Israëls waanzinnige balanceeroefening: mensenrechten schenden en handelsdeals sluiten
Marie Borremans
12 oktober 2017
In het Israël van Benjamin Netanyahu's rechts-religieuze coalitie lijkt een vredevolle uitkomst voor de Palestijnse kwestie verder af dan ooit. Maar ook in het land zelf blijven Israëlische activisten strijden tegen de bezetting. Sarit Michaeli levert verzet vanuit het hart van het conflict. ‘De internationale gemeenschap moet Israël dwingen om keuzes te maken.’
B’Tselem wil het Israëlische publiek informeren over het geweld dat Israël gebruikt in de bezette gebieden.
© ‘Amer ‘Aruri
‘Als je in Israël woont en opkomt voor de rechten van Palestijnen, wordt alles een moreel vraagstuk. Ik verzet me tegen de bezetting van de Palestijnse gebieden door de staat Israël, maar tegelijkertijd betaal ik belastingen aan diezelfde staat. Ik geniet van alle voordelen die een Israëlisch burger heeft: onze economie doet het goed door de uitstekende relaties met Europa, we maken gebruik van goedkope arbeid door verdrukte Palestijnen en we hebben gratis land omdat we het van onze buurlanden gestolen hebben.’
Sarit Michaeli is kritisch en vlijmscherp. Niet alleen voor het Israëlische bewind, dat ze tijdens ons gesprek tot op het bot fileert, maar ook voor zichzelf. Ze zucht. ‘Ik weeg voortdurend af of ik de juiste beslissingen neem. Maar niets doen is geen optie.’
Krimpende ruimte voor activisten
Werken als mensenrechtenactivist in Israël is niet vanzelfsprekend, zeker niet vandaag. Onder leiding van premier Benjamin Netanyahu is het meest rechtse kabinet in jaren aan de macht. Tegenstanders van het regeringsbeleid worden gezien als landverraders en monddood gemaakt. Met andere woorden, de ruimte voor politiek activisme krimpt.
Sarit Michaeli werkt als internationale beleidsmedewerker voor de Israëlische ngo B’Tselem
© Broederlijk Delen
‘Als Israëli’s zitten we in de ideale positie om de bezetting van Palestina aan te klagen’
‘Toch is het essentieel dat we ook vanuit Israël blijven strijden voor Palestijnse mensenrechten’, zegt Michaeli. ‘Als Israëli’s zitten we in een ideale positie om de bezetting van Palestina aan te klagen. We kunnen heel sterk beeldmateriaal maken op het terrein, we voeren onderzoek in de Palestijnse gebieden zelf en we staan rechtstreeks in contact met Palestijnse activisten. Daardoor kunnen we het internationale discours sterk beïnvloeden. B’Tselem is maar een kleine organisatie, maar we laten een krachtig geluid horen.’
‘Onze politici beweren dat Israël de enige democratie in het Midden-Oosten is. Dat er vrijheid van meningsuiting is. Dat is heel ironisch als je weet dat we al vijftig jaar mensen onderdrukken en er alles aan doen om hen geen democratie te geven. Wij willen dat de Israëlische samenleving haar beloften waarmaakt, dat ze alles is wat ze kan en belooft te zijn. En we zijn daarin niet alleen.
Een significant deel van de Israëli’s steunt de bezetting helemaal niet. We zijn niet in de meerderheid, maar we zijn er wel. En als activisten proberen we de gemeenschap die achter ons staat, steeds groter te maken.’
Niet blind en onwetend
Het is altijd de missie geweest van B’Tselem, de ngo waarvoor Michaeli al dertien jaar werkt. Sinds de oprichting in 1989 wil B’Tselem de Israëlische bevolking informeren over de onderdrukking van Palestijnen.
‘In het begin draaide alles daarom: informatie over de bezette gebieden tot bij het Israëlische publiek brengen. Het idee was dat als Israëli’s zouden weten wat voor misdaden in hun naam begaan werden, alles snel zou veranderen.’
Vandaag denkt Michaeli daar anders over. ‘We informeren het Israëlische publiek al jaren en er verandert niets. Natuurlijk kennen Israëli’s niet elk detail over het geweld onder de bezetting, maar ze weten genoeg. Ze zijn allesbehalve blind en onwetend.’
Voor B’Tselem werd duidelijk dat kennis en informatie niet volstaan. Vandaag weten ze dat ze verder moeten gaan. ‘Nu gaan we op zoek naar de plaatsen waar onze informatie zal leiden tot actie, zowel in Israël zelf als internationaal. Dat is de rol die we nu moeten spelen: we willen dat ons onderzoek en pleitwerk Israël dwingt keuzes te maken.’
B’Tselem veroordeelt de verdrijving van Palestijnen uit de Westelijke Jordaanoever, zoals bij deze actie in augustus 2017.
© ‘Aref Daraghmeh
Ngo’s onder vuur
Intussen wordt de bewegingsruimte die ngo’s in Israël krijgen steeds kleiner. In juni 2016 voerde het Israëlische parlement de omstreden Transparency Bill in. Mensenrechtenorganisaties die meer dan de helft van hun inkomsten uit buitenlandse fondsen halen, krijgen daardoor extra verplichtingen opgelegd.
De bewegingsruimte die ngo’s in Israël krijgen, wordt steeds kleiner
In de praktijk worden vooral organisaties die tegen de bezetting strijden hierdoor getroffen. Pro-nederzettingenbewegingen halen hun inkomsten voornamelijk uit privédonaties en moeten dus niet verantwoorden waar hun geld vandaan komt. Volgens Michaeli past de maatregel in een aanhoudende campagne om elke vorm van verzet tegen de bezetting in de kiem te smoren.
‘In Israël is de politieke oppositie tegen de bezetting zeer klein. Weinig politici durven hun nek uit te steken, omdat ze weten dat het hen politiek kapitaal zal kosten. De tegenstand komt vooral vanuit mensenrechtenorganisaties. Daarom zijn zij vandaag het doelwit van de Israëlische regering.’
Het maakt organisaties als B’Tselem het voorwerp van een onophoudelijke lastercampagne. ‘In de media worden mensenrechtenorganisaties als vijanden en verraders afgeschilderd. Rechtse activisten infiltreren zelfs in onze organisaties om compromitterend materiaal te vinden. We krijgen haatberichten en doodsbedreigingen.’
Haatcampagne op hoogste politieke niveau
De haatcampagne wordt gevoerd tot op het allerhoogste politieke niveau. Vorig jaar besloot premier Netanyahu dat internationale politici en diplomaten die hem willen ontmoeten, niet meer mogen spreken met B’Tselem.
‘Netanyahu misbruikt zijn politieke macht’
Zo weigerde hij in april 2017 de Duitse minister van Buitenlandse Zaken te ontvangen omdat die een bezoek had gebracht aan de mensenrechtenorganisatie. En ook de Belgische premier Charles Michel werd op het matje geroepen nadat hij vertegenwoordigers van B’Tselem had ontmoet tijdens zijn bezoek aan Israël en de Palestijnse gebieden. Het maakt Michaeli kwaad. ‘Met deze no contact policy misbruikt Netanyahu zijn politieke macht. Iedereen die naar Israël wil komen en wil praten met kritische mensenrechtenorganisaties moet weten dat de premier van het land hen niet meer zal ontvangen. Uiteraard heeft dat een zeer negatief effect op de impact die we met B’Tselem kunnen hebben in het buitenland.’
‘De focus komt in Israël steeds vaker op mensenrechtenorganisaties zelf te liggen. Enerzijds speelt dat niet in ons nadeel: we krijgen meer publiciteit en meer buitenlandse giften. Maar het leidt de aandacht af van het echte verhaal: dat van vijftig jaar bezetting in Palestina en de bijhorende eis om die te stoppen.’
Grimmige sfeer en giftig debat
Het debat dat grimmiger wordt, de toon die donkerder wordt: het kenmerkt het politieke klimaat in Israël vandaag, zegt Michaeli. De activiste ziet de Israëlische maatschappij in sneltempo veranderen. ‘Veel Europeanen hebben een verkeerd beeld van Israël. Onze politieke leiders stellen zich in het buitenland voor als progressief en transparant. Maar in Israël zelf vallen hun maskers af: dit land is een broeiplaats voor nationalisme en racisme. Europa moet beseffen dat het de Israëlische samenleving niet vooruit helpt door terughoudend te zijn, door af te wachten. Dat geeft extremistische stemmen alleen maar de kans om luider te klinken.’
‘We zullen onze kinderen anders moeten opvoeden, hen leren wat mensenrechten en democratie echt betekenen’
Of die ontwikkeling dan nog om te buigen is? Michaeli twijfelt. ‘De opeenvolgende Israëlische regeringen hebben veel schade aangericht. Ondertussen gaat ook de bevolking mee in het propagandadenken. Het zal jaren duren om dat ongedaan te maken. We zullen onze kinderen anders moeten opvoeden, hen leren wat mensenrechten en democratie echt betekenen. En zij moeten dat opnieuw doorgeven aan hun kinderen. Ik denk niet dat het onmogelijk is om opnieuw een context van dialoog te creëren. Maar dan moeten we er nu wel mee beginnen.’
Waanzinnige balanceeroefening
De Israëlische regering lijkt echter allesbehalve van plan van het ingeslagen pad af te wijken. ‘Vandaag gaat het net goed met Israël. Benjamin Netanyahu portretteert zichzelf als de kapitein die het schip Israël naar kalme wateren heeft gebracht. Die boodschap benadrukt hij voortdurend: “Kijk hoe goed jullie het hebben. We hebben weinig vijanden, de economie floreert, de internationale situatie wordt steeds beter.” Het ergste is dat hij gelijk heeft. Israël doet een waanzinnige balanceeroefening: enerzijds houden we Palestijnen vast in een militaire dictatuur, anderzijds hebben we een heel goede handelsrelatie met de EU en krijgen we financiële en diplomatieke steun vanuit de VS.’
Ruïnes in het dorp Fasayil in de Jordaanvallei nadat Israëlische autoriteiten de inwoners verdreven.
© ‘Aref Daraghmeh
‘Hoe absurd ook, de Israëlische regering slaagt erin alle ballen in de lucht te houden. Dat maakt mensen passief: waarom zouden we de bezetting moeten opgeven als het ons alleen maar voordelen brengt? Blijkbaar kan het: Israël mag mensenrechten met de voeten treden en tegelijkertijd een bevoorrechte handelspartner worden. Het is aan Europa en de internationale gemeenschap om te bewijzen dat dat niet zo is.’
‘Als we de bezetting willen stoppen, moeten we als Israëli’s actie ondernemen. Om naar een tweestatenoplossing te gaan, moeten we grenzen verleggen, mensen verhuizen en nederzettingen ontmantelen. Het gaat om grote veranderingen op het terrein. De huidige kalmte in Israël zal daar niet voor zorgen. Israëli’s snakken naar rust, waarom zouden ze dat veranderen?’
Informeren als morele plicht
‘De bezetting stoppen is de enige manier om mensenrechten te garanderen in Israël’
‘Een einde maken aan de bezetting is nochtans de enige manier om mensenrechten te garanderen in Israël. Er bestaat geen tussenoplossing. Als je kleine verbeteringen probeert te bereiken binnen het huidige systeem, zullen die in het beste geval beperkt zijn. In het slechtste geval geven ze meer legitimiteit aan het systeem en houden ze het mee in stand. Dat maakt het heel moeilijk om specifieke doelen of aanbevelingen te formuleren. We blijven erop hameren: stop de bezetting.’
Met die boodschap richt B’Tselem zich in de eerste plaats tot het Israëlische publiek. ‘Israëli’s zijn heel contradictorisch als het om mensenrechten gaat. Vraag aan een willekeurige Israëli of hij of zij mensenrechten steunt en het antwoord zal altijd ja zijn. Maar als het over Palestijnen gaat, wordt de situatie helemaal anders. Opeens is er het idee dat mensenrechtenactivisten misleidend, onwetend en incapabel zijn, dat ze de situatie verkeerd inschatten. Of in het ergste geval: dat het verraders zijn die gestuurd worden door buitenlandse regeringen. Het kost steeds meer moeite om onze boodschap over te brengen: de Israëlische samenleving is erg verdeeld. Maar het blijft cruciaal om ons eigen publiek te informeren en onze publicaties beschikbaar te maken voor alle Israëli’s. Het is ook gewoon onze verdomde morele plicht.’
Internationaal druk zetten
Toch verandert B’Tselem ook van strategie. ‘We begrijpen ondertussen dat het niet genoeg is om te praten met Israëli’s om een einde te maken aan de bezetting. De laatste tijd richten we ons steeds explicieter naar de internationale gemeenschap. Europa heeft grote belangen in Israël en kan een cruciale rol spelen in het Israëlisch-Palestijnse conflict. Maar vandaag wordt de macht die de EU heeft, niet gereflecteerd in haar beleid.’
‘We vragen van de internationale gemeenschap dat ze Israël dwingt om keuzes te maken.’ Sarit Michaeli plaatst haar handen loodrecht op elkaar zodat ze een T vormen. ‘Dit is wat we willen. Dat het Israëlische bewind op een punt komt, waarop het niet meer verder kan. De internationale gemeenschap moet Israël voortdurend op een T-splitsing plaatsen. Ofwel kiezen ze voor het pad van meer internationale samenwerking en moeten ze de mensenrechten respecteren, ofwel gaan ze verder met de bezetting en zoeken ze het zelf maar uit. De EU heeft de macht om Israël te dwingen hun expansie-ideologie op te geven om financiële voordelen te krijgen. Maar tot nu toe kijkt ze liever de ander kant op.’
Nog niet uitzichtloos
‘Het is moreel verwerpelijk om Palestijnen te beroven van hun rechten en hun land. Dat moet stoppen.’
Israël schippert ondertussen al decennia tussen oplaaiende golven van geweld, vredesakkoorden en onderhandelingen. Is er überhaupt nog een uitweg mogelijk? Michaeli weigert te plooien voor de uitzichtloosheid van de situatie. ‘In het verleden ging Israël vaak pas op de knieën na militair spierballengerol. Maar ik blijf geloven dat het ook anders kan. Internationale druk en economische maatregelen kunnen een even grote drijfveer zijn voor Israël om de bezetting stop te zetten. Het land is extreem afhankelijk van de handelsrelaties met het Westen. Een realistische oplossing kan er alleen komen door een internationale politieke interventie in de regio. Europese leiders moeten resoluut actie ondernemen, op alle niveaus.’
‘Weet je, mensen zeggen mij vaak dat het Israëlisch-Palestijnse conflict zo ontzettend complex is. Dat is het ook. Maar eigenlijk is het ook heel simpel. Het is gewoon moreel verwerpelijk om Palestijnen te beroven van hun rechten en hun land. Dat moet stoppen. Punt.’