Een op de twee mensen woont in Azië, dat doorgaat voor het continent van de toekomst. Het Nieuw-Zeelandse Centrum voor Onderzoek van Europa aan de Universiteit van Canterbury onderzoekt grondig hoe de Aziaten de EU zien. Daaruit komt de EU vooral naar voor als een economische reus. Sociale of ecologische aspecten spelen een veeleer bescheiden rol in ons imago. MO* sprak met professor Natalia Chaban, die al tien jaar onderzoek verricht naar de manier waarop de EU wordt waargenomen.
‘Toen we met ons onderzoek begonnen, werd de EU vooral gezien als een economische macht. Maar de Irakcrisis - waarin een aantal Europese landen besliste om de Verenigde Staten niet te volgen in zijn inval in Irak - zorgde ervoor dat de EU in Azië en de Stille Oceaan meer en meer als een politieke actor werd gezien’, zegt professor Chaban (Universiteit van Canterbury). ‘De financieel-economische crisis heeft die klok weer teruggedraaid. De EU wordt nu opnieuw vooral als een economische macht gezien, zij het eentje die het moeilijk heeft.’
Toch blijkt uit een van uw recente onderzoeken dat de EU nog in belang is toegenomen in de publieke opinie van China, India, Zuid-Korea, Japan… In China komen we er zelfs als de belangrijkste speler uit.
Natalia Chaban: Inderdaad maar de man en vrouw in de straat - de publieke opinie dus - zijn diegenen die hun standpunt het minst snel aanpassen. Om de eenvoudige reden dat zij ook het minst en het traagst nieuwe informatie krijgen. De media en de elites kunnen hun visie sneller aanpassen aan nieuwe feiten.
Totale overdrijving
De Belgische Azië-expert Jonathan Holslag stelt in een nieuw boek dat het hem, naarmate Azië zich voor hem openstelde, duidelijk werd dat de eurocrisis het kleine beetje respect had vernietigd dat we nog genoten. Akkoord?
Natalia Chaban: Dat is echt een totale overdrijving. Wie zijn die mensen die hem zoiets hebben gezegd? Wij hebben die niet gevonden. Het imago van de EU ligt niet aan stukken. De elites, bestuurders en opiniemakers weten wel beter. Zij zien de EU nog steeds als een macht. In Rusland is de EU een macht op alle domeinen, in China en Japan is ze dat vooral economisch.
‘Bij de spontane beelden die mensen associëren met de EU, domineren de euro, handel en economie.’
Voor een deel is hoe je de ander waarneemt ook een weerspiegeling van wat je zelf bent en zelf belangrijk vindt. In Zuid-Oost-Azië en Australië, die vooral van de handel afhangen, wordt de EU vooral als een economische speler gezien. Landen die veel Europese ontwikkelingshulp ontvangen, zullen dat aspect sterker in de verf zetten.
Uit uw onderzoek blijkt ook dat vooral Chinese media veel aandacht hebben voor de EU.
Natalia Chaban: De EU is er inderdaad zichtbaarder in de media dan in andere Aziatische landen, behalve Japan. Dat komt omdat beide landen eigen correspondenten in Europa hebben. De andere landen in Azië en de Stille Oceaan zijn veel meer afhankelijk van internationale - en dus vooral Angelsaksische persbureau’s - die veeleer eurosceptisch zijn. Komt daar nog bij dat de Chinezen geloven in een multipolaire wereld: een sterke EU past in dat wereldbeeld en zij handelen daar dan ook naar.
‘Europa in mijn hart.’ Catherine Ashton spreekt in 2012 Chinese leerlingen toe.
CC EDEO
Eldorado
Nogal wat Europeanen hechten veel belang aan de sociale bescherming in de EU en vinden dat hun regio zich juist van andere rijke landen onderscheidt door haar betere sociale bescherming. Het valt op dat dit amper meespeelt in de beeldvorming over de EU.
Natalia Chaban: Het hangt af van regio tot regio. In Noord-Afrika, Oost-Europa of Turkije ligt dat heel anders. Recent onderzoek van de universiteit van Antwerpen – Eumagine – leert dat in die landen een grote meerderheid van de bevolking de EU ziet als een regio met goed onderwijs, goede gezondheidszorg, minder corruptie, politici die zich inzetten voor de burgers, goede bijstand aan armen… Zij hebben dat positieve beeld van Europa, ook al weten ze donders goed dat zij als migranten gediscrimineerd zullen worden als naar de EU migreren. Toch zien ze de EU als het voorbeeld om te volgen. Echt heel positief. De EU als een model om na te volgen, een Eldorado haast.
In Azië en de Stille Oceaan is de sociale dimensie van de EU inderdaad veel minder zichtbaar maar opnieuw hangt het af van waar landen zelf mee bezig zijn. Voor Nieuw-Zeeland en Australië is sociale zekerheid wel een belangrijk thema, en daar geldt de EU toch als een referentie. In Zuid-Oost-Azië komt het minder aan bod, maar dat heeft er ook mee te maken dat media dergelijk nieuws niet brengen vanwege te vervelend, te saai. Slechts als er een pensioenschandaal is, zullen ze erover schrijven. Ook de zichtbaarheid van de EU als ontwikkelingsactor is heel laag, tenzij in die landen die zelf nog Europese hulp ontvangen.
Het belang van branding. Het Belgisch paviljoen op de Wereldexpo 2010 in Shanghai.
CC William Heylts
De euro als belangrijkste symbool
Ook het Europese milieubeleid staat niet sterk op de voorgrond?
Natalia Chaban: Dat klopt. Bij de spontane beelden die mensen associëren met de EU, domineren de euro, handel en economie. De euro heeft zich sinds de crisis nog meer op de voorgrond gewerkt. Het is eigenlijk het belangrijkste symbool van de EU geworden. Dat betekent meteen ook dat een breuk van de euro het imago van de EU zeer sterk zou beïnvloeden.
Toen de Europese Unie vanaf halverwege de jaren negentig met het Kyotoprotocol de klimaatonderhandelingen echt trok, waren de elites zich daar wel van bewust. In de aanloop naar en tijdens klimaatconferenties dook dan telkens een stroom van positieve beelden over de EU op in de media. Kopenhagen werd als een falen van de EU gezien en de daarop volgende conferenties hebben dat imago nog niet geheel kunnen herstellen.
‘De EU is een economische en normatieve macht maar wordt inderdaad zelden als een militaire macht gezien.’
Toch weten we dat landen geregeld milieubeleid van de EU kopiëren.
Natalia Chaban: Absoluut. Europese standaarden worden vaak als een referentie beschouwd, ook in de media. Je kan een artikel van twee pagina’s hebben over Nieuw-Zeelandse uitstootnormen, en een enkel zinnetje dat aangeeft dat de EU hier eigenlijk de standaardreferentie is. Het is maar een zin, maar hij staat er wel.
Europa heeft weinig harde militaire macht. Speelt dat mee in de beeldvorming?
Natalia Chaban: De EU is een economische en normatieve macht maar wordt inderdaad zelden als een militaire macht gezien. Dat bleek zeker ten tijde van de Amerikaanse inval in Irak, toen de EU niet eensgezind was. Duitsland, Frankrijk en België zegden expliciet neen aan de oorlog, terwijl de Britten en Spanjaarden wel meededen. Maar soms werkt dat ook positief. Mensen weten daardoor dat ze de EU niet moeten vrezen, dat de Unie hun land niet zal aanvallen, geen oorlog zal ontketenen. Een beeld dat in dat verband soms werd genoemd, is dat van de EU als herbivoor, als planteneter. Ze is geen vleeseter zoals de VS. Voor opkomende machten als India en China, die belang hechten aan hun militaire uitbouw, speelt die militaire zwakte mee in de beeldvorming over de EU als een vooral economische grootmacht.
Betekent dit dan dat de EU veel soft power heeft, macht om anderen te verleiden of aan te trekken met haar model?
Natalia Chaban: Uit ons onderzoek blijkt dat de soft power van de EU in Azië beperkt is. Over het algemeen verleidt de EU niet in Azië. De beeldvorming over de EU is noch positief, noch negatief. Ze is veeleer neutraal.
Dat belet niet dat heel wat landen Europa volgen op tal van domeinen, maar dat gebeurt wel selectief. De Chinezen nemen milieubeleid over maar verzetten zich tegen het mensenrechtendiscours over Tibet. De EU is de grote inspirator van de regionale integratie.
Nieuw-Zeeland en Australië hebben dat eveneens van de EU overgenomen. Ook de ASEAN is hierin geïnspireerd door de EU. Dat is echt uniek: dat je oorlog kan tegengaan en welvarender kan worden door samen te werken, is een zeer krachtig beeld. Vaak blijkt dat de media en de publieke opinie over dergelijke kenmerken van de EU niet goed geïnformeerd zijn.
Er is veel om fier op te zijn, en daar horen het sociale en het ecologische bij. Ik denk dat de EU zijn externe communicatie nog fel kan verbeteren. Die communicatie kan veel slimmer. De EU klopt zichzelf te weinig op de borst: ze zou zich meer moeten branden.