Milo Rau: ‘Overal in Europa groeit het burgeractivisme bij mensen die niet meer rekenen op de overheid’

Interview

Artistieke wereldverbeteraar met een hart voor sans-papiers

Milo Rau: ‘Overal in Europa groeit het burgeractivisme bij mensen die niet meer rekenen op de overheid’

Milo Rau: ‘Overal in Europa groeit het burgeractivisme bij mensen die niet meer rekenen op de overheid’
Milo Rau: ‘Overal in Europa groeit het burgeractivisme bij mensen die niet meer rekenen op de overheid’

Hij kent het pessimisme van de rede, maar gelooft in het optimisme van de wil. Milo Rau is geen man die bij de pakken blijft zitten. Theaterdirecteur, cineast, essayist, onder al zijn hoedanigheden gaat een onvermoeibaar activist schuil die de controverse niet schuwt.

Milo Rau: ‘Ik gruwel van theater als ontspanningsmachine.’

© Michiel Devijver

Hij kent het pessimisme van de rede, maar gelooft in het optimisme van de wil. Milo Rau is geen man die bij de pakken blijft zitten. Theaterdirecteur, cineast, essayist, onder al zijn hoedanigheden gaat een onvermoeibaar activist schuil die de controverse niet schuwt. ‘Theater moet de wereld niet alleen representeren maar ook transformeren.’

Hij  mag dan artistiek directeur zijn van het NTGent, een echte Stroppendrager zal Milo Rau nooit worden. Dat het monumentale theaterhuis in de Arteveldestad ligt, meer bepaald in het hart van wat weleens het “Manhattan van de middeleeuwen” wordt genoemd, is voor de 44-jarige Zwitser weinig meer dan een prettige bijkomstigheid.

‘Ik zie het NTG als een mondiaal productiehuis’, zegt hij. ‘Ik breng de wereld naar het NTG, en omgekeerd neem ik het NTG mee naar de wereld.’

Wie is Milo Rau?

Milo Rau (Bern, 1977) is sinds 2018 artistiek directeur van het NTGent. Met zijn werk viel hij meermaals in de prijzen: o.a. de prestigieuze World Theatre Day ITI-prijs, de Peter-Weiss-prijs, de 3sat-prijs en de Europese Theaterprijs. Daarnaast houdt hij eredoctoraten van de universiteiten van Lund en Gent.

© Bea Borgers

Milo Rau:

© Bea Borgers

Behalve theatermaker is Rau ook schrijver, docent en cineast. Een kleine greep uit zijn films en voorstellingen: Orestes in Mosul, Lam Gods, The Moscow Trial, The Congo Tribunal en The new Gospel.

De kosmopolitische ambitie blijkt uit zijn agenda. Een interview kon alleen via Zoom tijdens een verblijf in Duitsland. Minder geschikt vanwege te hectisch was een midweekse tussenstop in Gent, en in het weekend was hij alweer druk bezig in Zuid-Italië, waar hij sinds het draaien van zijn film The New Gospel een initiatief in goede banen leidt om Afrikaanse dagloners in de tomatenteelt te regulariseren.

Niks aan te doen, hij moet verstek geven voor We Are Belgium Too, de solidariteitsbetoging voor mensen zonder papieren die morgen door de straten van Brussel trekt.

Dat het thema hem na aan het hart ligt, staat niettemin buiten kijf. Rau was een van de culturele tenoren die eerder dit jaar hun steun toezegden aan de hongerstakers die wekenlang de Brusselse Begijnhofkerk en enkele lokalen van de VUB en de ULB bezet hielden. In Duitsland nam hij het initiatief voor De Verklaring van Keulen, een open brief waarin de onmenselijkheid van het Europese migratiebeleid scherp aan de kaak wordt gesteld.

De timing, aan de vooravond van de Duitse parlementsverkiezingen, was uiteraard berekend. De machtsgreep door de Taliban in Afghanistan doet vrezen voor een nieuwe vluchtelingenstroom zoals de Syrische exodus in 2015, een kantelmoment in de Europese geschiedenis waarvan de herinnering haast dwangmatig de uitspraak Wir schaffen das van Bondskanselier Angela Merkel oproept.

Precies haar afscheid van het politieke toneel deed Rau samen met enkele geestesgenoten in de pen kruipen. Gehoopt werd dat de eis voor een humaan Europees migratiebeleid zou meewegen bij de Duitse kiescampagne.

50 graden in Mosoel

Maar is dat ook gelukt? Duitsland maakt een ruk naar links, zo luiden twee dagen later de analyses. Rau, die de stembusslag vanop de eerste rij bijwoonde, ziet echter weinig reden tot juichen. ‘We krijgen meer van hetzelfde’, voorspelt hij. ‘Vier jaar aanmodderen zonder wezenlijke veranderingen, daar zal het op neerkomen. Ja, de SPD heeft verkiezingen gewonnen, en ook Die Grünen zijn erop vooruitgegaan.’

‘Het probleem is dat er wellicht geen coalitie kan worden gevormd zonder de liberale FDP, een partij die ik nog meer dan de AfD verafschuw omdat ze staat voor werkelijk alles waar onze planeet aan kapotgaat: van belastingvoordelen voor de rijken, over gesloten grenzen voor vluchtelingen tot een klimaatvernietigend industriebeleid.’

‘Stel je voor, een half jaar geleden haalde de groene spitzenkandidaat Annalena Baerbock bijna veertig procent in de peilingen. Niet onlogisch, want de klimaatcrisis werd algemeen beschouwd als het meest urgente thema van deze verkiezingen. Alleen een sterke groene partij kon zorgen voor de noodzakelijke klimaattransitie, zo was de sfeer.’

‘We zijn het als normaal gaan beschouwen dat er jaarlijks honderden migranten in de Middellandse Zee verdrinken.’

‘Maar toen stak een echte shitstorm op tegen de persoon van Baerbock. Een vergeten komma in haar cv werd tot een schandaal van wereldformaat opgeklopt. Resultaat: Die Grünen zijn op 14 procent gestrand en nu kunnen we fluiten naar een echte ommekeer in het beleid, zowel voor het klimaat als inzake migratie.’

‘Deze verkiezingen illustreren nog maar eens dat de representatieve democratie op sterven na dood is. We moeten dringend nieuwe bestuursvormen ontwikkelen, zoals directe burgerinspraak, waarmee we het machtsmonopolie van de professionele politici kunnen doorbreken.’

Daarmee wil hij niet gezegd hebben dat de Verklaring van Keulen een slag in het water is. De weerklank in de media was groot, ook buiten Duitsland.

’Het falen van het Europese migratiebeleid wordt steeds duidelijker’, zegt Rau. ‘Dan moet je bedenken dat migratie de komende decennia alleen maar zal toenemen, vooral onder invloed van de klimaatverandering. Dat verband is heel sterk: als de Taliban vanuit het platteland de macht kunnen grijpen, komt dat doordat de klimaatverandering het leven van de Afghaanse boeren onmogelijk heeft gemaakt.’

‘De burgeroorlog in Syrië drijft op dezelfde dynamiek. Ik ben de voorbije jaren vaak in Mosoel geweest, de stad in Noord-Irak waar we met het NTGent Oresteia hebben opgevoerd. In de zomer wordt het daar 50 graden, bijna onleefbaar.’

Overtuigd trotskist

Van de politiek verwacht Rau weinig heil. Waarom kan een land zoals België geen 150.000 mensen zonder papieren regulariseren, vraagt hij zich af. ‘Zo’n groot aantal is dat niet. Het biedt vooral voordelen, zo’n regularisatie zou bijvoorbeeld leiden tot een decriminalisering van de maatschappij.’

‘Want dat is de realiteit in heel Europa: het beleid dat legale migratie onmogelijk maakt werkt criminalisering in de hand. In Italië worden één miljoen sans-papiers uitgebuit, vooral in de akker- en tuinbouw in het zuiden. Toen we er gingen filmen voor The New Gospel moesten we voor bepaalde scènes toelating vragen aan de maffia. Ik gebruik die term generiek, het ging naargelang de locatie om de Italiaanse dan wel de Nigeriaanse maffia.’

‘Het is vooral kras dat de overheid er totaal niet aan te pas kwam. Zo erg was het zelfs in Congo niet. Toen we in Bukavu The Congo Tribunal maakten, hadden we tenminste nog een schriftelijke toelating van de autoriteiten nodig.’

Het klinkt allemaal somber, maar Rau verliest er zijn strijdlust niet bij. Mijn opwerping dat het onbarmhartige migratiebeleid schijnbaar door een meerderheid van de Europese bevolking wordt gesteund, brengt hem alleszins niet van de wijs. ‘Die aanvaarding is het gevolg van een gewenningseffect’, stelt hij vast.

‘In Zuid-Italië overleven Afrikaanse migranten dankzij de solidariteit van burgercomités, kerkelijke instanties en kleine boeren. Die dynamiek vind ik erg hoopgevend.

‘We zijn het als normaal gaan beschouwen dat er jaarlijks honderden migranten in de Middellandse Zee verdrinken. Alsof dat een natuurfenomeen is, en niet het rechtstreekse gevolg van het Europese migratiebeleid. Toch mag je die onverschilligheid niet veralgemenen, er is een sterke tegenbeweging op gang gekomen in wat ik de société civile zou noemen.’

‘In Zuid-Italië overleven Afrikaanse migranten dankzij de solidariteit van burgercomités, kerkelijke instanties en kleine boeren. Die dynamiek vind ik erg hoopgevend. Overal in Europa zie je het burgeractivisme groeien bij mensen die niet meer rekenen op de overheid of op de politieke instellingen. Als we verandering willen, zo beseffen ze, dan moeten we het heft zelf in handen nemen.’

‘Ik heb het vorige week opnieuw gemerkt bij de achterban van Die Grünen. Het besef dat de verkiezingen niet de verhoopte kentering teweeg hebben gebracht, was een teleurstelling maar geen reden tot wanhoop. Dan zoeken we wel wegen buiten de politiek om, zo was de stemming.’

Activist is een stempel dat hij zelf met trots draagt. Theater, zo luidt zijn credo, moet de wereld niet alleen representeren maar ook transformeren. Rau, socioloog van vorming, rolde twintig jaar geleden vanuit de journalistiek de cultuurwereld binnen.

Abrupt was de overgang niet, de socioloog en de journalist zijn nauwelijks te scheiden van de theatermaker en cineast. Oorlog, geweld, radicalisme en groepsdruk zijn thema’s die door zijn hele oeuvre lopen, het mag dan ook niet verbazen dat zijn eigen productiehuis naar de naam International Institute of Political Murder luistert.

In eerdere interviews verklaarde Rau die fascinatie vanuit zijn jeugd. Zijn vader was een overtuigd trotskist die vanwege zijn ideeën om de haverklap van werkgever en woonplaats moest veranderen. Het was zo moeilijk vriendjes maken op school, maar anderzijds stond de situatie borg voor een interessante levenservaring. Behalve een vroegrijpe kennis van de marxistische canon, leverde het Rau als eeuwige outsider een scherp inzicht in groepsdynamica op.

Manifest van Gent

Waar Rau opduikt, is controverse zelden veraf. Zijn eerste productie bij NTGent in 2018 was meteen raak. Het idee was het beroemde schilderij Lam Gods als tableau vivant door gewone Gentenaars te laten uitbeelden. Voor de rol van de kruisvaarders had hij aan teruggekeerde Syriëstrijders gedacht. Dat bleek een brug te ver, zelfs de Wetstraat kwam er zich mee bemoeien.

Het belet niet dat Lam Gods haast unaniem als een meesterwerk werd onthaald. Bij NTGent wisten ze natuurlijk welk vlees ze in de kuip haalden. Onmiddellijk na zijn aanstelling als artistiek directeur publiceerde Rau Het Manifest van Gent met tien vuistregels die een stadstheater volgens hem hoort te respecteren.

De opvallendste verbodsbepaling betrof het letterlijk bewerken van klassieke teksten. Als die toch als bron dienen, dan mogen ze niet meer dan twintig procent van het tekstvolume vertegenwoordigen. Even gedetailleerd maar talrijker waren de geboden. Bij iedere voorstelling moeten minstens twee talen worden gesproken, en moeten er twee of meer niet-professionele acteurs in de cast zitten.

‘Het fordisme is niet alleen in onze industrie en economie doorgesijpeld, maar ook in het theater.’

Ook de internationale ambities werden in regels gegoten. Elke voorstelling moet in minstens drie landen worden opgevoerd, en per seizoen zal een voorstelling worden opgevoerd of gerepeteerd in een oorlogs- of conflictgebied zonder enige culturele infrastructuur.

Het zijn geen loze kreten, weet iedereen die Rau de voorbije twintig jaar heeft gevolgd. Met de NTG-productie Orestes in Mosul haalde hij in 2019 de wereldpers. Niet alleen de voorstelling in Gent maar vooral het maakproces sprak tot de verbeelding.

Rau trok met een cameraploeg en een stel professionele acteurs naar de door oorlog verwoeste stad in Noord-Irak. Wekenlang werden er sleutelscènes gerepeteerd en opgenomen. De cast was intussen uitgebreid met lokale acteurs: vrouwen, mannen en kinderen die de gruwel van de IS-bezetting en de slag om Mosoel hadden meegemaakt.

© Stefan Blaeske

Milo Rau tijdens de voorbereiding van Orestes in Mosul.

© Stefan Blaeske

De multimediale aanpak, met video’s van het maakproces inclusief de casting van lokale acteurs, was vintage Rau. Hetzelfde recept past hij toe in Antigone in Amazone, het sluitstuk van zijn Trilogie van Klassieke Mythen waarvan de première omwille van COVID-19 werd uitgesteld. Deze productie zal goeddeels in de Braziliaanse deelstaat Pará worden gecreëerd, in samenwerking met de bekende organisatie van landloze, inheemse boeren, de MST (Movimento dos Trabalhadores Rurais Sem ­Terra).

Meer dan vijftig titels omvat zijn oeuvre intussen. Theaterproducties, langspeelfilms, debatavonden, essays, tentoonstellingen, ook wat het medium betreft laat hij zich niet op hokjesdenken betrappen. Altijd vertrekt hij vanuit een idee of veeleer een innerlijke drang. De vorm wordt pas gaandeweg duidelijk.

Niet het resultaat maar het proces is belangrijk, Rau geeft naar eigen zeggen weinig om de glamour van een première. ‘Ik huiver voor de traditionele aanpak in het theater’, zegt hij. ‘Tekst, dramaturg, regisseur, casting, repetities, première, altijd wordt hetzelfde lijstje in dezelfde volgorde afgevinkt. Het fordisme is niet alleen in onze industrie en economie doorgesijpeld, maar ook in het theater.’

Vorwärtspanik

Over gebrek aan erkenning mag hij niet klagen. Rau rijgt de onderscheidingen, nominaties en prijzen aan elkaar, en zijn naam gaat de wereld rond als een van de grote theatervernieuwers van zijn generatie. Blijft de vraag waar hij de energie vandaan haalt. Of hij zoals Obelix in de ketel met toverdrank is gevallen? Hij moet erom lachen, maar zijn antwoord is doodernstig.

‘Ken je het Duitse begrip Vorwärtspanik?’, vraagt hij. ‘Het is een begrip uit de krijgskunde, zeg maar de onweerstaanbare drang om in de voorste gelederen te strijden. Maar voor mij betekent het iets anders: de drang om te creëren, wat in mijn ogen neerkomt op het scheppen van verbindingen.’

‘Ik kan me wel afsluiten om te schrijven of te reflecteren, maar na een week voel ik de dwingende behoefte aan gezelschap. Creëren is voor mij een solidair proces, ik ben al twintig jaar bezig met het smeden van samenwerkingsverbanden. Ook zo kun je het woord paniek interpreteren. In plaats van fordisme injecteer ik paniek, chaos en onvoorspelbaarheid in het productieproces. Uit de osmose van de samenwerking worden altijd nieuwe ideeën geboren.’

‘Ik gruwel van theater als ontspanningsmachine.’

Wie hoge idealen verkondigt, maakt zich niet overal geliefd. Onvermijdelijk zijn er collega’s die Raus aanspraken arrogant noemen. Vindt hij nog altijd dat het hedendaagse theater veel te bourgeois is geworden, zoals hij ooit in Humo verklaarde?

‘Ik heb niks tegen de bourgeoisie als klasse’, verduidelijkt hij. ‘Volgens Pier Paolo Pasolini (Italiaanse schrijver en cineast, red.) bestaat er trouwens geen andere klasse meer, en zijn we allemaal kleinburgers. Die uitspraak sloeg op mijn visie op de relatie tussen theater enerzijds en het publiek en de wereld anderzijds.’

‘Ik gruwel van theater als ontspanningsmachine, een plek waar mensen ’s avonds heen gaan om zich door een regisseur te laten meevoeren in een klassiek stuk met onwrikbare teksten en mooie kostuums.’

‘Daarom heb ik het twintig jaar geleden over een andere boeg gegooid, en ben ik voorstellingen gaan maken op plekken zoals Bukavu, Mosoel of het Amazonewoud. Vandaar ook de verbodsbepalingen in mijn Manifest van Gent: theater zonder repertoire, zonder verplichte tekst en zonder vast gezelschap. Ik wil de band met de maatschappelijke realiteit op de bühne brengen, daarom gaat aan iedere productie een onderzoeksproces vooraf.’

Fairtradetomaten

Vrijblijvendheid kan niemand hem verwijten. Rau is geen tovenaar die wantoestanden kan oplossen, maar zijn artistieke ingrepen maken wel degelijk verschil. Twee weken geleden ging aan het The Institute of Fine Arts in Mosul een filmschool van start, opgericht met steun van NTGent en van Unesco. In de Congolese stad Kolwezi gaat eind dit jaar een tweede Congo Tribunal van start, deze keer met een Zwitsers mijnbedrijf als beklaagde in absentia.

In het eerste Congo Tribunal in Bukavu voerden advocaten, procureurs en getuigen – acteurs die zichzelf speelden – een proces over de eindeloze burgeroorlog in Oost-Congo. The Guardian loofde de voorstelling en bijbehorende film als het belangrijkste staaltje van politieke theater dat ooit werd opgevoerd.

‘Het mooie van de zaak is dat we het concept hebben verduurzaamd’, zegt Rau enthousiast. ‘Het nieuwe tribunaal in Kolwezi staat helemaal op eigen benen, we beperken onze rol tot het faciliteren van de film.’

Wat betreft de impact is The New Gospel, de tweede episode in zijn Trilogie van de Klassieke Mythen, ongeëvenaard. De film, met de Kameroens-Italiaanse activist Yvan Sagnet als zwarte Jezus Christus, is een hoogst originele adaptatie van het Nieuwe Testament.

“Sorry, we messed up”, het zou evengoed op de mensheid kunnen slaan.’

Voor de opnames trok Rau naar Matera, een stad in de Zuid-Italiaanse regio Basilicata die om twee redenen bekend is. Matera vormde het decor voor twee eerdere verfilmingen van het passieverhaal, respectievelijk door Pier Paolo Pasolini en Mel Gibson.

Daarnaast fungeert de stad als spil van de regionale tomatenteelt, een economische activiteit die de voorbije decennia vooral op de goedkope arbeid van Afrikaanse migranten teerde. Het verband tussen beide lijkt vergezocht, maar niet voor Milo Rau die het lijdensverhaal van Christus verbindt met de strijd van Afrikaanse sans-papiers voor betere werkvoorwaarden en huisvesting.

© Thomas Eirich-Schneider

Zicht op Matera, het Italiaanse stadje dat het decor vormt van The New Gospel.

© Thomas Eirich-Schneider

Twee jaar na de release heeft de film een blijvende en tastbare stempel gedrukt. Het lange maakproces gaf een duw in de rug van lokale ngo’s die met steun van de Katholieke Kerk betere arbeidsvoorwaarden voor Afrikaanse migranten wisten af te dwingen. Zo werd paal en perk gesteld aan de uitbuiting door koppelbazen, het caporali-systeem dat al ruim honderd jaar meegaat. In Matera kwam een opvangtehuis voor sans-papiers, de Casa della Dignità. Daarbij hoort een fairtradelabel van tomaten in blik en pulp, intussen verkrijgbaar tot in Duitsland.

‘En dat is niet alles’, zegt Rau. ‘Via het opvanghuis hebben we dit jaar al 750 sans-papiers geregulariseerd. We mikken voor het einde van het jaar op 1.000, en volgend jaar op 2.000’.

‘We hebben het verkloot, sorry’. Die summiere boodschap werd aangetroffen in een keurige woning in het Franse Calais, waar in 2007 een vierkoppig gezin collectief uit het leven stapte. Rau, die het gezinsdrama vorig jaar verwerkte in de theaterproductie Familie gaf in een interview een veel ruimere draagwijdte aan de afscheidsformule. ‘Sorry, we messed up’, het zou evengoed op de mensheid kunnen slaan.

Het inspireert me tot een slotvraag: hoe houdt hij de wanhoop op afstand in een wereld die kreunt onder systeemcrises zoals de klimaatopwarming, ongecontroleerde migratie, stuitende ongelijkheid en planeetvernietigende consumptiedwang?

‘Gramsci’, zegt hij. ‘Ik parafraseer een beroemd citaat van de Italiaanse politiek theoreticus: tegenover het pessimisme van de rede staat het optimisme van de wil. Zonder het tweede zou het eerste ondraaglijk zijn.’