Over de frontale botsing tussen media en macht in de Filipijnen
Maria Ressa: ‘Het gerecht is een wapen van de president tegen journalisten – we noemen dat lawfare’
Maria Ressa is de echte kop van Jut van de repressie van media in de Filipijnen: ze is journaliste, onderneemster en initiatiefneemster van de succesvolle nieuwssite Rappler. ‘Ik ontving op een bepaald moment tot 90 haatboodschappen per uur.’ MO* had een exclusief interview met haar.
Rappler, de grootste nieuwssite in de Filipijnen, is een succesverhaal voor in brochures over digitale mediarevoluties. Alleen botst dat succes frontaal met de belangen van een autoritaire president. Wat een mondiaal voorbeeld had kunnen zijn, werd daardoor een mondiale waarschuwing. MO* had een exclusief gesprek met Maria Ressa, journaliste, onderneemster en techneut, en kop van Jut van Filipijns president Duterte.
‘Het is geen lokale strijd’, zegt Maria Ressa. ‘Onze botsing met autoritaire macht is niet uitzonderlijk. In 2017 zag Freedom House 27 landen in de wereld waar de democratie onder druk stond van internetlegers; in 2019 ging dat al over minstens 70 landen. Idem met de strijd tegen klimaatverandering en de strijd tegen de coronapandemie: lokaal is mondiaal, en omgekeerd.’
Update 29 juni 2022
Twee jaar geleden had Gie Goris een uitgebreid gesprek met Maria Ressa, oprichtster en gezicht van de Filipijnse nieuwssite Rappler. De kop boven het stuk vatte de dreiging samen die kritische media in de Filipijnen toen voelden vanuit de regering Duterte: als intimidatie en expliciete dreigementen niet volstonden, dan werd het gerecht ingeschakeld om de overheidsrepressie alsnog af te dwingen. Maria Ressa kreeg intussen eind 2021 de Nobelprijs voor Vrede, maar dat biedt blijkbaar geen bescherming tegen de juridische aanvallen van de Filipijnse overheid.
Morgen leggen de nieuwe president en vice-president (respectievelijk Ferdinand jr. “Bongbong” Marcos en Sara Duterte) de eed af. Op de valreep kreeg Rappler op 28 juni nog het bevel om de boeken te sluiten. Dat bevel kwam van de Securities and Exchange Commission die Rappler mogelijke inbreuken op de wet over buitenlandse financiering verwijt. Daarmee wordt de “lawfare” tegen kritische media en middenveldgroepen meteen over de regeerperiode van Rodrigo Duterte getild en wordt duidelijk dat de nieuwe president wellicht hetzelfde regime zal voortzetten.
Ecolo-volksvertegenwoordiger Séverine De Laveley organiseerde op 25 mei nog een hoorzitting in de gebouwen van het Belgisch parlement over de resultaten van de Filipijnse verkiezingen. Glenis Balangue van IBON Europe vatte de toestand toen zo samen: ‘We bevinden ons nu in een toestand waarin de slechtste kenmerken van de Filipijnse politiek gecombineerd worden onder een gemeenschappelijk Marcos-Duterte regime: Dynastieke politiek die voortgebracht wordt door autoritair bestuur, massaal gefinancierd door corruptie, gekenmerkt door wijd verspreid bedrog en desinformatie. Zonder samenhangend programma om wat te doen aan armoedebestrijding, jobcreatie of nationale ontwikkeling. Dit resulteert ook in een grote bedreiging voor de Filipijnse bevolking om definitief wat er nog overblijft aan politieke ruimte voor middenveld of zelfs binnen de regering te verliezen.’ Haar vrees lijkt bewaarheid te worden, op de dag dat een nieuw tijdperk had moeten ingaan.
Update 8 oktober 2021
De Nobelprijs voor de Vrede gaat dit jaar naar de Filipijnse journaliste Maria Ressa en de Russische journalist Dmitri Muratov. Ze worden gelauwerd voor hun ‘moedige strijd voor de vrijheid van meningsuiting in hun land’.
Update 15 juni 2020
In een eerste rechtszaak in een reeks van acht aanklachten die tegen haar lopen, werd Maria Ressa veroordeeld tot een gevangenisstraf van minstens 6 maanden. Behalve Ressa werd ook voormalige Rappler-journalist Reynaldo Santos Jr veroordeeld voor cybersmaad.
De basis voor de aanklacht was een Rappler-artikel uit 2012 waarin vragen rezen over de dubieuze verhouding tussen een Filipijnse zakenman en een opperrechter.
‘Het is een klap, maar ze kwam niet onverwacht’, reageerde Ressa na het verdict. Ze riep haar collega-journalisten op om hun rechten te blijven verdedigden. ‘Als je ze niet gebruikt, zal je ze verliezen.’
Ook mensenrechtenorganisaties Human Rights Watch en Amnesty International reageerden fel. ‘De beschuldigingen tegen hen zijn politiek, de vervolging was politiek gemotiveerd en de veroordeling is niets anders dan politiek’, stelde Amnesty’s regionale directeur Nicholas Bequelin.
In afwachting van hun beroep zijn Ressa en Santos vrij op borg.
De Filipijnen zijn al vijf jaar op rij het land waar de bevolking het meeste tijd doorbrengt op sociale media
Toch zijn er veel bijzonderheden in elke lokale situatie. Het feit, bijvoorbeeld, dat de Filipijnen al vijf jaar op rij het land zijn waar de bevolking het meeste tijd doorbrengt op sociale media, maakt zowel de nieuwssite als de manier waarop die aangevallen wordt door een internetleger in dienst van president Duterte belangrijk. Het maakt de Filipijnse ervaring leerzaam voor alle andere landen.
Maar voordat we aan de geleerde lessen toekomen, dringt de actualiteit zich op. ‘Alles verandert voor onze ogen’, zegt Maria Ressa vanuit Manilla, de hoofdstad van de Filipijnen. ‘Eerst haalde president Duterte zijn schouders op voor de dreiging van corona, toen kondigde hij strenge maatregelen af, maar of de overheid in staat is die af te dwingen en vooral of ze kan zorgen voor tests, voor opvang van zieken, voor de gezondheid van de natie: die is allesbehalve duidelijk.’
Het enige wat wél duidelijk is, vervolgt Ressa, ‘is dat de militaire ingezet worden om de maatregelen af te dwingen.’ Maar net dat zorgt voor twijfel bij de bevolking: is dit de terugkeer van de krijgswet, zoals de Filipijnen die kende onder de dictatuur van Ferdinand Marcos (1965-1986)?
Maria Ressa: ‘De kracht van Duterte was zijn vermogen om, via sociale media, verdeeldheid te zaaien en daar zelf van machtiger door te worden. Maar die aanpak is net wat niét nodig is op een moment dat een pandemie bestreden moet worden en je de samenleving achter één boodschap en een duidelijke aanpak moet scharen. Wat we vandaag nodig hebben, is meer vertrouwen en minder verdeeldheid.’
Op het moment dat het interview plaatsvindt (vrijdag 20 maart) is het grootste deel van het land in lockdown: scholen zijn dicht, openbaar vervoer ligt stil, mensen moeten thuis blijven. Maar er is tegelijk een gebrek aan duidelijke regels voor burgers en een afwezigheid van maatregelen om de arme meerderheid van het land te ondersteunen.
‘Ik heb wel empathie voor de regering’, zegt Maria Ressa. ‘We staan voor een uitdaging die we nooit eerder gezien hebben. Maar dat is geen verschoning voor een aanpak mét draconische ingrepen, maar zonder transparantie, informatie en duidelijkheid. Het duurde bijvoorbeeld een volle week na de aankondiging van de lockdown eer er ook informatie kwam over de gezondheidsmaatregelen die de bevolking moeten beschermen.’
Dat Maria Ressa begrip heeft voor de moeilijke en onvoorziene crisis waarop ze moet antwoorden, tekent haar. Want die overheid heeft allesbehalve begrip voor de missie die zij en Rappler drijft. Het begon in 2012, toen enkele ervaren journalisten in Manilla de koppen bij elkaar staken. Samen maakte ze de sprong van gevestigde media naar een nieuw en onafhankelijk digitaal medium, en ze noemden de site Rappler – een samentrekking van to rap en to ripple: discussiëren en golfjes veroorzaken.
Rappler begon met twaalf medewerkers en groeide op anderhalf jaar naar 75, waardoor de redactie in de top drie van nieuwsredacties terechtkwam en met voorsprong de grootste werd van online-only redacties.
‘Rappler wil op basis van journalistieke principes gemeenschappen van actie creëren’
‘Rappler wil op basis van journalistieke principes, gecombineerd met technologische kennis, gemeenschappen van actie creëren’, zegt Maria Ressa. Het eerste thema waarrond Rappler actief werd, was klimaatverandering. Het vertrekpunt was de vaststelling dat de Filipijnen elk jaar een twintigtal tropische stormen over zich heen krijgen, en dat de kracht daarvan zou toenemen volgens de voorspellingen. ‘Een maand voordat de superstorm Haiyan toesloeg in 2013, konden we een samenwerking met de regering aankondigen om met onze technologie een platform te bouwen dat gebruikt kon worden voor collectieve actie tijdens een periode van acute crisis of rampen.’ Rappler stond meteen op de maatschappelijke kaart.
Maar dat verklaart niet waarom de volgende president, Rodrigo Duterte, Rappler vanaf 2016 zou aanvallen?
Maria Ressa: In 2016 waren we gekend als hét media-kanaal dat gevolgd werd door millennials, en Rodrigo Duterte was zich daar meer bewust van dan andere kandidaten. Hij was dan ook de enige kandidaat die gebruik maakte van een vier uren durend debat dat we online, op tv en voor radio organiseerden. Hij was ook de eerste politicus die intensief gebruik maakte van sociale media om zijn boodschap te verspreiden.
Duterte had een echt socialemedialeger en begon daarmee een echte socialemediaoorlog na zijn verkiezing en de lancering van zijn oorlog tegen drugs. Tegen de zomer van 2016 werd iedereen die vragen stelde over het aantal dodelijke slachtoffers van die War on Drugs aangevallen door de socialemediatroepen. Wij telden op dat moment al gemiddeld 33 doden per nacht, in Manilla.
Het triggerde ons als journalisten en we begonnen een serie onder de titel Straffeloosheid, en daarna een serie Propaganda, waarin we aantoonden hoe de pas verkozen president sociale media aanwendde om critici aan te vallen. We documenteerden daarin ook al, voor de eerste keer, hoe de Facebookalgoritmes resulteerden in het ondermijnen van de democratie. En we onderzochten hoe 23 nepaccounts een boodschap tot bij 3 miljoen mensen konden verspreiden.
Die technologische onderzoeksjournalistiek was niet welkom?
Maria Ressa: De respons was navenant. Ik ontving in die periode tot negentig haatboodschappen per uur. Dat laat je niet onberoerd. Maar wat in 2016 nog een brede en spontane campagne van onderuit leek, werd in 2017 vanuit het presidentieel paleis gevoerd en de president zelf formuleerde allerlei beschuldigingen aan mijn adres en dat van Rappler tijdens zijn jaarlijkse State of the Nation toespraak. Een week later arriveerde de eerste dagvaarding.
‘Het gerecht is een wapen van de president tegen journalisten – we noemen dat lawfare’
Tegen eind 2018 liepen er al 11 rechtszaken en onderzoeken tegen Rappler en mij, op bevel van de regering. Tegen 2019 werd ik tweemaal gearresteerd en moest ik achtmaal een borgsom betalen om buiten de gevangenis te blijven. Het toont dat het gerecht in de Filipijnen een wapen in handen van de president geworden is tegen journalisten – we noemen dat lawfare in plaats van de klassieke warfare (oorlogsvoering, red.).
Alle rechtszaken begonnen in 2018 en de eerste uitspraak, over een zaak van cybersmaad die eerst door de advocaten van de regering zelf verworpen werd, maar opgevist werd, werd verwacht op 3 april 2020. Dat is nu uitgesteld wegens coronamaatregelen.
Vier jaar van constante en toenemende aanvallen, wat doet dat met een nieuwsmedium?
Maria Ressa: Wij blijven ons werk doen. Want het eigenlijke doel van al dat intimideren is het lamleggen van kritische, onafhankelijke journalistiek, en dus het kortwieken van de democratie. Men wil dat journalisten aan zelfcensuur beginnen doen, uit schrik voor de consequenties als ze hun werk goed doen. Maar eerlijk gezegd: daarvoor heeft Duterte de verkeerde doelwitten gekozen.
‘Journalisten hebben maar één wapen: niet ophouden met het vertellen van de verhalen die ertoe doen’
Ik heb 34 jaar journalistiek achter de kiezen. Als verslaggever en bureauchef voor CNN heb ik alle opstanden en conflicten in Zuidoost-Azië gecovered, van de Filipijnse volksopstand tegen Marcos in 1986 over het einde van Soeharto in Indonesië in 1999, tot vandaag.
Het is heel jammer, maar ik heb de slinger van opstand zien terugzwaaien naar autoritair bestuur, en dat dankzij digitale technologieën waarvan ik dacht dat ze de burger en de samenleving krachtiger zouden maken. Dat maakte me eens te meer duidelijk dat journalisten maar één wapen hebben, en dat is: niet ophouden met het vertellen van de verhalen die ertoe doen. Wij moeten licht werpen op zaken die in het duister gehouden worden.
Het gevaar van de confrontatie waarin Duterte jullie dwingt, is dat je zelf ook overmatig op hem gaat focussen, niet?
Maria Ressa: We hebben vanaf het begin heel goed beseft hoe moeilijk het is om tegelijk journalist én doelwit van de politieke macht te zijn. We hebben meteen regels en procedures voor ingevoerd om ervoor te zorgen dat we onze journalistieke eerlijkheid, betrouwbaarheid en evenwichtigheid niet zouden verliezen. Je mag de betrouwbaarheid waaraan je jaren bouwt niet zelf afbreken door in te gaan op de provocaties van de macht. Dat betekent ook dat we weigeren te buigen. Ongeacht de kosten voor Rappler blijven we lastige vragen stellen en relevante verhalen schrijven.
Wij hebben de data om te begrijpen hoe deze machtsstructuur opgebouwd wordt op sociale media, en de aanvallen op Rappler verschaffen ons die data en het inzicht erin. Dat biedt me de nodige rust die we in de ware wereld nodig hebben om door te gaan.
Je klinkt vastberaden. Raakt de hele aanval je dan niet?
‘Onze strijdkreet is #holdtheline, tot hier en niet verder!’
Maria Ressa: Wat écht verontrustend is, is de vaststelling dat de instellingen die de democratie moesten garanderen op minder dan een half jaar na het aantreden van Duterte in elkaar geklapt zijn. Zowel burgers als instituties zijn blijkbaar bereid om vrijwillig rechten en opdrachten op te geven. Dat is dan ook onze focus geworden: de mensenrechten die door de grondwet gegarandeerd worden. Onze strijdkreet is #holdtheline, tot hier en niet verder! En dat ligt helemaal in lijn met onze overkoepelende missie, namelijk: een betere toekomst voor allen.
Dat is een opvallende missie voor een nieuwssite. Klassieke missies voor media zijn eerder zoals de New York Times al meer dan een eeuw stelt: all the news that is fit to print.
Maria Ressa: We moeten af van de idee dat media “objectief” moeten zijn en alleen maar de feiten moeten doorgeven. We moeten betrouwbaar zijn, maar veel van de keuzes die je maakt zijn subjectief. Toen ik bureauchef voor CNN werd in Jakarta, verving ik een grote witte westerling. Hij was een eind in de veertig, ik half in de twintig. We keken beiden naar dezelfde werkelijkheid, maar vanuit duidelijk verschillende perspectieven, en dus zagen we andere zaken, in een andere volgorde van prioriteit. We moeten helder zijn over dat perspectief.
Maar de grootste uitdaging vandaag is dat journalistiek niet langer bepaalt wat er gelezen of bekeken wordt, dat doen de algoritmes van de grote techbedrijven. Ze zijn ervoor verantwoordelijk dat leugens die gebouwd zijn op woede en haat sneller verspreid worden over sociale media dan feiten en inzichten. Het daagt ons extra uit om die feiten en gebeurtenissen zo te vertellen dat ze boeiend worden voor lezers.
‘Journalistiek bepaalt niet langer wat er gelezen of bekeken wordt, dat doen de algoritmes van de grote techbedrijven’
Is dat waarom de nieuwe autoritaire leiders hun pijlen richten op echte nieuwsorganisaties, terwijl ze zo goed als niets zeggen over de techbedrijven?
Maria Ressa: De “oude macht”, zoals ik de wereld van de politiek noem, heeft heel lang niets begrepen van de “nieuwe macht” die techbedrijven gaandeweg en eerder onbedoeld opbouwden. Die techbedrijven raakten hoe langer hoe meer verwikkeld in gedragswijzigend beleid op massale schaal, kijk maar naar de gerichte advertenties en de massale oogst aan persoonlijke gegevens die voortdurend verzameld worden om ons nog beter vatbaar te maken voor verkopers allerhande. De techplatformen hebben ook geen onderscheid aangebracht in de algoritmische behandeling van grapjes, nieuwsberichten of familiale uitwisseling. Dat is moordend voor de feiten.
Opvallend is dat ook Rappler zelf zijn lezers stimuleert om een artikel een emotionele score te geven. Je kan kiezen tussen gelukkig, geïnspireerd, droevig, angstig, kwaad, geamuseerd, onverschillig, of verveeld.
Maria Ressa: Onze gemoedsmeter was een idee van bij het prille begin, en is gebaseerd op een onderzoek dat aantoonde dat mensen beslissing meer op basis van emotie dan van ratio nemen. Tachtig procent hangt af van hoe we ons voelen, twintig procent van wat we denken. We deden iets met die realiteit, nog voordat Facebook en anderen die emoties gingen gebruiken als wapens om de markt te domineren.
Maar die gemoedsmeter heeft geen enkele impact op de plaats die een artikel krijgt op de homepagina of in onze socialemediastrategie. Wat we wel aanbieden, is de mogelijkheid om de stemmingen te gebruiken als navigatie. Wie het gehad heeft met dreigend nieuws, kan gewoon in de sectie zoeken die vooral als inspirerend is aangeduid door de lezers.
De aanval op de media houdt niet op bij Rappler. Ook de populaire tv-zender ABS-CBN dreigt zijn licentie te verliezen. Toch lijdt de populariteit van Duterte daar niet onder. Maakt hij misschien gebruik van een reële onvrede over de media om net de onafhankelijke media aan te vallen?
Maria Ressa: Moeilijke vraag. Ik denk toch dat er brede onvrede is over de manier waarop de media behandeld worden. En de aanval op ABS-CBN – ook wel de “sterrenzender” van de Filipijnen genoemd – is daarbij geen goede zaak voor Duterte. Zelfs zijn medestanders in de senaat slaagden er niet in om de behandeling van het dossier tegen te houden, want niet weinig senatoren zijn zélf gewezen “sterren”.
Welke drie grondregels heb jij, na alle aanvallen en ervaringen, voor media die botsen met autoritaire macht?
Maria Ressa: Eén: omarm je angst. Neem je ergste vrees ernstig, plan je reactie op basis van wat je denkt dat het ergste is dat de regering met je medium kan doen. Maak je noodscenario’s op basis daarvan, spreek ze door in de organisatie, en zorg ervoor dat iedereen voorbereid is. Want alle andere scenario’s zullen van dan af makkelijker om op te vangen zijn.
‘Lezers zijn de beste verdediging tegen de angst en het wantrouwen die aangevuurd worden door autoritaire leiders’
Twee: wees transparant, zowel over worst case als best case scenario’s. Dat levert een organisatie op die weet waarmee ze bezig is en waarom.
Drie: zorg dat de gemeenschap mee is. De kring van steunende lezers en de organisaties die je medium ondersteunen, zijn cruciaal. Wij zouden de voorbije vier jaren niet overleefd hebben zonder de voortdurende steun van de gemeenschap rond Rappler.
En dat gaat verder dan morele steun. Vandaag gaat een derde van onze uitgaven naar gerechtskosten. Dat kunnen we alleen volhouden met de financiële bijdragen van lezers. Gemeenschappen zijn de beste verdediging tegen de angst en het wantrouwen die aangevuurd worden door autoritaire leiders.