‘Er is een hele gemeenschap nodig om oorlogstrauma te helen’

Interview

Klinisch psychologe Catherine Pauwels (Solentra) over psychosociale problemen en integratie van vluchtelingen

‘Er is een hele gemeenschap nodig om oorlogstrauma te helen’

‘Er is een hele gemeenschap nodig om oorlogstrauma te helen’
‘Er is een hele gemeenschap nodig om oorlogstrauma te helen’

**De integratie van vluchtelingen in de samenleving verloopt vaak moeizaam. Dat is niet altijd en niet alleen te wijten aan een gebrek aan motivatie, verduidelijkt klinisch psychologe Catherine Pauwels van Solentra. Wat uit beeld blijft, zijn de vele psychische problemen waar deze mensen mee kampen.
**

CC0

Catherine Pauwels: ‘We moeten vluchtelingen juist goed omringen. Ze moeten zich welkom voelen. Dat is in het belang van de hele samenleving.’

CC0

De integratie van vluchtelingen in de samenleving verloopt vaak moeizaam. Dat is niet altijd en alleen te wijten aan een gebrek aan motivatie, verduidelijkt klinisch psychologe Catherine Pauwels van Solentra. Wat immers uit beeld blijft, zijn de vele psychische problemen waar deze mensen mee kampen. Die bemoeilijken hun integratie.

‘Psychische pijnen en mentale stoornissen zijn niet alleen een eigenschap van het individu. Ze zijn ook een optelsom van omgevingsfactoren en maatschappelijke elementen’, schrijft de vzw Solentra – kort voor Solidariteit en Trauma – op haar website. Het vermaarde hulpcentrum is onderdeel van de psychiatrische afdeling van het UZ Brussel. Het biedt vluchtelingen al jarenlang psychologische begeleiding.

Solentra vraagt in moeilijke coronatijden aandacht voor deze groep mensen in onze samenleving: ‘De extra stress van het virus, die wij allen ondervinden, stapelt zich bij hen boven op de stress van migratie, acculturatie (zie kader) en oorlogstrauma. Om deze kwetsbare personen kwaliteitsvol te kunnen begeleiden, is dan ook meer kennis nodig over de psychosociale impact van migratie en het belang van cultuursensitieve zorg.’

‘De extra stress van het virus, die wij allen ondervinden, stapelt zich bij hen boven op de stress van migratie, acculturatie en oorlogstrauma.’

Wat is acculturatie?
Acculturatie is een term uit de psychologie. Hij betekent: het proces waarbij verschillende groepen uit de samenleving culturele gewoonten overnemen van elkaar. In de meeste gevallen gaat het om een niet-dominante groep die elementen overneemt van de meer dominante groep in de maatschappij. Catherine Pauwels, klinisch psychologe bij Solentra, somt op: ‘Er is de stress veroorzaakt door de migratie. Zoals het verlies van land, cultuur, vrienden en familie, taal, een positie van respect in de samenleving. Daarbij komen de onzekerheid tijdens het wachten op een verblijfsvergunning en het vaak langdurige verblijf in een groot opvangcentrum.’

‘Er is ook de stress door acculturatie, de zoektocht naar een plek in de nieuwe maatschappij waarbij de vluchteling zichzelf moet heruitvinden. Het gaat dan om de confrontatie met andere normen en waarden. Of het aanleren van de taal, en met een beperkte kennis van de Nederlandse taal navigeren door het systeem van gezondheidszorg en onderwijs dat voor hen helemaal nieuw is. Of de zoektocht naar huisvesting en werk.’

‘Beide processen, migratie en acculturatie, veroorzaken psychologische stress maar zijn wel normale reacties. Het verlies van zelfwaarde heeft een grote impact op mensen. Het triggert veel andere negatieve zaken, zoals verlies van vertrouwen in de medemens, gevoelens van onveiligheid en ongewenst te zijn.’

Sociaal gehandicapt

‘We denken te snel “vluchtelingen, oorlog, trauma” en dus: psycholoog. Maar stresssymptomen als slapeloosheid, hoofdpijn of depressieve gevoelens worden evengoed veroorzaakt door het moeizame herstel van een positie in de samenleving. In de grond zijn dat psychosociale problemen. Vluchtelingen voelen zich immers sociaal gehandicapt.’

‘Een vluchteling is dus in de eerste plaats gebaat bij een kwaliteitsvolle psychosociale begeleiding, die de verbondenheid met de maatschappij opnieuw herstelt. Verbondenheid is immers de basis van psychisch welbevinden. Om iemand in zo’n overgangsfase verder te helpen, is een goede omkadering effectiever dan psychotherapie.’

De zoektocht naar een plek in de nieuwe maatschappij kan bemoeilijkt worden door trauma. Er zijn immers vluchtelingen die bovenop het rouwproces en de acculturatie ook nog lijden aan een posttraumatische stressstoornis.

Catherine Pauwels: Hier is wél nood aan traumatherapie, waarbij de vluchtelingen opnieuw de confrontatie aangaan met het pijnlijke verleden. Maar meestal hebben zij daar alleen maar de moed voor als er hoop en perspectief is, als er een begin van integratie is.

Daarom ent een effectieve traumatherapie zich op een kwaliteitsvolle psychosociale begeleiding die hoop en perspectief creëert. Traumatherapie en psychosociale begeleiding gaan dus hand in hand en hebben elkaar nodig.

Solentra vertrekt van de community-based consultatie. Wat is dat?

Catherine Pauwels: De eerstelijnsmedewerkers, Solentra, de vluchtelingen en de tolk komen samen om af te tasten wat de problemen zijn. Of de vluchtelingen in de positie zijn om die problemen aan te pakken en indien niet, of ze een netwerk hebben om hen daarin bij te staan. Als ze geen netwerk hebben, voelen ze zich snel vervreemd van de samenleving waarin ze hun weg moeten vinden.

Juist daardoor zetten vluchtelingen ook minder snel de stap naar psychologische hulp.

Catherine Pauwels: Dat mogen we niet zomaar verwachten. Er zijn verschillende drempels naar psychologische hulpverlening toe. Vluchtelingen zijn vaak nog onvoldoende verbonden met de nieuwe maatschappij.

Bovendien is therapie een andere wereld voor hen. Per definitie weten ze niet hoe het zorgsysteem bij ons in elkaar zit. Huisartsen, specialisten voor dit en dat, een psycholoog,… Er zijn zoveel verschillende instellingen. Het is moeilijk om alle rollen van elkaar te onderscheiden, zeker voor mensen afkomstig uit landen waar die rollen niet zo van elkaar gescheiden zijn.

Daardoor missen ze soms het juiste jargon om hun hulpvraag te vertalen naar onze gespecialiseerde hulpverlening. Bovendien bestaan er in sommige landen stereotiepe beelden over psychologische hulp. Het is een stigma.

‘Psychologen alleen kunnen de psychische problemen van vluchtelingen niet oplossen. We moeten meer buiten de formele hulpverlening denken.’

Maar juist omdat veel van hun stress veroorzaakt wordt door sociale problemen verbonden aan de integratie, is er in de behandeling een grote rol weggelegd voor de integratiesector. Die moet hen goed omringen zodat die problemen aangepakt worden en de stresssymptomen gereduceerd worden. Daarom moeten hulpverleners en begeleiders aanklampend werken.

De samenleving kan de hand reiken naar de vluchtelingen via alle diensten die met hen in aanraking komen. Want het is ondertussen al duidelijk dat psychologen alleen de problemen van vluchtelingen niet kunnen oplossen. Wij psychologen moeten veel meer buiten de formele hulpverlening durven te denken en zoeken naar samenwerking tussen diensten en de bredere gemeenschap.

Empowerment

Een belangrijke stap is ‘psycho-educatie’. Kan je dit concept uitleggen?

Catherine Pauwels: Psycho-educatie is niet hetzelfde als naar de psycholoog gaan, het is een soort vorming die de vluchteling zelf inzichten moet bieden in zijn of haar klachten. Omdat het zo’n breed pakket is, van op elkaar inwerkende stressfactoren, moet je dat ook uitleggen aan de vluchteling zelf.

Hulpverleners moeten hen helpen inzien dat hun stressklachten in eerste instantie normale reacties zijn op de abnormale situaties die ze meemaakten. Ze hoeven zich niet ‘gek’ te voelen. De integratiesector moet de psychosociale problemen van de vluchtelingen leren herkennen, vervolgens erkennen en ten slotte normaliseren.

En belangrijk: er structuur in aanbrengen. De uitweg lijkt vaak op een doolhof, en vluchtelingen weten niet waar ze moeten beginnen.

Catherine Pauwels: Psycho-educatie helpt om het vertrekpunt naar de uitweg te identificeren en om de eigen krachten en oplossingsvermogen te versterken. Dat is empowerment. Daarbij vertrek je het best van hun eigen hulpvraag, eigen noden en verlangens, en de obstakels die ze ervaren. Zo voelen ze zich erkend in hun eigen behoeften en herkennen ze zichzelf in onze diensten.

Hun positie herstellen, of opnieuw de persoon worden die ze waren, is vaak moeilijk. Er is veel wat niet meer lukt. Als ze tot het uiterste zijn gegaan in hun pogingen moeten ze op een bepaald moment de situatie aanvaarden. Psycho-educatie helpt hen om niet langer te focussen op wat allemaal niet meer lukt, en de overgang te maken naar wat nog wel gaat. Zij moeten bepaalde zaken kunnen loslaten, wij moeten hen erkennen in de pijn en het verlies.

Je kan je cliënt niet ‘redden’. Wat wel kan, is samen met je cliënt op zoek gaan naar wat er nog mogelijk is, jij als deskundige van hoe de nieuwe maatschappij in elkaar zit, hij of zij als deskundige van zijn eigen ervaring en ambities. Hierin is het belangrijk een juist evenwicht te vinden tussen de realiteit binnenbrengen en toch toekomstperspectief en hoop bieden.

‘Als iemand zegt dat je twintig kilometer zult moeten stappen en het blijken er veertig, raak je ontmoedigd.’

Dat moet echt geval per geval gebeuren: heel gedetailleerd en afgestemd op de specifieke situatie van de betrokkenen uitleggen waar ze door zullen moeten, welke stappen ze zullen moeten zetten, wat de mijlpalen zullen zijn.

De boodschap moet duidelijk zijn. Als iemand zegt dat je twintig kilometer zult moeten stappen en het blijken er veertig, raak je ontmoedigd. Als je van bij het begin weet dat het er veertig zijn, kun je het aan.

Als er dan nog te weinig veerkracht is, of de stresssymptomen blijven hinderen, kunnen we eventueel een traumapsycholoog inschakelen.

Concreet, stel dat een analfabeet buschauffeur wil worden. Dan zou de maatschappelijk assistent eerst alle voorwaarden moeten uitzoeken en uitleggen, dan het beschikbare aanbod voorleggen om aan die voorwaarden te voldoen, en ten slotte de betrokkene begeleiden en opvolgen in zijn pogingen.

Catherine Pauwels: Inderdaad.

Een ander voorbeeld: een vader die geschokt is te horen dat zijn kind leerachterstand heeft en vreest dat de toekomstkansen van het kind zullen vervliegen. In zijn ervaring is ‘school’ een ticket voor de toekomst en is er maar één school. De ambitie van de vader – ‘ik wil een toekomst voor mijn kind en ik heb hiervoor alles achtergelaten’ – moet worden erkend en vertaald naar de nieuwe context.

Begeleiders zouden met handen en voeten het Vlaamse onderwijssysteem moeten uitleggen, ondersteuning voor het kind en het gezin zoeken, en duiden dat technisch onderwijs ook mooie toekomstkansen biedt.

Of nog: een tijd geleden hadden we een dame in therapie. Nadat ze een zwaar trauma had verwerkt, wilde ze zich inschrijven voor een opleiding verpleegkunde. Ze had terug energie. Stopt de ondersteuning daar dan en laten we deze vrouw aan haar lot over? Neen. Ik vroeg de maatschappelijk assistent een vrijwilliger te zoeken die haar zou kunnen blijven bijstaan om Nederlands te oefenen.

OCMW-medewerkers, zorgcoördinatoren op school, CLB’s, dokters, informele netwerken van buurtbewoners, vrienden of familie: ze moeten allemaal samenwerken om de vluchtelingen te ondersteunen?

Catherine Pauwels: Ja. Elk OCMW ondersteunt vluchtelingen en mensen met een migratieachtergrond in hun zoektocht naar een plek in de maatschappij. De OCMW’s bevinden zich dus in de ideale positie om als eerste signaalfunctie te functioneren. Psychosociale begeleiding, wil ze effectief zijn, moet dus daar plaatsvinden.

Draagvlak

Moeten die eerstelijnsdiensten dan niet zelf ook psycho-educatieve vormingen krijgen?

Catherine Pauwels: Dat gebeurt al. Met Europese middelen doen wij aan deskundigheidsbevordering. We bieden gratis vormingen en intervisie aan voor alle OCMW-medewerkers in Vlaanderen. De VVSG (Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, red.) coördineert alles. Zij maakt het aanbod bekend in haar maandelijkse nieuwsbrieven voor OCMW’s.

We bespreken casussen. We leggen het verschil uit tussen acculturatiestress, rouw en trauma. We leren methodieken aan om de veerkracht aan te spreken. We brengen gevoeligheid bij voor de soms specifieke achtergrond van deze doelgroep. Welke aandacht is er nodig voor vluchtelingen die OCMW-medewerkers misschien niet voor andere cliënten moeten hebben?

Cultuursensitieve vaardigheden en kennis over het referentiekader van de ander zorgen ervoor dat je de begeleiding niet over het hoofd van je cliënt aanbiedt. Dat je ruimte laat voor eigen keuzes door de vluchteling. Hulpverleners mogen geen westerse waardenoriëntatie, zoals autonomie, zelfverwezenlijking en maakbaarheid van het individu opdringen.

Er zijn OCMW-medewerkers die de brede gemeenschapsreflex goed beethebben, die goed doorverwijzen en samenwerken. Maar er is zeker nog werk aan de winkel.

Zijn er nog lacunes in het beleid?

Catherine Pauwels: We moeten af van psychiatrie op een eilandje. We moeten nog breder psychosociaal samenwerken. Psycho-educatie, cultuursensitief werken, community based consulting, het gebeurt soms nog te oppervlakkig. Alle betrokken actoren moeten dieper gaan, er meer tijd voor uittrekken.

Dit houdt een kost in die zich gemakkelijk terugbetaalt, maar waar het beleid te weinig rekening mee houdt. In het integratiebeleid moet er nog meer aandacht komen voor geestelijke gezondheid en cultuursensitief werken.

‘We moeten zoeken naar creatieve manieren om de energie van de nieuwkomers en de eisen van de nieuwe maatschappij te verenigen.’

Mensen die niet geschoold zijn, vragen we bijvoorbeeld om elke dag uren in een klas te gaan zitten om de taal te leren. Voor sommigen werkt dat niet. In Duitsland mogen mensen sneller aan het werk en leren ze de taal op de werkvloer.

We moeten creatieve manieren zoeken om de energie van de nieuwkomers en de eisen van de nieuwe maatschappij te verenigen.

Wat is de impact van racisme en vooroordelen over vluchtelingen op de geestelijke gezondheid van die vluchtelingen?

Catherine Pauwels: Als wij zeggen dat er een hele gemeenschap nodig is om oorlogstrauma te helen, dan bedoelen we natuurlijk ook de hele samenleving. Je kan een perfect psychosociaal hulpsysteem bouwen, maar als er geen breed draagvlak is om de vluchtelingen goed te ontvangen, is het voor de vluchteling zeer moeilijk om het vertrouwen in zichzelf en de medemens te herstellen.

Racisme, onverdraagzaamheid, vooroordelen zijn stressfactoren die bovenop de stress van migratie, acculturatie en trauma komen. Ze wegen op de zelfredzaamheid van de vluchteling. Deze factoren creëren angst, terughoudendheid, en isolatie in de eigen afgesloten gemeenschap.

We moeten vluchtelingen juist goed omringen. Ze moeten zich welkom voelen. Dat is in het belang van de hele samenleving.