‘Gaan we als bank zeggen: met je loontje kan je geen huis meer kopen?’

Interview

Dubbelgesprek Leen Van den Neste (CEO vdk bank) en Koen Schoors (UGent)

‘Gaan we als bank zeggen: met je loontje kan je geen huis meer kopen?’

Leen Van den Neste, CEO van vdk bank, en Koen Schoors, professor economie aan de UGent, zijn gepokt en gemazeld in de financiële wereld. Toch draait ook die wereld om veel meer dan geld alleen. Een gesprek over ethisch bankieren en de rol van de geldsector in de samenleving.

Ieder op hun manier vertolken ze een financieel-economische visie waarin ook ruimte is voor maatschappelijke en ecologische overwegingen. Leen Van den Neste als voorzitter van het directiecomité van vdk en Koen Schoors als professor economie aan de UGent. Want de geldsector, zo klinkt het unisono, draait niet alleen om financieel rendement maar ook om het oplossen van de problemen van onze tijd.

Dat sluit haast naadloos aan bij de verontwaardiging die ontstond na de financiële crisis van 2008. De financiële sector streefde destijds winstmaximalisatie na, ook als dat leidde naar de afgrond. Als reactie op de crash ontstond vanuit het brede middenveld in België het initiatief om een nieuwe ethische bank op te richten: NewB. Na jarenlang werken bleek vorig jaar dat NewB geen banklicentie meer wist te verwerven. En dus werd met vdk bank naar een oplossing gezocht.

‘NewB blijft bestaan als coöperatie maar stopt wel als bank’, zegt Leen Van den Neste. ‘Wij nemen haar klantenbestand over met al haar spaarproducten, betalingsverkeer en kredieten. Ook NewB Invest, een donkergroen beleggingsfonds dat begin 2022 werd opgestart en het in een moeilijk beursjaar vrij goed deed, komt naar vdk. Zo blijft de naam NewB nog wat leven met een bancair product, al is het wel ons product. Het merk NewB als bank verdwijnt wel.’

Om hoeveel geld gaat het?

Leen Van den Neste: NewB Invest bevat 50 miljoen euro. Het spaargeld beloopt zo’n 80 miljoen euro. Daarnaast was er 4 miljoen euro aan kredieten. We nemen 25.000 actieve klanten over, verspreid over heel België. Drie vierde van de klanten zit in Wallonië en Brussel. Dat is ook de markt waar NewB voor ons gaat werken als agentschap. Daarvoor zullen ze een digitaal kantoor op afstand zijn.

‘Iemand verspreidt plots een gerucht en met één muisklik vertrekken mensen met hun geld.’

Vdk werkt met eigen kantoren maar ook met agenten, zelfstandigen die werken vanuit onze franchise. Die zijn fysiek bereikbaar, maar we hebben ook een kantoor-op-afstand voor Vlaamse klanten die geen kantoor in de buurt hebben. NewB zal hetzelfde doen vanuit het Brusselse kantoor voor Franstalige klanten.

Er zal geen fysiek contact punt zijn?

Leen Van den Neste: Vdk bank gaat verder waar NewB gestopt is. We voegen aan het digitaal bankieren wel een extra laag toe: een persoonlijke relatiebeheerder die je dossier van a tot z kent. Wij geloven sterk in persoonlijk contact. Bankieren is vertrouwen. Ik kijk in je ogen en ik weet dat ik aan jou geld mag lenen – natuurlijk ga ik een waarborg vragen — en dat jij mij zal terugbetalen voor zover je dat kan. Als jij je spaargeld bij mij brengt, weet je dat ik daar de juiste dingen mee ga financieren en dat we sterk genoeg zijn om het te kunnen terugbetalen.

Dat vertrouwen schep je niet op een digitale manier. Je kan dat digitaal in stand houden, maar je creëert het niet. Niet iedereen heeft dat persoonlijk contact nodig, maar er is een groep, ook in België, die dat nog altijd het liefst heeft. Voor die groep willen wij er zijn.

Koen Schoors: Ik denk dat de nieuwe technologie en de digitalisering van de laatste twintig jaar, naast alle voordelen, het nadeel heeft dat spaargeld liquider wordt. Makkelijker wegvloeit uit uw bank. Dat hebben we gezien met de recente val van Silicon Valley Bank en Credit Suisse. Mensen krijgen hun nieuws digitaal, zitten in bepaalde echokamers … Iemand verspreidt plots een gerucht en met één muisklik vertrekken mensen met hun geld.

Ik denk dat louter digitaal contact – zonder fysiek contact – dat versterkt. De regels zeggen eigenlijk dat relatieklanten, zoals grote bedrijven en grote vermogens, stabieler zijn. Maar in deze crisis hebben we gezien dat het omgekeerd is. De grote beleggers zijn allemaal weggelopen na de eerste geruchten. De kleine spaarders, die dikwijls ook verzekerd zijn, zijn gebleven. Een bank die een meer directe relatie met vele kleinere klanten heeft is stabieler dan een bank die afhangt van een beperkt aantal grote klanten die in de cloud leven.

Zeggen jullie nu dat het omvallen van die twee banken te wijten is aan overmatige digitalisering?

Leen Van den Neste:  Dat werkt versterkend, zoals Koen zegt. Echokamers, sociale media.

‘Het is vandaag moeilijk om een nieuwe bank vanaf nul op te bouwen.’

Koen Schoors: Die banken hadden fundamentele problemen die niet op tijd zijn aangepakt. Maar een ander deel van het probleem is dat met name grote spelers in een mum van tijd weg zijn.

Leen Van den Neste: Als je kwetsbaar bent, volstaat een vonk.

Dat roept dan toch weer vragen op over de stabiliteit van banken.

Koen Schoors: Van sommige banken.

Hoe onderscheid je die ‘sommige banken’ van andere?

Koen Schoors: Het gaat om banken die zich heel erg concentreren op grote vermogens of bepaalde soorten bedrijven. Ze hebben dus niet veel maar grote deposito’s, die daardoor ook niet verzekerd zijn. Die zijn kwetsbaarder dan banken met een gedifferentieerd veld van kleine spaarders. Daar moeten we over nadenken, want de regels gaan uit van het omgekeerde.

Gesloten en complex systeem

Waarom is het niet gelukt om NewB van de grond te krijgen als bank?

Leen Van den Neste: Het is vandaag moeilijk om een nieuwe bank vanaf nul op te bouwen.

Koen Schoors: Een bank is een complexe organisatie, heel sterk gereguleerd en erg gebaseerd op vertrouwen.

Hoe zijn de textielarbeiders van Gent die in 1926 vdk oprichtten daar dan wel in gelukt?

Leen Van den Neste: Het was toen veel eenvoudiger. De regelgeving is bijzonder complex geworden. De cybersecurity, bijvoorbeeld. Ga daar maar eens aan staan. Je strijdt tegen georganiseerde bendes die continu proberen de bancaire veiligheid een stap voor te zijn.

‘Wie risico’s heeft genomen, mag je niet redden. Want dan kan je alleen maar winnen door risico te nemen.’

Kortom: de drempel voor nieuwe banken is veel hoger dan toen, en dat komt deels door de regelgeving.

Leen Van den Neste:  Het is jammer als nieuwe spelers niet meer mogelijk zijn.

Koen Schoors: Dat is echt een probleem. Want sommige banken verdwijnen. Het gevolg is dat het banklandschap steeds meer geconcentreerd is. Daarom ben ik fan van heel strenge maar minder regels. En toelaten dat er nu en dan een bank failliet gaat, maar ervoor zorgen dat daardoor niet het hele systeem kapseist.

De bedoeling zou altijd zijn dat gewone spaarders tot 100.000 euro gedekt zijn door de depositoverzekering. Maar grotere spaarders en aandeelhouders moeten wel de gevolgen voelen. Credit Suisse betaalde jarenlang dikke dividenden. Nu het slecht gaat, zouden wij de aandeelhouders moeten redden. Neen, wie aandeelhouder is, neemt risico’s. Daarom is het goed dat de aandeelhouders van Credit Suisse verliezen hebben geleden.

Is een systeem waarin banken niet kunnen failliet gaan nog een markt?

Koen Schoors: We hebben dat niet helemaal. Belfius is het vervolg van Dexia, dat failliet is gegaan. Optima ging ook failliet. Noem maar op. We hebben niet alle aandeelhouders gered maar wel veel. Wie risico’s heeft genomen, mag je niet redden. Want dan kan je alleen maar winnen door risico te nemen.

Daar zitten we nu niet meer in?

Koen Schoors: Neen, het is veel veiliger geworden.

Leen Van den Neste: Absoluut. Toen had je banken met minder dan 3% kapitaal. Dat is bijna ongelooflijk.

Koen Schoors: Nu spreken we over minstens het dubbele. Er zijn ook de liquiditeitsvereisten, de strengere controles op geld witwassen enzovoort.

‘Een stabiele aandeelhouder die geen eisen van meer dan 10% rendement stelt, geeft veel rust.’

Leen Van den Neste: Ook de gebruikers worden beter beschermd. Hoe ga je met je klant om als die wil beleggen? Je moet nu vragen wat de klant wil. Een defensieve klant mag je niet naar zeer dynamische producten sturen.

Verwachten jullie dat er nog andere banken vallen?

Leen Van den Neste: Zeg nooit nooit.

Koen Schoors: Juist.

Leen Van den Neste: De twee gekapseisde banken waren beursgenoteerd. Dat schept ook kwetsbaarheid. Bij Credit Suisse heeft de grootste aandeelhouder (Saudi National Bank, red.) gezegd: ik stort geen geld meer bij, trek uw plan. Die had 10% van de aandelen.

Een stabiele aandeelhouder – de textielcentrale is nog altijd mijn aandeelhouder – die geen eisen van meer dan 10% rendement stelt, geeft veel rust. Ook in termen van hoe je bouwt aan je bank en hoe je omgaat met risico’s. Dat helpt om de juiste beslissingen te nemen. Net als het feit dat je niet geleefd wordt door een beurskoers die op en neer gaat.

Ruimte die een aandeelhouder schept

Is de textielcentrale nog altijd uw aandeelhouder?

Leen Van den Neste: Absoluut. De centrale bestaat niet meer als dusdanig. Ze is gefusioneerd met de metaalsector en heet nu ‘metaal en textiel’. 60% van de aandeelhouders die aan de wieg stonden is er nog: de Christelijke Mutualiteit, Beweging.net, de vakbond. Zelfs de erfgenamen van een aantal van de families van het eerste uur zitten nog altijd in ons kapitaal. Weten dat die aandeelhouder aan je kant blijft staan en er niet de stekker zal uittrekken, helpt om de juiste beslissingen te nemen.

Deze Gentse tak van de christelijke arbeidersbeweging is destijds niet mee gegaan in het Dexia-avontuur.

Koen Schoors: Zij waren diegenen die het hoofd koel hielden.

Leen Van den Neste: Onze aandeelhouders waren tevreden met het rendement dat ze kregen. Met de manier van werken, met wat we voor hun achterban deden. We hebben nu een heel interessante discussie in de raad van bestuur over de groene taxonomie die de EU gaat opleggen om de opwarming tot anderhalve graad te beperken.

Koen Schoors: Ze is al voor een deel opgelegd, een ander deel moet nog komen.

Leen Van den Neste: In ons bestuur denken we na over hoe we ons daarop voorbereiden. De EU benadrukt vooral de E van ‘ESG’ (de in beleggingskringen bekende afkorting die staat voor ecological, social and governance, red.). Wij zeggen: waar is de S? Wij willen dat gewone mensen voor wie wij bankieren nog die woning kunnen verwerven met een E- of F-label (die het niveau van isolatie aangeven). Woningen dus, waarvan de EU zegt: akkoord, maar binnen de vijf jaar moet het een C-label zijn. Mensen gaan dat niet kunnen betalen.

Dat evenwicht vinden is heel belangrijk. Willen we die mensen allemaal de huurmarkt op sturen? Daar wil ik graag het debat over openen. Ik vind die E heel belangrijk. Geen investeringen in fossiele brandstoffen, natuurlijk. Die hebben wij niet meer in onze portefeuille. Maar dat is het makkelijke deel. Je moet ook met gewone mensen aan de slag. In Gent zijn er veel woningen met een E- of een F-label. Gaan wij zeggen: een woning kopen gaat niet meer met uw loontje?

Ik wil niet afdingen op de noodzaak van sterke ecologische maatregelen. Maar de emancipatorische kracht die wij in 1926 hadden om die arbeiders hun loon bij ons op een spaarrekening te laten zetten zodat ze een huis konden verwerven… die kracht moeten wij nu heruitvinden.

Wat wil u zeggen aan de politiek?

Leen Van den Neste: Mijn zorg is dat we in een wereld belanden waarin technocraten in Brussel of Straatsburg beslissingen nemen op een manier die niet noodzakelijk erg democratisch is. En dat gewone mensen ze niet meer begrijpen, wat de polarisering nog versterkt. Om die polarisering tegen te gaan, moet je ervoor zorgen dat mensen mee kunnen doen.

Is dat met de huidige regels moeilijk?

Leen Van den Neste: Ja. Mensen wiens ouders en grootouders bij ons geld hebben geleend voor een huis moet ik dan vertellen: jij hebt een F-label, maar je houdt aan het einde van de maand niet genoeg over om verbouwingen te doen. Deze mensen begrijpen dat niet. Dat is wel waar we snel naar aan het evolueren zijn. We vinden de E ontzettend belangrijk, maar dat mag niet ten koste gaan van het leven van de gewone burger.

De transitie kan toch niet lukken, als je niet iedereen mee krijgt?

Koen Schoors: Als je in een structurele aanpak voorziet om iedereen die via vdk een dergelijk huis koopt bij de verbouwing ontzorgen, zal dat veel goedkoper kunnen. Bovendien, als die regel echt ingang vindt, zullen F-huizen goedkoper worden. Waardoor mensen meer overhouden voor renovatie. Het probleem is dat je aanvankelijk minder kan lenen, want het huis is minder waard. Dat moet je oplossen. Je moet een juridisch systeem ontwerpen waarbij de toekomstige waarde na renovatie mee kan tellen als je leent.

Leen Van den Neste: Het is ook moeilijk om dat allemaal digitaal uitgelegd te krijgen. Je moet samenzitten met mensen. We hebben een tool die toelicht wat je moet doen om van F naar C te gaan, zelfs welke subsidies je daarvoor kan krijgen. Die aanpak bouwen we nu uit, ze is er eigenlijk al. In een persoonlijk onderhoud kan je ook opvolgen of de werken wel gebeuren. Want die moeten binnen vijf jaar gebeuren.

Ethisch bankieren

Vdk noemt zich een ethische bank. Hoe vul je dat ethische in?

Leen Van den Neste: Voor onze effectenportefeuille hebben we een heel strenge ethische code die we zeer rigoureus volgen. We gaan nu voor het eerst alle bedrijven waarin we geïnvesteerd hebben – obligaties en aandelen – bekendmaken op onze website.

Het ethische zit zowel in de E, de S als de G. Ecologisch in onze beleggingen en onze eigen activiteiten. De S, de sociale dimensie, betekent dat we aan de slag gaan met onze klant. De G van governance betekent in de eerste plaats transparant zijn over hoe we werken. We proberen op de drie fronten echt het verschil te maken. En ik denk dat we daarin vrij uniek zijn. Zeker in onze klantenbenadering.

Maak dat eens concreet.

‘We willen niet alleen in Wallonië en Brussel, maar in heel België bankieren.’

Leen Van den Neste: We waren de eerste die na de lockdowns weer zijn opengegaan. In Vlaanderen zwemmen we tegen de stroom in door meerdere fysieke kantoren te openen. Veel collega’s hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om kantoren te sluiten of mensen alleen nog op afspraak te ontvangen. En een klant van 20.000 euro krijgt geen afspraak.

Hoe gaan jullie om met je personeel? Veel banken roteren hun personeel opdat ze niet te dicht bij de klant zouden staan. Dat bemoeilijkt de vertrouwensrelatie.

Leen Van den Neste: Dat is één ding, maar ook: wie iets verkocht dat niet bij die klant past is weg als het tegenvalt. Hij moet het niet meer oplossen. Onze klanten mogen zo lang als ze willen bij bij een kantoor blijven.

De vrees is dat personeel dat te lang blijft, zich meer met de klant identificeert dan met het hoofdkwartier.

Koen Schoors: Je klant dienen, is nochtans wat je zou willen. Maar als mensen lang op één post blijven, moet je ze dus wel controleren.

Als iemand lang blijft, kan die lang iets verkeerd doen.

Leen Van den Neste: Controles scherp houden, zorgt dat dit geen probleem is.

Vdk is altijd een Gentse bank geweest. Veranderen de Waalse en Brusselse klanten van NewB dat?

Leen Van den Neste: We zijn nu een Gentse bank die zijn vleugels uitslaat. We willen trouwens niet alleen in Wallonië en Brussel, maar in heel België bankieren. Met behoud van ons duurzaam en sociaal DNA.

Banken redden het klimaat?

Hoe belangrijk is de rol van de financiële sector in de klimaattransitie?

Koen Schoors: Allesoverheersend.

‘Waarom zou je geen consortium maken van banken?’

Leen Van den Neste: Wij gaan die financieren. Als wij dat niet doen, zal het niet gebeuren. Voor risicovolle projecten moet je risicokapitaal mee hebben. Als een investeerder 10 tot 20% inbrengt, zal de bank — als je hem kan overtuigen van de rendabiliteit — meegaan. De bank geeft dus schaal. Met 10 à 20% procent kan je 100% financieren. We gaan het samen moeten doen, met de maatschappij.

Koen Schoors: Als je niet iedereen meekrijgt, zal het niet lukken. Mensen zullen kwaad worden. Als mensen voelen wat er voor hen in zit, verandert dat veel. De renovatiegolf moet ook de mensen die nu beroerd wonen betere woningen bieden.

Een ander voorbeeld zijn windmolens op zee. We gaan die productie verviervoudigen. Daardoor krijg je een immense krachtcentrale op zee. Maar wat zie je vaak? Grote contract voor stroomlevering die gesloten worden met grote industriële spelers voor twintig jaar. Goed voor de emissies van die bedrijven, maar wat zien de burgers daarvan? Niets. Waarom zou je hen niet meer betrekken?

Via de financiering?

Koen Schoors: Laat de energiecoöperaties een deel van de aandelen kopen en ook een deel van de energie consumeren. Met een coöperatief aandeel van 250 euro word je klant van zo’n bedrijf dat je veel stabieler en goedkoper stroom geeft.

Dat is toch wat Seacoop wil? De burgercoöperatie werd opgericht met het oog op deelname aan de te bouwen windparken.

Koen Schoors: Inderdaad. Er is ook een grote rol weggelegd voor de banken. Want je hebt veel meer nodig dan dat risicokapitaal. De banksector kan helpen om dat mogelijk te maken.

Is dat het soort projecten waarbij vdk betrokken wordt?

Leen Van den Neste: Windmolens op land financieren we natuurlijk, maar windparken op zee zijn van een andere orde. Wij willen daar graag bij horen maar wij zijn een voorzichtige bank. Onze kredietlimiet is 15 tot 20 miljoen euro per dossier. Met wind op zee spreek je over heel andere bedragen. Daar zijn we principieel in: die kredietlimiet overschrijden we niet, ook al is dat een prachtig project.

Koen Schoors: Mijn creatieve geest zegt dan: waarom zou je geen consortium maken van banken? Iedereen houdt zich aan zijn eigen veiligheid en samen financier je dat.

‘Als je weet waar je naartoe wil, kan de overheid zo een grote rol spelen.’

Leen Van den Neste:  Inderdaad. Bepaalde windprojecten die voor ons te groot zijn, doen wij al samen met Triodos.

Vanwaar komt de voorzichtigheid bij vdk?

Leen Van den Neste: We hebben lessen geleerd uit 2008. Ons eigen vermogen is afgerond 400 miljoen. Stel dat wij in een project van 100 miljoen stappen en dat loopt fout. Een orkaan die al die windmolens wegblaast, bijvoorbeeld. Dat is 25% van mijn eigen vermogen. Er zijn limieten waar we niet over gaan. Dat biedt ook comfort.

Je kan beter slapen?

Leen Van den Neste: Inderdaad. Ik slaap graag. (lacht)

Die voorzichtigheid heeft ervoor gezorgd dat vdk, in tegenstelling tot andere financiële instellingen van de christelijke arbeidersbeweging, niet meeging in Dexia. En als gevolg nu nog bestaat.

Leen Van den Neste: Ook dat is duurzaam. Nadenken over hoe ver je kan gaan.

De rol van overheidsinvesteringen

Jullie zitten beiden in het bestuur van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM). Die investeert overheidsmiddelen van de EU en België. Wat kunnen overheidsmiddelen dat de private sector niet kan?

Koen Schoors: In essentie gaat het erom dat de overheid risico’s kan nemen die de private sector nog niet kan nemen. Door te co-financieren komt ook de privésector over de brug. Maar dat moet je enkel doen voor zaken die maatschappelijk nuttig zijn, al is uiteraard ook financieel rendement een voorwaarde: de pot moet groeien.

Bijvoorbeeld: in de biotechnologie zal de FPIM meer dan andere durfkapitalisten investeren in preventieve biotech, niet alleen in geneeskunde. Dat brengt misschien financieel minder op, maar is maatschappelijk erg nuttig. In de energietransitie is er nood aan laadpaalparken of batterijparken. We weten niet of die snel rendabel zullen zijn.

Het is het klassieke kip-of-eiprobleem: wie durft het eerst? Een overheidsfonds dient dus om coördinatieproblemen, om kip-of-eiproblemen op te lossen. Als je weet waar je naartoe wil, kan de overheid zo een grote rol spelen.

Ander punt: in België zijn we sterk in het ontwikkelen van nieuwe technologie. Maar zodra die wat vorm heeft, verkopen we alles. Af en toe strategische sectoren zich laten ontwikkelen is belangrijk voor elk land. Omdat zo de toegevoegde waarde, als de technologie eenmaal rijp is, niet wegstroomt naar het buitenland. Een overheid kan dat mee mogelijk maken.

Leen Van den Neste: Daarnaast zorgt de FPIM ook voor verankering. Dat dit belangrijk is, heeft covid ons geleerd. Zorgen dat bepaalde essentiële technologieën – en de financiële sector hoort daar ook bij – in eigen handen blijven.

Koen Schoors: De Belgische verzekeraar Ageas is daar een voorbeeld van. Het belang daarvan zagen we bij de grote overstromingen van 2021. Stel dat er geen enkele Belgische verzekeraar meer is: gaat de Belgische overheid dan zeggen dat verzekeraars eerst snel de mensen moeten voorschieten, en dat we later wel samen een oplossing zullen uitwerken?

‘We doen er vaak wat schamper over, maar ik vind dat wij zeer sterke ambtenaren hebben.’

Als dat een buitenlands bedrijf is, zal dat traag en met mondjesmaat gebeuren. Beslissingscentra in eigen land zijn cruciaal. Bovendien hebben verzekeraars langetermijnverplichtingen. Zij kunnen dus investeren in infrastructuur in eigen land. Als je dat allemaal laat vertrekken, speel je veel kwijt.

Leen Van den Neste: Het failliet van Credit Suisse is ook een stukje dat. Dat had geen Zwitserse referentieaandeelhouder meer.

Ik ben net terug uit Congo. Ik zag daar hoe cruciale investeringen niet gebeuren omdat de overheid die rol niet geloofwaardig kan of wil opnemen.

Leen Van den Neste: We klagen veel in België maar in feite moeten we ons gelukkig prijzen met onze overheid. We doen er vaak wat schamper over, maar ik vind dat wij zeer sterke ambtenaren hebben.

Koen Schoors: We beschikken over een goed apparaat.

Dat hoor je zelden.

Leen Van den Neste: We hebben een generatie zeer sterke ambtenaren_._ Mensen die in de privésector een stuk meer zouden kunnen verdienen maar die hun werk echt zien als een dienst aan de gemeenschap. Die het doen in het hogere belang.

Koen Schoors: Dat is heel sterk. Zij creëren een cultuur op dat vlak.

Dat staat haaks op neoliberaal denken dat de overheid per definitie in een negatief daglicht stelt.

Leen Van den Neste: Daarom vermeld ik het ook. Lopen er dingen fout? Ja. Maar we hebben een sterk ambtenarenkorps en dat is waardevol.