India eist een centrale rol op in de nieuwe wereldorde

Interview

India eist een centrale rol op in de nieuwe wereldorde

Het zwaartepunt van de wereld in de 21ste eeuw ligt in Azië, maar dat continent is volgens India’s buitenlandminister zowel ‘in opmars als verdeeld’. Kan India de architect worden van een nieuwe wereldorde, met meerdere machtspolen en minder koloniale erfenissen? MO* vroeg het aan twee experts uit India: Sushant Singh en Chilamkuri Raja Mohan, want je kan de Indiase positie nooit in één visie vatten.

India’s premier Narendra Modi wond er geen doekjes om toen hij vorig jaar beide kamers van het Amerikaanse parlement toesprak: ‘Als de wereld verandert, moeten ook de mondiale instellingen veranderen. Anders worden ze vervangen door een wereld van rivaliteiten waarin geen regels meer gelden.’ 

De wereld van 2024 verschilt inderdaad fundamenteel van die in 1945. Toen de Verenigde Naties, de Wereldbank en het Internationaal Muntfonds opgericht werden, was een groot deel van Azië en Afrika nog gekoloniseerd. Vandaag zijn het vooral de opkomende economieën uit het Globale Zuiden die richting geven aan de toekomst.

‘India blijft geen eeuwigheid meer wachten tot de VN-Veiligheidsraad hervormd is’, meent Chilamkuri Raja Mohan. ‘China laat toch geen nieuwe leden toe en de Europese landen gaan niet akkoord met een vermindering van hun aanwezigheid of invloed. Dus zet India in op een betere werking van bestaande instellingen en op de ontwikkeling van nieuwe, kleinere allianties die zijn belangen dienen.’

Sushant Singh reageert: ‘De echte boodschap is: als India niet toegelaten wordt aan de tafel van de grootmachten, zal deze wereldorde niet meer valabel zijn.’

Een permanente zetel in de Veiligheidsraad lijkt een terechte eis voor een land met de grootste bevolking ter wereld en straks de derde grootste economie. 

Sushant Singh: Ja, maar… India is nog steeds een arm land als je naar het inkomen per inwoner kijkt – dat lager is dan Bangladesh en ongeveer een vijfde van China. Gemeten aan het bnp per inwoner staat India op de 138ste plaats. Bovendien is de ongelijkheid even groot als in Zuid-Afrika. Een grote bevolking alleen volstaat niet. 

Uiteindelijk is de vraag hoeveel macht een land werkelijk kan uitoefenen. En dan zie je, bijvoorbeeld in de confrontatie met China, dat India redelijk onmachtig is. Als India zijn plaats aan de tafel van de grootmachten opeist, waarom zou Japan daar dan niet zitten? Of Indonesië of Nigeria?

‘Minilaterale samenwerking is de nieuwe marsrichting.’
C. Raja Mohan

Ik bedoel: ja, er komt een nieuwe wereldorde aan, maar die wordt niet gebouwd op de kracht van bevolkingsaantallen maar op basis van principes en waarden. En dé vraag is dus: voor welke waarden wil India opkomen?

C. Raja Mohan: Het is een oude vaststelling dat de wereld veranderd is. Ze maakt ook al decennialang deel uit van de retoriek in Delhi. India moet een grotere stem hebben in het mondiale machtsdebat, en dus in de VN-Veiligheidsraad.

India geeft zijn eis op een hervormde Verenigde Naties niet op, maar weet dat het andere platformen moet zoeken om zijn ambitie voor meer invloed ook echt te realiseren. Dan spreken we over de Quad (Australië, Japan, de VS en India), de G7+3 (in 2021: + India, Australië en Zuid-Korea), het Mineral Security Partnership of de Artemis Akkoorden voor exploratie van de ruimte. Minilaterale samenwerking is de nieuwe marsrichting.

Minister van Buitenlandse Zaken S. Jaishankar zei in 2022 dat we in een extreem gepolariseerde wereld leven en dat India daarom inderdaad eerder kiest voor minilateralisme: kleine coalities van landen met gedeelde belangen.  

Sushant Singh: De limieten van India’s “realistische” positie en aanwezigheid in verschillende internationale platformen wordt duidelijk als er keuzes gemaakt moeten worden. Welk ander land heeft zowel de kant van Rusland als van Israël gekozen? Volgens mij wordt het buitenlandbeleid van India alleen gedreven door kortetermijnbelangen, niet door langetermijnvisie of principiële standpunten.

Dat gebrek aan beginselvastheid wordt ook zichtbaar in de regio, waar de huidige regering zowel de junta in Myanmar als de Taliban in Afghanistan steunt.

Hadden vorige Indiase regeringen wel een langetermijnvisie voor hun geopolitieke strategie?

Sushant Singh: Uiteraard was het buitenlandbeleid van India er altijd op gericht de eigen belangen te dienen – dat geldt voor alle landen ter wereld. Maar vroeger gebeurde dat vanuit een duidelijk waardenkader.

‘Internationale regels zijn voor India geen principe, maar een excuus.’
Sushant Singh

Dat is nu afwezig. Dat zie je ook binnen India. In Manipur werden honderden kerken afgebrand bij etnisch geweld dat nu al een jaar aansleept. In Kasjmir wordt de moslimmeerderheid het zwijgen opgelegd en worden oppositieleiders achter tralies gezet …

Democratie en vrijheid van meningsuiting staan onder steeds grotere druk. Niet voor niets staat India op plaats 161 van de mediavrijheidsindex van Reporters sans Frontières, lager dan Afghanistan.

Streeft India naar een internationale orde op basis van duidelijk afgesproken regels?

Sushant Singh: In relatie met China doet India graag een beroep op een internationale rechtsorde, maar in relatie met landen als Pakistan, Nepal of Sri Lanka vergeet het die regels. Internationale regels zijn voor India geen principe, maar een excuus.

Kan India leider en woordvoerder worden van het Globale Zuiden?

Sushant Singh: Voor India is het heel moeilijk om de stem van het Globale Zuiden te worden. China neemt die leidende rol al op en heeft daarvoor ook de middelen. India heeft niet de mogelijkheid om het Westen economisch, technologisch of militair uit te dagen.

Ik zie de opkomst van India daarom niet als een alternatief voor westerse macht. Integendeel, vandaag wordt India internationaal vooral gezien als een nuttige bondgenoot van het Westen, om China’s macht te begrenzen.

In de jaren ‘50 en ‘60 was India een leidende natie voor het Globale Zuiden. Maar toen stond het land ook voor duidelijke waarden. India gaf toen daadwerkelijk steun aan antikoloniale bewegingen, terwijl het vandaag het liefst samenwerkt met de toenmalige kolonisatoren.

C. Raja Mohan: Hoe kan India tegelijk een dekoloniale strijd voeren én bondgenoot van het Westen zijn? India maakt er geen antikoloniale strijd van maar wijst gewoon op het belang van de problemen van de niet-westerse wereld. Het gaat niet alleen over Oekraïne, dat is de boodschap.

Ik weet niet waarom jullie in het Westen zo gefocust zijn op wie het Globale Zuiden vertegenwoordigt. Ofwel is het omdat jullie nog altijd worstelen met de schuld voor de misdaden die in de kolonies begaan zijn. Ofwel omdat jullie vrezen dat de barbaren aan de poort staan, klaar om de mooie tuin van de Europese beschaving in te nemen – om de woorden van Josep Borrell te lenen.

‘Zeggen dat India een probleem heeft met China is een understatement.’
C. Raja Mohan

India en China halen de antikoloniale gevoelens nog weleens boven om bondgenoten en invloed te winnen in het Globale Zuiden, maar eigenlijk moeten we daarvan af. We zijn die fase voorbij.

Trouwens, Indiase studenten gaan studeren in het Westen; Indiase handel verloopt grotendeels met het Westen; en de hogere middenklasse uit India gaat zijn zuurverdiende centen uitgeven aan toerisme in het Westen. Groot-Brittannië heeft een premier van Indiase afkomst, de VS een vicepresident. We leven in deze wereld, niet in die van 75 jaar geleden.

En is India, in deze wereld, de vishwaguru of leermeester van de wereld, die het belooft te zijn?

C. Raja Mohan: India heeft zich nooit in die termen geprofileerd, de hindoenationalistische massabeweging RSS wel. Maar zelfs zij zijn daarmee opgehouden. Het was een politiek discours dat een beetje uit de hand begon te lopen. Premier Modi heeft het nu over India als vishwamitra: niet de leraar van de wereld, maar de vriend van iedereen in de wereld.

De Indiase regering is uitgesproken pro-Israëlisch. Zorgt dat voor problemen?

Sushant Singh: Het Globale Zuiden heeft zich grotendeels tegen de Israëlische oorlog verzet, terwijl India aan de kant van Netanyahu blijft staan. Dat is schadelijk, ja.

C. Raja Mohan: India hanteert een drievoudige benadering van het conflict in Gaza: een ondubbelzinnige veroordeling van de terreur van Hamas, een oproep aan Israël om het oorlogsrecht te respecteren, en steun voor een Palestijnse staat.

‘China weegt zwaar door in India’s geopolitiek, maar India speelt nauwelijks een rol in China’s geopolitieke berekeningen.’
Sushant Singh

Dat is in lijn met de gematigde Arabische landen die zelf ingezet hebben op samenwerking met Israël, met onder andere de Abraham-akkoorden. De Organisatie van Islamitische Landen (OIC) heeft de diplomatieke relaties met Israël niet verbroken en Iran heeft de samenwerking met India niet opgezegd.

India en China zijn buren, maar leven op gespannen voet met elkaar, op een moment dat Azië op het internationale toneel een dominante rol zou kunnen spelen. 

Sushant Singh: China ziet India meestal als een handlanger van de Verenigde Staten. Daardoor wantrouwt het zijn grote buurland. Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Beijing heeft intussen tien keer meer mensen op de Japan-afdeling dan op die van India. Het ministerie besteedt driekwart van zijn tijd aan de verhouding met de Verenigde Staten.

Dat is het verschil: China weegt zwaar door in India’s geopolitiek en zelfs in de interne politiek, maar omgekeerd speelt India nauwelijks een rol in China’s geopolitieke berekeningen.

C. Raja Mohan: Zeggen dat India een probleem heeft met China is een understatement. Er staan al vier winters 50.000 soldaten paraat aan de grens in de noordelijke regio Ladakh. India wil ook iets doen aan zijn eigen handelstekort met China, dat nu oploopt tot 100 miljard dollar per jaar. Toch blijft de regering herhalen dat ze goede relaties met China nastreeft en dat de bal in het Chinese kamp ligt.

China daagt trouwens niet alleen India uit. Er zijn de conflicten met de Filipijnen over enkele zandbanken in de Filipijnse wateren. Idem met Japan. China is net zo expansionistisch in Azië als Rusland in Europa. India streeft een multipolair Azië na, waarin het samen met China en Japan vredevol kan bestaan. Door dat niet te aanvaarden, duwt China zijn buren in de armen van de Verenigde Staten.

Geschoolde werknemers wachten op een sollicitatiegesprek om aan de slag te mogen in Israël. De gesprekken en tests vinden plaats op de Maharshi Dayanand Universiteit in Rohtak, India, januari 2024.

© Reuters / Anushree Fadnavis

De positie van India in de eigen Zuid-Aziatische regio is ook allesbehalve verworven. De South Asian Association for Regional Cooperation (SAARC) is sinds tien jaar zo goed als stilgevallen.

C. Raja Mohan: Dat ligt niet aan India. In 2014 was er een ministeriële overeenkomst om de regio beter met elkaar te verbinden, maar op het laatste moment dwong het Pakistaanse leger de regering daarop terug te komen. Begin 2016 vond er in India een reeks terroristische aanslagen plaats. Dat was de aanleiding voor de boycot van de topontmoeting die eind 2016 in Pakistan moest plaatsvinden. Ook de andere leden van de SAARC annuleerden daarop hun aanwezigheid. 

Sushant Singh: Ik denk niet dat Modi tegen de SAARC is, maar hij wil Pakistan uit de samenwerking weren. Dat verklaart de feitelijke blokkering van het orgaan. Als alternatief zette India in op allianties met andere Zuid- en Zuidoost-Aziatische landen, zonder Pakistan aan de tafel te moeten verdragen. 

C. Raja Mohan: Het is vergelijkbaar met een Europa op twee snelheden: waar vooruitgang mogelijk is, realiseer je die met wie mee wil. Waar die onmogelijk is, wacht je gewoon. India is een groot land, de belofte op handel is voor landen als Bangladesh, Nepal of Sri Lanka aantrekkelijk genoeg om op andere manieren samenwerking met India te zoeken.

Met Pakistan en Afghanistan in het westen lijkt samenwerking dus niet te lukken, daarom heeft India meer ingezet op subregionale samenwerking met oostelijke buurlanden als Bangladesh, Bhutan en Nepal. En op transregionale samenwerking in het kader van BIMSTEC (Bay of Bengal Initiative for Multi-Sectoral Technical and Economic Cooperation, met Bangladesh, India, Sri Lanka, Thailand, Bhutan, Nepal en Myanmar). 

De klemtoon van India’s regionale politiek lag vroeger op Eurazië. Is er nu meer aandacht voor de Indische Oceaan en de maritieme connecties met Zuidoost-Azië, Oost-Afrika en het Midden-Oosten?

C. Raja Mohan: Vanaf de economische hervormingen in 1991 werden stappen gezet richting Zuidoost-Azië. De verbetering van de relaties met het Midden-Oosten zijn recenter, met de IMEC-handelscorridor tussen India, het Midden-Oosten en Europa als opvallendste initiatief. De aandacht voor de markten en de natuurlijke rijkdommen van Afrika kwam later op gang.

Dat betekent dat het oorspronkelijke Look East-beleid intussen uitgegroeid is tot een veel ruimer beleid waarbij alle regio’s meegenomen worden en waaraan nieuwe samenwerkingen toegevoegd worden, onder andere met het Westen.

‘In Zuidoost-Azië wordt India niet gezien als een kracht ten goede.’
Sushant Singh

Sushant Singh: Een land wordt pas een grootmacht als het dat eerst in eigen regio is. Als je directe buren je niet lusten of vertrouwen, hoe kan je dan in de rest van de wereld gerespecteerd worden als een grootmacht?

Begin april publiceerde het ASEAN Studies Centre een onderzoek waaruit blijkt dat India heel laag scoort bij beleidsverantwoordelijken of opiniemakers in Zuidoost-Azië. Ze schatten de invloed van India even laag in als die van Canada, zelfs lager dan de EU. Ze verwachten ook niets van India en geloven niet dat het land een kracht ten goede is of zich inzet voor vrijhandel.

Allemaal heel ontnuchterend voor wie de Indiase media en regering gelooft. 

Dan is er nog de ruimere Indo-Pacifische samenwerking. Waarover gaat die?

Sushant Singh: Macht in de Indische Oceaan is in de eerste plaats een zaak van handel, maar de regering-Modi is geen echte voorstander van vrije handel. Daarom kiest India niet volop voor zijn centrale positie in de Indische Oceaan als de plek om zijn macht te realiseren.

Het heeft trouwens niet de militaire middelen om zijn heerschappij daar op te leggen. Het zwaartepunt van het Indiase leger ligt bij de grondtroepen die gelegerd zijn aan de grenzen met Pakistan en China. 

India is niet geïnteresseerd in vrijhandel, zegt u. Nochtans werd op de G20-top in september 2023 een grote handelscorridor tussen India en Europa, via het Midden-Oosten, aangekondigd. Spreekt dat uw stelling niet tegen?

Sushant Singh: De IMEC (India, Verenigde Arabische Emiraten, Saudi-Arabië, Jordanië, Israël) was eerder een infrastructuurproject dan een handelsproject, en het was meer een aankondiging dan een concreet plan. Sowieso zou India prioritair moeten inzetten op handel met ASEAN, dat is een logische en historische partner voor India. En het is een mondiaal handelsknooppunt.

Maar India weigert toe te treden tot het TPP (Trans-Pacific Partnership Agreement met Nieuw-Zeeland, Australië, Brunei, Canada, Chili, Japan, Maleisië, Mexico, Peru, Singapore, de Verenigde Staten en Vietnam).

‘De onderliggende redenen voor India, het Midden-Oosten en Europa om betere verbindingen te maken blijven relevant.’ 
C. Raja Mohan

En het weigert nog altijd de handelspijler te tekenen van het IPEF (Indo-Pacific Economic Framework for Prosperity, met Australië, Brunei, Fiji, India, Indonesië, Japan, Zuid-Korea, Maleisië, Nieuw-Zeeland, Filipijnen, Singapore, Thailand, Vietnam en de Verenigde Staten).

Je kan niet anders dan vaststellen dat India onder Modi tegen vrijhandel is. Daarom annuleerde India ook een aantal oudere vrijhandelsovereenkomsten.

Ik nam op 6 oktober in Delhi deel aan een seminar over de IMEC. Professor Raja Mohan stelde toen dat de banden tussen India en het Midden-Oosten historisch belangrijk waren én dat de Arabische landen van de Golf vandaag veel belangrijker waren dan de Palestijnse kwestie. De volgende ochtend viel Hamas Israël binnen. Verandert dat uw toenmalige inschatting?

C. Raja Mohan: De tragedie van Gaza zal niet eeuwig duren en intussen blijven de onderliggende redenen voor India, het Midden-Oosten en Europa om betere verbindingen te maken even relevant. Ik zag een paar dagen geleden een bericht dat India en de Verenigde Arabische Emiraten de protocollen voor het uitwerken van IMEC zouden beginnen opmaken.

Trouwens, bij elke discussie over de toekomst van Gaza staan de Golflanden centraal: welk standpunt zullen zij innemen? Zullen ze troepen leveren? Hoeveel zullen ze zich bijdragen voor de heropbouw? Zullen ze de Palestijnse Autoriteit helpen om de controle over Gaza terug te nemen? 

De financiële slagkracht van de Golf is niet veranderd, en dus blijft samenwerken belangrijk. Saudi-Arabië zal daarbij een centrale rol spelen. Zal het koninkrijk Israël erkennen, en onder welke voorwaarden – met name in verband met de Palestijnse zaak?

Binnen India groeit intussen de macht van het hindoenationalisme. Beïnvloedt dat de internationale positie van het land?

Sushant Singh: Hindoenationalisten hebben een driestappenplan: eerst de macht verzekeren in India, vervolgens het land transformeren van een seculier land naar een hindoenatie, en ten slotte een herstel van een onverdeeld Zuid-Azië onder een hindoemeerderheid. Dat is een weinig aantrekkelijk toekomstbeeld voor moslimbuurlanden als Pakistan, Bangladesh en Afghanistan.

Maar ook buiten Zuid-Azië groeit de ongerustheid over de richting die India uitgaat. Twintig jaar geleden was iedereen er in de VS van overtuigd dat een bondgenootschap met India vanzelfsprekend was, omdat twee grote democratieën samen front konden vormen tegen China. Vandaag is die zekerheid omgeslagen in twijfel. De vraag in Washington is nu: met welk India zijn wij eigenlijk bevriend?

‘De vraag in Washington is vandaag: met welk India zijn wij eigenlijk bevriend?’
Sushant Singh

Dat betekent niet dat India snel geïsoleerd zal raken. In internationale relaties zijn landen niet vies van foute regimes. Iedereen heeft relaties met Saudi-Arabië, bijvoorbeeld. Of met Iran. Maar de uitstraling van en steun voor India zullen er wel op achteruitgaan.

C. Raja Mohan: De opkomst van India als wereldmacht is helemaal verbonden met zijn groeiende economische betekenis. Dat is wat er echt toe doet. Het idee dat hindoenationalistische krachten India helemaal overnemen is een misleidende en oppervlakkige lezing van de complexe realiteit in India, een diepgaand divers land.

Als de eerste minister een uitermate gepolitiseerde tempel inwijdt, is er toch meer aan de hand dan een divers land dat van buitenaf slecht begrepen wordt?

C. Raja Mohan: In heel Noord-India werden, als gevolg van de invasie [van islamitische legers en heersers in de Middeleeuwen] tempels verwoest. Het is dan niet gek dat er een partij is die de tempels wil herstellen. De vraag is: kan dat in een vredevolle overeenkomst met de moslims? De discussie over de tempel in Ayodhya was 150 jaar oud en werd beslecht voor het gerecht. 

De inwijding daarvan zegt dus niets over een machtsgreep door hindoenationalisten. In het Westen moeten mensen een inspanning doen om de echte discussies en evoluties in India te zien, in plaats van altijd maar af te komen met simplismen zoals ‘afglijden naar dictatuur’ of ‘hindoenationalisme bedreigt alle diversiteit’.

In elk geval: Europa zal wel met India blijven handelen. Als jullie vijftig jaar lang zaken deden met China, hoeft India niets te vrezen.

Stevent de wereld af op een botsing tussen democratische landen en autoritaire regimes, waarbij India als grootste democratie leiding zou geven aan dat eerste kamp?

Sushant Singh: De kans is groter dat je India straks in dat andere kamp vindt, vrees ik.

In 2019 gebruikte Modi een aanslag op het leger en vervolgens zijn aanval op Pakistaans grondgebied om zijn aanhang te mobiliseren. In 2024 lijkt hij dat niet nodig te achten?

Sushant Singh: Modi is niet onoverwinnelijk, en zijn steun is minder groot dan vaak gedacht. Zijn partij haalde 37% van de stemmen in 2019. Dat is minder dan Indira Gandhi in 1971 of Rajiv Gandhi in 1984. Ook de meerderheid in de Lok Sabha is met 303 op 545 zetels minder groot dan Congress vroeger.

‘Pakistan demoniseren werkt bijna altijd om de aanhang van het hindoenationalisme te vergroten.’
Sushant Singh

Niet alle Indiërs staan achter Modi: niet die van het Zuiden, niet in het Oosten, niet de dalits of de adivasi’s, niet moslims en niet de christenen… De echte machtsbasis van Modi zijn de opperkastehindoes, degenen die de media, de denktanks, de academische posities, de opiniebladzijden vullen. Zijn aanhang aanbidt Modi, maar hij wordt even passioneel gehaat door wie niet voor hem stemt.

Momenten waarop Modi zich onzeker voelt, worden vaak aangepakt door de dreiging van Pakistan op te voeren en dat land uit te dagen. Dat deed hij al toen hij nog deelstaatpremier van Gujarat was. De reden daarvoor is dubbel. Pakistan demoniseren mobiliseert en verenigt Indiërs onder één vlag én het projecteert meteen ook de islam en de moslims als de ware vijand. Dat werkt bijna altijd om de aanhang van het hindoenationalisme te vernieuwen en te vergroten.

Hij zou daarom baat hebben bij een nieuw Pakistan-incident, maar de blijvende spanning aan de Chinese grens houdt het leger zo erg bezig dat het niet in staat is om een actieve confrontatie langs de Pakistaanse grens aan te gaan. Omdat India een paar legerdivisies uit Kasjmir moest verplaatsen naar Ladakh, deed het in 2020 een beroep op de Verenigde Arabische Emiraten om te onderhandelen met Pakistan over een staakt-het-vuren.

De huidige regering wil van India een ontwikkelde economie maken tegen 2047. Dat lijkt een haast onmogelijke opdracht.

C. Raja Mohan: Politiek is een zaak van ambities en duidelijke doelstellingen, en premier Modi heeft beide. Congress en de rest van de oppositie zouden die ambitie moeten steunen, en dan eventueel duidelijk maken dat zij het beter zouden doen. Maar het streven naar economische groei afwijzen en terugkeren naar het verhaal van herverdeling en staatsinitiatief, in plaats van groei en modernisering is teleurstellend. 

De Europese geschiedenis toont dat er verschillende fasen zijn in de groei van nationale economieën: groei en industrialisering, daarna herverdeling, enzovoort. Elk Europees land heeft daar zijn eigen weg in gezocht. Daarover wordt politiek gedebatteerd tussen liberalen en sociaaldemocraten, tussen conservatieven en progressieven. Hoe bouw je een moderne economie? Hoe verklein je de ongelijkheid? Dat debat hebben we ook nodig in India.

Dit artikel is samengesteld op basis van twee afzonderlijke interviews midden april.

Chilamkuri Raja Mohan (links) doceert aan het Institute of South Asian Studies (ISAS) van de Nationale Universiteit van Singapore. Hij is auteur van zeven boeken over India’s geopolitiek, waaronder The New Asian Geopolitics: Military Power and Regional Order (2021) en Modi’s World: Expanding India’s Sphere of Influence (2015). 

Sushant Singh (rechts) is een expert in internationale relaties, nationale veiligheid en strategische zaken. Hij is als senior fellow verbonden aan de Indiase denktank Centre for Policy Research (Delhi) en als docent aan Yale University in de Verenigde Staten.