‘Als rechtspraak onvoldoende is, zorgen we voor veerkracht met solidariteit en collectieve herinnering’

Interview

Regisseur David Lasso volgde juridische strijd na dood van 17-jarige student door politiegeweld

‘Als rechtspraak onvoldoende is, zorgen we voor veerkracht met solidariteit en collectieve herinnering’

‘Als rechtspraak onvoldoende is, zorgen we voor veerkracht met solidariteit en collectieve herinnering’
‘Als rechtspraak onvoldoende is, zorgen we voor veerkracht met solidariteit en collectieve herinnering’

“Cinemedicina”, zo noemt de Ecuadoraanse regisseur David Lasso films die wonden helen. Met “Guañuna”, over de verdwijning en moord op een 17-jarige student, wilde hij zelf zo’n documentaire maken. ‘Dat deze film zoveel mensen raakt, is omdat het leven in Latijns-Amerika onrechtvaardig is.’

© David Lasso

Stilstaande afbeelding uit de documentaire ‘Guañuna’. Protestactie tegen de straffeloosheid in het onderzoek naar de moord op Paúl Guañuna.

© David Lasso

“Cinemedicina”, zo noemt de Ecuadoraanse regisseur David Lasso films die wonden helen. Met Guañuna, over de verdwijning en moord op een 17-jarige student, wilde hij zelf zo’n documentaire maken. ‘Dat deze film zoveel mensen raakt, is omdat het leven in Latijns-Amerika onrechtvaardig is. Niéts verandert aan het staatsgeweld.’

België is sinds kort een Latijns-Amerikaans filmfestival rijker. Films en documentaires die tijdens Kinolatino werden vertoond, zijn een goede lens om te weten te komen wat er vandaag in de regio gebeurt.

Eén van die vertoonde films was de Ecuadoraanse documentaire Guañuna (2022) over de zoektocht naar gerechtigheid voor de moord op de 17-jarige Paúl Guañuna. De student werd in 2007 opgepakt door de politie en de volgende dag dood teruggevonden in een ravijn. Samen met twee vrienden had hij op een muur mapas geschreven, de afkorting van mapagüiras. In het Kichwa betekent mapagüiras het varkensvet dat achterblijft na het koken. Mapagüiras was de bijnaam van Paúl Guañuna en zijn vrienden, die mensen uit hun buurt hen hadden gegeven.

Veertien jaar lang volgde regisseur David Lasso de ouders van de jongeman in hun strijd om gerechtigheid. Hij volgde hun juridische strijd langs de grote instituten in de hoofdstad Quito, maar ook het persoonlijke verwerkingsproces dat vooral plaatsvond in de meer landelijke en grotendeels inheemse wijk in het noordoosten van Quito, Zámbiza.

Naar aanleiding van het filmfestival in Brussel, was Lasso ook te gast in cultuurcentrum Mundana, waar MO* met hem sprak. De thema’s die zijn film aansnijdt, zoals klassenjustitie en politiegeweld, bleken op dat moment pijnlijk actueel te zijn in ons eigen land. De collectieve verontwaardiging over de uitspraken in het Reuzengomproces beheersten toen het publieke debat.

Lasso was een schoolgenoot van Guañuna, één van de persoonlijke beweegredenen voor het maken van de documentaire. Het verhaal en de zoektocht in de film passen in een maatschappelijke en historische context van politiegeweld, racisme en het uitblijven van gerechtigheid.

© Javier Perugachi

Vertoning en nagesprek documentaire ‘Guañuna’ in Latijns-Amerika centrum Mundana in Antwerpen.

© Javier Perugachi

Collectieve herinnering

In een interview met een Ecuadoraanse televisiezender spreekt Lasso over de vierde en ‘laatste stap in het filmproces’, de ontmoeting die hij heeft met het publiek die de film ziet. ‘De film werd voor het eerst vertoond tijdens een filmfestival in Quito’, vertelt hij. ‘Later vertoonden we hem ook in scholen, kraakpanden, culturele centra, stadions en op voetbalvelden.’

‘Dat was niet gepland. Maar dat we de film in kleine zalen toonden, in plaats van het commerciële circuit, gaf het wel zijn identiteit en betekenis.’

Waar de laatste stap in het productieproces om draait, zegt Lasso, zijn de gemeenschappen die ermee worden gevormd. ‘Bij de gesprekken die na de vertoningen werden gevoerd zitten mensen in een soort van bubbel, waar ze emotionele bescherming vinden. Dit pijnlijke en complexe verhaal biedt de kijker een gemeenschap aan, waar hij kan samenkomen.’

© David Lasso

Eén van de vertoningen van de documentaire ‘Guañuna’ in Quito.

© David Lasso

Een publiek in België zal de film anders ontvangen het publiek in Ecuador, maar ook die toonmomenten zijn belangrijk voor de filmmaker. Hij zag hier hoe het publiek de pijn en de strijd van een familie in Latijns-Amerika voelde en erkende. ‘De herinnering aan een persoon, Paul Guañuna, wordt een herinnering voor veel meer mensen. Universele thema’s zorgen voor verbinding.’

‘De gemeenschap rond de film is niet alleen meer de parochie van Zámbiza, maar een veel grotere gemeenschap. Het is niet alleen Quito meer, met de rockers, hiphoppers en andere urbane subgroepen die opkwamen voor Paúl.’

Tussen het publiek in België zaten bovendien ook Ecuadoranen, die in ons land terecht kwamen na de financiële crisis in 2000. ‘En zij herkenden het verhaal van het autoritaire en gewelddadige karakter in het openbaar onderwijs in Ecuador.’

Het openingsbeeld van de documentaire geeft de kijker meteen weer wat het militaire karakter van het Ecuadoraanse schoolsysteem is. Lasso keert er terug naar zijn middelbare school, de Colegio Central Técnico in Quito. Door een handig gekozen filmtechniek lijk je als kijker zelf binnen te stappen in wat een militaire bijeenkomst lijkt. Het is de eerste schooldag en kinderen en jongeren verzamelen zich er op de speelplaats.

‘Door de film ook in België te vertonen, is het mogelijk om dit ook in een internationale context te zien. Mensen in het publiek spraken ook over de situatie in Spanje, Frankrijk of Italië. Over hoe deze vorm van autoritarisme zich uitbreidt naar alle sferen in het leven. In Ecuador is dat bijvoorbeeld duidelijk zichtbaar in het onderwijs.’

© David Lasso

Stilstaande afbeelding uit de documentaire ‘Guañuna’ in het Colegio Central Técnico in Quito.

© David Lasso

500% meer moorden

Verder in de documentaire volgt het juridische proces voor de moord op Guañuna en de impact op zijn ouders. Op deze manier wordt ook de reactie getoond van een land dat bekend staat om zijn politiegeweld, waar mensen verdwijnen achter de muren van staatsinstellingen.

Zo verdwenen in 1988 de Colombiaanse broers Santiago en Andrés Restreppo in Ecuador. Ze werden door de politie tegengehouden, ontvoerd, gefolterd en vermoord. Hun lichamen werden nooit teruggevonden. De documentaire Con mi corazón en Yambo (2011) toont net zoals Lasso’s Guañuna de queeste om gerechtigheid van familieleden. Zus María Fernanda Restreppo vertelt er twee decennia na de verdwijning wat er in al die tijd (niet) gebeurd is.

Recenter, in september 2022, verdween María Belén Bernal in de Escuela Superior de Policía, waar de hogere rangen van de politie worden opgeleid. Dagen later werd ze dood teruggevonden in de buurt van de politieschool in Quito. Haar man, luitenant Germán Cáceres, was voortvluchtig en werd eind 2022 opgepakt in Colombia. Hij bekende zijn vrouw te hebben vermoord in de politieschool. In mei van dit jaar is Cáceres veroordeeld tot een gevangenisstraf van ruim 34 jaar voor femicide.

© David Lasso

Een protestactie tegen de straffeloosheid in het onderzoek naar de moord op Paúl Guañuna.

© David Lasso

Het zijn slechts enkele voorbeelden van verdwijningen en moorden die symbool staan voor een breder probleem van staatsgeweld in Ecuador. Het bracht verontwaardiging en protest naar de straten van Ecuador.

Vandaag is in Ecuador een centrumrechtse regering aan de macht die geweld met geweld bestrijdt. Tussen 2016 en 2022 gingen de moordcijfers met 500% de hoogte in, de snelste stijging in heel Latijns-Amerika. Als reactie op die misdaadgolf vaardigde president Guillermo Lasso een decreet uit dat wapenbezit bij burgers toelaat. Lasso besloot ook om het parlement te ontbinden en riep vervroegde verkiezingen uit.

‘De huidige politieke context toont hoe tijdloos de film is’, zegt de regisseur. ‘De film zou 20 jaar geleden resoneren bij het publiek, het doet dat vandaag en zal dat spijtig genoeg binnen 20 jaar nog doen. Onze instellingen zijn zo conservatief dat ze niet gaan veranderen.’

Maar zelfs progressieve regeringen kunnen weinig betekenen, denkt Lasso. ‘Ook Rafael Correa was niet radicaal genoeg om de controlerende en repressieve krachten, zoals het leger en de politie, in de maatschappij te hervormen.’ Correa was president van 2007 tot 2017. Hij kreeg in ons land asiel, nadat hij in Ecuador veroordeeld werd voor corruptie, wat de oud-president een politieke afrekening noemde.

‘De Ecuadoraanse staat is een politiestaat, een militaire staat’, vervolgt Lasso. ‘Militairen kunnen op straat je documenten vragen. Ze kunnen je rugzak controleren op het openbaar vervoer.’

‘De bestaansreden van het leger is oorlog. Een dagelijkse staat van oorlog is het tegenovergestelde van wat we nodig hebben.’

‘De bestaansreden van het leger is oorlog. Een dagelijkse staat van oorlog is het tegenovergestelde van wat we nodig hebben om onze problemen de baas te kunnen. We hebben nood aan maatschappelijke en politieke oplossingen, geen militaire.’

‘Het budget voor bewapening, voor het leger, voor controle, discipline en tucht groeit in Ecuador’, zegt Lasso. Maar hij ziet het ook elders gebeuren. ‘We onderdrukken mensen liever in plaats van hun ongenoegen te beantwoorden met sociale politiek. Dit genereert alleen maar meer geweld.’

‘Er is niets veranderd’

Nochtans gaan Ecuadoranen nog steeds de straat op om meer sociale rechten te eisen. In oktober 2019 en juni 2022 bracht dat helaas ook de politie en het leger op straat en op de voorgrond. In 2019 registreerde mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch het buitensporige geweld dat gebruikt werd tegen demonstranten en journalisten. Er vielen toen 11 doden, waarvan vier met zekerheid overleden door toedoen van de ordediensten.

Quasi gelijktijdig barstte ook in Chili een sociale bom. Ook daar maakten ordediensten zich schuldig aan zware mensenrechtenschendingen, waaronder folteringen, seksueel geweld, ontvoeringen en buitensporig geweld. Er werden minstens 440 oogletsels en meer dan 30 gevallen van oogverlies of oogruptuur opgetekend door het Nationale Mensenrechteninstituut van Chili.

Geweld van ordediensten tegenover demonstranten zorgen voor nieuwe verontwaardiging en nog bredere protesten, waarop nog meer staatsgeweld volgt.

Ook in Colombia mondde sociaal protest de afgelopen jaren geregeld uit in politiegeweld. Slachtoffers, zoals Dilan Cruz die in november 2019 stierf door politiegeweld, worden tegen wil en dank symbool van het buitensporige geweld, maar ook van verzet en hoop op verandering.

Het is een terugkerend scenario gebleken in Latijns-Amerika. Geweld van ordediensten tegenover demonstranten zorgen voor nieuwe verontwaardiging en nog bredere protesten, waarop nog meer staatsgeweld volgt. Maar deze sociale protesten, die sinds 2019 op meerdere plekken in Latijns-Amerika zichtbaar zijn, laten ook zien dat de bevolking het staatsgeweld niet zomaar meer pikt.

Maar dat leverde nog geen institutionele veranderingen op. Dat weet ook Lasso. ‘Ik merkte wat voor onbehagen de documentaire bij mensen achterlaat. De angst en de woede die de mensen voelen bij het zien ervan heeft te maken met het feit dat wat onrechtvaardig is, nooit is aangepakt.’

‘Er is niets niéts veranderd’, herhaalt de regisseur nogmaals na een korte stilte. ‘En dat is nog niet het ergste, wel dat in plaats van naar een oplossing toe te werken, het probleem alleen maar groter is geworden. Dat de documentaire zoveel mensen raakt, is omdat het leven in Latijns-Amerika onrechtvaardig is. De film maakt dat onrecht zichtbaar.’

Deze hedendaagse gebeurtenissen vinden niet plaats in een historische leegte. Zijn documentaire eindigt Lasso met de vier symbolische woorden: waarheid, gerechtigheid, herstel en geen herhaling. Het zijn woorden die onlosmakelijk samenhangen met dezelfde zoektocht naar waarheid en gerechtigheid na de dictaturen van de jaren ‘70 en ‘80. Het laat zien hoe complex de zoektocht is en dat de relatie met het verleden voortduurt tot vandaag in Latijns-Amerika.

Sommige landen, Argentinië bijvoorbeeld, staan daarin verder dan anderen. In een land als Chili, waar de bevolking 27 jaar lang gebukt ging onder een militaire dictatuur, was het staatsgeweld van 2019 en 2020 opnieuw een traumatische ervaring.

‘Willen we dat dit zich niet herhaalt, dan moet er verandering optreden. Dat kan alleen als we fouten toegeven. We moeten aanvaarden dat de politie structureel moet worden hervormd’, zegt Lasso. ‘En dat gebeurt niet’, herhaalt hij nogmaals. ‘Niet in Ecuador, en niet in de rest van Latijns-Amerika.’

Cinemedicina

Maar dat maakt de regisseur niet minder hoopvol. ‘Als de staat niets verandert, moeten wij dat dag na dag blijven doen. Ik begon met filmen toen ik 28 was en heb veertien jaar aan de film gewerkt. De film en het thema politiegeweld hebben op verschillende momenten in mijn leven een plek ingenomen.’

‘Ik wil niet alleen kunst maken, aan politiek doen of een historisch archief opbouwen. Cinema kan ook een medicijn zijn.’

‘Ik wil niet alleen kunst maken, aan politiek doen of een historisch archief opbouwen. Cinema kan ook een medicijn zijn. Cinema kan genezen. Deze documentaire was voor mij “cinemedicina”. Ik vertel dit verhaal niet om nog meer pijn of haat tegen de politie op te wekken. Ik reflecteer over de realiteit en hoop ons daarmee naar een punt te brengen waarbij de wonden kunnen helen.’

In de film is ook het proces zichtbaar dat Lasso zelf doorliep bij het maken ervan. Hoe kunnen ouders in landen waar hun kinderen worden blootgesteld aan dergelijk geweld voor hen zorgen? ‘Mijn zoon maakte deel uit van de productie, maar is ook één van de redenen waarom ik deze film maakte. Mijn zoon was vijf jaar oud toen ik aan dit verhaal begon, over een vader die zijn zoon verloor.

Hoe kunnen we nadenken over hoe een gemeenschap de pijn van een familie mee kan dragen? Dat was een andere vraag die Lasso ertoe bewoog de film te maken. ‘Don Leonardo, de vader van Paúl, is niet gewelddadig. Hij koos voor de juridische weg. Maar de wet verraadt hem en komt de belofte van gerechtigheid niet na.’

Uiteindelijk worden de agenten die betrokken waren bij de moord Paúl Guañuna na een lang en aanslepend proces in 2009 in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaar. Na drie jaar komen ze vrij.

Daarin schuilt de waarde van de collectieve herinnering, legt Lasso uit. ‘Wat gebeurt er wanneer rechtspraak niet voldoende is? Onze rol ligt aan de andere kant van die rechtspraak. In de herinnering, in het opbouwen van solidariteit en van collectieve herinneringen. We moeten die herinneringen bouwen om veerkracht te genereren.’