De Britse econome Ann Pettifor over de noodzaak van een Green New Deal
‘Het goede nieuws: er is een plan voor een betere wereld’
‘Als je de wereld wil veranderen, moet je de geldstromen controleren.’ De Britse econome Ann Pettifor wijst al langer op de perverse en destructieve effecten van een geglobaliseerd financieel systeem. ‘Dit virus legt opnieuw de zwakheden bloot. We kunnen niet terug naar normaal, want normaal was een crisissituatie.’
Econome Ann Petifor
Kevin Wals / Wikimedia (CC BY 2.0)
‘Een economische implosie. Een grotere schok dan de beurscrash van 1929.’ In haar werkkamer die ik op mijn scherm zie, verontschuldigt macro-econome Ann Pettifor zich. Coronachaos, schokschoudert ze. Een uur heeft ze voor mij, dan moet ze haar kleinzoon via Skype helpen met zijn schoolwerk.
Ze glimlacht. ‘Het leven zoals het is in coronatijden.’
Haar leven lang bestudeerde Pettifor de mondialisering van de financiële wereld en de destructieve gevolgen ervan op onze samenleving en de natuur. ‘Als je de wereld wil veranderen, dan moet je de geldstromen controleren.’ Daarover ging het boek dat ze in 2006 publiceerde. In The coming first world debt crisis ontleedde ze haarfijn de ingebouwde onrechtvaardigheden en machtsverhoudingen van onbegrensde kapitaalstromen. Sindsdien geniet ze de twijfelachtige eer een van de enige economen te zijn die voorspelde wat niemand voor mogelijk hield. De klaplong van het financiële systeem in 2008.
‘Ik was niet geshockeerd dat het gebeurde, wel dat iedereen zo verbaasd was. Bankiers, politici langs links en rechts, klassieke economen. Ze stonden erbij en keken ernaar. Allemaal waren ze erin geslaagd zichzelf te sussen met het idee dat het globale financiële systeem zo robuust was. Het resultaat was dat banken in paniek gered werden met publiek geld, terwijl investeringen in openbare diensten als gezondheidszorg, cultuur, onderwijs en openbaar vervoer werden teruggeschroefd. De volgende financiële crisis lag besloten in de manier waarop we die crisis bezworen.’
Tussen hoop en angst
Ondertussen zijn we in coronatijden beland. Pettifor geeft toe dat haar gedachten over ‘hoe’ en ‘wat nu’ nog ongeordend en warrig door haar hoofd tollen. Ze krijgt er haar vinger niet helemaal op gelegd. Van uur tot uur, van dag tot dag wordt ze heen- en weergeslingerd tussen hoop en angst, tussen optimisme en pessimisme. Omdat we, volgens haar, geen idee hebben van de omvang van de schokgolf die op ons afkomt.
Wie arm was, wordt nog armer. Wie onbeschermd is, verliest zijn laatste houvast.
Ze somt enkele cijfers van de voorbije weken op. Een voorspelde economische krimp voor de Verenigde Staten van vijf procent, voor de Eurozone van 8 procent en voor China van 13 procent. Dat is groter en vooral omvattender dan de depressie uit de jaren dertig.
‘Dit virus legt genadeloos de zwakste schakels in onze economische wetmatigheden bloot. Wie arm was, wordt nog armer. Wie onbeschermd is, verliest zijn laatste houvast. Maar ook: onze productieketens overspannen de hele wereld waardoor ze misschien wel efficiënt zijn, maar absoluut niet weerbaar. Niemand stond erbij stil dat we niet eens in staat waren onze eigen mondmaskers te naaien. Tot nu.’
‘COVID-19 legt gemondialiseerde productieketens lam, die met een minimum aan reserves werken en georganiseerd zijn op basis van waar men het goedkoopste kan produceren, met de laagste belastingen en zo weinig mogelijk milieuregels. Deze structuur is goed om de kortetermijnwinst op te drijven, maar wreekt zich vandaag’, schreven Frank Vanaerschot en Cedric Bodart van FairFin eerder in een opiniestuk op mo.be.
‘Het is exact hoe het financiële systeem nog steeds werkt’, vertelt Pettifor. ‘Na 2008 is er op dat vlak zeer weinig veranderd. Banken legden misschien een grotere reserve aan, maar het geld vloeit naar de plekken met de laagste kosten en de hoogste winsten. Dat is op veel vlakken ronduit pervers. Het voordeel is dat het nu voor iedereen zichtbaar is.’
Ideeënstrijd
Dus ja, knikt ze. Natuurlijk biedt deze crisis kansen op een grote sprong vooruit om een economie uit te bouwen die zich niet loszingt van het ecosysteem maar de rechtmatige behoeften van de mens en de noden van de natuur als uitgangspunt neemt. Tegelijk worstelt ze met de vrees dat de extreemrechtse leiders die er nu al zijn, ze noemt Bolsonaro, Trump en Orban, deze crisis zullen uitbuiten om hun nationalistische en dictatoriale verlanglijstje door te duwen.
Armere landen worden letterlijk opgeofferd op het altaar van het internationale financiële systeem.
‘Er woedt een ideeënstrijd. Tussen zij die mens en natuur willen redden en herstellen en zij die daar geen cent om geven en liefst zo snel mogelijk de financiële globalisering weer optuigen omdat ze daarvan profiteren. Want vergis je niet. Het virus mag dan al onzichtbaar zijn, even onzichtbaar zijn de geldstromen die ongehinderd blijven vloeien. Armere landen worden letterlijk opgeofferd op het altaar van het internationale financiële systeem, waarin de belangen van investeerders en kredietverleners zwaarder doorwegen dan de gezondheid van mensen of ecosystemen.’
‘Wie op de internationale markt koper of soja wil kopen, heeft dollars nodig. We hebben misschien democratieën en natiestaten, maar de Federal Reserve is de gouverneur van de wereld. Daar wordt beslist wie wel en geen toegang heeft tot dollars. Oesolanden wel, arme landen niet en China al helemaal niet. Daarom hamer ik zo op de onrechtvaardigheden van dit financiële systeem. Zo lang we dat niet veranderen, is er geen hoop voor een Green New Deal of een economie die de sociale noden koppelt aan de draagkracht van de planeet.’
Pact voor mens en planeet
Een Green New Deal. Een pact voor mens en planeet. De naam en het plan ontstonden in de voorschokken en de naweëen van de financiële ineenstorting van 2008, in de kamer waar Pettifor nu zit.
‘Dat is waarschijnlijk het belangrijkste verschil met 2008. Nu ligt er wel een plan B klaar.’
‘Dat is waarschijnlijk het belangrijkste verschil met 2008. Nu ligt er wel een plan B klaar.’ Het is een plan dat al werd opgepikt. In de Verenigde Staten won Alexandroa Ocasio-Cortez er als jongste Democratische kandidaat haar zetel mee in het Congres en de Europese Commissie nam de term graag over om de hernieuwde klimaatambities mee in de verf te zetten.
Verleden jaar publiceerde Pettifor zelf The case for a Green New Deal. Hierin lijnt ze de principes uit van een economisch systeem dat goed is voor mens en natuur. Het is een economie waarin zelfvoorziening centraal staat, waarvan de zorgsector, openbare dienstverlening, onderwijs en cultuur mee het hart vormen en waarin menselijke noden geledigd worden, maar behoeften aan nog meer spullen begrensd, en waarin de overheid aan het stuur zit van het financiële systeem.
Zoals gezegd vormde de crisis van 2008 de kraamkamer van deze Green New Deal. De dagen en weken waarin de beurzen wereldwijd in het rood doken, organiseerde Pettifor in de als woonkamer ingerichte vergaderzaal van Prime, een denktank en netwerk van macro-economen waarvan Pettifor voorzitter is, een reeks ontmoetingen tussen economen en mensen uit de milieubeweging.
‘Als we onze economieën zowel weerbaarder willen maken, als loskoppelen van fossiele brandstoffen, dan moeten we het financiële systeem democratiseren.’
Hoe hier beter uitkomen, was de vraag die op tafel lag. Hoe uit de puinhopen van een financiële meltdown een economie opbouwen waarin ecosystemen en menselijke waardigheid geen externe factoren zijn, maar het fundament. Herman Daly, de ecologische econoom, bij wie Pettifor school had gelopen, had het ooit omschreven als een economie die simpeler, socialer, trager en kleinschaliger is.
Wat Pettifor de mensen van de milieubeweging vooral probeerde duidelijk maken, was de link tussen krediet en uitstoot, tussen het financiële systeem en vervuiling. ‘Toename van krediet leidt tot meer CO2-uitstoot’, legde ze met tabellen en grafieken uit. ‘Je kunt niet enkel wijzen naar de vervuilende industrie, naar de ontginning van fossiele brandstoffen, je moet het financiële systeem erachter ontmantelen. De geldstromen ombuigen naar wat je wilt dat er gebeurt.’
Ze geeft me een voorbeeld. ‘In de drie jaar na het akkoord van Parijs heeft de Amerikaanse zakenbank JP Morgan 169 miljard dollar geleend aan oliebedrijven. In diezelfde periode heeft Exxon amper 9 miljard uitgegeven aan de ontginning van olie. Er is een flagrante en amper gecontroleerde overfinanciering van oliebedrijven. Het is als bij een pandemie. Natuurlijk moet je het virus bestrijden, maar je moet ook de grondoorzaken aanpakken. En die zijn verweven met de globalisering, die in wezen een financiële globalisering is. Als we onze economieën zowel weerbaarder willen maken, als loskoppelen van fossiele brandstoffen, dan moeten we het financiële systeem democratiseren.’
Huiveringwekkende schok
Sommigen zullen het utopisch noemen, te veel veranderingen op korte termijn, maar Pettifor wijst er graag op dat we het al eerder gedaan hebben in de loop van de geschiedenis. Bovendien, stipt ze aan, toont onderzoek van Yale naar steun voor of afkeer van de Green New Deal aan dat beide kanten van het politieke spectrum het plan behoorlijk eensgezind omarmen. ‘Zo lang men niet weet dat het gelanceerd werd door een democratisch congreslid’, voegt ze er met een grijns aan toe.
‘Instinctief voelen heel veel mensen aan dat het gangbare financiële systeem er niet is voor hen, dat het hun levens niet beter maakt. Het drama is dat totalitaire leiders als Trump, Bolsonaro of ook Modi dat ongenoegen aangrijpen om een externe vijand als schuldige aan te wijzen. Dat moeten we goed beseffen. Zo lang progressieve bewegingen er niet in slagen helder uit te leggen wat er aan de hand is, zal extreemrechts garen spinnen bij de toenemende onrechtvaardigheid.’
Deze pandemie gooit al onze zekerheden zo overhoop dat hij ruimte geeft aan tot nu ondenkbare alternatieven.
Een ‘huiveringwekkende schok van het systeem’, meent Pettifor in The case for a Green New Deal, kan het raam openen voor tot dan ongewone ideeën.
Is het coronavirus zo’n huiveringwekkende schok?
‘Oh ja’, knikt ze stellig. ‘Deze pandemie gooit al onze zekerheden zo overhoop dat hij ruimte geeft aan tot nu ondenkbare alternatieven. Een ding dat het virus onweerlegbaar aantoont, is dat overheden razendsnel kunnen schakelen als ze overtuigd zijn van de noodzaak. Maar ook: het argument dat klimaatbeleid onbetaalbaar is, kan nu helemaal van tafel. Er is geld. Zeker als je wil investeren in een economie waar we uiteindelijk allemaal beter van worden. Maar ik herhaal het en zal het blijven herhalen: om dat te garanderen, moeten overheden de kapitaalstromen controleren en aan banden leggen.’
Bomen van Roosevelt
‘Er wordt vaak verwezen naar de heropbouw na de Tweede Wereldoorlog. Hoe we daar collectief onze schouders onder zetten, hoe het ons een sociale zekerheid opleverde, een nationale gezondheidszorg, democratisering van het onderwijs en publieke huisvesting. Dat klopt. Maar we mogen niet vergeten in welk internationaal, monetair kader dit gebeurde. Het was een raamwerk dat kapitaal beheerde en dat de belangen van de nationale economie boven die van de financiële wereld stelde.’
In die zin verwijst Pettifor graag en veelvuldig naar de New Deal waarmee Roosevelt de Verenigde Staten in de jaren dertig uit het economische moeras sleurde. De Green New Deal is in zijn benaming een eerbetoon aan zo veel politieke daadkracht. De avond van zijn aantreden, op 3 maart 1933, deed Roosevelt wat Pettifor in essentie voorstelt dat er opnieuw moeten gebeuren: hij schrapte de goudstandaard, trok de controle over de geldstromen weg bij Wall Street en legde ze terug bij de overheid.
Ondanks fundamentele gebreken, toonde de New Deal van Roosevelt wel dat je met politieke wil de financiële wereld aan banden kunt leggen.
‘Het gaf hem alle vrijheid jobs te creëren en geld uit te geven. Hij investeerde in de reële economie, maar ook in de natuur. Want ook in de jaren dertig kwamen een ecologische en economische crisis samen. Door overbemesting en monoteelt was het land uitgeput, de Dust Bowl blies het laatste restje vruchtbare grond weg. Roosevelt liet twee miljard bomen planten en beschermde waardevolle natuur. Tegelijkertijd steunde hij de cultuur. John Steinbeck kon Grapes of Wrath schrijven dankzij een beurs van de overheid. Kunst en cultuur stoten geen broeikasgassen uit. Het zijn wat we noemen klimaatvriendelijke en arbeidsintensieve sectoren. Net zoals zorg en onderwijs.’
‘Natuurlijk maakte Roosevelt ook fouten. Ondanks de bede van zijn echtgenote, sloot hij vrouwen uit van de boomplantacties. Bovendien boog hij al te mak voor de eisen van de landeigenaars in het Zuiden van de Verenigde Staten die geen extra rechten voor zwarten wilden. Maar ondanks die fundamentele gebreken, toonde de New Deal van Roosevelt wel dat je met politieke wil de financiële wereld aan banden kunt leggen. Het vergt enkel de moed om te zeggen: als je overheidssteun wil, als je wil dat belastingbetalers je uit een crisis trekken, dan zal dat onder de voorwaarde gebeuren dat jij voor het land werkt, in plaats van omgekeerd. Concreet betekent dit: wat wordt jouw bijdrage aan een klimaatvriendelijke economie?’
Een U of een L?
Ondertussen is het vijf voor twaalf. Letterlijk. Haar scherm licht op. De kleinzoon wacht met zijn schoolwerk. Hoe ze naar de toekomst kijkt, wil ik nog snel van Pettifor horen.
Ze bijt op haar lippen en woelt door haar haar. ‘Komen we hier beter uit?’ Ze zwijgt. ‘Er is geen gebrek aan ideeën over hoe het anders en beter kan. Dat staat vast. Maar de economische terugval zal zo gigantisch zijn. Sommigen hebben het over een V- of een U-vorm. We bereiken een dieptepunt en daarna trekt alles zich weer op gang.’ Ze schudt haar hoofd.
Onze economieën zullen zelfvoorzienend moeten zijn, zonder op zichzelf terug te plooien.
‘Ik vrees dat we eerder te maken krijgen met een L-curve. Een diepe duik en een lang, pijnlijk herstel. Zullen we erin slagen dat herstel zo te organiseren dat het sociaal rechtvaardig is en de planetaire grenzen respecteert? Niet als we vasthouden aan de oude financiële systemen. Ik denk zelfs dat dat onmogelijk zal zijn. we kunnen niet terug naar normaal. Normaal was een crisissituatie.’
‘Mensen zullen van hun overheden een betere bescherming eisen. Onze economieën zullen zelfvoorzienend moeten zijn, zonder op zichzelf terug te plooien. Zelfvoorzienend en internationaal verbonden. Het kan een antwoord zijn op het discours van nationalistische leiders, op America First, Hungary First of Brazil First. Maar het is zeker de beste manier om zowel de economie te stabiliseren als klimaatverandering.’