Volgens Andreas Malm, docent menselijke ecologie, moet de klimaatbeweging ophouden braaf te zijn
‘Het is de mens óf de fossiele industrie die moet verdwijnen’
Bart Grugeon Plana
24 juli 2021
Historicus, onderzoeker én klimaatactivist Andreas Malm vindt het tijd dat de klimaatbeweging ophoudt braaf en timide te zijn. Daarvoor is de klimaatcrisis te nijpend geworden. De afbouw van fossiele brandstoffen wordt de inzet van een existentiële strijd tegen de industrie.’
Andreas Malm: ‘Er zal nooit een film circuleren van de directeur van een petroleumbedrijf die een boer in Mozambique of een visser op de Filipijnen verstikt.’ (Foto: actie van Extinction Rebellion in Londen in 2020)
CC0
Hij is historicus en onderzoeker, maar ook klimaatactivist. Volgens de Zweed Andreas Malm wordt het tijd dat de klimaatbeweging ophoudt braaf en timide te zijn. Daarvoor is de klimaatcrisis te nijpend geworden. ‘Positieve verandering komt er pas als mensen zich organiseren tegen de vijand. De afbouw van fossiele brandstoffen wordt de inzet van een existentiële strijd tegen de industrie.’
‘We moeten de machines vernietigen die onze planeet vernietigen.’ Klimaatactivist Andreas Malm is resoluut als het gaat over de vraag welke actie nodig is om de klimaatcrisis tegen te gaan. Hij verwijst hiermee naar acties zoals die van Extinction Rebellion in april dit jaar. In Londen braken de actievoerders bewust enkele ruiten van het kantoor van HSBC-bank.
Regeringen en instellingen die ons besturen zullen een catastrofale toename van CO2-uitstoot niet voorkomen, aldus Malm, die ook auteur en hoofddocent menselijke ecologie is aan de Zweedse universiteit van Lund. Daarom vindt hij een bredere en sterkere klimaatbeweging noodzakelijk. En dat is er één die ook overgaat tot sabotage met meer militante acties.
Als historicus combineert Malm academisch onderzoek met activistische stellingnames, zoals in Corona, Climate, Chronic Emergency (2020) of How to blow up a pipeline (2021). Daarin argumenteert hij dat sociale bewegingen in het verleden allemaal vormen van directe actie en vernieling van eigendom gebruikten om hun eisen kracht bij te zetten. Volgens Malm zal het voor de klimaatbeweging niet anders zijn.
De noodzakelijke transitie naar hernieuwbare energie verloopt volgens Malm erg moeizaam omdat ze zo ingrijpend is. ‘De simpele eis om te stoppen met het goedkeuren van nieuwe investeringen in kolen-, olie- en gasproductie — een eis die ook het Internationaal Energieagentschap stelt — gaat in tegen de fundamentele groeilogica van de fossiele industrie. Het betekent hun failliet.’
Met zijn historisch onderzoek over de rol van fossiele brandstoffen in de ontwikkeling van het kapitalisme, oogste Malm erkenning. Zijn boek Fossil Capital: The Rise of Steam Power and the Roots of Global Warming (2016) gaf een radicaal nieuwe interpretatie aan de omschakeling van waterkracht naar stoomenergie in de katoenfabrieken van Engeland in de vroege 19de eeuw. ‘Stoomenergie was duurder, maar het bood wel de vrijheid om de productie te lokaliseren in de steden, waar arbeid goedkoper, talrijker en flexibeler was.’
De curve van de afbouw van CO2-uitstoot om binnen 1,5 graad opwarming te blijven zoals het klimaatakkoord van Parijs vooropstelt.
Maar vandaag is een omgekeerde transitie noodzakelijk, zegt hij. ‘De afbouw van de productie van fossiele brandstoffen met 6 procent per jaar is nodig om de klimaatopwarming tot 1,5 of zelfs 2 graden te beperken. Dat impliceert zeer zware overheidsinterventies. Het zal de inzet zijn van een existentiële strijd tegen de fossiele industrie.’
Wereldwijde expansie van fossiele energie
Toch wordt er vandaag al op grote schaal geïnvesteerd in hernieuwbare energie en nemen overheden doelstellingen aan om emissies tegen 2030 te reduceren. Is dat geen goede evolutie?
Andreas Malm: De omschakeling naar wind- en zonne-energie moet ontzettend versneld worden. We zijn nog steeds voor 80 procent van onze energie afhankelijk van fossiele bronnen zoals olie, gas en steenkool. Dat moet op enkele decennia naar 0 gebracht worden. Dat is een enorme opgave.
En op dit moment bewegen we nog steeds in de tegenovergestelde richting. Wereldwijd plannen alle grote olie- en gasbedrijven enorme uitbreidingen. Nieuwe pijpleidingen, olieplatformen en koolmijnen worden geopend. Producerende landen voorzien een verhoging van de productie met gemiddeld 2 procent.
Zo krijgt Total France overheidsgeld om te boren in het noordpoolgebied. Daarnaast bouwt het de East African Crude Oil Pipeline in Oeganda en Tanzania, met zijn 1444 kilometer de langste verwarmde oliepijpleiding ter wereld. Ook met de steun van president Macron.
Australië blijft nieuwe mijnen openen, zoals de gigantische Adani-koolmijn in Queensland, om splinternieuwe centrales in India en elders te bevoorraden. London Heathrow plant een derde landingsbaan. In Berlijn is een megaluchthaven gebouwd. In Noordrijn-Westfalen werd een nieuwe kolencentrale geopend… Overal ter wereld zijn er zulke plannen.
Een studie uit 2019 over wereldwijde investeringen concludeerde dat ‘de huidige investeringen in fossiele brandstoffen aangeven dat investeerders niet geloven in toekomstig klimaatbeleid, of dat ze vertrouwen hebben in hun eigen lobbykracht’. Met andere woorden: ze hebben het gevoel dat de wereld hen toebehoort en dat ze niets te vrezen hebben.
Andreas Malm: ‘We moeten de machines vernietigen die onze planeet vernietigen.’
© Rainer Christian Kurzeder
De kostprijs van wind- en zonne-energie is het laatste decennium fel gedaald. In vele landen is het nu duurder om elektriciteit op te wekken op basis van fossiele brandstoffen. Als we de marktlogica hanteren, kunnen we dan niet verwachten dat meer investeringen in hernieuwbare energie zullen volgen?
Andreas Malm: Dat klopt, dat is nu de goedkoopste vorm van energie. Maar de omschakeling naar hernieuwbare energie gebeurt niet op grote schaal omdat olie en gas grotere winsten opleveren. De winstmarge van hernieuwbare energie is ongeveer 4 procent. Bij olie en gas is dat 15 tot 20 procent.
Daarbij komt de grote druk om het bestaande energienetwerk zo lang mogelijk in bedrijf te houden. 80 procent daarvan is gericht op fossiele energiebronnen. Bijna de helft daarvan is na 2004 gebouwd met een levensduur van ongeveer 40 jaar. Die gemaakte investeringen moeten zich nog terugverdienen.
‘Hoe meer kapitaal in fossiele brandstoffen wordt gepompt, hoe groter het belang om business-as-usual aan te houden.’
Kijk naar Noorwegen waar in 2019 het Johan Sverdrup-veld opende, dat is één van de grootste olievondsten in de Noordzee. Het kan tot 2070 actief blijven.
Kort gezegd: hoe meer kapitaal in fossiele brandstoffen wordt gepompt, hoe groter het belang om business-as-usual aan te houden. Daardoor komen weer meer winsten uit fossiele brandstoffen en is er meer geld om opnieuw te investeren. De intertie is enorm.
Dus een snelle uitfasering van fossiele energiebronnen gaat gepaard met te grote verliezen voor de industrie?
Andreas Malm: Precies. Een einde brengen aan fossiele brandstoffen betekent ook het einde voor een zeer machtig deel van de kapitalistische economie. Het gaat om onder meer Total, Shell, BP, Saoudi Aramco, ConocoPhillips, Chevron, ExxonMobil enzovoort. Het probleem ligt niet bij individuele personen. Het is een structureel probleem: die van de kapitalistische logica.
We staan voor een existentieel gevecht: aan de ene kant staat de mensheid en de menselijke beschaving, aan de andere kant de fossiele industrie. Tegelijk kunnen ze niet blijven bestaan. Eén van beide moet verdwijnen.
In 2019 opende het Johan Sverdrup-veld, dat is één van de grootste olievondsten in de Noordzee.
Equinor (CC BY-SA 3.0)
Alleen de staat kan fossiele economie ontmantelen
Maar wereldwijd is toch een beweging van desinvestering in fossiele brandstoffen op gang gekomen. Duizenden instellingen, zoals universiteiten en pensioenfondsen, en investeerders begrijpen wat er op het spel staat.
Andreas Malm: Het is niet genoeg dat enkele sleutelfiguren plots tot inzicht komen. Zelfs als invloedrijke miljardairs betrokken zouden zijn. Zo werkt het systeem niet. Kapitalisme is een blinde structuur, zonder collectieve rationaliteit. Het “begrijpt” niets.
‘Kapitalisme is een blinde structuur, zonder collectieve rationaliteit. Het “begrijpt” niets.’
Er wordt gestreefd naar maximale winst op het kapitaal dat is geïnvesteerd in infrastructuur voor fossiele energie. Er is geen plan voor de lange termijn. Om kapitaal uit de fossiele industrie te onttrekken, zijn interventies nodig. Alleen staten kunnen dat afdwingen. Zij moeten de fossiele industrie sluiten. Het is een fundamentele eis en een moeilijke taak om te volbrengen.
Wat kunnen staten dan precies doen?
Andreas Malm: Er moet een einde komen aan de verkoop met winst van fossiele brandstoffen. Een eerste stap kan zijn om de bedrijven over te nemen, en om vervolgens die activiteiten te ontmantelen. Waar olie en gas staatseigendom zijn, is dat proces makkelijker omdat de bedrijven al genationaliseerd zijn en er alleen nood is aan nieuwe instructies. Noorwegen zou dat in principe morgen al kunnen beslissen.
Is dat geen héél onwaarschijnlijk scenario?
Andreas Malm: Ja, het is misschien onrealistisch en utopisch. Maar we mogen een politiek programma niet baseren op de meest waarschijnlijke uitkomst. We moeten het baseren op wat noodzakelijk is, op wat moet gebeuren.
Technologisch is het mogelijk om in enkele decennia de volledige decarbonisatie van de economie te realiseren, zowel lokaal als globaal. Maar dat vraagt zware interventies in de manier waarop markteconomieën nu functioneren.
Is een geleidelijke transitie dan niet beter, zoals met een koolstoftaks?
Andreas Malm: Ik geloof niet dat marktmechanismen het probleem kunnen oplossen. In de jaren ‘90 had het nog zin gehad, maar vandaag moeten fossiele brandstoffen veel sneller verdwijnen. Een koolstoftaks is niet genoeg.
Tijdens WOII droeg de overheid autofabrikanten op tanks te produceren. Nu moeten we hetzelfde doen, maar met windturbines. Hoe langer we wachten, hoe dramatischer het wordt.
Als we te lang wachten met het sluiten van de fossiele industrie, gaan veel meer mensen hun werk verliezen. We moeten nadenken over wat die bedrijven kunnen doen met hun expertise, zoals ondergrondse CO2-opslag.
Kunnen de Green New Deal en de Europese Green Deal voor de noodzakelijke economische omschakeling zorgen?
Andreas Malm: Wat de Green New Deal van Bernie Sanders en Alexandria Ocasio-Cortez in de VS toont, is dat de ecologische transitie nieuwe jobs kan opleveren, voor de bredere bevolking. Zelfs al is het onvoldoende, ik steun het voorstel.
In de Europese Green Deal zie ik geen voorstellen om de CO2-uitstoot jaarlijks met 5 à 10 procent te verminderen tot we bij 0 uitkomen, en om tegelijk massaal te investeren in alternatieve technologische oplossingen.
‘Het lijkt makkelijker om de planeet en de wetten van de fysica te manipuleren dan de economie te hervormen.’
Het idee om de fossiele industrie te nationaliseren en te sluiten wordt nooit onderzocht. Neem bijvoorbeeld de National Academy of Sciences dat de Amerikaanse overheid adviseert. Het stelde in een recent rapport voor om te investeren in onderzoek naar solar geo-engeneering (of zonnestralingsbeheer, red.). Het idee is om aerosoldeeltjes in de stratosfeer te injecteren om een deel van het zonlicht te blokkeren en zo de opwarming te milderen. Maar dat kan tal van ongekende en desastreuze gevolgen hebben.
Het lijkt makkelijker om de planeet en de wetten van de fysica te manipuleren dan de economie te hervormen. De transitie naar hernieuwbare energiebronnen ondermijnt te veel gevestigde belangen en stuit op weerstand. Daarom moet er druk van onderuit komen. Elke vorm van verandering in positieve richting moet beginnen met mensen die zich organiseren tegen de vijand.
Mobilisatie
In 2019 gaf Fridays for Future (FFF) de klimaatbeweging een nieuwe dynamiek. Door de pandemie kwam dat helaas tot stilstand. Hoe ziet u meer druk van onderuit ontstaan?
Andreas Malm: FFF zette het klimaatprobleem bovenaan op de agenda. Nu moet de klimaatbeweging dringend terugkomen met nieuwe en grotere mobilisaties, samen met andere sociale bewegingen zoals vakbonden.
Ze moet leren mobiliseren op het moment van een ramp, zoals tijdens de recente hittegolf in Canada (dit gesprek vond plaats voor de zware overstromingen in Duitsland en België, red.). Het verband leggen tussen oorzaak en gevolg kan het bewustzijn over de klimaatcrisis doen groeien.
Vergelijk het met de mobilisatie die op gang kwam na de moord op George Floyd. Alleen, toen ging het om direct interpersoonlijk geweld dat werd vastgelegd op beeld. Er zal nooit een film circuleren van de directeur van een petroleumbedrijf die een boer in Mozambique of een visser op de Filipijnen verstikt.
Klimaatrampen zijn het resultaat van de accumulatie van emissies tijdens de afgelopen 2 eeuwen. Orkanen, bosbranden, overstromingen, droogte of stormen zijn een vorm van structureel en constant geweld. Ze vernietigen systematisch het leven en treffen het mondiale Zuiden eerst. Tot nu toe passeerden ze zonder dat iemand ze op het moment van de impact politiek wist te vertalen. Daarom moet de klimaatbeweging de woede mobiliseren en minder braaf en timide zijn.
Acties van Extinction Rebellion, dat de ramen de HSBC-bank in Londen brak, als protest tegen de financiering van de fossiele industrie, kan u achter die strategie staan?
Andreas Malm: We moeten de machines vernietigen die onze planeet vernietigen. Sabotage of vernieling van eigendom kunnen de staat onder druk zetten, op voorwaarde dat het verstandig wordt ingezet. Geweld mag nooit tegen mensen worden gebruikt.
Naarmate de klimaatcrisis verergert, zal ook de politieke crisis toenemen. In tegenstelling tot andere maatschappelijke problemen is er geen mogelijkheid om door te gaan met het uitstoten van CO2 zonder dat de opwarming van de aarde in een neerwaartse spiraal terecht komt. De confrontatie valt niet te vermijden.
‘De klimaatbeweging moet af van haar pacifistische super-ego.’
Andere belangrijke bewegingen in het verleden, waar ook klimaatactivisten naar verwijzen, hadden een component van geweld. Kijk naar de suffragettes die ijverden voor vrouwenstemrecht, de anti-apartheidsbeweging in Zuid-Afrika, de burgerrechtenbeweging in de VS tot de Arabische Lente. Ook de klimaatbeweging moet af van haar pacifistische super-ego.
Klimaatwetenschap als maatschappelijke kracht
Welke rol is weggelegd voor klimaatwetenschappers? Kunnen we het vergelijken met de rol van virologen en epidemiologen tijdens de pandemie?
Andreas Malm: Ze moeten inderdaad zichtbaarder en actiever zijn. Velen barsten van frustratie en zijn soms zelfs depressief omdat niet geluisterd wordt naar hun inzichten en kennis. Maar de deelname van klimaatwetenschap in het publieke debat zal er niet komen door de productie van kennis. De wetenschap die we nodig hebben, is er al.
Die deelname is afhankelijk van de mobilisatiekracht van de klimaatbeweging. Klimaatwetenschap moet als maatschappelijke kracht worden uitgebouwd om de krachtsverhoudingen in de samenleving te veranderen en druk uit te oefenen op de staat en bedrijven.
Bent u nog hoopvol?
Andreas Malm: Er zijn positieve evoluties. Na protest van de bevolking besliste Denemarken om geen nieuwe boringen in de Noordzee toe te staan. In Nederland werd Shell verplicht om tegen 2030 hun uitstoot met 45 procent te verminderen, ook al zal het bedrijf in beroep gaan.
Het laat zien hoe de klimaatbeweging staten kan aanzetten om stappen te ondernemen. Maar we hebben andere vormen van druk nodig, want er is geen eenvoudige weg uit deze situatie.
Kim Stanley Robinson schetst in de scienfictionroman The Ministry for the Future goed hoe we ons de transitie van de komende decennia kunnen voorstellen. Het is een proces van veranderingen op verschillende niveau’s. Van een radicaal andere mentaliteit van de bevolking na een klimaatramp, de overschakeling naar duurzame landbouw, diplomatieke verschuivingen, technologische experimenten, nieuwe financiële producten, sabotage van containerschepen en vliegtuigen tot een andere aanpak van migratie.
We bevinden ons nog in een heel vroeg stadium van dat proces.