Fotograaf en visueel activist Zanele Muholi: ‘Kunst kan levens redden, al het andere is bijzaak’

Interview

Een visuele afrekening met hardnekkige clichés over zwarte lgbtq+’ers in Zuid-Afrika

Fotograaf en visueel activist Zanele Muholi: ‘Kunst kan levens redden, al het andere is bijzaak’

Fotograaf en visueel activist Zanele Muholi: ‘Kunst kan levens redden, al het andere is bijzaak’
Fotograaf en visueel activist Zanele Muholi: ‘Kunst kan levens redden, al het andere is bijzaak’

Len Buggenhout

04 februari 2023

Zanele Muholi documenteert al ruim 20 jaar het leven en lijden van zwarte lgbti+’ers in Zuid-Afrika. Met indringende zwart-witportretten wil de fotograaf deze vaak onzichtbare gemeenschap vastleggen voor het nageslacht. ‘Mijn beelden zijn mijn bijdrage om van de wereld een betere plek te maken.’

© Galerij Uitstalling

Zanele Muholi: ‘Ik hoor nog altijd over zwarte mensen die zich niet kunnen uitdrukken in het Westen, ook al zijn ze in die landen geboren. Hun werk wordt niet gedocumenteerd, galerieën en musea hebben er geen oog voor.’

© Galerij Uitstalling

Zanele Muholi documenteert al ruim 20 jaar het leven en lijden van zwarte lgbti+’ers in Zuid-Afrika. Met indringende zwart-witportretten wil de fotograaf en visueel activist deze vaak onzichtbare gemeenschap vastleggen voor het nageslacht. Tegelijk maken de beelden komaf met stigmatiserende representaties en hardnekkige clichés. ‘Mijn werk is mijn bijdrage om van de wereld een betere plek te maken.’

Een klinkende naam is Zanele Muholi in ons land nog niet. Wat de Zuid-Afrikaanse fotograaf en visueel activist al meer dan 20 jaar doet is nochtans grensverleggend. In uiterst gestileerde, krachtige zwart-witbeelden zet Muholi – zelf zwart en non-binair – lesbische vrouwen en trans personen voor de camera. Met de blik van een insider stralen de taferelen tegelijk kwetsbaarheid en vitaliteit uit.

Muholi werd in 1972 in Zuid-Afrika geboren, toen de apartheid het land nog stevig in zijn greep had. En hoewel de grondwet uit 1996 gelijkheid voor iedereen garandeerde, zijn de rassenwaan en het geweld tegen de lgbt+-gemeenschap vandaag nog lang niet verdwenen.

Met indringende portretten geeft Muholi deze gemeenschap een gezicht en een plaats in de Zuid-Afrikaanse samenleving. Daarnaast is de representatie van het zwarte lichaam een thema dat keer op keer terugkomt. Door de geportretteerden frontaal en zonder rekwisieten af te beelden, legt de fotograaf de parallel met beelden uit de koloniale tijd, als een wetenschappelijk curiosum.

Gevoel van frustratie

Intussen kan Muholi mooie adelbrieven voorleggen. Met een grote overzichtstentoonstelling in Tate Modern in Londen, in de winter van 2020, brak de kunstenaar de deuren van een gevestigd instituut helemaal open. Eerder wijdde ook het Stedelijk Museum in Amsterdam al een expo aan Muholi’s werk, net zoals tal van andere musea in Europa en Noord-Amerika.

Onlangs waren in de Genkse galerij Uitstalling 30 zelfportretten uit de reeks Somnyama Ngonyama (Zulu voor ‘groet de donkere leeuwin’) te zien. Met behulp van alledaagse en gevonden voorwerpen gebruikt de fotograaf het eigen lichaam als canvas om persoonlijke aspecten als kleur, gender en representatie scherp te stellen.

‘Het was een kwestie van therapie volgen of zelf creëren, en therapie was op dat moment geen alternatief. Fotografie heeft me gered.’

Dat Muholi tegelijk ook speelt met klassieke schilderkunst en modefotografie maakt het werk uitnodigend en intrigerend. ‘Op het moment dat ik zelf met fotografie begon, zag ik amper kunst die aan mijn persoonlijke behoefte voldeed,’ vertelt Muholi in een videogesprek vanuit Miami.

‘Dus besloot ik zelf beelden te maken van zwarte lgbti+’ers. In de mainstreammedia kregen homofoben, transfoben en queerfoben spreektijd, mensen die het bestaan van de lgbti+-gemeenschap ontkennen. Omdat ik daar niet aan wou bijdragen, moest ik werk produceren dat mij wél ten goede kwam.’

© Galerij Uitstalling

Zanele Muholi: ‘Als ik kunst maak, denk ik aan hoe ik levens kan redden. Misschien is al het andere wel bijzaak.’

© Galerij Uitstalling

‘Ik ben mijn carrière als kunstenaar dus begonnen vanuit een gevoel van frustratie. Het was een kwestie van therapie volgen of zelf creëren, en therapie was op dat moment geen alternatief. Fotografie heeft me gered.’

U omschrijft zichzelf als een ‘visueel activist’****. Leg eens uit.

Zanele Muholi: Als ik over visueel activisme spreek, heb ik het over hoe iemand beelden gebruikt om politieke en persoonlijke kwesties aan te pakken. Hoe kan kunst de wereld redden? Het is die vraag die voor mij van belang is. Kunst kan een inhoudelijk middel zijn of een uiting van onze eigen expressies. Het hangt af van wat de kunstenaar wil doen met zijn werk.

Als ik kunst maak, denk ik aan hoe ik levens kan redden. Misschien is al het andere wel bijzaak. Ik maak beelden van lgbti+’ers en over de onzichtbaarheid van zwarte lichamen in galeries en musea. In mijn land – en vele andere landen – is er nog altijd nood aan die onderwerpen.

Voor mij gaat visueel activisme dus over het doorduwen van een politieke agenda. Neem mijn fotoreeks Somnyama Ngonyama. Die gaat over de onzichtbaarheid van zwarte lichamen in galerieën en musea, over de noodzaak om deze ruimte in te nemen.

Voor u is kunst dus politiek?

Muholi: De mens is net zo goed een politiek als een creatief wezen. Ik heb het dan niet over de politiek van pakweg stakende mensen, maar over het bestaansrecht van zwarte mensen in de galerie. Kijk, er zijn verschillende galeries en musea waar zwarte kunstenaars ruimte hebben gekregen. Maar hoe komt het dan dat wij nog altijd de behoefte hebben aan méér zichtbaarheid en méér aanwezigheid in die ruimtes?

Waarom ontbreekt het ons nog altijd aan middelen, terwijl wij ons te pletter werken en ons talent delen met mensen over de hele wereld? Dat is voor mij het politieke aspect: zeggen dat wij bestaan, over de grenzen heen. Alles in mijn werk draait om die onzichtbaarheid.

Als ik bijvoorbeeld als zwarte spreek, is er altijd opwinding. Omdat een zwarte iets opmerkelijks doet, omdat het zeldzaam is. Dus krijgt het feit dat een zwart vrouwenlichaam terrein openbreekt iets politieks.

In de doorlopende fotoserie Faces and Phases hebt u intussen 300 lesbische vrouwen voor de lens in uw studio gezet. In Brave Beauties doet u hetzelfde met trans vrouwen, maar op locatie. Wat wil u met deze beelden zeggen?

Muholi: Landen als België, Frankrijk en de Verenigde Staten — delen van de vrije wereld, zeg maar — hebben een bepaalde trots. Een trots op hun inwoners en de bijdragen die ze leveren aan hun land. Ook Zuid-Afrika is een vrij land, maar onze regering of de grondwet — die trouwens de beste ter wereld is — kan niet zomaar over de lgbti+-gemeenschap spreken.

‘Als de aanwezigheid van lgbti+’ers ooit als normaal wordt beschouwd, zullen mijn beelden altijd een referentiepunt blijven.’

We moeten iets tastbaars hebben om te laten zien dat we het hebben over mensen die zich anders voelen. Sommigen worden zo geboren, anderen ontdekken zichzelf onderweg. We hebben boeken en kunst en objecten nodig die dat bestaan weergeven.

Faces and Phases is mijn visuele document van de lgbti+-gemeenschap in Zuid-Afrika. Mijn series zijn mijn verantwoordelijkheid en ook mijn bijdrage aan Zuid-Afrika. Om te zeggen: hier zijn we. En als de aanwezigheid van lgbti+’ers ooit als normaal wordt beschouwd, zullen deze beelden altijd dat referentiepunt blijven. Ze zijn mijn bijdrage om van onze wereld een betere plek te maken.

Want vergis je niet: onze queer lichamen ondergaan geweld, uitsluiting en een mateloos gebrek aan respect. Er moeten nog veel problemen worden aangepakt voordat mensen gewoon zichzelf kunnen zijn. Als visueel activist probeer ik te zeggen: laat mensen met rust, respecteer hen, erken hen en stel vragen als je iets niet begrijpt. Want deze lgbti+’ers hebben jou niets misdaan.

© Galerij Uitstalling

Zanele Muholi: ‘Dit werk werd gemaakt door een Afrikaan. Maar de vraag moet zijn: hoeveel galerieën stonden open voor verandering? Hoeveel musea hebben zwarte mensen in dienst? Hoe zijn de zwarte mensen in je land gedocumenteerd?’

© Galerij Uitstalling

Geen modellen maar deelnemers

Hoe vond u de mensen die u voor uw camera bracht?

Muholi: De personen die ik met gezicht portretteer zijn geen vreemden voor mij. Het zijn mensen met wie ik al samenwerk of die openlijk deel uitmaken van de lgbti+-gemeenschap. Ik werk niet graag met onbekenden of met mensen die nog in de kast zitten. Wie op mijn foto’s staat, weet waarom ze daar staan.

Zijn die mensen dan niet in gevaar?

Muholi: De geportretteerden in mijn werk zijn geen ‘modellen’ maar ‘deelnemers’. We zijn geen buitenstaanders ten opzichte van elkaar. Ik spreek van binnenuit, als een insider in een gemeenschap die ik het meest liefheb. Een gemeenschap waarin iedereen in gevaar is, omdat we nooit weten wat er zal gebeuren.

Maar we kunnen ons niet meer laten leiden door die angst of negativiteit. We moeten niet telkens aan de mogelijke risico’s denken als we iets moois willen maken. We moeten doorduwen, ons werk als opvoeders en als sociaal werkers doorzetten. Eigenlijk moeten wij de hele tijd onderhandelen over ruimte, terwijl hetero’s dat niet hoeven te doen.

In de serie Somnyama Ngonyama richt u de camera voor het eerst op zichzelf. Waarom doet u dat?

Muholi: Ik heb al veel mensen op beeld vastgelegd, maar het is ook voor fotografen zelf heel belangrijk om te onthouden wie ze zijn. Sommige fotografen voelen zich oncomfortabel voor de camera, maar ze fotograferen wel andere mensen. Waarom vinden ze dat niet prettig?

In Somnyama Ngonyama zet ik mezelf dus in de frontlinie. Tegelijk probeer ik het leven van mijn gemeenschap te archiveren, net zoals ook Fases and phases en Brave beauties gericht zijn op archivering.

De beelden uit die serie verwijzen naar mijn land, naar mijn voorouders en naar iedereen die mij voorging en nooit de kans kreeg om voor zichzelf te spreken en gezien te worden. Omdat ik de kans krijg om mijn beelden overal ter wereld te tonen, gaan ze ook over hoe wij zijn behandeld en ons hebben gevoeld.

© Zanele Muholi

© Zanele Muholi

U identificeert zich als non-binair en kiest voor de voornaamwoorden hen/hun. Ik kan me voorstellen dat dat niet vanzelfsprekend is.

Muholi: Ik weet dat de wereld gefixeerd is op die ‘hen’ in mij. Voor mij gaat dat ook over het bestaan van mijn voorouders. Alles wat ik doe of wat ik ben is het gevolg van mijn komst uit iemands lichaam. Het ‘ik’ dat spreekt gaat dus over een diepere kernspiritualiteit, eerder dan over geslacht.

‘Als we spreken over ons bestaan als kunstenaar, moet het niet over Afrika gaan maar over de directe ruimte die iemand inneemt.’

Ik zie jou. Achter het gezicht dat mij nu aankijkt, zitten andere lagen: je moeder en vader, grootmoeder en grootvader. Die ‘hen’ gaat om de erkenning van alle krachten die ons maken tot wie we zijn geworden. Misschien spreekt niet mijn stem tot jou, maar die van mijn overgrootmoeder die met mij meebeweegt.

Die dualiteiten zie je ook in Somnyama Ngonyama. In die reeks zitten portretten die ik zelf niet eens herken. Ik weet wat er aan de hand was toen ik ze maakte, maar toch grijpen ze mij aan. Het is alsof je ergens loopt en je de fysieke aanwezigheid voelt van iemand die je achtervolgt en die er helemaal niet blijkt te zijn. Die andere ‘ikken’, dat zijn de ‘zij/hen’ in mij.

Ik weet dat mensen soms in de war raken. Maar ik ben niet in transitie, het gaat over de aanwezigheid van mijn voorouders in alles wat ik doe. Het gaat erom dat ik de geest en spiritualiteit omarm.

Uw kunst wordt in galeries en musea in de hele wereld getoond. Heeft uw werk ook een impact in uw thuisland?

Muholi: Mijn kunst wordt op vele plekken getoond, dus zou ze zelfs in België een impact kunnen hebben. Ik hoor nog altijd over zwarte mensen die zich niet kunnen uitdrukken in het Westen, ook al zijn ze in die landen geboren. Hun werk wordt niet gedocumenteerd, galeries en musea hebben er geen oog voor. Dus als we spreken over ons bestaan als kunstenaar, moet het niet over Afrika gaan. Het moet gaan over de directe ruimte die iemand inneemt.

‘Hoeveel musea hebben zwarte mensen in dienst? Hoe zijn zij in je land gedocumenteerd?’

Hoe accepteert jouw gemeenschap de zwarte kunstenaars die waarschijnlijk geen steun krijgen? Die Belg en zwart zijn, die de taal spreken maar niet worden meegerekend in de geschiedenis? Het heeft niets met Afrika te maken. Dit moet ons allen aanspreken, als mens, als bezorgde burger.

(op dreef) Ja, dit werk werd gemaakt door een Afrikaan. Maar de vraag moet zijn: hoeveel galeries stonden open voor verandering? Hoeveel musea hebben zwarte mensen in dienst? Hoe zijn zij in je land gedocumenteerd?

Racisme blijft voor zwarte mensen een wereldwijd probleem, zelfs in de landen waar hun ouders of grootouders hebben gezwoegd. We zijn luchtig over mijn werk aan het praten, maar wat gebeurt er in het onderwijssysteem, in medische afdelingen, in gezinssituaties? Dáár gaat mijn kunst over.