Filipijnen stappen uit Internationaal Strafhof aan vooravond kritieke verkiezingen
‘Duterte voert oorlog tegen het Filipijnse volk. Daarom wil hij het middenveld uitschakelen’
De Filipijnse president Duterte beschuldigde tijdens een recent bezoek aan Brussel een aantal ngo’s ervan ontwikkelingshulp door te sluizen naar gewapende opstandelingen. ‘Nonsens’, zegt Amy Padilla, directeur van een van de genoemde ngo’s. ‘Maar wel levensgevaarlijk voor onze medewerkers.’
CC Public Domain
Dat de Filipijnse president het spook van “terroristisch communisme” van stal haalt, is niet toevallig, denken heel wat Filipino’s. Er komen namelijk belangrijke parlementsverkiezingen aan, en de populariteit van de president zou tanende zijn. En deze week viert de communistische opstand zijn tiende lustrum.
Op 29 maart 1969, deze week vijftig jaar geleden, werd het maoïstische New People’s Army opgericht in de Filipijnen. Huidig president Duterte wil er alles aan doen om die opstand met wortel en tak uit te roeien. Dat blijkt uit zijn toenemende aanvallen op media, middenveld en burgers die verdacht kunnen worden van “communistische sympathieën” of van banden met de ondergrondse beweging.
Er is ook een andere lezing, die er van uit gaat dat Duterte het spook van communistisch terrorisme bovenhaalt om de woelige en kritische samenleving in de Filipijnen te intimideren en zo zijn autoritaire greep op de Zuidoost-Aziatische archipel-natie te verstevigen.
Sinds de val van Ferdinand Marcos in 1986 is het levendige, diverse en kritische geheel van ngo’s, massa-organisaties en volksbewegingen een centrale kracht in het politieke landschap
MO* sprak daarover met Amy Padilla, algemeen directeur van IBON international. De oorspronkelijk Filipijnse organisatie zorgt al decennia voor vorming over en sociaaleconomische analyses van de ongelijkheid in de Filipijnen. IBON Philippines is een van de organisaties die door president Duterte beschuldigd worden van het doorsluizen van Belgisch en Europees ontwikkelingsgeld naar de NPA. De collega’s van Apache berichtten daar vorige week ook over. Het zijn vooral partners van 11.11.11 en Viva Salud, het vroegere Geneeskunde voor de Wereld, die geviseerd worden.
Het is zeker niet de eerste keer in de geschiedenis van de Filipijnen dat de overheid het georganiseerde middenveld aanvalt, maar sinds de val van Ferdinand Marcos in 1986 is het levendige, diverse en kritische geheel van ngo’s, massa-organisaties en volksbewegingen toch altijd een centrale kracht geweest in het politieke landschap van het Zuidoost-Aziatische land.
Driemaal “oorlog”
Dat verandert snel, zegt Padilla, als gevolg van de driedubbele “oorlog” die de overheid onder leiding van president Duterte voert. Ze verwijst daarmee naar de War on Drugs – die officieel al meer dan 5000 doden gemaakt heeft sinds 2016 maar waarvan mensenrechtenorganisaties schatten dat er in realiteit al meer dan 20.000 Filipino’s slachtoffer van werden. Daarnaast is er dus de hernieuwde oorlog tegen de communistische opstand die al vijf decennia oud is, en er is de opstand in het zuidelijke eiland Mindanao, waar een etnisch-religieuze opstand ook al decennia voor autonomie of onafhankelijkheid vecht. De voorbije jaren kreeg die oorlog het gezicht van de strijd tegen Islamitische Staat in en rond de stad Marawi.
Padilla: ‘Bij elk van die “oorlogen” zijn mensenrechtenverdedigers, sociale activisten, armen, boeren, inheemsen en andere militanten van volkomen legale organisaties de eerste slachtoffers. Daar komt sinds kort bij dat de overheid allerlei beschuldigingen van criminele activiteiten uit aan het adres van individuen en wettelijke middenveldorganisaties. Vorig jaar maakte het ministerie van Justitie een lijst bekend van mensen die ervan beschuldigd werden terroristen te zijn. Zelfs de VN Speciaal Rapporteur voor de Rechten van Inheemse Volkeren, de Filipijnse Victoria Tauli Corpuz, stond op die lijst. De vorige directeur van IBON Internationaal, Tony Tujan, en een ander lid van onze raad van bestuur, Ronaldo Oliveiros, werden dan weer aangeklaagd voor een moord. Een van de andere aangeklaagden in die zaak, een vooraanstaand vredesactivist, zit reeds in de cel.’
War on Drugs
Toen Duterte in 2016 aan de macht kwam in de Filipijnen maakte hij meteen duidelijk dat hij met harde hand zou regeren. Daar kreeg hij zelfs een mandaat voor van de kiezers. Hij wou een einde maken aan de drugsindustrie, en zou daarbij niemand ontzien. ‘Er zijn officieel al meer dan 5000 doden gevallen in zijn War on Drugs, en voor ons is al langer duidelijk dat het eigenlijk een Oorlog tegen de Armen is’, zegt Padilla.
Volgens haar is het een moorddadige spiraal die begint bij de uitzichtloze armoede, waardoor heel wat mensen op de ene of de andere manier betrokken geraken in de drugswereld, waarna ze een doelwit worden voor de repressiemachine van Duterte. ‘Er is nog geen enkele druglord gedood of veroordeeld’, beweert Padilla. ‘Zelfs de zoon van Duterte, voormalig vice-burgemeester van Davao in Mindanao, blijkt betrokken bij een grote drugszaak. Maar een senator die opriep om die zaak grondig te onderzoeken heeft met meer druk en intimidatie dan Pulong Duterte.’
‘Duterte maakt geen enkele van zijn sociaaleconomische beloften waar, terwijl de energieprijzen stijgen en er steeds grotere watertekorten zijn’
Er groeit onrust en verzet tegen de gewelddadige aanpak onder president Duterte, zegt Padilla. ‘Met name de buitenrechtelijke moord op de minderjarige Kian Loyd Delos Santos maakte heel wat protest los.’ Maar belangrijker, denkt ze, is het feit dat Duterte geen enkele van zijn sociaaleconomische beloften waarmaakt, terwijl de energieprijzen stijgen en er steeds grotere watertekorten zijn.
De eerste echte test van zijn populariteit zijn de lokale en parlementsverkiezingen op 13 mei. Alleen zijn er intussen al zo veel militairen op burgerlijke posities benoemd, zelfs op de ministeries van Sociaal Werk of van Welzijn en Ontwikkeling, dat zelfs een verkiezingsnederlaag geen einde zal maken aan de greep van Duterte op de samenleving.
CC Gie Goris (CC BY-NC 2.0)
Oorlog tegen Links
Organisaties zoals IBON, maar ook veel andere ngo’s of basisbewegingen komen onder vuur in de oorlog tegen links, ook al begon Duterte zijn regeerperiode met vredesoverleg met de linkse guerrilleros. Padilla: ‘Die onderhandelingen hebben nooit een einde gemaakt aan de bedreigingen tegen activisten in het binnenland. Zeker na het afbreken van de onderhandelingen ging het leger weer voluit achter iedereen aan die ervan verdacht kon worden te sympathiseren met het New People’s Army of het National Democratic Front, de politieke arm van het gewapend verzet. Daardoor komen ook mensenrechten- en ontwikkelingsorganisaties in het vizier.’ Een van de onderhandelaars voor het NDF, Randy Malayao, werd begin dit jaar doodgeschoten op een bus.
Linkse en zelfs communistische overtuigingen zijn niet tegen de wet in de Filipijnen, daarom doet de overheid er nu alles aan om communisme en terrorisme voortdurend met elkaar te verbinden, zegt Padilla. ‘Op die manier kan de anti-terrorisme wet gebruikt worden tegen een breed spectrum dissidenten en critici.’
Het zijn net de vage beschuldigingen die gelden als een soort merkteken dat individuen en organisaties kwetsbaar maakt voor buitenwettelijk geweld
Eens je naam genoemd is, blijf je kwetsbaar voor de buitenrechtelijke vervolgingen. Ook al werd de lijst namen waarnaar Padilla hierboven verwees intussen ingetrokken, de genoemde mensen blijven gevaar lopen. Als Duterte organisaties vernoemt bij zijn bezoek in Brussel, is dat dan ook niet onschuldig, zegt Padilla, zelfs al is er geen schijn van bewijs voor die beweringen.
Amy Padilla hoopt dat IBON, maar ook andere organisaties zoals Karapatan, ernstig doorgelicht worden. Of beter: dat de evaluaties die nu al standaard gevraagd worden door Belgische of Europese donoren grondig gelezen worden. ‘Alle informatie over geldstromen en voor wie en wat de middelen bedoeld zijn, is allemaal openbaar.’
Maar de Filipijnse regering heeft de organisatie tot nu niet gecontacteerd om inzicht te krijgen in de boekhouding of de geldstromen van IBON. Dat stelt Padilla echter helemaal niet gerust, want het zijn net de vage beschuldigingen die gelden als een soort merkteken dat individuen en organisaties kwetsbaar maakt voor buitenwettelijk geweld. ‘Uit bezorgdheid voor de veiligheid van het team hebben we nu een formele klacht neergelegd bij de officiële commissie voor de mensenrechten’ zegt Padilla.
Wat Amy Padilla nog extra kopbrekens bezorgt in dit hele verhaal, is het feit dat de Filipijnse regering haar beschuldigingen uit op het moment dat ze definitief uit het Internationaal Strafhof stapt. ‘Dat maakt de kans op straffeloosheid voor buitenwettelijk geweld alleen maar groter’, zegt ze.