Drie activisten over ‘eco-sabotage’ en radicaal klimaatverzet
Moet de klimaatbeweging radicaler worden? ‘Eén ding is zeker: niets doen maakt me depressiever’
Niko Vandebos
12 juni 2023
De klimaatcrisis wordt steeds tastbaarder, maar we blijven consumeren en broeikasgassen uitstoten in een onhoudbaar tempo. Is radicaal activisme de enige manier om de wereld nog wakker te schudden? MO* ging in gesprek met drie activisten over ‘ecosabotage’ en andere soorten klimaatverzet.
‘Klimaatactivisme is geen misdaad.’ Activisten bouwden boomhutten tijdens de bezetting van Lützerath, een Duits dorp dat moet verdwijnen voor de uitbreiding van een bruinkoolmijn.
Tim Wagner/Flickr/CC BY-NC 2.0
De klimaatcrisis wordt steeds tastbaarder, maar we blijven regeren, consumeren en broeikasgassen uitstoten alsof er niets aan de hand is. Is radicaal activisme de enige manier om de wereld nog wakker te schudden? MO* ging in gesprek met drie activisten over ‘ecosabotage’ en andere soorten klimaatverzet. ‘Meedoen aan de zoveelste klimaatmars leek me zinloos.’
‘Passiviteit valt niet meer te verantwoorden’, schrijft de Zweedse auteur en klimaatwetenschapper Andreas Malm in zijn boek Eco-sabotage. Of hoe je een pijpleiding opblaast (2022). Daarin pleit hij ervoor om grovere middelen in te zetten om de klimaatcrisis te bestrijden.
Want talloze klimaatmarsen later stelt Malm vast dat vreedzaam protest niet de nodige impact heeft. Zo blijft de wereldwijde CO2-uitstoot stijgen terwijl de maatregelen om de crisis aan te pakken tekortschieten, zoals de VN nog becijferden bij de vorige klimaattop, eind 2022.
Om die impasse te doorbreken, is het volgens Malm tijd om oliepijpleidingen te gaan opblazen. De recente verfilming van zijn “activistenbijbel” tot een fictieve actiethriller windt daar alvast geen doekjes om. Onder leiding van de vastberaden Xochitl, die haar moeder verloor aan een extreme hittegolf, beraamt een groep activisten in de film een plan om een pijpleiding te saboteren in de Verenigde Staten.
Het verhaal van de film toont een vorm van eco-sabotage (soms afgekort tot ‘ecotage’). Door schade te berokkenen aan eigendom of infrastructuur proberen milieu- en klimaatactivisten daarmee hun boodschap duidelijk te maken. In bredere zin kan de term wijzen op alle acties die de werking van een bedrijf of industrie dwarsbomen, waaronder ook vreedzame bezettingen van een bos of terrein.
Zoals de veelbesproken protesten tegen bruinkool in het Duitse Lützerath, bijvoorbeeld. Toen bekend werd dat het dorpje in het Ruhrgebied zou moeten verdwijnen voor de uitbreiding van een bruinkoolmijn, volgde een bezetting door activisten, die twee jaar zou duren. Begin januari van dit jaar werd de politie ingezet om de kampen definitief te ontruimen. Er kwam veel kritiek op het geweld dat de politie daarbij gebruikte tegen de demonstranten.
Een gelijkaardige intensieve actie was er ook in Frankrijk. Op zaterdag 22 april blokkeerden duizenden mensen de route tussen Toulouse en Castres omdat de overheid daar een nieuwe snelweg wil aanleggen. Die zou lokale landbouw- en natuurgebieden beschadigen.
Een maand eerder, op 25 maart, trad de politie hardhandig op in Sainte-Soline in het departement Deux-Sèvres. Minstens 6000 mensen betoogden er tegen de bouw van nieuwe waterreservoirs voor intensieve landbouw. Bij het protest raakten twee manifestanten zwaargewond.
‘Geloof, liefde en hoop kan je niet ontruimen!’ Begin dit jaar werd het Duitse dorpje Lützerath ontruimd na een twee jaar lange bezetting. Dat leidde tot gewelddadige confrontaties tussen activisten en de politie.
Stefan Müller/Flickr/CC BY-NC 2.0
Ook in ons land is hevig klimaatverzet niet nieuw. Al in de jaren ‘90 dook het anarchistische actienetwerk GroenFront! op in België en Nederland, onder de leuze ‘geen compromis in de verdediging van Moeder Aarde’. En ook milieuorganisatie Greenpeace, die bekendstaat om haar opvallende acties, is actief in ons land. Eind april nog werden 14 Greenpeace-activisten gearresteerd omdat ze een gasterminal van infrastructuurbeheerder Fluxys in de haven van Zeebrugge bezetten.
Impact versus risico’s
Wordt radicaal activisme stilaan de atypische maar gangbare vorm van klimaat- en milieuprotest? MO* bracht drie radicale activisten samen om in gesprek te gaan over de ideeën en film van Andreas Malm en over hun eigen, controversiële methodes. Activisme houdt hun al enkele jaren in de ban, en dat gaat van burgerlijke ongehoorzaamheid over sabotageacties tot zelfverklaard militantisme.
Twee van hen willen graag anoniem getuigen, we noemen hen voor dit gesprek Aron (20) en Max (27). Onze derde gesprekspartner is Wouter Mouton (45). De Bruggeling trok al vaker de aandacht, onder andere bij de aankomst van de Ronde van Vlaanderen en toen hij zijn hoofd vastkleefde aan het glas voor Vermeers beroemde schilderij Meisje Met De Parel.
De film How to Blow Up a Pipeline gaat over een vrij drastische vorm van eco-sabotage, het opblazen van een oliepijpleiding. Leven zulke ideeën ook in ons land? En hoe ver gaan jullie daarin?
Max: Ik moet eerlijk toegeven dat ik het boek wel ken, maar de film nog niet gezien heb. In ons land zijn de sabotageacties alleszins veel kleinschaliger. Niet alleen in tegenstelling tot dat fictieve plan uit de film, maar ook tot andere landen zoals Frankrijk of Duitsland.
Zelf begon ik bij Ende Gelände in Duitsland (de internationaal bekende, Duitse beweging die onder andere koolmijnen bezet, red.). Sindsdien ben ik betrokken bij een aantal bosbezettingen en ontelbare kleinere sabotages. Maar die hebben vaak geen effect op bedrijven of industrie. Het gaat eerder om symbolische graffitiacties.
In Wallonië durven activisten al meer dan in Vlaanderen. Daar organiseren ze grote terreinbezettingen en laten ze zich niet zomaar afschrikken door de politie.
‘Voor wat ik doe, bestaat heel weinig steun. En voor sabotage is er al helemaal geen draagvlak.’
Aron: (knikt) In Brussel ook. Sinds ik daar actief ben, ben ik radicaler en militanter. Ik doe nu vooral kleine sabotageacties, zoals machines kapotmaken of autobanden lekprikken.
Illegale acties moeten voor mij wel een duidelijk nut hebben. De impact moet de risico’s ervan overstijgen. Zo voer ik liever ‘s nachts sabotages uit die de media niet halen. Mijn hoofddoel is om een vervuilend bedrijf of een vervuilende organisatie financiële schade toe te brengen, niet om de publieke opinie te beïnvloeden.
Niet in de media willen komen: dat is een groot verschil met jouw aanpak, Wouter?
Wouter Mouton: Dat klopt. Mijn focus ligt op verstorende acties en burgerlijke ongehoorzaamheid. Ik kom bewust in de media, want zo heb je een groter bereik om in gesprek te gaan met mensen. Bovendien hou ik mijn protesten vreedzaam, zowel tegenover personen als ten opzichte van materiaal en infrastructuur. Zelf doe ik dus niet aan eco-sabotage. Maar ik vind het zeker een nuttige denkpiste.
Voor wat ik doe, bestaat echter heel weinig steun. Ik heb reeds duizenden euro’s boete moeten betalen en drie weken in de gevangenis gezeten. Voor sabotage is er al helemaal geen draagvlak. Hoe verantwoord je zoiets aan je familie? Je moet niet alleen voor jezelf de afweging maken om risico’s te nemen, maar ook voor je naasten. Het is een moeilijk evenwicht.
Klimaat- en dierenrechtenactivist Wouter Mouton organiseert regelmatig verstorende acties in Brugge.
© Frank Vergucht
Waarom radicaal?
De film van Andreas Malm begint met een kleinschaliger vorm van eco-sabotage. Het personage Xochitl prikt de banden lek van een geparkeerde auto, waarna ze een briefje achterlaat met de boodschap: ‘Als de wet jullie niet straft, doen wij het’. Wat motiveert jullie om aan radicaal activisme te doen?
Wouter Mouton: De hoogdringendheid van de klimaat- en biodiversiteitscrisis is mijn grootste motivatie. Het IPCC (het VN-klimaatpanel, red.) zegt dat we nu drastisch moeten ingrijpen om de opwarming van de planeet tot een “veilige” 1,5°C te limiteren. Toch blijven we als mensheid ons eigen graf delven aan een ongezien tempo. Daardoor ervaar ik veel angst, stress en depressie. Of mijn acties nut hebben, weet ik niet. Maar één ding is zeker: niets doen maakt me depressiever.
Aron: Ik ben persoonlijk al een paar jaar gefrustreerd door de Vlaamse klimaatbeweging. Het momentum was te snel weg en er was weinig vernieuwing, waardoor meedoen aan de zoveelste klimaatmars zinloos leek. Het rechtstreeks viseren van vervuilende bedrijven en industrie heeft volgens mij meer impact.
Wilt u daarover uitweiden? Wat bedoelt u bijvoorbeeld met ‘weinig vernieuwing’?
Aron: Binnen de klimaatbeweging mis ik vooral een intersectionele (met een snijpunt tussen verschillende maatschappelijke ongelijkheden, red.) benadering. De klimaatproblematiek heeft evenzeer te maken met sociale thema’s zoals armoede, racisme en kolonialisme. Dat bewustzijn leeft wel bij veel individuele activisten, maar in het algemene narratief was die link veel te lang afwezig.
Bovendien zijn de meeste activisten witte mensen uit de middenklasse. Dat is ergens te verwachten, want zij kunnen het zich in zekere zin veroorloven om burgerlijk ongehoorzaam te zijn of zelfs gearresteerd te worden. Dat is een privilege dat we moeten erkennen.
Max: (twijfelt) Toch is het gevaarlijk om klimaatactivisme volledig gelijk te stellen met de middenklasse. Dat houdt de verschillende maatschappelijke strijden gescheiden, wat het kapitalistische systeem in stand houdt. Zoals je al zei is die intersectionaliteit belangrijk. Sociale en ecologische rechtvaardigheid gaan hand in hand.
Desondanks vind ik het goed dat er verschillende vormen van protest bestaan, want activisme moet toegankelijk zijn voor iedereen. Zo tonen de massale klimaatmarsen bijvoorbeeld hoeveel draagvlak de beweging heeft, waaronder bij de middenklasse. Die groep heeft nu eenmaal een luidere stem.
In 2022 blokkeerden activisten van ‘dokters voor Extinction Rebellion’ een brug in Londen. De groep klaagt de klimaatopwarming aan als volksgezondheidsrisico. Verschillende dokters en verplegers werden gearresteerd.
Alisdare Hickson/Flickr/CC BY-SA 2.0
‘Wat kunnen we doen om jullie te laten luisteren?’
Op de vooravond van hun grootse plan discussiëren de personages in de film How to Blow Up a Pipeline over hoe hun actie onthaald zal worden. Daarbij argumenteert Xochitl dat elke historische verzetsbeweging ooit terroristisch werd genoemd. Ook in de echte wereld lijkt het draagvlak voor eco-sabotage vrij klein. Hoe gaan jullie daarmee om?
Wouter Mouton: Tijdens elke protestactie noemen ze me wel eens een ‘extremist’ of ‘radicaal’. Ik begrijp dat mijn methode ongebruikelijk is. Daarom probeer ik mijn acties altijd zo goed mogelijk te kaderen. Maar daarvoor heb je wel een gesprekspartner nodig die wil luisteren en die jou ernstig neemt.
Wanneer ik de kans krijg, verwijs ik regelmatig naar de geschiedenis van andere sociale bewegingen. Die verwierven geen gelijke rechten door vreedzaam of conventioneel tewerk te gaan. Kijk maar naar de strijd om vrouwenrechten of het einde van slavernij. De geschiedenis bewijst dat burgerlijke ongehoorzaamheid en radicaal verzet legitieme vormen van protest zijn.
‘Aan mensen die kritiek hebben op radicale methodes, vraag ik altijd: “Wat kunnen we dan doen om jullie te laten luisteren?”’
Max: (knikt) We mogen de geschiedenis niet verbloemen. De vakbonden hebben onze sociale bescherming ook verkregen via burgerlijke ongehoorzaamheid. Niemand heeft werknemers zomaar hun arbeidersrechten gegeven. Verzet is iets van alle tijden. Als klimaatactivisten moeten we daar uit leren.
Daarnaast vind ik een cruciaal aspect van actievoeren dat je lokale gemeenschappen betrekt. Wanneer je bijvoorbeeld een bos bezet of een pand kraakt, kan je tegelijkertijd mensen uit lagere socio-economische klassen mobiliseren. Zij hebben vaak dezelfde passies, maar worden zelden gestimuleerd om actie te voeren. Hen meenemen in het verhaal kost tijd en energie, maar is veel duurzamer.
De ecologische beweging moet linken leggen met sociale thema’s, zoals arbeidersrechten of de armoedeproblematiek, én met mondiale thema’s, zoals kolonialisme en globale ongelijkheid. Zo gaan we inclusiever tewerk en kunnen we ons draagvlak vergroten.
Hoe kaderen jullie symbolische acties die geen inhoudelijke link hebben met het klimaat, zoals het bekladden van schilderijen?
Wouter Mouton: Het viseren van bedrijven of industrie krijgt weinig tot geen media-aandacht. De pers let pas op wanneer je een schilderij bekladt of de Ronde van Vlaanderen verstoort, net omdat dat zo ongebruikelijk is. Zo krijg je tenminste de kans om je verhaal te doen, ook al gaat een deel van de inhoudelijke boodschap verloren. Aan mensen die daar kritiek op hebben, vraag ik altijd: ‘Wat kunnen we dan doen om jullie te laten luisteren?’
Spelen de media daar een rol in?
Wouter Mouton: De Belgische pers zou veel meer kunnen en móéten doen om de publieke opinie mee te krijgen. Ze portretteren klimaatactivisten nog te vaak als ongeloofwaardig of extremistisch.
Max: De media moeten ook stoppen met telkens dat simplistische, sensationele verhaal te vertellen dat sociale en ecologische strijden tegen elkaar opzet. Dat is zo’n valse tegenstelling.
Aron: Die framing werkt inderdaad heel polariserend. Denk aan de stikstofkwestie, waarbij zowel de media als de politiek boeren opzetten tegen ecologisten. Die tegenstelling ontmoedigt dialoog tussen beide groepen, waardoor die moeilijk gaan samenwerken.
De Zweedse auteur Andreas Malm schreef het activistenmanifesto ‘How To Blow Up A Pipeline’. Op deze foto geeft hij een lezing tijdens een actiekamp van de beweging Code Rood in Groningen (2018).
© Code Rood/CC-BY-SA-2.0
De urgentie van sabotage
Jullie hadden het eerder al over intersectionaliteit en de verwevenheid van sociale en ecologische strijd. Activisten in het Globale Zuiden handelen ook op een verstorende of destructieve manier. Zien jullie een verschil met jullie methodes?
Aron: Er is een groot verschil in noodzaak. Als wij hier sabotageacties uitvoeren, heeft dat geen effect op ons dagelijks leven. Bedrijven zoals Shell of TotalEnergies hebben geen invloed op het water dat wij drinken. Wij zijn geen ooggetuigen van hun schadelijke werkzaamheden.
Maar bedrijven hebben in het Globale Zuiden wél een rechtstreekse impact op mensenlevens en leefomgevingen. De extractie van grondstoffen verdrijft gemeenschappen van de plek waar ze wonen. Mensen sterven door vervuiling. Milieuactivisten worden vervolgd of geïntimideerd.
Sabotageacties kunnen daar een kwestie van leven of dood zijn. In België kan geen enkele groep beweren dat hun activisme even urgent is.
‘Ook onze samenleving wordt repressiever. Ons recht op protest is in gevaar.’
Max: Ik ken Irakese klimaatactivisten. Die vertelden me dat ze tien dagen naakt in een isolatiecel hebben doorgebracht. Zij zijn aangeklaagd wegens terrorisme. Door onze rechtsstaat maken wij zulke toestanden gelukkig niet mee, maar ook onze samenleving wordt repressiever.
Wat bedoelt u daarmee?
Max: De politie deelt bijvoorbeeld steeds meer GAS-boetes uit. Dat is op zich een lichte maatregel, maar toch dient hij om mensen af te schrikken. Daarnaast worden deurwaarders tegenwoordig sneller ingezet tijdens bezettingsacties of in kraakpanden.
Bovendien is ons recht op protest in gevaar. Vincent Van Quickenborne, de minister van Justitie (OpenVLD, red.), stelde onlangs een wetsvoorstel op (dat je hier kan raadplegen) om een gerechtelijk betogingsverbod in te voeren. Daarbij kan een rechter mensen verbieden om te betogen wanneer ze reeds veroordeeld zijn voor bepaalde misdrijven tijdens een ander protest.
‘Het is niet alsof wij en multinationals zoals Shell of TotalEnergies gelijke krachten zijn.’
Zoiets kan een grote impact hebben op activisten. Moeten wij zomaar aanvaarden dat de staat onze fundamentele democratische rechten afbouwt?
Wouter Mouton: (knikt) Ik begrijp niet dat zo weinig mensen daar wakker van liggen. In het Verenigd Koninkrijk zijn onlangs (eind april, red.) twee activisten veroordeeld tot meer dan 2 jaar celstraf nadat ze een brug hadden geblokkeerd om te protesteren tegen de olie- en gasindustrie. Dat is de zwaarste straf ooit gegeven aan milieuactivisten in het land.
Mij hebben ze drie weken in de gevangenis gestopt na mijn schilderijactie, ook al was er geen schade aan het kunstwerk zelf en heb ik geen geweld gebruikt. Het is gewoon intimidatie_._
Nevenschade
Die Britse activisten kregen kritiek omdat ze het verkeer hinderden voor gewone burgers. Hetzelfde argument komt voor in de film, wanneer een personage erop wijst dat een oliepijpleiding beschadigen vooral impact heeft op armere mensen. Die zouden daardoor hogere brandstofprijzen moeten betalen. Houden jullie rekening met dat soort nevenschade?
Max: Zo veel mogelijk. Daarom is het zo belangrijk om een inclusieve beweging uit te bouwen rond onze acties. Hoe groter de activistengemeenschap, hoe beter. Als individu heb je weinig impact. Vandaar is het goed dat bewegingen zoals Code Rood zich inzetten om massale acties van burgerlijke ongehoorzaamheid te mobiliseren in Vlaanderen.
Maar op de vraag of ik ooit zelf een oliepijpleiding zou opblazen, neig ik naar het antwoord ‘ja’. Het is niet alsof wij en multinationals zoals Shell of TotalEnergies gelijke krachten zijn. Onze acties zijn een antwoord op een agressief systeem dat bewust mensen en de planeet uitbuit. Daarvoor moeten we all the way durven gaan.
Bekijk hier de trailer van de ‘ecothriller’ How To Blow Up A Pipeline (2022), geregisseerd door Daniel Goldhaber: