‘De echte oorzaak van instabiliteit is ongelijkheid, ook in China’

Interview

Willy Lam over protest in Hongkong, repressie middenveld in China

‘De echte oorzaak van instabiliteit is ongelijkheid, ook in China’

‘De echte oorzaak van instabiliteit is ongelijkheid, ook in China’
‘De echte oorzaak van instabiliteit is ongelijkheid, ook in China’

Eefje Rammeloo

12 oktober 2019

Al 18 weekenden gaan inwoners van Hongkong de straat op om te protesteren tegen de groeiende bemoeienis uit Beijing, en tegen politiegeweld. Willy Lam, hoogleraar Chinese Studies, plaatst de protesten en de Chinese reactie in een breder kader van economische ongelijkheid en politieke terugkeer naar autoritair bestuur.

16 juni 2019: protest tegen het uitleveringsverdrag met China

CC Studio Incendo (CC BY 2.0)

Al 18 weekenden gaan inwoners van Hongkong de straat op om te protesteren tegen de groeiende bemoeienis uit Beijing, en tegen politiegeweld. Willy Lam, hoogleraar Chinese Studies, zit er met zijn neus bovenop, want het gebeurt allemaal op steenworp afstand van de campus waar hij les geeft. De veelgeciteerde Lam is een heldere duider van Chinees nieuws en ook nu wil iedereen zijn commentaar op de massale demonstraties in Hongkong.

‘Xi Jinping verstevigt zijn greep op de burgermaatschappij telkens verder door maatschappelijke organisaties buiten spel te zetten’

Lam vreest voor het vrije, energieke karakter van de stadstaat als Beijing er steeds meer te zeggen krijgt. Hoe zo’n samenleving er dan gaat uitzien, weet Lam maar al te goed. In zijn onlangs verschenen boek – zijn zevende — beschrijft hij goed gedocumenteerd hoe de Chinese president Xi Jinping zijn greep op de burgermaatschappij telkens verder verstevigt door maatschappelijke organisaties buiten spel te zetten. Maar Lam wil laten zien dat ze uiteindelijk ‘een geduchte concurrent zullen blijken van de Partij en van de staat’.

De opstand die nu in Hongkong plaatsvindt, is volgens Xi Jinping een typisch voorbeeld van een “kleurrevolutie”, net als destijds in Georgië (2003), toen in Oekraïne (2004), en later de Arabische Lente. Keer op keer is volgens Xi de VS de kwade genius achter de opstanden tegen gevestigde regimes. ‘Toch zou Xi moeten weten dat de echte veroorzaker van instabiliteit in China de ongelijkheid is,’ zegt Lam. ‘Die is extreem hoog.’

‘Als je de economie ziet als een taart, dan heeft de rode adel (de hoge Partijbonzen, ER) het grootste stuk. Als de economie groeit met 8 tot 10 procent, dan ziet de onderklasse tenminste nog verbetering in haar levensstandaard. Onder 3 procent heeft de regering van Xi een echt probleem.’

Hoe ziet dat probleem er precies uit?

Willy Lam: De Communistische Partij mag dan streven naar een perfecte dictatuur, haar vermogen om sociale problemen op te lossen blijft erg zwak. Jaar na jaar zijn er enorme schandalen. Bedrijven produceren nepvaccins voor kinderen, mensen raken hun spaargeld kwijt door beleggingsfraude en veteranen eisen een degelijk pensioen.

Dat zijn problemen die in een goed georganiseerde samenleving snel op te lossen zijn. Maar in China lukt het niet. Daarom vinden er, ondanks de bijna absolute staatscontrole, nog steeds protesten plaats. De overheid publiceert daar al een jaar of tien geen statistieken meer over. De laatste rapportage meldde 80.000 demonstraties in China, tegenwoordig zit de schatting op 150.000 protesten per jaar.

‘Al tien jaar zijn er geen statistieken meer over protesten in China. Geschat wordt dat er 150.000 protesten per jaar plaatsvinden’

In 2017 trokken tienduizenden veteranen naar het hoofdkwartier van het Volksleger – dat was nog nooit gebeurd. Kerken, advocaten, leden van de burgersamenleving organiseren zichzelf, niet om de regering af te zetten, maar om gelijkheid te eisen, een eerlijke verdeling van rijkdom en mensenrechten.

Zijn er nog maatschappelijke organisaties over onder Xi?

Willy Lam: De grootste maatschappelijke organisatie is de ondergrondse kerk. Die groeit zo hard dat ze over tien jaar méér leden heeft dan de Communistische Partij. Veel van die christenen hebben zich ondergronds georganiseerd. Het feit alleen al dat ze zich in verschillende provincies georganiseerd hebben, is een dreiging voor de dangxing, de geest van de Partij. Christenen volgen immers Christus, ze geloven niet in de partij. Dat maakt ze een bedreiging. En zelfs als de politie in Zhejiang de kruisen van hun kerken haalt, ze houden stand.

In uw boek beschrijft u hoe juristen, professoren en journa­listen zich in het verleden tegen Xi hebben uitgesproken. Durven critici zich nu überhaupt nog uit te spreken?

Willy Lam: Het is moeilijk om nog vijanden van Xi Jinping te vinden. Hij heerst over het leger, de politie en de geheime dienst. Bestuurders die pro-marktwerking zijn, zijn niet blij met Xi Jinping, maar je zult ze dat niet openlijk horen zeggen.

***

© Lampix

Willy Lam: ‘Het is moeilijk om nog vijanden van Xi Jinping te vinden. Hij heerst over het leger, de politie en de geheime dienst’

© Lampix

Volgelingen van Deng Xiaoping, de man die na Mao in de jaren tachtig economische hervormingen doorvoerde, waarschuwen voor een herhaling van Mao’s wanbeleid, beschrijft Lam in zijn boek. Onder hen zijn ook nakomelingen van partijbonzen, zoals Deng Pufang, de zoon van Deng Xiaoping, en de zoons van Liu Shaoqi (China’s president van 1959 tot 1968). ‘Ze zijn teleurgesteld dat Xi de staatscontrole oude stijl terugbrengt: meer macht bij staatsbedrijven, minder bij particuliere bedrijven. De ondernemers zijn aan het verliezen, ze worden uitgekocht door grote staatsbedrijven. Zij zijn niet blij met Xi Jinpings verraad aan veel ideeën van Deng Xiaoping.

Kritische geluiden uit de partij kwamen de afgelopen jaren vooral van wat Lam ‘gevestigde intellectuelen’ noemt. Vergeefs zou de zoon van de hervormings­gezinde partijleider Hu Yaobang bij Xi hebben aangedrongen op hervormingen. Voorstanders van een overgang naar een meer westerse vorm van socialisme, verzamelden zich rond het tijdschrift Yanhuang Chunqiu. Toen dat in juli 2016 werd opgedoekt, sneuvelde een belangrijke uitlaatklep voor critici.

Sindsdien is duidelijk dat politieke hervormingen er niet meer in zitten, schrijft u. Zijn de voorstanders van een open, liberale markt automatisch ook op politiek gebied liberaal?

Willy Lam: De meeste aanhangers van een vrije markt zijn ook oud­gedienden binnen de Partij. Streven naar een vrije markt betekent dat de eenpartijstaat controle op moet geven over grote delen van de economie. De middenklasse groeit dan explosief en zal meer vrijheden eisen. Echte marktwerking – dus niet de nep-marktwerking onder Xi – zou uiteindelijk leiden tot een land met meerdere machtscentra. Dat betekent niet per se dat de Partij verdwijnt, maar op langere termijn zou ze minder monolithisch worden; maatschappelijke bewegingen krijgen een grotere rol.

Deze kritische liberalen staan tegenover de maoïstische factie van Xi. Maar maoïsme is een term met meerdere interpretaties. U schrijft dat Mao in de begindagen van de Communistische Partij tegen de alleenheerschappij van één partij was. Het moest in China niet zo worden als in de Sovjet-Unie. Dat is nu dus anders?

‘Maoïsten willen dat een kleine elite van de Communistische Partij strikte ideologische controle heeft over de natie’

Willy Lam: Ja. Maoïsten willen dat een kleine elite van de Communistische Partij strikte ideologische controle heeft over de natie. Xi wil dat die controle uitgeoefend wordt door een nagenoeg onsterfelijke leider, een keizerlijke dictator, leider van een dynastie. De belangrijke economische sectoren dienen onder controle te staan van de een­partijstaat.

Halverwege 2018 waren er berichten dat tegenstanders van Xi diens streven naar een persoonlijkheidscultus à la Mao afremden.

Willy Lam: Hij werd gedwongen gas terug te nemen in juli 2018, maar dat waren slechts een paar weken. In die periode werd duidelijk dat krachten binnen de partij – geholpen door intellectuelen – Xi’s autoriteit uitdaagden. De aanleiding voor het verzet was dat hij faalde effectieve vergeldingsacties te ondernemen tegen Trumps importtarieven.

Xi Jinping overleeft niet zonder persoonlijkheidscultus, want hij is een erg zwakke beleidsmaker met alleen een middelbare schoolopleiding. Hij weet erg weinig over internationale financiën en economie. Hij kent geen buitenlandse taal en heeft maar weinig benul van de westerse cultuur in het algemeen. Zijn grootste vaardigheid is het grijpen van de macht, wat hij dan ook succesvol heeft gedaan.

Ook het maoïstische concept dat de partijgeest (dangxing) de menselijke natuur aan banden moet leggen, heeft Xi weer nieuw leven ingeblazen?

Willy Lam: Mao dacht dat hij de natuur van de mens kon veranderen: door hersenspoeling en ideologische campagnes moest die minder egoïstisch worden. De tragedie is dat je de menselijke natuur niet kunt veranderen. Deng Xiaoping was succesvol omdat hij ervoor zorgde dat mensen rijk konden worden. Zijn idee was totaal anders dan dat van Mao.

Xi Jinping is meer een leerling van Mao dan van Deng. Het beste voorbeeld is wat gebeurt in de provincie Xinjiang. Oeigoeren die daar massaal opgesloten zijn, ondergaan hersenspoeling in de kampen. Ze lezen geen Koran meer, maar geschriften van Mao Zedong. De Partij is erg tevreden met de resultaten, want de aanpak lijkt erg succesvol.

Maakt Xi zich terecht zorgen over een kleurrevolutie? Krijgen dissidente geluiden steun uit het buitenland?

‘De kleurrevolutie in China is een mythe. Een samenzweringstheorie die het leiderschap gebruikt om te verklaren waarom het faalt.’

Willy Lam: De kleurrevolutie in China is een mythe. Een samenzweringstheorie die het leiderschap gebruikt om te verklaren waarom het faalt. Als mensen op een dag in opstand komen, dan is dat omdat de Partij fouten heeft gemaakt; maar Amerikaanse bemoeienis is een excuus voor het leiderschap om een politiestaat in te richten.

Dankzij censuur en controle probeert Xi iedere onaf­hanke­lijke organisatie de kop in te drukken. Bestaat er ondanks die immense druk nog zoiets als een functionerende burger­maat­schappij?

Willy Lam: Ja. Als er zich een crisis voordoet in de partij, als de factie van Xi Jinping momentum verliest, dan kan de burgermaatschappij een grote rol spelen in de steun voor pro-marktkamp binnen de partij. Dan ga ik er natuurlijk van uit dat zich een openlijke machtsworsteling in de Partij zou voordoen; op dit moment is die er niet.

Het is waarschijnlijk dat Xi wil regeren tot 2032, het 22ste partijcongres – dan is hij 79 jaar oud. Maar als hij het Hongkongprobleem niet weet op te lossen, en er geen einde komt aan de koude oorlog met de Verenigde Staten, als hij fouten maakt in zijn benadering van Taiwan, dan geeft hij zijn vijanden een opening. Het is moeilijk te zeggen wat zij zullen doen, maar dan zal er een oppositie opstaan en zijn heerschappij uitdagen.

***

Burgerorganisaties niet gewenst

In zijn boek noemt Willy Wo Lap Lam diverse voorbeelden van burgerorganisaties, die onder Xi werden opgedoekt. Zo wilde activist Tian Jiguang de habitat van een zeehondensoort beschermen. Oliewinning en de aanleg van snelwegen bedreigden de oevers van de Liao Rivier waar het beest leefde. Op het hoogtepunt had Tians organisatie drieduizend vrijwilligers, en zijn acties hadden succes: om de zeehond te sparen gaven lokale autoriteiten de nieuwe snelweg een andere route.

‘De overheid neemt geen risico’s, zelfs niet met minuscule ngo’s die zich bezighouden met mensenrechten’

Maar ondanks het niet-politieke karakter van de organisatie, greep de politie in 2015 in. Ze doekte de organisatie op en Tian verdween wegens een “economisch misdrijf” twaalf jaar in de gevangenis. ‘De overheid neemt geen risico’s, zelfs niet met minuscule ngo’s die zich bezighouden met mensenrechten’, zegt Lam in zijn boek.

Zelfs Deng Xiaoping, de man die na Mao’s dood in 1976 het land hervormde, had een diepgeworteld wantrouwen jegens organisaties die niet gelieerd waren aan de overheid. China moest de “Poolse Ziekte”, de revolutie die de kerk en de vakbond in Polen eind jaren tachtig ontketenden, koste wat kost buiten de deur houden. Alleen organisaties waar de Partij, bijvoorbeeld via het bestuur, een dikke vinger in de pap heeft, worden sindsdien nog toegestaan.

Onder Xi Jinping mogen maatschappelijke organisaties alleen nog diensten aanbieden die de overheid of de markt niet bieden, schrijft Lam. Natuurbescherming was lang zo’n sector, maar ook daar spoort de Partij lokale afdelingen nu aan om initiatieven op te zetten. De angst voor de Poolse Ziekte bestaat nog steeds, al vreest de Partij nu voor besmetting uit het buitenland. Volgens Lam vreest de Partij dat publieke organisaties, buiten het zicht van de Partij, zich laten manipuleren door buitenlandse krachten.

The Fight for China’s Future. Civil Society versus the Chinese Communist Party door Willy Lam is uitgegeven door Taylor & Francis. 234 pagina’s (2019)