijs’ uit voor media die op een verstandige manier met het onderwerp omgaan. In de berichtgeving is veel veranderd. In de jaren negentig was LGTB nog synoniem voor criminaliteit en negativiteit. Nu wordt er op een beter geïnformeerde manier over bericht. En er wordt ook meer over bericht. We geven tevens workshops aan journalisten zodat ze beter geïnformeerd zijn. Over het algemeen is de pers in China positiever gaan schrijven en weet de samenleving meer en meer over LGBT’s. Ook een bedrijf als Alibaba steunt ons openlijk. De relatie met de overheid blijft moeilijker.
Is er een verstrakking voelbaar onder de nieuwe leider Xi Jinping?
Stijn Deklerck: Ja. Op een onrechtstreekse manier. Als de partij laat weten dat er op de universiteiten geen Westerse ideologie mag worden beleden, gaat daar een verstijvend effect van uit naar alle ngo’s en de gehele civil society. In maart 2015 werden vijf feministen gearresteerd omdat ze pamfletten wilden uitdelen tegen seksuele intimidatie. Dat zelfs dit soort activiteiten niet meer kan, is een signaal: als je iets doet dat niet offcieel is goedgekeurd, kan je worden opgepakt. Dat voert de angst op. Er is minder ruimte voor de civiele samenleving. Ook door de geplande wetgeving op buitenlandse organisaties.
Als de partij laat weten dat er op de universiteiten geen Westerse ideologie mag worden beleden, gaat daar een verstijvend effect van uit naar alle ngo’s en de gehele civil society.
Die laatste heeft alles te maken met de heilige schrik voor het soort kleurenrevoluties dat landen als Oekraïne of Georgië meemaakten?
Stijn Deklerck: Absoluut. Het raakt de LGBTI-gemeenschap want ze is sterk afhankelijk van buitenlandse financiering. Als LGBTI organisatie raak je niet geregistreerd als ngo, van de regering kan financiering niet komen en het is heel moeilijk om in China aan fundraising te doen. Volgens de geplande wet moeten buitenlandse organisaties die in China actief willen zijn, en hieronder verstaat men ook het (geldelijk) steunen van Chinese organisaties, geregistreerd worden in China: ook zij moeten een ‘peter’ hebben en moeten zich onder de controle stellen van de openbare veiligheidsorganen.
Voor veel buitenlandse organisaties, en vooral diegene die zich richten op het verbeteren van (LGBTI) rechten in China, is registratie wellicht onmogelijk. Maar ook andere organisaties die makkelijker geregistreerd kunnen worden, zoals universiteiten, komen in moeilijk vaarwater. Artikel 59 van het wetsvoorstel voorziet dat zij gestraft kunnen worden voor activiteiten, zowel in China als daarbuiten, die de staat “destabiliseren”. Met andere woorden, indien een studentenorganisatie een protestactie organiseert tegen de Chinese regering op een Belgische universiteitscampus, kan die Belgische universiteit haar registratie in China verliezen, en kunnen haar vertegenwoordigers in China vervolgd worden.
Het probleem is dat we niet weten hoelang dit zal duren. Vroeger kwam het in golven: je wist dat tijdens de Olympische Spelen of een belangrijk politiek evenement alles wat gevoeliger lag, en dat je dan best wat voorzichtig kon zijn, maar dat er daarna weer meer ruimte kwam. Nu is dat niet zo duidelijk. We weten niet waar het heen gaat.