Gemeenschapsmunt helpt Keniaanse sloppenwijken vooruit

Interview

Baanbreker

Gemeenschapsmunt helpt Keniaanse sloppenwijken vooruit

Gemeenschapsmunt helpt Keniaanse sloppenwijken vooruit
Gemeenschapsmunt helpt Keniaanse sloppenwijken vooruit

Met zijn imposant cv had William Ruddick het vast in de financiële wereld kunnen maken. Maar hij koos voor zijn eigen programma: de ontwikkeling van een gemeenschapsmunt voor de inwoners van de sloppenwijken in Kenia.

Vrijdagmiddag, de lente begint. In de lobby van een zakenhotel vlak naast de Antwerpse ring, wacht ik op Will Ruddick, de grondlegger van grassrootseconomics. Ruddick circuleert deze dagen waarschijnlijk even snel als het biljet van tien Ng’ombeni-pesa dat hij me even later in de handen stopt. Wat ik daarmee bedoel, leest u hieronder. Het betekent alvast dat Will Ruddick welgeteld twintig minuten heeft om te antwoorden op mijn vragen. Dan moet hij verder, richting Amsterdam, naar een volgende afspraak.

Will Ruddick werd beschuldigd van fraude op basis van een bedenkelijk krantenartikel

Vier jaar terug zag zijn toekomst er nochtans heel anders uit. Toen ontsnapten Will Ruddick en vijf medewerkers aan een veroordeling tot zeven jaar cel. Op basis van een bedenkelijk krantenartikel over Ruddicks project, betichtte de Keniaanse Centrale Bank hen van fraude. Maar ze wist die aanklacht niet hard te maken en het vijftal ging vrijuit. De vrijlating kreeg heel wat media-aandacht. Iedereen leek plots te willen weten waar die whizz-kid uit California mee bezig was.

William Ruddick was amper vijftien toen hij de universiteit binnenwandelde. Hij studeerde er onder meer computerwetenschappen. Tegelijk werkte hij voor een bedrijf in Silicon Valley. Later doctoreerde hij in de fysica. Hij was vooral geïnteresseerd in de interactie tussen deeltjes en de wetmatigheden die daarbij speelden. Maar wat hem nog meer fascineerde waren de interacties tussen mensen, die blijkbaar vaak door de economie worden ingegeven. Ruddick legde zich toe op de econofysica. ‘Die wetenschap gebruikt de instrumenten van de fysica om te bepalen welke regels de interactie tussen mensen bepalen.’

Geen geld, geen handel

© Will Ruddick

In Kawangwara, een sloppenwijk op 15 km van Nairobi, kunnen inwoners sinds 2014 met de gemeenschapsmunt betalen

© Will Ruddick​

Na zijn studies trok Ruddick als vrijwillig leraar met een vredeskorps (Peace Corp) naar Kenia. Daar, in de sloppenwijken van Mombasa, begon hem één van die regels te dagen. ‘De mensen in de arme wijken van Mombasa bieden een waaier aan goederen en diensten aan. Maar er is vaak geen geld waarmee ze kunnen worden verhandeld.’ Dat geld, de Keniaanse shilling, circuleert immers in de formele economie die voor veel mensen uit de sloppenwijken moeilijk toegankelijk is.

Je kan over vermogen beschikken, maar er niets mee verdienen

Je kan dus over talent en vermogen beschikken, maar er niets mee verdienen. Gewoon omdat er geen betaalmiddel voorhanden is. Je kan de situatie zelf ook niet veranderen. De hoeveelheid van het geld in circulatie hangt immers af van externe markten – lees: de banken- waar je zelf geen vat op hebt. ‘Vandaag leven meer dan 863 miljoen mensen in sloppenwijken. Tegen 2030 kunnen dat er 2 miljard zijn. Zij zouden moeten inboeten op onderwijs, gezondheidszorg en groei in het algemeen, alleen omdat ze moeilijk toegang tot formeel geld hebben.’

William Ruddick lijkt geen tafelspringer, geen man die snel zijn stem verheft. Maar het geduld waarmee hij zijn redenering uiteenzet en de cijfers die hij voorlegt, tonen dat hij de situatie absurd vindt. En dat ze dat ook is.

Gemeenschapsmunt

© Will Ruddick

De gemeenschapsmunt fungeert als een voucher

© Will Ruddick​

Om uit die patstelling te raken, ontwikkelde Ruddick een systeem met een complementaire gemeenschapsmunt (Sarafu-Credit). Daarmee kon je binnen een gesloten gemeenschap goederen en diensten betalen. Vandaag circuleert de pesa succesvol in vijf Keniaanse sloppenwijken, van Nairobi tot Mombasa, en werken Will en zijn team ook in Zuid-Afrika en Oeganda.

‘De pesa is geen fake geld’

Will Ruddick legt uit: ‘De basis van het hele verhaal zijn lokale netwerken van handelaars, producenten en dienstverleners zoals scholen en klinieken. Zij vormen een coöperatie. Naast hun eigen bezigheid hebben ze ook nog een gemeenschappelijke business, bijvoorbeeld een supermarkt. De waarde van het individuele en het collectieve vermogen, bepaalt hoeveel pesa’s elk lid krijgt.’

De pesa is dus geen “fake” geld: haar waarde wordt gedekt door iets “echts”. Wie een munt creëert op basis van het werkelijke vermogen van de gemeenschap, heeft de geldhoeveelheid en de circulatie zelf in de hand. De pesa’s worden binnen de gemeenschap gebruikt voor de aankoop van goederen en diensten. Daardoor creëer je een grote hoeveelheid cash die zorgt voor een boost van de lokale economie.’

De gemeenschapsmunt vult de Keniaanse shilling aan

De wetenschapper in Ruddick grijpt naar de cijfers. Aan kritische toehoorders levert hij graag het zwart op wit bewijs.

‘De gemeenschapsmunt circuleert acht keer sneller dan de Keniaanse shilling. Sinds de invoering van de pesa steeg de schoolopkomst met meer dan 2000 kinderen. Mensen kunnen nu handel drijven – ook zonder formeel geld. De handel van de deelnemende micro-businesses kende een groei van 20 procent en de werkgelegenheid steeg. Het model van de gemeenschapsmunt werkt bovendien ook als hefboom voor het formele vermogen. 80 procent van de deelnemers kon intussen formele leningen aangaan en Keniaanse shillings sparen.’

De gemeenschapsmunt staat dus niet volledig los van de shilling. Ruddick knikt: ‘De pesa moet als ‘uitgeefmunt’ vooral veel en snel circuleren, terwijl de shilling als ‘spaarmunt’ fungeert. Mensen die op een bepaald moment te veel pesa’s bezitten, kunnen die ook voor shillings wisselen. Eén pesa is één shilling waard. Beschouw de pesa als een soort van ‘voucher’ die – als nodig – voor shillings kan worden geruild. De twee munten zijn complementair.’

Samenwerking met de overheid

© Will Ruddick

Bij deze verkoper van lampolie kunnen de leden van zijn coöperatieve met de pesa betalen

© Will Ruddick​

Toen Will Ruddick in 2013 werd opgepakt, beschuldigde de Keniaanse Centrale Bank hem van vervalsing. Terwijl hij de inwoners van de sloppenwijken met zijn gemeenschapsmunt gewoon een kans wilde geven om hun leven in eigen handen te nemen. Los van externe omstandigheden. Het Openbaar Ministerie gaf hem uiteindelijk gelijk. Bovendien maande het OM de Centrale Bank aan haar wetgeving aan te passen.

Bij het verlaten van het gerechtsgebouw sprak Ruddick toen zijn hoop uit dat de overheid zich achter zijn project zou scharen om het verder in Kenia uit te dragen. Vandaag herhaalt hij die vraag. ‘We hopen dat zowel de Keniaanse overheid als haar Afrikaanse collega’s onze programma’s op een dag zullen reguleren.’

Tussen de lijnen door hoopt Will Ruddick nog meer: dat de hele wereld ooit kan werken met een divers muntsysteem.

Divers muntsysteem

‘Geld is een middel dat verschillende doelen dient. Je kunt het sparen, je kunt het onmiddellijk uitgeven, … Toch zijn al die functies van geld vandaag in één munt verenigd. We leven dus in een monosysteem, dat al tweeduizend jaar bestaat, maar dat nooit optimaal heeft gewerkt.

De banken bepalen hoeveel geld ze in circulatie brengen. Hun systeem is gebaseerd op rente en intrest: geld waar ze weinig reële goederen of diensten tegenover zetten. Ze maken winst terwijl hun klanten zich in de schulden werken en daardoor ook minder kunnen kopen. Dat leidt tot een tweeklassensysteem, waarin de rijken enkel rijker worden.’

‘Ons muntsysteem heeft in 2000 jaar nooit optimaal gewerkt’

Volgens Will Ruddick zouden we de verschillende functies van geld beter loskoppelen. ‘Met de pesa willen we de situatie veranderen en gemeenschappen het mandaat geven om geld te creëren op basis van hun werk. Diversiteit in het muntsysteem zorgt voor veerkracht.’

‘Will? We moeten gaan.’ Jimmy, Ruddicks compagnon de route wenkt. Amsterdam wacht. Will Ruddick glimlacht: ‘Jimmy is een ex-bankier. Hij interesseerde zich in ons project en is uiteindelijk naar Kenia afgezakt om ons te helpen.’ We schudden elkaar de hand, ik knik en begrijp.

Will Ruddick is een man met een indrukwekkend cv. Hij had het gerust in de financiële wereld kunnen maken. Maar neen, hij trok naar Kenia, om er te werken aan zijn eigen programma. Dat stuurt het huidig financieel systeem bij op microschaal, om het leven voor duizenden sloppenbewoners ‘leefbaar’ te maken. Kortom, de grondlegger van grassrootseconomics is een man die doet wat hij denkt en daardoor anderen inspireert.