In één van de vele bureaus die het Europees Parlement in Brussel telt, wappert de Piratenvlag. Julia Reda – Duits, 28, internetprofeet – is er als enige verkozene van de Piratenpartij vast van plan de Europese wetgeving met betrekking tot copyright en databescherming te enteren. 'Onduidelijke wetten en massale surveillance, die combinatie is het grootste gevaar voor de democratie.'
Met haar simpele pull en wijde broek is Julia Reda een aparte verschijning in de Europese wandelgangen. De mainstreampartijen durven al eens lacherig te doen over de Piraten – geeks en nerds – maar Reda weet bijzonder goed waar ze mee bezig is. Solidariteit, open kennis weg van de gecentraliseerde macht, een Europa voor en door iedereen, dat is haar doel.
Haar waarden zijn geïnspireerd door het internet, waar iedereen gelijk, gelinkt en vrij is. De razendsnelle technologische vooruitgang moet iedereen meer slagkracht geven, niet enkel de happy few met voldoende bagage. Maar dat is niet altijd evident… Terwijl ze haar blik nooit helemaal van haar computerscherm haalt, spreken we over vier uitdagingen voor het Europa van morgen.
‘De EU stelde haar copyrightwetten voor het internettijdperk op in 2001, toen Facebook nog niet bestond en Wikipedia nog maar net van de grond kwam.’
Christoph Giesel (CC BY 2.0)
Data privacy
‘Er is geen enkele manier om het publieke belang effectief te verdedigen tegen dit soort bedrijven.’
Het wereldwijde web is van iedereen, maar het zijn de ‘big three’ die er in belangrijke mate de spelregels en wegwijzers bepalen: Facebook, Google en Apple. Zij volgen ook je hele online doen en laten en spelen die info door aan reclamejongens; ze hebben toegang tot miljarden emails en andere persoonlijke info en zouden ook samenwerken met de NSA.
Aan privacy doen de grote online spelers niet. Onze gegevens zijn immers hun geld. Wat doe je daaraan?
Reda: ‘Het internet is een globaal medium, de meerwaarde van zulke grensoverschrijdende services is duidelijk, net als de vraag ernaar. Het probleem van dataprivacy raakt aan de kern van het globaliseringsproces dat we vandaag meemaken: er zijn multinationale bedrijven die functioneren over landsgrenzen heen, maar tegelijk hebben we geen enkele globale democratische structuur. Er is geen enkele manier om het publieke belang effectief te verdedigen tegen dit soort bedrijven.’
‘Dit geldt zeker voor de EU: vanuit één lidstaat kan een bedrijf vrij zaken doen met alle andere landen van de Unie. Het zal dus steeds het land met de laagste standaarden kiezen als uitvalsbasis. Dit geldt voor databescherming, maar ook voor zaken als belastingen. Als we enige vorm van consumentenbescherming willen, moeten we dat aanpakken op Europees niveau. Alleen samen kunnen we zeggen: ‘als je zaken wil doen met 500 miljoen Europeanen, moet je je aan de privacyregels houden.”
Facebook Messenger ziet en volgt u
Over de nieuwe privacyvoorwaarden van Facebook is al veel inkt gevloeid. Maar de Messenger-app, om het sociale netwerk op je smartphone te betreden, zou nog een paar stappen verder gaan. Er gaan geruchten dat de app je locatie doorspeelt aan derden en al je transacties op je telefoon opslaat. Een security-expert die de code achter de app uitploos, verklaarde zelfs dat die meer spyware bevatte dan programma’s die bedrijven gebruiken om pc’s van werknemers in de gaten te houden.
Transparantie
‘Jezelf ontplooien, een eigen mening ontwikkelen, dat kan alleen als je niet voortdurend in de gaten gehouden wordt.’
Lees ook: De gouden eeuw van internetspionage
Maar de overheid die ons moet beschermen verzamelt ondertussen ook massaal persoonlijke data, onder andere in het kader van de ‘war on terror’ ? ‘Klopt. Het is niet alleen de Amerikaanse NSA die massaal de eigen burgers bespioneert, er is een erg hechte internationale samenwerking van inlichtingendiensten. De EU-lidstaten werken hieraan mee. En dat is gevaarlijk: jezelf ontplooien, een eigen mening ontwikkelen, dat kan alleen als je niet voortdurend in de gaten gehouden wordt.’
‘Het wordt vooral gevaarlijk voor de democratie als de regels zo ingewikkeld zijn dat iedereen de hele tijd wel een of andere wet aan het breken is, zoals het geval is bij copyright bijvoorbeeld. Als je dan tegelijkertijd grootschalige surveillance hebt, bestaat het risico dat de verzamelde data misbruikt worden. Het risico bestaat dat degenen aan de macht die wetten selectief gaan handhaven om personen, die politiek lastig zijn, te vervolgen. We moeten dat dringend aanpakken, zodat het gedrag van overheden werkelijk gecontroleerd wordt door de burgers.’
GCHQ, friend or foe?
De Britse inlichtingendienst GCHQ onderschepte e-mails van journalisten van Le Monde, BBC, The New York Times en meer. Dat ontdekte The Guardian op basis van geheime documenten die bij hen terechtkwamen via klokkenluider Edward Snowden. Daaruit blijkt ook dat de Britse dienst onderzoeksjournalisten op hetzelfde bedreigingsniveau klasseert als terroristen of hackers. Internetcommunicatie gebeurt standaard via glasvezelkabels. GCHQ tapte een aantal van deze kabels af, en kon zo in enkele minuten tijd tienduizenden e-mails verzamelen. Het was ook GCHQ die achter de digitale spionage bij Belgacom zat, die vorig jaar aan het licht kwam.
Wat stelt Reda dan voor om de inlichtingendiensten netjes aan de democratische leiband te houden? ‘Wel, eigenlijk vind ik dat we de geheime diensten gewoon helemaal moeten afschaffen. Het structurele probleem met die inlichtingendiensten is dat er nog steeds geen enkele manier is om ze effectief te controleren via het Parlement. Ze zijn een macht op zich, los van de burger. En als we ze niet kunnen controleren, is het beter dat ze er niet zijn.’
Copyright
‘Iedereen, van individuen tot bedrijven en overheidsinstellingen, breekt de wet met de regelmaat van de klok.’
De Piratenpartij werd tien jaar geleden opgericht als reactie op de oneindige mogelijkheden die het internet bood voor het delen van informatie. Muziekhuizen, Hollywoodmogols en andere gevestigde spelers binnen het gebied van copyright schreeuwden ‘broodroof’, maar de Piraten zagen het anders. Kennis is immers macht, en de controle over de verspreiding van die kennis is absolute macht.
Het hoeft dus niet te verbazen dat Julia Reda als Europarlementslid in de eerste plaats de verantwoordelijkheid voor de op til zijnde copyrighthervorming in de wacht wou slepen.
Eind januari presenteerde ze haar rapport met voorstellen – en zette het naar goede Piratengewoonte integraal online. Iedereen die wilde kon op die manier rechtstreeks commentaar en toevoegingen aanbrengen.
Netflix: wettig streamen & belasting ontwijken
Netflix is een onlinedienst die je series en films laat bekijken tegen een vaste prijs per maand. Het is een wettig alternatief voor illegale downloads voor bijvoorbeeld Game of Thrones-fans die niet willen wachten tot de nieuwste aflevering bij ons op tv verschijnt. Het Amerikaanse bedrijf heeft meer dan 50 miljoen abonnees wereldwijd en is ook in dertien Europese landen actief. Netflix’ Europese verovering verliep niet zonder slag of stoot: in Frankrijk kreeg het flink tegenwind van de Conseil Supérieur de l’Audiovisuel, zeg maar de Franse Sabam. Het bedrijf betaalt immers niet de Franse audiovisuele belasting – en doet dat op een legale manier, omdat het vanuit Amsterdam opereert op de Franse markt.
Wat is er mis met de huidige wetgeving op intellectuele eigendom? ‘De EU stelde haar copyrightwetten voor het internettijdperk op in 2001, toen Facebook nog niet bestond en Wikipedia nog maar net van de grond kwam. Daarbij zien we twee grote problemen. In de eerste plaats hebben bepaalde regels dringend een update nodig, zoals die voor het uitlenen van e-books. Momenteel mogen bibliotheken e-books enkel tonen op één bepaalde computer in de bibliotheek zelf, maar bibliotheken in veel landen staan zwaar onder druk door besparingen. Het uitlenen van e-books kan er dan voor zorgen dat iedereen toch toegang blijft hebben tot boeken.’
‘Ten tweede: als het erop aankomt, heeft elke lidstaat zijn eigen copyrightwetten. Maar aangezien het internet een globaal medium is, wisselen mensen dingen uit over die nationale grenzen heen. Als ik iets deel dat een vriend van mij in een ander land online gezet heeft, ben ik niet zeker of dit ook in mijn land legaal is. We zouden dus allemaal expert moeten zijn in 28 verschillende copyrightwetgevingen. Dat gaat gewoon niet. En dus breekt iedereen, van individuen tot bedrijven en overheidsinstellingen, de wet met de regelmaat van de klok.’
‘Hierdoor is het ook moeilijk om onlinediensten aan te bieden in de EU. Streamingbedrijven zoals Spotify of Netflix moeten hun diensten land per land uitrollen. Duidelijke, gemeenschappelijke Europese copyrightregels zouden het veel makkelijker maken om zo’n onlinedienst aan te bieden. Niemand houdt toch van de boodschap: ‘deze video is niet beschikbaar in uw land’?
De voorstellen in Reda’s rapport – haar team heeft zelf een mooie & behapbare samenvatting gemaakt – zijn verrassend gematigd, maar goed doordacht. Alleen zo maakt het ook echt een kans om realiteit te worden, is haar verdediging tegenover radicalere Piraten. Het wordt nu besproken in de verschillende comités van het Europees Parlement, dan gaat het naar de Commissie.
Deeleconomie
‘De deeleconomie kan ons helpen om efficiënter gebruik te maken van resources en onze ecologische voetafdruk te verkleinen.’
Een ander fenomeen dat samen met het internet groeide, zijn de grote namen van de ‘sharing economy’ of deeleconomie: Airbnb of taxidienst Uber, om er maar twee te noemen.
Fans loven het als een toonbeeld van innovatie: originele diensten aangeboden aan lage prijzen en eenvoudig te gebruiken.
Critici wijzen op de sociale gevolgen: voor Uber moet je zelf een auto hebben, voor Airbnb een eigen appartement. En het zijn taxichauffeurs en lagere bedienden uit de hotelsector die de klappen van deze concurrentie krijgen, niet meteen de economisch sterksten van de samenleving.
Reda: ‘De grote positieve kant is dat we zelf veel minder moeten hébben. Het is totaal onhoudbaar dat iedereen een auto bezit. De deeleconomie kan ons helpen om efficiënter gebruik te maken van resources en onze ecologische voetafdruk te verkleinen. Maar ik zou graag meer initiatieven van onderuit zien op basis van dit principe. Momenteel heb je vaak één grote marktspeler die zijn model aan iedereen oplegt. Als het erop aankomt, denk ik niet dat een groot globaal bedrijf als Uber kan concurreren met mensen die zich organiseren op lokaal niveau. Er moet een beleid komen dat dat ondersteunt.’
Uber: delen of nemen?
Uber is een onlineplatform voor taxidiensten: je geeft in waar je heen wil en de app speelt dat door naar het netwerk van chauffeurs. Dat is een simpel en efficiënt systeem, maar de taxivergunningen of het legale kader ontbreken. Toen het bedrijf uit San Francisco ook in Brussel voet aan de grond kreeg, botste het op minister van Mobiliteit Pascal Smet. Hij betichtte Uber van uitbuiting en oneerlijke concurrentie, diende klacht in bij het parket én stuurde er undercover passagiers op uit om illegale taxi’s te ontmaskeren. Ook de officiële taxi’s bleven niet bij de pakken zitten: zij ontwikkelden een eigen app, eCab, en plakten met een knipoog naar Brusselaar Magritte grote stickers met ‘Ceci n’est pas un taxi clandestin’ op hun wagens. Ondertussen matigde Smet zijn toon enigszins, waarop de taxisector onlangs in een proteststoet van duizend wagens de weg opging.
Haar waarden zijn geïnspireerd door het internet, waar iedereen gelijk, gelinkt en vrij is.
Mike Herbst (CC BY-NC 2.0)