Hoe oud is de “haat” tussen soennieten en sjiieten eigenlijk?

Interview

Hoe oud is de “haat” tussen soennieten en sjiieten eigenlijk?

Hoe oud is de “haat” tussen soennieten en sjiieten eigenlijk?
Hoe oud is de “haat” tussen soennieten en sjiieten eigenlijk?

Het huidige geweld in het Midden-Oosten tussen sjiieten en soennieten vindt zijn oorsprong in het schisma dat in de zevende eeuw ontstond over de opvolging van de profeet Mohammed, zo wordt meestal verteld. ‘Maar dat is een simplistische en intellectueel luie analyse’, zegt de Iraans-Canadese academicus Nader Hashemi. ‘Sektarisme is een modern fenomeen dat zijn oorsprong niet vindt in de zevende eeuw, maar in het autoritarisme van de natiestaat van de twintigste eeuw.’

© Reuters / Alaa Al-Marjani

Sjiitische vrijwilligers, die zich bij het Iraakse leger aansloten om tegen de overwegend soennietische militanten van IS te strijden, tonen hun vaardigheden tijdens een afstudeerceremonie.

© Reuters / Alaa Al-Marjani​

Nader Hashemi is docent aan en directeur van het Center for Middle East Studies aan de universiteit van Denver. Samen met zijn collega Danny Postel heeft hij het boek Sectarianization. Mapping the New Politics of the Middle East bezorgd. Dat wil korte metten maken met de net genoemde analyse, die de huidige conflicten in de moslimwereld toeschrijft aan een oude vete tussen de twee grote stromingen in de islam, de soennieten, meer dan tachtig procent van het totale aantal moslims, en de sjiieten.

Het boek geeft een alternatieve lezing, een historische en sociaalpolitieke analyse. In acht hoofdstukken wordt het sektarisme in Pakistan, Libanon, Irak, Iran, Jemen, Saoedi-Arabië, Bahrein en Koeweit door prominente experts uit die landen ontleed. De auteurs beschrijven hoe de religieuze identiteiten ingezet en gepolitiseerd werden om bepaalde politieke doelstellingen te bereiken.

In de titel hebben jullie het woord “sektarisering” in plaats van “sektarisme” gebruikt. Waarom?

Nader Hashemi: De term “sektarisme” impliceert dat het om een diepe kloof tussen moslims gaat die altijd heeft bestaan. Het woord “sektarisering” daarentegen houdt in dat het om een proces gaat, een strategie van bewuste manipulatie en mobilisatie van religieuze identiteiten om politieke macht te verwerven of te bestendigen.

Wil dat dan zeggen dat er in het verleden geen sektarische conflicten waren?

Nader Hashemi: Historisch gezien zijn sektarische conflicten een relatief recente ontwikkeling in het Midden-Oosten. Tot voor kort waren de heersende elites niet geïnteresseerd in het mobiliseren van mensen rondom religieuze identiteiten. In de jaren zestig en zeventig zagen veel regimes het gevaar vooral komen van socialisten, communisten of Arabisch-nationalisten.

Na de Iraanse revolutie in 1979 werd o.a. door Saoedi-Arabië het discours ontwikkeld dat er diepe en fundamentele verschillen zouden zijn tussen soennieten en sjiieten.

Mettertijd en door het morele failliet van die ideologieën is die angst verschoven naar een ideologie die mensen rondom religieus bewustzijn of religieuze loyaliteit mobiliseert. We zien vooral na de Iraanse revolutie in 1979 het sektarisme opkomen, toen Saoedi-Arabië en zijn bondgenoten in de andere Golfstaten een gevaar zagen in het radicale revolutionaire gedachtengoed dat Iran uitdroeg. Toen werd dan ook het discours ontwikkeld dat er diepe en fundamentele verschillen zouden zijn tussen soennieten en sjiieten, dat sjiieten geen echte moslims zijn, dat ze niets met de islam te maken hebben, enzovoort.

In die zin is het sektarisme dus nauw verbonden met de val van het communisme en het opkomen van de politieke islam?

Nader Hashemi: Met de val van het communisme en het verdwijnen van socialistische en communistische ideologieën die lokaal mensen konden mobiliseren om de gevestigde macht uit te dagen, werd het politieke landschap gedomineerd door een religieuze politieke ideologie.

In de Arabische en islamitische wereld was bovendien de perceptie ontstaan, door het failliet van het Arabisch nationalisme, het falen van Nassers project, en door het brutale autoritaire karakter van veel postkoloniale regimes, dat seculiere ideologieën zich niet konden doorzetten. En zo is een religieuze politieke beweging ontstaan die zich als alternatief opwierp en mensen kon mobiliseren, en die een belangrijk element is geworden in de politiek in het Midden-Oosten.

Als we naar Syrië kijken, zien we toch dat de allianties volgens sektarische lijnen getrokken lijken. Is dat dan slechts schijn?

Nader Hashemi: Er is iets wel van aan. Iran heeft een sjiitisch sektarisch verhaal gebruikt om sjiitische strijders in Afghanistan, Pakistan en Irak te rekruteren om in Syrië te gaan vechten. Saoedi-Arabië en zijn bondgenoten doen hetzelfde voor de soennieten, en zeggen dat de oorlog in Syrië een conflict is met de sjiieten van Iran en Hezbollah.

‘Het sektarisme wordt gebruikt om de politiek van de autocratische leiders te dienen – dus om hun nationale macht te versterken en hun rivalen in de regio te verslaan.’

Maar de echte motivatie van deze staten is de wil om hun nationale macht te versterken en hun rivalen in de regio te verslaan. Het Iraanse beleid ten aanzien van Syrië wil verhinderen dat Saoedi-Arabië zijn invloedssfeer vergroot en dat Teheran, als er een ander regime in Damascus komt, de directe band met zijn bondgenoot Hezbollah verliest.

Het sektarisme wordt gebruikt wanneer het de politiek van de autocratische leiders dient. Want als je kijkt naar de Palestijnse islamitische groepen die Iran heeft gesteund, zie je dat het geen sjiieten zijn maar soennieten. Hetzelfde geldt voor Saoedi-Arabië. Riyad heeft in Jemen begin jaren zestig verschillende sjiitisch georiënteerde groepen en organisaties gesteund.

In het boek wordt de Iraanse revolutie van 1979 als een cruciaal moment beschouwd in de politisering van religieuze identiteiten en het ontstaan van het sektarisme in het Midden-Oosten. Waarom?

Nader Hashemi: In 1979 kreeg je een grote ontwikkeling, en dat brengt ons bij het autoritarisme, dat essentieel is om de aard van het sektarisme en de sektarisering van het conflict te begrijpen. Autoritaire staten zijn namelijk zwakke staten, omdat ze geen sterke interne politieke legitimiteit hebben. De macht in die staten werd niet op een legitieme manier verworven, maar door geweld gegrepen. Bijgevolg zijn ze geobsedeerd door de dreiging van machtsverlies.

De drijfveer van hun beleid is dat te verhinderen, autoritaire regimes zijn vooral bezig met het behoud van hun eigen macht en het bestendigen ervan. Alles wat hun macht uitdaagt wordt gezien als gevaar en ze zullen er alles aan doen om dat gevaar te stuiten.

‘Saoedi-Arabië, een pro-westerse monarchie, is erg bang dat wat er aan de overzijde van de Perzische Golf is gebeurd naar eigen land overslaat.’

En een manier voor een zwakke staat om zijn zwakte te compenseren, is sentimenten te bespelen. Er wordt dan een verhaal opgehangen dat waarschuwt voor buitenlandse krachten die het land willen infiltreren en manipuleren. De Iraanse revolutie, die claimt een islamitische revolutie te zijn, een universele revolutie voor alle moslims, is een gevaar.

Saoedi-Arabië, een pro-westerse monarchie, is erg bang dat wat er aan de overzijde van de Perzische Golf is gebeurd naar eigen land overslaat. Het heeft er dus belang bij, en geeft daar ook veel geld aan uit, om een nieuw verhaal te ontwikkelen, dat zegt dat er een poging is van de sjiitische moslims om het sjiisme over heel de islamitische wereld te verspreiden, en dat het sjiisme niets met de islam te maken heeft. En zo zie je overal een conflict tussen islamitische gemeenschappen.

Er is die externe factor, namelijk de Iraanse revolutie, maar er zijn ook de interne factoren. De eerste gevalsstudie gaat over Pakistan.

Nader Hashemi: Pakistan is in dat opzicht een heel goed voorbeeld. Vali Nasr, academicus en auteur van onder meer The Shia Revival, legt in dat hoofdstuk uit hoe een diep conflict tussen soennieten en sjiieten begonnen is als direct gevolg van de broosheid en de zwakte van het militaire regime. Om zijn aanhang te vergroten, begon generaal Mohamed Zia ul-Haq in 1979 de Pakistaanse politiek te islamiseren, en wel uit het standpunt van de soennieten.

Bij de islamisering van een aantal wetten werd geen rekening gehouden met de sjiitische interpretatie van de islamitische wet. En dat was het begin van het conflict tussen de twee gemeenschappen. De sektarisering werd heviger toen de poging om via diplomatie en onderhandelingen met Iran de sjiitische minderheid tegemoet te komen, mislukte en vooral toen de sjiieten zich aansloten bij de oppositie, bij de anti-Zia ul-Haq-coalitie onder leiding van Benazir Bhutto.

Een ander voorbeeld dat het boek behandelt is Saoedi-Arabië.

Nader Hashemi: Madawi Al-Rasheed analyseert hoe een bepaalde sektarische retoriek werd gebruikt naar aanleiding van de Arabische opstanden van 2011. Het protest, zowel in Bahrein als in de oostelijke provincie van Saoedi-Arabië, had volgens die insteek niets te maken met onrechtvaardigheid of het tekort aan vertegenwoordiging of het herverdelen van middelen enzovoort, maar werd voorgesteld als een gevolg van het Perzische expansionisme, dat de integriteit en veiligheid van Saoedi-Arabië heette te ondermijnen.

Dus het autoritarisme, de zwakte van de autoritaire regimes en de strategie die ze hanteren om aan de macht te blijven en om kritiek de mond te snoeren, is voor een groot deel het hele verhaal achter het sektarisme, dat in alle landen op verschillende manieren opduikt.

U zegt dat de Islamitische revolutie in Iran het begin was van de sektarisering van de regio. Welke rol heeft de Amerikaanse invasie van Irak hierin gespeeld?

Nader Hashemi: Een van de elementen die tot grote sektarisering kunnen leiden is het uiteenvallen van de staat. Wanneer er geen centrale autoriteit meer is, wanneer er oorlog uitbreekt en chaos ontstaat, vallen mensen terug op lokale identiteiten. De eigen gemeenschap wordt het aanspreekpunt en het toevluchtsoord, want die geeft veiligheid. In die zin was de invasie van Irak desastreus, niet alleen voor Irak maar voor de hele regio. Het beeld dat verspreid werd door Saoedi-Arabië en zijn bondgenoten is dat de verhoudingen in de regio door de nieuwe situatie in Irak door elkaar geschud waren ten voordele van Iran.

Een ander cruciaal moment was 2011, toen Syrië heel snel een slagveld is geworden tussen Iran en bondgenoten enerzijds en Saoedi-Arabië en bondgenoten anderzijds.

In het Westen wijst men meer en meer op het Sykes-Picotverdrag als verklaring voor het huidige sektarisme.

‘De problemen in het Midden-Oosten komen niet door de grenzen van Sykes-Picot, maar door wat zich binnen die grenzen voordoet.’

Nader Hashemi: Inderdaad. Er zijn mensen die denken dat het probleem in de regio de koloniale grenzen zijn die door de Fransen en de Britten werden getrokken. Hadden we die grenzen niet gehad, dan zou de situatie anders zijn geweest. Dat is volgens mij een simplistische en beperkte verklaring. Want de problemen in het Midden-Oosten komen niet door de manier waarop de grenzen getekend werden, maar door wat zich binnen die grenzen voordoet.

Verschillende generaties zijn geboren in deze staten en hebben een identiteit ingeprent gekregen die die grenzen legitimeert. Zelfs als je landen als Irak en Syrië of Jemen neemt, waar er veel conflicten zijn, vereenzelvigt de overgrote meerderheid van de mensen in die landen zich met de nationale identiteit. Wat ze willen is democratie, rechtvaardigheid en goed bestuur. De Koerden zijn misschien de uitzondering. Zij willen een eigen staat.

Mensen in Europa denken in termen van meerderheid en minderheid. Er wordt gefronst wanneer iemand die tot een religieuze minderheid behoort macht heeft over een bevolking die grotendeels tot een andere religieuze groep behoort of omgekeerd.

Nader Hashemi: De kwestie van meerderheid en minderheid heb je niet alleen in die landen. Ieder land met een gemengde bevolking moet een manier vinden om met diversiteit om te gaan. En de enige oplossing, denk ik, zijn democratische grondwettelijke regelingen die de verschillende gemeenschappen de mogelijkheid bieden om te participeren in het landsbestuur, en die basisrechten garanderen en handhaven voor iedereen.

In seculiere staten?

Nader Hashemi: Of je ze seculier noemt of niet, waar het om gaat is vertegenwoordiging, om gelijkheid van behandeling van elk individu en elke gemeenschap, zodat ze het gevoel hebben dat de staat er voor iedereen is.

‘Essentieel is gelijkheid van behandeling van elk individu en elke gemeenschap, zodat ze het gevoel hebben dat de staat er voor iedereen is.’

Hoe ziet u de toekomst van het Midden-Oosten?

Nader Hashemi: Er is weinig reden tot optimisme. Iran en Saoedi-Arabië zitten vast in dit conflict. Het probleem met sektarisme is dat het gemakkelijk uit te lokken is. Het is gemakkelijk om mensen te mobiliseren rondom hun etnische identiteit en een conflict te laten uitbarsten, maar het is heel moeilijk om mensen opnieuw bij elkaar te krijgen. Wat gebeurd is in Irak, in Syrië en in Jemen is heel moeilijk te herstellen. De enige oplossing is een langetermijnproces van stabilisering en het vinden van regelingen waarmee alle leden van het conflict vrede kunnen nemen.

Wat ook niet helpt is wie er nu in de VS aan de macht is gekomen. We hebben een president die de conflicten in het Midden-Oosten niet zal helpen oplossen. Het zal met het sektarische discours van kwaad tot erger gaan.

__Dit artikel werd geschreven voor het zomernummer van MO*magazine. Voor slechts €28 kan u hier een jaarabonnement nemen!