‘De buste van Leopold II weghalen is voor mij maar een broodkruimel’

Interview

Judith Elseviers en Sarah Bekambo over ons gedeelde verleden

‘De buste van Leopold II weghalen is voor mij maar een broodkruimel’

Arno Van Rensbergen

22 juni 20249 min leestijd

In 2020 vonden, in navolging van de Black Lives Matter-protesten in de Verenigde Staten, ook in België demonstraties plaats. Steden en gemeenten zeiden dat ze de publieke ruimte zouden dekoloniseren. Maar wat is er vier jaar later echt bereikt? MO* sprak hierover met dekolonisatieadviseur Judith Elseviers en artieste Sarah Bekambo.

In mei 2020 braken in de Verenigde Staten protesten uit nadat George Floyd, een zwarte Amerikaan, was vermoord tijdens een politiearrestatie. Monumenten die verband houden met raciaal onrecht of slavernij werden vernield, een uiting van verzet tegen symbolen van een pijnlijk en onderdrukkend verleden. Enkele dagen later kwamen ook in België demonstranten op straat om te demonstreren tegen racisme en discriminatie.

Het protest vertaalde zich al snel naar een debat over koloniale standbeelden. Op 9 juni 2020 werd in het Antwerpse district Ekeren het monument van Leopold II weggehaald, nadat onbekenden het hadden vernield.

Een dikke paté

Lange tijd werd de aanwezigheid van koloniale monumenten in steden en gemeenten niet in vraag gesteld. ‘Vroeger fietste ik onwetend langs al die monumenten’, zegt Judith Elseviers (58), juriste en dekolonisatie-adviseur. ‘Ik groeide op in een witte context. In België zijn ze goed in een dikke paté leggen op de geschiedenis.’

De publieke ruimte was op maat gemaakt van de herinnering van de onderdrukker. ‘Het gedeelde verleden van België en de kolonies of het trauma dat het koloniale bestuur veroorzaakte, toonde zich niet in de gedeelde ruimte. Het debat over koloniaal erfgoed was vroeger afwezig.’

Vanaf 2018 kwam daar stilaan verandering in. Een nieuwe generatie van mensen uit de diaspora begon het koloniale erfgoed steeds meer in vraag te stellen. Naar aanleiding van de 58ste verjaardag van de onafhankelijkheid van Congo werd in Brussel het Patrice Lumumba-plein ingehuldigd.

Op 9 december 2018 heropende het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren. ‘Met het nieuwe AfricaMuseum werden de mensen wakker’, zegt Elseviers. ‘De koloniale propaganda die het oude museum tentoonstelde werd nu gekaderd voor wat het was.’ KU Leuven en BOZAR organiseerden discussies over de status van de dekolonisatie van het land. De VRT zond de reeks ‘Kinderen van de Kolonie’ uit, waarmee ze een breder publiek inlichtte over het koloniale verleden van België.

Een kantelpunt

Maar échte verandering kwam er niet. ‘Het waren vooral kleinere organisaties in Brussel die het onrecht aankaartten. Er was geen structureel, georganiseerd verzet’, zegt Elseviers. De Black Lives Matter-protesten van 2020 waren een echt kantelpunt, vertelt de juriste. ‘Tienduizenden mensen gingen de straat op en trokken het koloniale verleden kritisch in vraag.

‘In Antwerpen en Brussel protesteerden mensen tegen de vanzelfsprekendheid dat koloniale beelden gewoon konden blijven staan. Ze symboliseerden de maatschappelijke stilstand’, zegt Elseviers. ‘De eis op straat was om het debat te openen over het koloniale erfgoed. Er was dringend verandering nodig.’

In de nasleep van de protesten schoot de politiek in actie. 40 procent van de Vlaamse gemeenten met koloniale verwijzingen besloot om te dekoloniseren. Commissies werden samengesteld, werkgroepen zagen het licht en onderzoek gebeurde naar hoe de kwestie aangepakt kon worden. De Vlaamse overheid kwam met een handleiding die lokale besturen kon helpen in het debat over koloniale verwijzingen in de publieke ruimte. Sommige gemeenten gingen in dialoog met de gemeenschappen, in andere gemeenten bleef doortastend beleid dan weer uit.

Dekolonisatiewandeling

Antwerpen is zo nog altijd een van de meest gekoloniseerde steden in Vlaanderen. Sommige monumenten, zoals de Congozuil in het Stadspark en het Lambermont-monument, verheerlijken uitdrukkelijk het koloniale project.

Om het narratief van onderuit te beïnvloeden, begon Elseviers met dekolonisatiewandelingen. Daarbij volgen Antwerpenaren een route langs de dertien monumenten en straatnamen met een directe link naar het koloniale verleden. Tijdens haar wandeling verwijst Elseviers steevast naar de koloniale monumenten als de manifestatie van een onderdrukkend systeem dat tot vandaag de huidige maatschappij beïnvloedt.

Voor het stadsbestuur is het koloniale verleden iets dat objectief vaststaat en voorbij is. Dat verleden mogen hedendaagse spelers of belangen niet “verknoeien”. Monumenten zouden duiding krijgen, maar niet weggehaald worden. Ook tegenover naamsveranderingen van straten stond het stadsbestuur weigerachtig. De Antwerpse districtsraad besliste in juni 2020, net na de BLM-marsen, wel duiding te willen geven bij vier koloniale monumenten en negen straatnamen. Maar dat is vooralsnog niet gebeurd.

‘Monumenten van Napoleon of Rubens zijn even waardevol als een Lumumbastandbeeld of een herdenkingsmonument voor de gevallen Congolezen.’
Judith Elseviers, juriste en dekolonisatieadviseur

‘Verandering in Antwerpen is kennelijk enorm moeilijk’, zegt Elseviers. Ze verwijst naar de wereldtentoonstelling van 1894, die Leopold II in de havenstad organiseerde. De koloniale handel werd gepromoot en op het Museumplein voor het Antwerpse Koninklijk Museum voor Schone Kunsten (KMSKA) kwam een nagebouwd Congolees dorp, waar 144 Congolezen als living exhibits hun rol van mandenvlechter, beeldsnijder of wever opvoerden. ‘Ze werden tentoongesteld als dieren in een zoo en afgeschilderd als een primitief volk’. Acht Congolezen stierven tijdens de tentoonstelling en werden begraven op een begraafplaats op het Kiel. Later verhuisden de stoffelijke overschotten naar een ongemarkeerd massagraf op de begraafplaats Schoonselhof, buiten de stad.

De noodzaak om de publieke ruimte te dekoloniseren blijft dringend voor Elseviers. ‘We moeten durven te kijken naar tegenbeelden en alternatieve straatnamen. Tijden veranderen, en ook steden veranderen continu. In de gedeelde publieke ruimte moet de geschiedenis van alle inwoners verteld worden.’ Volgens de juriste is er nood aan meerdere perspectieven, ook in het straatbeeld. ‘Monumenten van Napoleon of Rubens zijn even waardevol als een Lumumba-standbeeld of een herdenkingsmonument voor de gevallen Congolezen. Want het is een verleden dat we delen.’

Elseviers is dan ook voorzichtig wanneer ze, vier jaar na de BLM-protesten, de balans opmaakt. ‘2020 was een kookpunt, maar alles lijkt sindsdien weer wat in slaap gewiegd. Er zijn heel wat schijndebatten gevoerd, die zelden vertaald zijn in doortastend beleid.’ Maar van opgeven wil Elseviers niet weten. ‘Ik ga er alles aan doen om het onrecht te blijven vertalen naar actie. Wie weet zaai ik wel zaadjes voor nieuwe mensen en initiatieven.’

Oogkleppen af

‘Had ik als kind een Lumumba-plein gepasseerd, dan had ik dat leuk gevonden’, zegt Sarah Bekambo (23), artiest en curator. ‘Ik zou me erin hebben herkend. Zo’n beeldvorming doet heel veel voor je zelfbeeld, zeker als je opgroeit.’ Bekambo begon zich op de middelbare school te engageren om meer te leren over haar verleden. ‘Het was de enige manier om mijn geschiedenis te leren kennen’, vertelt ze. ‘Ik werd al op een heel jonge leeftijd geconfronteerd met mijn gebrek aan kennis. Ik moest weten wie ik was, wie Lumumba was en wat 1960 betekende. Dat werd van mijn klasgenoten niet verwacht.’

Bekambo kon met haar vragen nergens heen. Tot ze in 2017 betrokken werd bij een van de eerste dekolonisatieprojecten in Vlaanderen. Ze kwam in contact met andere stemmen binnen het debat, onder wie Judith Elseviers. ‘Het was een van de eerste keren dat ik in één ruimte zat met zoveel gekleurde mensen die ook op zoek waren naar hun waarheid.’ Daar begreep ze eindelijk meer over het koloniale verleden en de gruwelen die ermee samenhingen. ‘De anderen namen mij onder de vleugels en legden mij uit wat het gangbare narratief in België was.’

‘Ik zie af en toe een nieuw straatbordje, maar wanneer ik op mijn werkplaats kom en nog steeds ervaringen heb die fucked up zijn, zie ik dat er niets is veranderd.’
Sarah Bekambo, artiest en curator

Bekambo werd bovenal aangemoedigd om voort te doen, iets wat niet vanzelfsprekend was. ‘Het licht doet pijn als het lang donker is geweest. Maar als de oogkleppen af zijn, heb je twee keuzes. Ofwel ga je terug naar het donker, ofwel laat je je ogen aanpassen aan het licht.’

De BLM-protesten van 2020 luidden niet alleen een nieuw tijdperk in het postkoloniale geheugen van België in, maar waren ook een scharniermoment voor de jongeren die massaal de straten opgingen.

Ze werden een oproep om niet alleen de publieke ruimte, maar ook de instellingen en hele samenleving te dekoloniseren. ‘Monumenten weghalen, straatnamen veranderen of tegenbeelden plaatsen is vooral symboolpolitiek’, zegt Bekambo. ‘Het zou fijn zijn om mijn evenbeeld in de publieke ruimte te zien, maar ik ben mezelf ervan bewust dat er meer moet gebeuren.’

Dat sommige gemeenten ervoor kiezen om de dekolonisatie van de publieke ruimte te koppelen aan een hedendaags en duurzaam anti-racismebeleid, juicht Bekambo toe. ‘De buste van Leopold II weghalen, is voor mij een kruimeltje brood. Ik mag dan af en toe een nieuw straatbordje zien, wanneer ik op mijn werkplaats kom en nog steeds ervaringen heb die fucked up zijn, is er niets veranderd.’ Ze zoekt daarom de dialoog op. ‘Ik wil geen gesprek hebben over een standbeeld, maar wel over wat het betekent, hoe dat reflecteert in de samenleving en wat we daaraan kunnen doen. Een gesprek waar we elkaar in het midden ontmoeten.’

Schijnparticipatie

Bij dekolonisatietrajecten maakt ze gebruik van kunst en slam poetry om de aanwezigen te doen nadenken, en vooral ook te doen voelen. Maar al snel kreeg Bekambo het gevoel in een hokje gestoken te worden. En dat was ontgoochelend. ‘Bij heel wat projecten werd ik gezien als een profiel om af te vinken. Ik was de ijverige diversiteitschick die gemakkelijk gebruikt kon worden.’

Ze werd vaak laattijdig bij een traject betrokken, zonder echte inspraak te hebben. Haar bekende gedicht Ik ben zwart, over Bekambo’s ervaringen als een jonge Belg van kleur, werd een vaak gevraagd nummertje. ‘Maar als ik zin had om een ander gedicht te brengen, werd me dat niet in dank afgenomen.’

Zo’n schijnparticipatie zorgt vaak voor burn-outs onder activisten, stelt Bekambo. ‘De BLM-protesten zorgden ervoor dat meer mensen van kleur vertegenwoordigd zijn in instituties. Er wordt meer naar ons geluisterd. En dat is super’, verzekert ze. Maar de bestaande structuren en instellingen zijn er niet voldoende aan aangepast. ‘Nog te vaak worden we gevraagd, vaak in onze vrije tijd, om onze brede expertise te delen. Je zet je eigen leven op pauze om een maatschappelijk probleem op te lossen’.

Om tot een echte dekolonisatie van de samenleving te komen, moeten volgens Bekambo dan ook voldoende tijd, ruimte en middelen vrijgemaakt worden. ‘Ik ben niemand iets verschuldigd, alles wat ik doe is voor mezelf, de vorige en volgende generaties. Maar als de samenleving echt vooruit wil, moet ze grondig hervormd worden.’

Wie is Judith Elseviers (°1965)

  • Antwerpse dekolonisatieadviseur en juriste

  • werkte onder andere mee aan MAS 100 × Congo en Congoville Middelheim

  • ijvert samen met Nadia Nsayi voor een herdenkingsmonument voor de Congolese slachtoffers van de menselijke zoo van 1896 in Antwerpen

  • organiseert dekolonisatiewandelingen in Antwerpen

Wie is Sarah Bekambo (°2001)

  • Leuvens multidisciplinair artiest

  • begon haar carrière als spokenwordartiest

  • werkte mee aan de documentaire What surround the words (2021) en het project ‘België Kan Het’

  • actief bij Ensemble vzw

Dit artikel kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek.

Deze reportage werd geschreven voor het zomernummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je tal van andere voordelen.

Word ProMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in