Exclusief interview met al-Qaedaleider in Jordanië
Op de thee bij al-Qaeda in Jordanië
Naar schatting 1200 Jordaniërs vechten bij Jabhat al-Nusra, de militie van al-Qaeda in Syrië. De kans is groot dat ze via Dr. Munif Samara passeerden, de liaison tussen de salafi-jihadi-beweging in Jordanië en Jabhat al-Nusra in Syrië. Pieter Stockmans en Montasser AlDe’emeh hadden verschillende lange, persoonlijke gesprekken met Samara in zijn dokterspraktijk in Zarqa. Een exclusieve kijk achter de schermen bij al-Qaeda in Jordanië en Syrië.
Dr. Munif Samara krijgt telefoon van Jordaanse jihadisten die strijden bij Jabhat Al-Nusra in Syrië.
© Xander Stockmans
Dr. Munif Samara is afkomstig uit Jenin, wat hij “de standvastige stad” noemt, op de Westelijke Jordaanoever. In de jaren tachtig, toen de Jordaanse salafi-jihadi-beweging haar eerste jihadstrijders naar Afghanistan stuurde, studeerde hij biologie en geneeskunde in de Filippijnen. Daar bracht hij tijd door met Muhammad Jamal Khalifah, de schoonbroer van Osama Bin Laden, en Abu Hajar al-‘Iraqi, Bin Ladens zaakvoerder in Soedan.
Aan de universiteit werd Samara voorzitter van een moslimvereniging die kennis van de islam verspreidde. Vandaag heeft hij een eigen dokterspraktijk in Zarqa en is hij één van de belangrijke figuren binnen de Jordaanse salafi-jihadi beweging.
Sinds de beweging besliste om deel te nemen aan de jihad in Syrië beleeft hij drukke tijden. ‘Een historische periode is aangebroken. De jihad in de Levant is beslissend, zoals de profeet voorspelde. We kunnen Afghanistan, Jemen of Somalië zelfs even verwaarlozen om de strijd in de Levant tot een goed einde te brengen. Daarom bevinden de meeste jihad-emigranten uit het buitenland zich vandaag in de Levant’, benadrukt Samara terwijl hij een riante ontbijttafel laat aanrukken.
De wereldberoemde moslimgeleerde sjeik al-Albani gelooft dat niet. Volgens hem zetten jullie moslimjongeren als kanonnenvlees in. Zonder een duidelijk uitzicht op resultaat is jihad niet toegestaan, zegt hij.
Samara: Ik heb vroeger veel met al-Albani gebeld. Ik wilde weten wat hij vond van de kritieken van al-Qaeda leider Ayman al-Zawahiri, die zijn stilte over de Amerikaanse militaire basissen op het Arabische schiereiland onaanvaardbaar vond. Volgens al-Albani zouden opstanden tegen de Arabische leiders een bloedbad opleveren. Hij vertelde me dat we enkel in opstand mogen komen als we over voldoende kennis beschikken over waarom de leiders precies ongelovige daden stellen, en als er een voldoende grote kans is dat de leider kan worden afgezet. Anders zal het resultaat erger zijn dan de huidige situatie.
‘Westerse inlichtingendiensten hebben de aanslag op 9/11 laten gebeuren als voorwendsel om de islamitische wereld te koloniseren.’
Dat klinkt als een beschrijving van wat vandaag in Syrië gebeurt. Ook de bevrijding van Jeruzalem, jullie verklaarde einddoel, is verre van zeker.
Samara: God kijkt niet naar het resultaat, maar naar onze intenties en daden. Het is niet omdat we het eindresultaat nog niet kunnen bereiken, dat we moeten toelaten dat moslims worden afgeslacht. Je hebt twee soorten gewapende jihad: jihad op vraag van de geleerden en de kalief, en jihad als reactie op onrecht. Vandaag bevinden we ons in de tweede situatie. Aan de plicht tot jihad zijn dan geen voorwaarden verbonden, noch wat betreft de vlag waar we onder vechten, noch wat betreft toestemming van een geleerde of een leider. Of moeten we wachten tot de vijand sterk genoeg is om ons helemaal uit te schakelen? Als de ongelovige Arabische dictators aanblijven, zal het geloof alleen maar verder afbrokkelen.
Zelfs Bin Laden verklaarde de Arabische leiders aanvankelijk niet als ongelovigen.
Samara: Dat was omdat die leiders toen de jihad in Afghanistan toelieten. Moskeeën konden openlijk inzamelen voor de jihad tegen de Sovjets, en Saoedi-Arabië en de VS waren de belangrijkste financiers. Daarom zagen we schendingen van de islamitische wetgeving door de vingers. De moedjahedeen in Afghanistan waren “helden” omdat ze tegen de vijand van het Westen vochten: de Sovjets. De moedjahedeen in Irak en Syrië noemen ze “terroristen” omdat ze het Westen zelf bedreigen. Alleen daarom durven vele geleerden niet meer tot jihad oproepen.
De VS en Israël hebben ervoor gezorgd dat een groep moslimgeleerden, zogezegd salafisten, zich verbonden aan de Arabische dictaturen en dus het onrechtvaardige status-quo aanvaardden. Wij laten ons niet tegenhouden door die geleerden van de sultans, die onder het koloniale systeem werken. De belangrijkste jihad-ideoloog Abu Muhammad al-Maqdisi legitimeerde jihad tegen alle regimes in de Arabische wereld, en toen begon Bin Laden de Arabische leiders wel zwaar te bekritiseren.
Op gesprek met Dr. Munif Samara
© Xander Stockmans
Niet enkel de Arabische leiders. Hij keerde zich ook tegen de VS. Maar de aanslag op 9/11 gaf de VS net een reden om de islamitische wereld aan te vallen.
Samara: Inderdaad. Westerse inlichtingendiensten hebben de aanslag op 9/11 laten gebeuren als voorwendsel om de islamitische wereld te koloniseren. Hoe die vliegtuigen werden gekaapt, dat kan enkel met medeweten van inlichtingendiensten. Mullah Umar heeft gezegd: “Het kalifaat van de Taliban in Afghanistan is gevallen door een zonde: ze hebben Amerika aangevallen zonder mijn toestemming.”
‘Via mijn Franse vrouw heb ik contacten in België en Frankrijk. Ik probeer hen te overtuigen dat ISIS verkeerd is.’
Toch was dat het begin van de volgende golf van de jihadbeweging: nogmaals Afghanistan, en later Irak.
Samara: Van zodra een islamitisch land wankelt en de bevolking steun nodig heeft, mengt de salafi-jihadi-beweging zich. Het is een vruchtbare situatie om de jihadistische ideologie te verspreiden. Zoals Abu Muhammad al-Maqdisi tijdens een verhoor tegen zijn ondervragers zei: “Het geloof zou afstand moeten nemen van mij als ik de mogelijkheid had om de Sharia te implementeren, maar het niet deed.”
Ook Jordaniërs trokken naar Irak. Velen, waaronder de bekende Abu Musab al-Zarqawi, waren afkomstig uit Zarqa, net zoals ideoloog al-Maqdisi. Ook vandaag: leiders en geleerden van Jabhat al-Nusra in Deraa zijn van Zarqa. Waarom is Zarqa zo belangrijk?
Samara: Het is de tweede grootste stad van Jordanië en Jordanië bevindt zich vlakbij Palestina, hét onopgeloste probleem van dit tijdperk. Bovendien komen hier veel verschillende nationaliteiten en wereldconflicten samen. Maar vooral: de manier waarop de Jordaanse staat met het Westen en Israël collaboreert, heeft de Jordaanse bevolking echt wakker geschud. Maar de Palestijnen hadden altijd al het meeste lef om islamitische groeperingen op te richten, bijvoorbeeld de Moslimbroederschap in Palestina en Jordanië, en Hizb al-Tahrir.
‘De manier waarop de Jordaanse staat met het Westen en Israël collaboreert, heeft de Jordaanse bevolking echt wakker geschud.’
Trekt ook de salafi-jihadi-beweging meer Palestijnen aan?
Samara: De Palestijnse vrijheidsstrijd is de basis waarop alle islamisten werken. Maar het gaat al lang niet meer enkel om Palestina. Je hebt ook Afghanistan, Tsjetsjenië, Somalië, en elke andere plaats waar moslims worden vernederd en gedood.
Ik ben niet bij de beweging betrokken geraakt omwille van Palestina, ook al ben ik zelf Palestijn. Palestina is slechts een deel van de onderdrukte islamitische wereld. Alleen onder een eengemaakt islamitisch kalifaat kunnen we sterk genoeg worden om Palestina te heroveren. Dat besef is trouwens ook doorgedrongen tot de niet-Palestijnse Jordaniërs van de stammen in Jordanië. En dat is de enige reden waarom het Jordaanse regime de islamisten nooit definitief kon onderdrukken.
Als de Jordaanse jihadistische beweging enkel uit Palestijnen zou bestaan, had het Jordaanse regime ze even hard onderdrukt als het Syrische regime in de jaren tachtig?
Samara: Daar ben ik van overtuigd. Ze kunnen de stammen niet even hard onderdrukken omdat zij de machtsbasis van de monarchie vormen. Vroeger maakten ze de Jordaniërs bang dat Palestijnen het land wilden overnemen. Maar solidariteit maakte polarisatie onmogelijk: Jordaniërs zagen hoe deze staat de Palestijnen behandelt.
Jihadistische ideeën begonnen zich te verspreiden binnen de Jordaanse stammen in Ma’an en Tafila, bij de traditionele achterban van de monarchie. De groep rond Abu Sayyaf in Ma’an bijvoorbeeld, en Dr. Sa’d al-Hnayti die nu in Syrië zit. Vroeger hoorden we bij de stammen niets anders dan “Lang leve de monarchie”. Vandaag horen we steeds meer: “Weg met de Hasjemieten.” Dit is nieuw in Jordanië. Ooit zullen we sterk genoeg zijn om een jihad in Jordanië en Palestina te starten. Vandaag is het enkel mogelijk in Syrië.
‘De Palestijnse vrijheidsstrijd is de basis waarop alle islamisten werken. Maar het gaat al lang niet meer enkel om Palestina.’
Waarom laat de Jordaanse overheid Jordaanse strijders door de grens met Syrië?
Samara: Aanvankelijk wilde Jordanië van de jihadisten verlost raken. Maar nadat ze merkten dat de Syrische brigades islamitische brigades werden, begonnen ze strijders op te pakken en juridisch te vervolgen. Nu worden ze veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. Het is moeilijker geworden om Syrië te bereiken. De grenzen worden beter bewaakt, maar we kennen smokkelwegen en smokkelaars. Sommigen gaan ook via Turkije.
Was er dan in het begin een complot om de jihadisten in Syrië te verzamelen en de dood in te jagen?
Samara: Elk land van jihad – Afghanistan, Irak en vandaag de Levant – wordt een begraafplaats voor islamisten genoemd. Maar jihad is geen wandeling in het park. Hoe erg onze pijn in Syrië zal zijn, het zal altijd minder erg zijn dan de situatie na een overwinning van het regime. Stel dat we ons zouden terugtrekken. Goed, maar wat zou het alternatief zijn? We voeren een verdedigingsoorlog. Als het Assad-regime zou overwinnen, zullen de sjiieten zich zeker wreken op de soennieten. Dat moeten we voorkomen.
Sjiietische jongeren zeggen exact hetzelfde. Ze verdedigen zich in Syrië, omdat ze geen soennitisch kalifaat willen. Ze vrezen vervolging.
Samara: Het is voor hen inderdaad een overlevingsstrijd, want ongelovige minderheden zoals de sjiieten hebben geen plaats in de islamitische staat. We mogen tegenover hun ongeloof geen medelijden tonen. Onze menselijke zwakte mag ons niet van Gods wil afleiden: zouden we bijvoorbeeld de straffen voor overspel laten varen, gewoon uit medelijden? Neen.
Wat met joden en christenen?
Samara: Zij zijn gelovigen vermeld in de Koran en dus welkom in de islamitische staat. Ze moeten gewoon een minieme beschermingstaks betalen. Maar atheïsten en sjiieten zullen de keuze hebben: weggaan of gedood worden. Sjiieten zijn geen moslims. Ze bespotten Abu Bakr en ‘Umar, de volgelingen van de profeet. Iedere moslim weet toch dat de directe volgelingen de meest toegewijde gelovigen zijn? Dat is zo in de islam en het christendom. Enkel de sjiieten erkennen dit niet. (nvdr: de profeet Mohamed duidde geen opvolger aan. Na overleg werd zijn beste vriend Abu Bakr verkozen. Een groep moslims wilde het leiderschap binnen de familie houden. Ze kozen zijn neef Ali als leider. Deze groep werd later de sjiieten, of “volgelingen” van Ali; de anderen soennieten.)
‘Ooit zullen we sterk genoeg zijn om een jihad in Jordanië en Palestina te starten. Vandaag is het enkel mogelijk in Syrië.’
Hoe verklaart u dan dat sjiieten vanaf de zevende eeuw tot het begin van de twintigste eeuw in een soennitisch kalifaat hebben geleefd?
Samara: Hadden we de mogelijkheid gehad, dan hadden we geen enkele sjiiet in deze wereld gespaard.
In de Koran lezen we dat God verscheidenheid wil. Waarom dan oorlog voeren om die verscheidenheid, het resultaat van 1400 jaar geschiedenis, te vernietigen?
Samara: Als God het had gewild, had hij van ons geen vijanden gemaakt. Let op met dit soort gedachten. Ze kunnen leiden tot ontsporing. God heeft ons die kennis niet gegeven uit barmhartigheid. Soms is het beter om niet te veel vragen te stellen. Maar de geschiedenis leert dat sjiieten nooit tegen een kolonisator vochten, ze zijn hun slaven.
De Verenigde Staten, Saoedi-Arabië en andere Arabische landen zweren samen tegen het herstel van ons kalifaat omdat ze met de sjiieten beter af zijn. Zonder de sjiitische Hezbollah en Bashar al-Assad was er vandaag geen grens meer tussen Israël, Libanon en Palestina. Wij daarentegen, zullen nooit de kant van Israël en het Westen kiezen. Daarom vreest het Westen de situatie na de val van Bashar al-Assad. Hoe verklaar je anders dat de wereld tot op de dag van vandaag Bashar al-Assad niet heeft gestopt?
Hezbollah claimde in 2006 nochtans een grote overwinning tegen Israël.
Samara: Een spel. Israël heeft een vijand nodig in Libanon. En Hezbollah speelt die rol. Zo kan Hezbollah populair worden. Zelfs Hamas steunde hen, en zo is het sjiitische gedachtegoed in Palestina binnengekomen. In 2006, tijdens de oorlog tussen Israël en Hezbollah, discussieerde ik met gelovigen in de moskee. Sommigen vonden Hezbollah helden, de enigen die tegen Israël vochten. Vele Palestijnen zouden zelfs Satan volgen als hij Israël zou bestrijden. Ze zijn niet standvastig, ze kijken niet naar het geloof. Maar God heeft het ware gelaat van Hezbollah getoond, nu ze gruwelijkheden begaan in Syrië.
‘Ongelovige minderheden zoals de sjiieten hebben geen plaats in de islamitische staat.’
Er zijn niet enkel gevechten tussen soennieten en sjiieten. Ook soennieten vechten tegen elkaar in Syrië. ‘Umar ibn al-Khattab, de tweede kalief na de profeet, was blij dat zijn moordenaar geen moslim was. Vandaag zijn onderlinge gevechten tussen moslims schering en inslag.
Samara: Je hebt gelijk. We hebben nog nooit meegemaakt dat mensen met dezelfde ideologie elkaar op deze manier bestrijden. Volgens mij komt dat doordat de leider van ISIS zich aan de macht vastklampt, anders zou hij al-Qaeda gehoorzamen en de activiteiten van ISIS tot Irak te beperken. Ze begaan een groot onrecht, moge God hen leiden. Sa‘d al-Hnayti, van de Jordaanse salafi-jihadi’s, ging naar Syrië om te bemiddelen. Maar sommigen geven meer om een zetel dan om God.
Dr. Munif Samara
© Xander Stockmans
Hoe kunnen moslimjongeren vandaag nog het bos door de bomen zien?
Samara: We leven in een tijd waarin zelfs standvastige moslims verward zijn. Als je wil gaan strijden, moet je eerst je intentie zuiveren. Wie je dan ook doodt, je bent tenminste gegaan met de juiste intentie. In ieder geval moet je enkel gaan om te strijden tegen het Assad-regime en voor het sprituele project van het islamitische kalifaat. Bij Jabhat al-Nusra weet je dat je op dat vlak goed zit. Als je bij ISIS wil gaan vechten, moet je weten dat je zal terechtkomen bij een militie die je eigen broeders aanvalt. Dan blijf je beter thuis.
De overgrote meerderheid van de Belgische en andere buitenlandse strijders gaat bij ISIS gaan vechten. Hoe komt dat?
Samara: Buitenlanders worden gemanipuleerd. ISIS is veel sterker op het internet en heeft al veel ervaring van in Irak. Ze vechten al meer dan tien jaar tegen de Amerikanen, sjiitische milities en de Irakese regering. De leider van ISIS voelde zijn kans en pleegde een interne coup tegen al-Qaeda leider Ayman al-Zawahiri. Via mijn Franse vrouw heb ik contacten in België en Frankrijk. Ik probeer hen te overtuigen dat ISIS verkeerd is.
Jullie vechten tegen ideologische bondgenoten van ISIS, maar mét oppositiestrijders van het Vrije Syrische Leger die niet allemaal jullie ideologie delen. ISIS noemt dat inconsequent. Zal Jabhat al-Nusra tegenover het Vrije Syrische Leger komen te staan?
Samara: Dat is onvermijdelijk, tenzij hun strijders ons vervoegen, zoals deze man hier. Ik verzorg zijn been in mijn dokterspraktijk. (Samara wijst naar een Syrische strijder van het Vrije Syrische Leger die net uit Syrië aankomt, nvdr)
Strijder: Ik sta achter de ideologie van Jabhat al-Nusra. Van zodra mijn been genezen is, zal ik me bij hen aansluiten. Veel strijders van het Vrije Syrische Leger lopen over.
Samara: De oppositie die tegen het kalifaat is, heeft geen keuze. Geen enkele moslim heeft de keuze of het recht om een seculiere staat op te richten of het land te regeren volgens de democratie. Over de islamitische wetgeving kan geen discussie bestaan. Voor ons moslims is Syrië een product van westers kolonialisme. Het is islamitische grond, een deel van de wereldwijde moslimgemeenschap. Daarom behoort het niet enkel aan de Syriërs toe.
‘Joden en christenen zijn gelovigen vermeld in de Koran en dus welkom in de islamitische staat. Ze moeten gewoon een minieme beschermingstaks betalen. Maar atheïsten en sjiieten zullen de keuze hebben: weggaan of gedood worden.’
“Er is geen dwang in het geloof”, een vers uit de Koran.
Samara: Deze vers geldt enkel voor niet-moslims. Mijn vrouw is christen. Ik heb liever dat ze dat uit overtuiging is, dan dat ze zonder overtuiging moslim is. Ze bleef gewoon christen tot ze uit eigen wil bekeerde. Er is inderdaad geen dwang in het geloof.
ISIS is vandaag de enige groep die de islamitische wetgeving effectief implementeert, in Raqqa bijvoorbeeld. Waarom bekritiseert u hen dan?
Samara: Ook Jabhat al-Nusra bereidt de implementatie van de Sharia voor. Maar hoe kan je iemand bestraffen voor diefstal, als die persoon steelt omdat hij honger heeft als gevolg van de oorlog? En hoe kan je van christenen vragen om een beschermingstaks te betalen, als we hen nog geen bescherming kunnen garanderen?
Zijn jullie rechtvaardig tegenover jullie vijanden? “Laat de haat van een volk jullie er niet toe brengen onrechtvaardig te wezen.” (Koran 5:8)
Samara: Natuurlijk. Gevangenen hebben rechten. Maar als een sjiiet wordt gepakt, wordt hij ofwel geruild met moslimgevangenen ofwel gedood.
Krijgsgevangenen doden is een schending van het internationaal oorlogsrecht.
Samara: Iemand van het Rode Kruis vertelde me dat ook. Ik antwoordde hem dat die internationale afspraken mij niet binden. Wij hebben onze eigen islamitische oorlogsregels. Een sjiiet die vrouwen verkracht behandelen volgens de Conventies van Genève, dat is te veel van het goede. Maar we respecteren bepaalde regels van het oorlogsrecht.
Welke?
Samara: Geen aanvallen op burgers. Ik volgde jaren geleden al de kritiek van Abu Muhammad al-Maqdisi op Abu Musab al-Zarqawi. Je hebt dan een aanslag gepleegd op hotels in Amman om geheime agenten te doden, maar de meeste slachtoffers zijn onschuldige mensen. Of ook: extremisten ontvoeren buitenlandse journalisten omdat ze geen moslims zijn, allerlei kleine groepen binnen het Vrije Syrische doen hetzelfde om losgeld te vragen. Jabhat al-Nusra gaat zelfs naar hen op zoek om hen te bevrijden. Ik ben trots op de recente actie van Jabhat al-Nusra waarbij ze ontvoerde nonnen bevrijdden. We zijn geen criminelen, hoor. Voor het Rode Kruis of voor Sky News bemiddelde ik al de vrijlating van hun medewerkers in Deraa en Saraqib.
Dr. Munif Samara bidt in de moskee aan zijn dokterspraktijk.
© Xander Stockmans
Ongetwijfeld zijn er binnen al-Qaeda mensen die daar anders over denken.
Samara: De losse structuur zorgt ervoor dat sommige al-Qaeda groepen plots een foute koers gaan varen. Ik ben er zeker van dat zelfs de leider van ISIS het niet eens is met al die gruwelijke moordpartijen. Moest al-Qaeda een stabiele staat zijn met een duidelijke bevelstructuur, dan zouden zulke fouten niet gebeuren. Maar die zwakheid is ook onze kracht. Grote wereldrijken zijn gevallen na militaire nederlagen, maar de islamitische legers zullen nooit verdwijnen, omdat een idee ons verenigt. De salafi-jihadi-beweging valt dus niet samen met al-Qaeda. Als ergens een jihad gevoerd wordt, leveren wij gewoon strijders aan al-Qaeda milities.
‘Vele Palestijnen zouden zelfs Satan volgen als hij Israël zou bestrijden. Ze zijn niet standvastig, ze kijken niet naar het geloof.’
Stel, een jongen vraagt jullie hoe hij lid kan worden van Jabhat al-Nusra. Hoe gaan jullie met zo’n vraag om?
Samara: Vroeger hadden we gewoon zoveel mogelijk strijders nodig, vandaag rekruteren we vooral volgens profiel: dokters, ingenieurs, deskundigen in het maken van explosieven, mediaverantwoordelijken,… Momenteel rekruteert Jabhat al-Nusra vooral militaire strategen, geleerden en islamitische onderwijzers. Om te vechten heb je een aanbevelingsbrief nodig van een contact bij Jabhat al-Nusra. Ze vrezen voor infiltratie door de inlichtingendienst.
Hoe verloopt de rekrutering?
Samara: Ik ken de Jordaanse broeders die bereid zijn om te strijden of aan andere gezochte profielen voldoen. Die informatie geef ik door aan Jabhat al-Nusra in Deraa. Van zodra ze iemand nodig hebben, contacteren ze mij. De eigenlijke rekrutering gebeurt via een tussenpersoon. Leiders kunnen het risico niet nemen, want op rekruteren staat tien jaar gevangenisstraf. Daarom zit ik hier nog. Ze hebben geen bewijzen tegen mij.
Waarom gaat u niet naar Syrië?
Samara: Van zodra ze me nodig hebben, ga ik. Maar vandaag heeft Jabhat al-Nusra genoeg dokters. Ze hebben me in Jordanië nodig. In mijn praktijk behandel ik gratis gewonde strijders uit Syrië. Maar Syrische dokters en verpleegsters die me hier om een job komen vragen, aanvaard ik niet. Zij hebben de plicht om hun broeders en zusters in eigen land te helpen. Ze begrijpen niet dat de eindstrijd is aangebroken. Door de jarenlange onderdrukking zijn moslims de situatie gewoon geworden. Het is zover gekomen dat velen zelfs applaudisseren voor de Arabische dictators. De geest van de moslims is gekoloniseerd, maar de bevrijding is nabij.