Stripauteur Barrack Rima: ‘Bevrijding is een pad dat nooit eindigt, helemaal vrij zijn we nooit’

Interview

Een openhartig gesprek over genderfluïditeit, ballingschap en mystieke poëzie

Stripauteur Barrack Rima: ‘Bevrijding is een pad dat nooit eindigt, helemaal vrij zijn we nooit’

Stripauteur Barrack Rima: ‘Bevrijding is een pad dat nooit eindigt, helemaal vrij zijn we nooit’
Stripauteur Barrack Rima: ‘Bevrijding is een pad dat nooit eindigt, helemaal vrij zijn we nooit’

Met "Dans le taxi" brengt de Belgisch-Libanese stripauteur Barrack Rima een hommage aan haar geboortestad Tripoli. Het is de plek waar ze voor het eerst proefde van de mystieke poëzie van Rumi, maar ook waar ze haar genderidentiteit moest verdringen. ‘Ik wil niet eindigen als Salman Rushdie.’

(Graphic novel © Barrack Rima)

Barrack Rima geniet van een zachte herfstzon op het Brusselse Sint-Gillisvoorplein. Ze zit in het café waar ze al sinds haar studententijd komt. De esdoornbladeren, haar hoge hakken en gestifte lippen: ze schitteren in hetzelfde krachtige rood.

De Belgisch-Libanese stripauteur gaat bewust op zoek naar de vrouwelijke toetsen in haar outfit. Toch laat ze zich niet in dat enge hokje duwen. Ook haar baard draagt ze met trots.

Ze noemt zichzelf dan ook genderfluïde. De ene dag voelt ze zich iets meer man, de andere dag iets meer vrouw. ‘Momenteel voel ik me een transvrouw met een sterke mannelijke kant’, vertelt ze.

© Barrack Rima

Genderfluïditeit is ook een belangrijk thema in Rima’s laatste boek, Dans le taxi (2020). Daarin stapt het jonge hoofdpersonage op een bepaald moment een gedeelde taxi in met de rode hoge hakken en jurk van zijn moeder aan. Zijn vader op de achterbank reageert furieus.

‘Het eerste wat ik ontdekte, was dat ik transfoob was. Dat moest toch iets betekenen.’

Het is een aangrijpende scène die ook bij de auteur zelf heel wat losmaakte. ‘Na het schrijven van mijn boek voelde ik dat ik me in het genderaspect moest verdiepen. Dat heb ik dan ook gedaan. Het eerste wat ik ontdekte, was dat ik transfoob was. Dat moest toch iets betekenen.’

Het heeft iets gigantisch geopend, legt Rima uit. ‘We zijn nu twee jaar verder en ik ben in transitie. Maar eigenlijk doet het me niet zo anders voelen. Het zat al die tijd al in me.’

Ballingschap

Ooit was de Middellandse Zee een verbindende factor voor Libanon. Vandaag is ze een grens, hard als beton. Het is de grens die miljoenen Libanezen hebben overgestoken voor werk en studies. Of om te vluchten voor een pijnlijk oorlogsverleden.

‘De diaspora is een uniek onderdeel van de Libanese cultuur geworden’, aldus Rima. Volgens de meest conservatieve schattingen leven ruim 4 miljoen Libanezen in het buitenland (tegenover een kleine 4 miljoen in Libanon). De Wereldbank becijferde dat buitenlandse geldtransacties van de diaspora instaan voor 54% van het Libanese bruto nationaal product. Dat is een van de hoogste percentages ter wereld.

Ook Rima trok op achttienjarige leeftijd weg uit haar thuisland. Ze kwam terecht in België, waar ze haar opleiding mocht beginnen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Brussel.

© Barrack Rima

© Barrack Rima

‘In de late jaren tachtig en vroege jaren negentig was het heel normaal voor mensen uit de Libanese middenklasse om in het buitenland te studeren. Het was het einde van de burgeroorlog, mensen wilden weg. Ik heb niet het gevoel dat het een beslissing was, het lag voor de hand. Mijn twee broers waren mij al voorgegaan.’

Rima, intussen Belgisch staatsburger, voelt zich helemaal thuis in Brussel. ‘België lijkt in bepaalde opzichten sterk op Libanon. Brussel ligt pal op een eeuwenoude taalgrens. Daar hou ik van. Grenzen zijn plaatsen waar identiteiten vrij rond kunnen zweven.’

Johannes Decat

Stripauteur Barrack Rima: ‘België is net als Libanon geen natiestaat. Je vindt hier een mix van heel verschillende mensen die samenleven op een kleine plek.’

Johannes Decat

Volgens Rima heeft Brussel, net als Libanon met zijn veelheid aan confessionele gemeenschappen, geen dominante identiteit. En dat ervaart ze als bevrijdend. ‘België is net zoals Libanon geen natiestaat. Je vindt hier een mix van heel verschillende mensen die samenleven op een kleine plek.’

Dat kan geweld voortbrengen, zegt ze, het afwijzen van de ander. Maar er kan ook een samenlevingsmodel uit voortkomen waarin iedereen zijn plek heeft.

‘Misschien maakt het regionale en economische model de oorlog hier onmogelijk. Ik bedoel maar: als België in het Midden-Oosten lag, zou het hier al lang oorlog zijn.’

Rima is een artistieke duizendpoot. Behalve autobiografisch getinte graphic novels, zoals Dans le taxi en de Beiroet Trilogie, maakte ze documentairestrips en heeft ze enkele filmprojecten op haar conto.

Daarnaast maakte ze met ‘De Brusselmansen’ komische cartoons over het leven in onze hoofdstad en stelde ze maatschappelijke problemen in Libanon aan de kaak met haar wekelijkse bijdrage Sociologia in de Libanese krant Al Akhbar.

Toch zegt Rima dat de media de tendens hebben om haar in het enge hokje van ‘Arabische kunstenaar’ te stoppen. ‘Ik heb schoon genoeg van journalisten die de “Arabische graphicnovelscene” in enkele pagina’s proberen samen te vatten.’

‘Zulke samenvattingen monden vervolgens uit in stereotypes over een wijde en complexe kunstscene die eigenlijk niet zo veel gemeen heeft met verschillende landen, achtergronden en specifieke geschiedenissen,’ zo schreef ze in een mail naar aanleiding van ons interview.

Gedeelde taxi

Hoewel Rima’s kritiek op de Libanese maatschappij scherp is, leest Dans le taxi bij momenten als een lofzang op haar Tripoli. Alleen al de keuze voor de gedeelde taxi als decor, met een chauffeur die ook parttimedichter is, verraadt een complexe liefde voor haar geboortestad.

Die gedeelde taxi’s zijn typisch Libanees. Een chauffeur pikt tijdens een rit verschillende reizigers op en brengt ze naar verschillende locaties om zo kosten te besparen.

De gedeelde taxi neemt de lezer mee door de geschiedenis van het hoofdpersonage en zijn geboortestad Tripoli.

De verhaallijnen kronkelen door elkaar, net zoals hun route door de oude havenstad kronkelt. De gesprekken op de achterbank raken aan grote thema’s als migratie en gendernormen. De bestemming is onbekend.

‘Bevrijding is een pad dat nooit stopt. Helemaal vrij zijn we nooit.’

Dan laat de dichter-chauffeur twee nieuwe passagiers plaatsnemen en begint hij verzen van de dichter Abu Nuwas voor te dragen: ‘Drinkebroer, hef je glas op de gezondheid van mooie jongens.’

Daarop geven het hoofdpersonage en zijn medepassagiers zich over aan een passionele biseksuele vrijpartij. In die samengesmolten droomwereld van de gedeelde taxi wordt de auteur geboren. Het lijkt het eindpunt van een transformatie. Baarde het hoofdpersonage de vrouw die al die tijd al in hem zat?

‘Ik geloof niet in zo’n eindpunt,’ werpt Barrack Rima meteen tegen wanneer ik haar mijn interpretatie van het boek voorleg. ‘Bevrijding is een pad dat nooit stopt. Ik geloof dat we veel trauma’s kunnen transformeren om zo richting bevrijding te gaan, maar helemaal vrij zijn we nooit.’

De zevenslapers van Efeze

Rima’s strijdvaardigheid werd haar niet altijd in dank afgenomen. In 2010 beschuldigde de Libanese openbaar aanklager vier redactieleden van het Libanese stripcollectief Samandal, waar Rima toen deel van uitmaakte, voor blasfemie, de verspreiding van fakenieuws en voor laster en eerroof.

De Libanese krant Al Akhbar weigerde ooit een van Rima’s tekeningen, omdat er naakt in voorkwam. Toch geeft de kunstenares toe dat ze vooral last heeft van zelfcensuur. Het komt elke keer weer naar boven voor ze begint te tekenen, verklapt ze.

‘Ik wil niet eindigen als Salman Rushdie of de redactie van Charlie Hebdo.’

‘Ik ben momenteel bezig aan een verhaal dat zich afspeelt tussen hemel en hel. En er is een revolutie, snap je. Het zou weleens gevoelig kunnen liggen. Maar als ik eenmaal daadwerkelijk iets op papier heb, kan ik mijn creativiteit weer de vrije loop laten.’

Ook vlak voor een publicatie heeft ze vaak nachtmerries. Toen Dans le taxi verscheen droomde ze dat haar vader het boek zou ontdekken. Die angst beperkt zich overigens niet tot haar familie.

‘Soms ben ik bang voor de reactie van de maatschappij. Ik weet dat er limieten zijn, wettelijke en maatschappelijke. Ik wil niet eindigen als Salman Rushdie of de redactie van Charlie Hebdo.’

Op het einde van Dans le taxi droomt het hoofdpersonage dat hij als oude man zijn volwassen dochter ontmoet. Ze vertelt hem over de erfenis die hij haar heeft nagelaten.

Die erfenis is afgebeeld als een boom. Het hart is een metalen bloem, een propeller die de dochter naar een nieuw tijdperk voert als de zevenslapers tot aan de nok van het hemeldak.

Hier verwijst Barrack Rima met de verzen van Rumi naar de zevenslapers van Efeze, een Bijbelse legende die ook in de Koran voorkomt. Die vertelt het verhaal van zeven vervolgde christenen die zich verstoppen in een grot.

Ruim driehonderd jaar later ontwaken ze in een tijdperk waar het christendom de officiële religie van het Romeinse Rijk is geworden. De zeven christenen kunnen nu vrij en veilig hun overtuiging beleven.

In dat verhaal schuilt een hoopvolle boodschap voor avant-gardisten als Barrack Rima zelf. De maatschappij is veranderbaar. Het heeft zin om te strijden voor een vrijere wereld waarin identiteit voor iedereen een veranderlijke keuze is en geen label dat anderen je geven.