Guatemalteekse activisten in de bres voor het milieu: ‘Wij weten welke schade grondbezitters berokkenen’

Interview

‘2% van de bevolking bezit meer dan 60% van de grond in Guatemala’

Guatemalteekse activisten in de bres voor het milieu: ‘Wij weten welke schade grondbezitters berokkenen’

Guatemalteekse activisten in de bres voor het milieu: ‘Wij weten welke schade grondbezitters berokkenen’
Guatemalteekse activisten in de bres voor het milieu: ‘Wij weten welke schade grondbezitters berokkenen’

Robbe Wets

07 april 2023

Plantages van grote bedrijven vervuilen het water in het zuidwesten van Guatemala. De oogst van de landbouwers en de gezondheid van de bevolking komen daardoor in het gedrang. Drie Guatemalteekse activisten kwamen voor de campagne van Broederlijk Delen in België het probleem aankaarten.

© Robbe Wets

© Robbe Wets

**Plantages van grote bedrijven onttrekken en vervuilen het water in het zuidwesten van Guatemala. De oogst van de landbouwers en ook de gezondheid van de lokale bevolking komen daardoor in het gedrang. Drie Guatemalteekse activisten kwamen voor de campagne van Broederlijk Delen in België het probleem aankaarten. ‘**We werken niet alleen op het land, we leven er ook van.’

Susanna, Susan en Eduardo zijn enthousiast om hun verhaal te delen. Mocht hun agenda niet overvol zitten, dan zouden ze nog uren kunnen vertellen over de natuur, de landbouw en de inheemse bevolking die in hun land onder druk staan.

Ze zijn de campagnegasten van de 25%-revolutie die Broederlijk Delen tijdens deze christelijke vasten houdt. ‘Als één op de vier mensen ervoor kiest om te delen en te herverdelen, is dat genoeg om de samenleving te heroriënteren’, luidt de boodschap van de ngo. De drie activisten ontmoeten hier onder meer Vlaamse boeren, natuurbeschermers en aartsbisschop Johan Bonny.

De sociale en ecologische duurzaamheid die in de campagne vooropstaat, sluit nauw aan bij de strijd die de activisten uit Guatemala voeren. Al decennialang wegen de oliepalmplantages van HAME en bananenplantages van BANASA er op hun omgeving. Deze bedrijven bouwen dijken en kanalen om hun gewassen van voldoende water te kunnen voorzien.

In 2005 werd het gebied getroffen door een zware overstroming, die de oogst volledig verwoestte. Voor de schade waren de bedrijven mee verantwoordelijk, want de aanpassingen die zij maakten aan het waternetwerk deden het waterpeil nog sneller stijgen. Na de overstroming spande de lokale gemeenschap, samen met Pastorale de La Tierra, een rechtszaak aan tegen de Guatemalteekse overheid en de bedrijven. Een schadevergoeding kwam er vooralsnog niet.

De roep om een nationale waterwet is daarom groot. Guatemala heeft als enige staat in Midden-Amerika immers geen wetgeving die regels oplegt voor het gebruik van water.

In Guatemala woont bijna de helft van de bevolking op het platteland. Volgens de Wereldbank maakte 56% van alle Guatemalteken in 2020 gebruik van veilig beheerd drinkwater. Volgens datawebsite Statista was Guatemala in 2019 het op één na armste land van Latijns-Amerika.

Hoe zetten jullie je in als activisten?

Susanna López Ramirez: Met Pastoral de la Tierra begeleiden en adviseren we de gemeenschappen die hun land en water verdedigen. Daarvoor hebben we instrumenten nodig. We moeten de wetten en de verschillende openbare instanties kennen om te zien hoe we de onrechtvaardigheden nationaal en internationaal het best aanklagen. De staat heeft de verantwoordelijkheid om mensenrechten en milieurechten na te leven en schade te herstellen.

‘Wie een stukje land heeft of huurt om op te telen, geeft ook werk aan andere mensen.’

Eduardo Juárez Barrales: Ik werk in La Blanca,  een gemeente die is ingepalmd door bananen- en palmmonoculturen. Ik zit aan de bron van het probleem, waar de mensen lijden. We verenigen ons zodat de rechten van onze natuur gerespecteerd worden. Als we ze vandaag niet verdedigen, hebben we daar morgen misschien de kans niet meer voor. De bedrijven dringen het land binnen van boeren zoals ik. Arme mensen komen zo in gevaar.

Susan Rocio Orozco Lopez: Net zoals vele andere jongeren ben ik vrijwilliger bij APASI-Colectivo Verde, een groep jongeren uit verschillende parochies en sociale organisaties die gemeenschaps- en communicatiewerk uitvoeren. Heel wat jongeren staan apathisch tegenover de strijd die in ons land plaatsvindt. Ze weten er weinig over en daardoor interesseert het hen niet. We willen hen bewust maken van wat er in ons land gebeurt.

De campagne van Broederlijk Delen promoot duurzaamheid. Hoe duurzaam is het landbouwsysteem bij jullie?

Eduardo Juárez Barrales: Voor de bevolking is het systeem duurzaam. Waar ik woon, wordt veel maïs verbouwd. Een deel daarvan gaat naar andere gemeenschappen. Het is een bron van werk. Wie een stukje land heeft of huurt om op te telen, geeft werk aan andere mensen.

‘De multinationals slokten ruimte op en keken niet om naar de gevolgen voor het water.’

Susanna López Ramirez: We werken niet alleen op het land, we leven er ook van. Ook hier jaagt de oorlog in Oekraïne de prijzen in de hoogte. We telen maïs om in ons levensonderhoud te voorzien. Bonen en andere groenten kweken we ook. In onze gemeenschappen zijn we afhankelijk van ons grondgebied.

Eduardo Juárez Barrales: We streven naar agro-ecologie om makkelijker te kunnen overleven en gezonder te leven. Het doel is om goed voedsel te produceren, niet langer te werken met chemicaliën maar met biologische stoffen. We kiezen de moeilijke weg, want werken met chemicaliën wordt doorgedrukt en is efficiënter.

De realiteit toont dat het de mens en het land schaadt. En het land willen we juist redden. We hebben intussen al geleerd hoe we organische meststoffen en insecticiden kunnen maken om minder te vervuilen.

Susanna

Susanna (53) is directrice van de christelijke groep Pastoral de la Tierra in San Marcos, Guatemala. Dat is een partnerorganisatie van de Belgische ngo Broederlijk Delen. Daarin geeft ze juridische hulp aan inwoners die bedrijven willen aanklagen voor natuurschade. Ze is een Maya Mam, een vrouw van de inheemse bevolkingsgroep. Enkele jaren geleden hield Susanna voor de VN in Genève een pleidooi voor de natuur- en mensenrechten in haar land. Haar dochter, Susan, voert ook actie voor de getroffen gemeenschappen in de regio en vergezelde haar naar België.

© Robbe Wets

Eduardo

© Robbe Wets

Eduardo

Eduardo (61) noemt zich trots een van de Hombres del Maíz in zijn dorp La Blanca. Als landbouwer ondervond hij aan den lijve wat twee multinationals aan het land en water in zijn streek aanrichtten. Overstromingen deden zijn oogst mislukken en hij vindt geen water voor zijn gewassen, of het is chemisch vervuild. Net als Suzanna sprak hij lokaal en internationaal zijn bezorgdheid en uit.

© Robbe Wets

Susan

© Robbe Wets

Susan

Susan is de drijvende kracht achter de jeugd die het niet pikt wat het gewone volk te verduren krijgt in het departement San Marcos. Ze probeert de stemmen van de slachtoffers, onder meer via een podcast, te versterken en jongeren te sensibiliseren. Ze is kleuteronderwijzeres en studeert politieke wetenschappen.

Hoe ernstig is het waterprobleem voor de bevolking?

Eduardo Juárez Barrales: De achteruitgang is heel zichtbaar. Voordat de bedrijven monoculturen installeerden, droogde de rivier in onze gemeenschap niet op. Toen waren er meer dan genoeg lagunes. De multinationals slokten ruimte op en keken niet om naar de gevolgen voor het water. Ze openden kanalen, bouwden dammen in de rivier. Binnenkort zal ze permanent droog staan.

‘Slechts 2% van het water bereikt de bevolking.’

De klimaatverandering is de voornaamste reden, klinkt het. Maar wij zien welke schade de grondbezitters hebben berokkend. Wij groeven waterputten, maar de bedrijven boorden diepere putten. In onze putten staat het waterpeil daardoor zo laag dat de pompen geen druppel meer naar boven kunnen halen.

Momenteel is maïs het enige gewas dat we kunnen verbouwen. Die akkers zullen ook weleens opnieuw overstromen, maar we hebben geen tijd om te wachten op die regen.

Susanna López Ramirez: We hebben een wet nodig die het gebruik van water regelt. Slechts 2% van het water bereikt de bevolking. Volgens de volkstelling heeft 51% van de totale bevolking water in huis. De overige 49% moet het buitenshuis halen, uit vervuilde bronnen en stromen.

Dat heeft onder de inheemse bevolking al doden gemaakt (Volgens de Ibero-Amerikaanse Ontwikkelingsbank BID sterven in Latijns-Amerika en de Caraïben jaarlijks 7600 kinderen jonger dan 5 jaar aan diarree: Guatemala neemt 10% van die doden voor zijn rekening en heeft daarmee het op één na hoogste dodentol in de regio).

Het waterprobleem leidt tot diarreeziektes en is daardoor ook een van de oorzaken van kindersterfte. De verdeling van onze blauwe rijkdom zit ook fout. Het meeste water is bestemd voor mijnbouw, oliepalm- en banaanplantages of waterkrachtcentrales. Dat veroorzaakt de aanzienlijke watervervuiling in Guatemala.

Eduardo Juárez Barrales: In Guatemala is er geen drinkwater, er is alleen vervuild leidingwater dat niet behandeld wordt zoals het hoort.

Bestaan er beschermde natuurgebieden in Guatemala?

Susanna López Ramirez: In Guatemala bestaan er beschermde zones, maar die misbruikt de overheid om de inheemse bevolking te onteigenen en mijnbouw en monoculturen zoals palm of banaan te implementeren. Beschermd gebied is in Guatemala dus geen synoniem voor goed, maar eerder voor angst. De gemeenschappen hebben beter zelfbeschikking in hun leefgebied dan een staat die het controleert en er steelt.

Eduardo Juarez Barrales: Als de staat een gebied beschermt, doet het dat stuk grond daarna cadeau aan multinationals die het willen exploiteren. Godzijdank is de bodem in Guatemala rijk aan goud, zilver, zink en olie.

Maar dat zadelt de lokale gemeenschappen met een ernstig probleem op. De mijnen die de grondstoffen ontginnen, vernietigen het water en de vervuilde wateren die ze achterlaten zijn dodelijk.

Welke plaats hebben de inheemse gemeenschappen in de Guatemalteekse samenleving?

Susanna López Ramirez: De staat heeft er geen belang bij dat wij blijven bestaan, want wij zijn de legitieme eigenaars van de gebieden in Guatemala. Onze eeuwenoude cultuur brokkelt ook af. Dat bewijzen het ultraverwerkte voedsel dat steeds meer in onze voorraadkasten belandt en onze taal die we steeds minder doorgeven aan onze kinderen. Onze filosofie is om onze waarden in de praktijk te brengen, zoals de zorg voor het land, de bossen, de rivieren.

‘In Guatemala bezit 2% van de bevolking meer dan 60% van het land.’

Susan Rocio Orozco Lopez: De inheemse volkeren leven niet op de meest moderne manier. Dat ligt ook aan de wijdverspreide armoede in het land. Deze gemeenschappen missen bepaalde technologische voorzieningen. De staat laat ze in hun ontwikkeling aan hun lot over. Ze moeten het met zeer schaarse middelen stellen.

Susanna López Ramirez: Overleven is het juiste woord. In Guatemala bezit 2% van de bevolking meer dan 60% van het land. Naast het mismanagement van het water, is ook het grondbezit dus ongelijk verdeeld. Het bedrijfsleven bezit dat land, want die 69% van het land staat in het teken van industrieën zoals die van monocultuur, van rubber, waterkracht, mijnbouw, olie enzovoort.

Hoe worden inheemse mensen behandeld?

Susanna López Ramirez: Racisme is wijdverbreid, vooral in het onderscheid tussen witte mensen en het deel van de bevolking met onze kleur. Wit heeft een Europese betekenis. In de geschiedenis staat wit voor degene die voet aan land zet in Guatemala, hij die de capaciteit heeft om te investeren en ontwikkelen. De inheemse Guatemalteek is ‘de arme, de vuile, de onwetende’.

‘In de meest afgelegen gemeenschappen dwingen scholen hun leerlingen om Spaans te spreken.’

Dat beeld zie je ook in de gezondheidssector, in het onderwijs of in het overheidsbeleid. We hebben nooit een inheemse regering of president gehad. Ze hebben allemaal buitenlandse achternamen: Arzú, Bergé (lacht). De huidige regering is van Italiaanse afkomst en andere voorgangers waren van Spaanse origine.

Eduardo Juárez Barrales: De overheid beschouwt de boeren als een domme groep aan wie ze geen aandacht besteedt. Ook inheemse Guatemalteken discrimineren elkaar onderling in publieke diensten. De ene denkt dan tot een hogere categorie te behoren dan de andere.

Susan Rocio Orozco Lopez: Deze uitsluiting holt ook hun taal en cultuur uit. In de meest afgelegen gemeenschappen dwingen scholen hun leerlingen om Spaans te spreken, terwijl dat geen verplichting maar een alternatief moet zijn.

Hoe worden de rechten van de inheemse bevolking momenteel bedreigd?

Susanna López Ramirez: In Guatemala zijn er dit jaar verkiezingen. Ook daarin speelt racisme een rol. Het electorale hof weigerde Thelma Cabrera, een inheemse kandidate. Ze is een boerin met een Maya-achtergrond. Ze wordt niet geregistreerd omdat het bedrijfsleven bang voor haar is. De verkiezingen in Guatemala bieden zo weinig keuze.

‘Tien miljoen is peanuts in vergelijking met wat ze in hun zak houden door geen belasting te betalen.’

Eduardo Juárez Barrales: Mocht Cabrera winnen, dan zeggen de tegenstanders dat ze al hun macht zouden verliezen. Wat gebeurt er dan met de economische macht?

Vergis je niet: de economische macht bestuurt het land. Stel dat er tien kandidaten zijn, dan komen alle economische machthebbers bijeen en besluiten ze: ‘laten we ze elk tien miljoen geven voor hun campagne’.

Het kan ze niet schelen wie er wint. Omdat elke kandidaat al omgekocht is. Tien miljoen is peanuts in vergelijking met wat ze in hun zak houden door geen belasting te betalen.

Hoe gaan deze gemeenschappen om met deze realiteit?

Susanna López Ramirez: De gemeenschappen hebben al meer dan 90 gemeenschapsraadplegingen gehouden. Het is ook positief dat we al meer dan 30.000 jaar bestaan in Guatemala, lang voor de Europeanen aankwamen. Twee jaar geleden vierden ze hun 200-jarige onafhankelijkheid en zelfstandigheid.

Aangezien wij er al veel langer leven, zorgen we voor het water, het bos en het land. Deze inzichten geven we mondeling door aan onze kinderen. Dat kan niet schriftelijk op school, want de staat heeft geen belang bij tweetalig onderwijs. Voor ons betekent tweetalig onderwijs dat de jeugd de filosofie en de sociale en economische wetenschappen van de Maya leert begrijpen.

In 2020 deed het Constitutionele Hof een gunstige uitspraak. De zaak ging over het ministerie van Landbouw, dat twee palm- en bananenbedrijven de toestemming gaf om zelf watervergunningen uit te delen. Het Hof verklaarde die regeling onwettig omdat het ministerie noch de verantwoordelijkheid, noch de functie heeft om op te treden.

Dat vonnis moet zich nu ook omzetten in de praktijk om de rivier te beschermen. Dat is nog niet gebeurd. Waarom? Omdat belanghebbenden de gemeenschapsleiders die de aanklacht hebben neergelegd bij het Hof persoonlijk zouden aanvallen.