zaterdaginterview
Haroun Mir: ‘De Taliban vormen niet de grootste bedreiging’
De Afghaanse analist en econoom Haroun Mir is een optimist, zegt hij, wanneer ik hem in Kaboel opbel. Dat heeft te maken met ‘het momentum’: de nieuwe president Ghani zit op zijn stoel, de eenheidsregering is gevormd, de post-electorale rust doet het land opnieuw ademen. Natuurlijk is er een ‘maar’: de berg uitdagingen voor Afghanistan is hoog en een momentum kan van korte duur zijn.
Haroun Mir gelooft in zijn toekomst
(c) Tine Danckaers
Niet dat we de pret willen bederven, maar komt dat optimisme niet te vroeg ? De nieuwe president Ghani zit nog maar sinds einde september op zijn stoel.
Haroun Mir: Ten eerste hebben we in een context van meer dan drie decennia conflict en oorlog een enorme verandering doorgemaakt als land.
Niemand in dit land had ooit gedacht dat iemand als Ashraf Ghani — die moest opboksen tegen een horde traditionele jihadi-leiders — president zou kunnen worden. Die leiders maakten tijdens de kiescampagnes handig gebruik van zijn afwijkend profiel. Hij heeft een christelijke vrouw, studeerde en woonde meer dan 35 jaar in Amerika, zijn kinderen hebben de Amerikaanse nationaliteit. Hij was niet Afghaans genoeg, klonk het. En toch heeft hij gewonnen. Dat op zich is al heel opmerkelijk, onderstreept de verandering die we hebben ondergaan.
Ghani legt de lat heel hoog, wil ook nieuwe rechters installeren, politieke zelfmoord volgens velen. Sommigen denken dat Ghani snel zonder benzine zal vallen en dan de keuze heeft tussen assimilatie of uitschakeling. Ik geloof dat niet. Ghani heeft niets te verliezen maar alles te winnen. Hij is 65 en ziek. Hij weet dat hij nog hoogstens een decennium te leven heeft. Hij zet alles in wat hij heeft om doelen te bereiken.
Bouwstenen voor de Afghaanse economie liggen klaar
(c) Tine Danckaers
Maar daarmee is de diepgewortelde corruptie van Karzai en co nog lang niet uitgeroeid.
Haroun Mir: De strijd tegen corruptie staat hoog op Ghani’s agenda. En hij kan al zaken in die agenda aanvinken. Zo heropende hij de Afghaanse corruptiezaak van de Kaboel Bank, een heel stinkend potje. En hij ontsloeg ook al een aantal “restambtenaren” die gekoppeld waren aan ministerposten. Zijn verdienste is dat hij iedereen uitdaagt en prikkelt, ook de oppositie.
Ghani heeft een momentum gecreëerd, en dat hebben we echt nodig om Afghanen opnieuw vertrouwen in de toekomst te geven.
Veel Afghanen zijn gefrustreerd door de corruptie, slecht bestuur, het nepotisme van de regering Karzai. Afghanistan leidt al jaren onder de braindrain, ziet zijn talenten vertrekken. Veel jonge mensen zijn elders gaan studeren om nooit meer terug te keren. Want het trieste gegeven is dat een goede opleiding, hersenen en schitterende studieresultaten in Afghanistan nog steeds volledig ondergeschikt zijn aan politieke connecties voor het vinden van een job.
Ghani heeft nog maar kleine stappen kunnen zetten op die enorme berg waar hij op moet, maar hij geeft vertrouwen, heeft een groeiende schare bewonderaars. Ghani heeft een momentum gecreëerd, en dat hebben we echt nodig om Afghanen opnieuw vertrouwen in de toekomst te geven.
Tegelijk blijft Afghanistan leeglopen, ook omwille van de veiligheidssituatie.
Haroun Mir: Klopt, het aantal emigranten en vluchtelingen is nog altijd heel groot. De veiligheidssituatie is uiteraard een tweede grote uitdaging voor de nieuwe regering. Maar in sommige regio’s is die goed, in andere zoals het zuiden of sommige provincies in het noorden is die ronduit slecht.
Na 2001, na de val van het Talibanregime, kwamen veel Afghanen terug naar dit land. Omdat ze opnieuw kansen zagen, een terugkeergolf die duurde tot 2006. Toen wisten we bedrogen waren door president Karzai. De Taliban konden daar garen van spinnen, dreven mee op de anti-golf en ze installeerden zich opnieuw in grote delen van het land.
Wat maakt de Taliban nog steeds zo sterk hier in Afghanistan?
Haroun Mir: De Taliban zijn niet sterk, de overheid is gewoon altijd zwak geweest. De Taliban controleren zelfs geen enkel district in Afghanistan. De Afghaanse overheid is nooit in staat geweest om het politieke vacuüm te vullen dat was onstaan nadat de Taliban in 2001 opzij gezet waren. Veiligheid, rechtspraak en basisdiensten bereikten nooit de Afghanen in de vele afgelegen dorpen in het land, zeker in het zuiden en delen in het noorden van Afghanistan.
Maar kijk, in tegenstelling tot wat de westerse publieke opinie denkt, vormen de Taliban echt niet de grootste bedreiging voor de Afghanen.
In tegenstelling tot wat de westerse publieke opinie denkt, vormen de Taliban echt niet de grootste bedreiging voor de Afghanen.
Afghanistan kent gelukkig niet het sektarisch geweld dat Irak en Syrië verscheurt. Ook al waren er aanslagen met een sektarisch motief in sommige provincies zoals Ghazni, de Taliban hebben nooit sektarisch geweld gepromoot in Afghanistan, omdat ze wisten dat iedereen in die brand zou omkomen.
Eerlijk, zoals ik het zie: de Taliban zijn niet Daaish (Islamitische Staat in Irak en Syrië, td). Ze zijn geen gestoorde mensen die anderen vermoorden zonder reden. Tijdens de jaren negentig zijn ze uiteraard danig over de schreef gegaan, er was het conflict in Mazar-i-Sharif, de afslachting van de etnische hazara’s. Maar dat duurde maar een paar dagen, het was geen permanente campagne. Nadien installeerden ze hun harde regels maar lieten mensen met rust. De traditionele Talibanleiders hebben hun les geleerd in de jaren 1990.
Maar tegelijk blijft het verbeteren van een duurzame veiligheidssituatie in Afghanistan een grote uitdaging. Toch?
Haroun Mir: Afghanistan heeft een bilateraal veiligheidsakkoord getekend met de VS en de NAVO om een kleine internationale militaire macht ook na het einde van dit jaar toe te laten.
Het pact tekenen met de VS was een van de eerste dingen die Ghani heeft gedaan na zijn inauguratie. Het was een verkiezingsbelofte.
Hoe ervaart een doorsnee Afghaan het aspect veiligheid?
Haroun Mir: Wanneer je in Kaboel rondloopt, weet je niet wie het slachtoffer zal zijn van de volgende aanslag. Maar Kaboel is niet Bagdad en het eerste doelwit vormen de buitenlanders, internationale en Afghaanse ordediensten en Afghaanse regeringsfunctionarissen. Tegelijk worden Afghanen in Talibangecontroleerde dorpen wel sterk gelimiteerd in hun vrijheid.
Een bewaker die in Kaboel werkt, maar in Wardak in een dorp onder Talibancontrole woont, kan toestemming krijgen om in Kaboel te werken, als het maar niet voor de overheid of de internationale troepen is.
Zelfmoordaanslagen gooien ons leven niet constant overhoop. We werken, eten, bidden, slapen.
Voor buitenstaanders lijkt het alsof leven in Afghanistan onmogelijk is. Maar als je naar Kandahar, zelfs naar Helmund gaat, gaat het leven voort.
De zelfmoordaanslag vanmorgen in Kaboel is een feit. Maar het gooit ons leven niet constant overhoop. We werken, eten, bidden, slapen.
Veiligheid is voor sommigen een reden om het land te verlaten. Een beter economisch leven is een veel grotere pushfactor om te emigreren maar is niet minder valabel.
Kamp in Kaboel
(c) Tine Danckaers
De toekomst is morgen pas, dat geldt zeker voor de Afghaanse economie. Zijn daar toch kleine stappen gezet richting groei?
Haroun Mir: De economie van Afghanistan is nog steeds zeer afhankelijk van landbouw. Er was wel een verschuiving naar de dienstensector: transport, supermarkten, overheidsdiensten, maar die is zwak onderbouwd. Investeringen worden uitgesteld wegens de chaos, criminalisering en vooral de torenhoge corruptie. Landbouw zelf droeg in 2012 zowat negen procent bij aan het BNP maar is onvoldoende voor de Afghaanse voedselzekerheid en de export van gedroogd fruit en noten is relatief klein. De export van opium is belangrijker, die wordt op acht procent (van het BNP) geschat maar is volgens mij veel groter.
De drugseconomie, nog zo’n uitdaging. Hoe staat het met de strijd tegen drugs?
Haroun Mir: Drugs zijn niet de topprioriteit voor Ghani, corruptie en goed bestuur zijn dat wel. First things first.
Intussen blijft Afghanistan natuurlijk wel de grootste opiumproducent ter wereld. In 2013 was de opiumoogst goed voor 3 biljoen dollar winst, een biljoen dollar meer dan het jaar ervoor. Het drugsprobleem is overigens niet iets dat Afghanistan alleen kan aanpakken. Ambtenaren in Iran en Pakistan zijn ook betrokken partij. En dus is een regionale aanpak, met hulp van de internationale gemeenschap nodig.
Het was Obama die op het hoogste niveau kandidaten heeft opgebeld en ook nu blijft hij betrokken om dat akkoord niet te laten afspringen.
Hoe zit het met die internationale hulp? Op het einde van dit jaar eindigt de internationale veiligheidsmissie in Afghanistan. En president Obama zei dat hij Afghanistan teruggeven aan de Afghanen. Een afstotingstactiek volgens velen.
Haroun Mir: Dat is niet waar. Amerika blijft aanwezig. Dankzij de interventie en bemiddeling van de VS tijdens de verkiezingen hebben we een politiek akkoord bereikt. Het was Obama die op het hoogste niveau kandidaten heeft opgebeld en ook nu blijft hij betrokken om dat akkoord niet te laten afspringen.
Afghanistan dreigt ook zijn internationale hulpdollars te verliezen.
Haroun Mir: De koffers van de Afghaanse regering zijn leeg. In ruil voor hulp kunnen de internationale donoren gemakkelijk voorwaarden te stellen. De Afghanen hebben daar geen bezwaar tegen, zolang er geen voorwaarden gekoppeld worden aan interne beslissingen. We hebben wel donoren nodig die niet aanvaarden dat corrupte ministers op hun plaats blijven zitten.
Natuurlijk werden ook in 2010, tijdens de Kaboelconferentie in Londen, voorwaarden aan hulp gekoppeld. Karzai is er echter in geslaagd om aan geen enkele voorwaarde tegemoet te komen.
En dus is veel geld opgegaan in rook?
Haroun Mir: Het probleem is dat de steun in kortetermijnprojecten werd gestoken: één jaar, maximum drie jaar. Er werd verwacht dat het geld binnen een bepaalde tijdspanne werd besteed. Het eerste dat donoren vragen is hoeveel geld de voorbije maand is uitgegeven. Maar zo bouw je geen duurzame instituten op. Toen ik voor USAID werkte, hadden we 53 miljoen dollar om in drie jaar in zes districten te besteden, maar we konden dat niet. Een aantal donoren en onderzoekers weten dat intussen wel. Er is veel meer wil en knowhow om elke dollar binnen de internationale hulpstroom efficiënt te maken. Alleen is de internationale hulp een groot en log schip dat niet snel kan draaien.
Wat is het goede nieuws voor de Afghaanse economische toekomst?
Haroun Mir: Het goede nieuws is dat we minder arm zijn dan algemeen wordt aangenomen. Een groot deel van het Afghaanse geld zit echter ‘onder de grond’. Er is dus een zeker Afghaans startkapitaal in privé-handen, geld dat ligt te wachten op investeringsprojecten.
Het goede nieuws is dat we minder arm zijn dan algemeen wordt aangenomen.
We hopen dat deze regering een vriendelijke omgeving zal creëren voor investeerders die onze mineralen willen ontginnen.
De internationale gemeenschap heeft intussen ook begrepen dat de tactiek van ‘grote uitgaven en snelle verandering’ niet werkt in Afghanistan. Ghani zet in op geleidelijke verandering. Hij weet dat we Afghanistan niet op één nacht tijd kunnen veranderen. Daarvoor is het land te complex, zijn de verschillen tussen de steden en het onbereikbare achterland te groot.