Kees Koonings: ‘Het komt er op aan een generatie bevlogen Brazilianen te mobiliseren’
Met de Olympische Spelen, die van 5 tot 22 augustus in Rio de Janeiro plaatsvinden, zouden we het bijna vergeten: het vervolgverhaal van de politieke crisis in Brazilië is in de media op pauze gezet. Een goed moment voor een gesprek Kees Koonings, Professor Braziliëstudies aan de Universiteit van Amsterdam.
Rechtstreeks vanuit Rio de Janeiro praat Kees Konings over politieke afrekeningen, de verschillende spelers uit het middenveld, en over de Olympische Spelen. De Brazilië-expert is ondanks alles positief over de democratie en het economisch potentieel van Brazilië.
De afzettingsprocedure tegen Dilma Rousseff intussen bijna drie maanden geleden in gang gezet. Internationale media en onderzoekers zijn bezorgd over de negatieve impact die een centrumrechtse interim-regering kan hebben op vrouwenemancipatie, inheemse groepen, raciale gelijkheid en LGBT-rechten.
Hoe heeft de interim-regering van Temer het er tot nu toe van afgebracht? Hoe valt dit te rijmen met het beeld van Brazilië als smeltkroes en verdraagzaam land?
Kees Koonings: De Braziliaanse interim-regering is centrum rechts, zo niet rechts, en zeker geen afspiegeling van de etnische, raciale, gender- en seksuele smeltkroes die Brazilië is. Het is een regeringsploeg die volledig bestaat uit blanke, wat oudere mannen.
Ze behoren allemaal tot de klassieke politieke oligarchie van het land, die al generaties lang gewend was de macht uit te oefenen op de manier die hen zelf aanstond.
Tot nu toe zien we dat de interim-regering vooral de nadruk legt op economische beleidsveranderingen en veel meer terug naar een neoliberale agenda grijpt. Ze zijn bijvoorbeeld begonnen met het privatiseren van een deel van de olievelden voor de kust van Rio.
‘De pensioenen zijn veel te duur, en komen niet de armen, maar vooral de middenklasse ten goede’
Er ligt een hervormingsvoorstel klaar voor de pensioenen. Op zich geen gek idee.
De pensioenen zijn veel te duur, en komen niet de armen, maar vooral de middenklasse ten goede. De vakbonden zijn natuurlijk tegen.
Deze Temer-regering presenteert zich als een no-nonsense regering die het land weer op de been moet helpen. Een regering die het vertrouwen van de investeerders moet herstellen.
Het thema corruptie wordt angstvalling vermeden, om voor de hand liggende redenen. De regering heeft korte metten gemaakt met twaalf tot dertien jaar centrum-links beleid.
Er was meteen veel bezorgdheid over dat de Temer-regering voor value for money zou gaan. Er zou snel heel conservatief in allerlei sociale en culturele programma’s gehakt worden.
Daar zijn ze een klein beetje op terug gekomen. Het ministerie van cultuur werd uiteindelijk toch niet gesloten. Dit wordt echter meer gezien als een geste naar de publieke opinie toe dan het echte denken van de regering.
Denkt u dat Temer zich tot nu toe “ingehouden” heeft?
Kees Koonings: Dat denk ik wel. Temer zal met meer nadruk de internationale reputatie van Brazilië in conservatieve zin willen bijstellen, bijvoorbeeld bij de BRIC’s en de G20.
Hij kondigde al aan dat hij na september naar een aantal sleutellanden wil trekken, zoals China, de VS, het Verenigd Koninkrijk. Misschien zal hij een meer economisch orthodox financieel beleid voeren.
Kunnen de sociale programma’s, gelanceerd door de voorbije regeringen van de arbeiderspartij PT en waar Brazilië zo om gekend is, voortgezet worden onder de huidige economische crisis?
Kees Koonings: Bolsa Familia [vergelijkbaar met kinderbijslag, nvdr] gaat voorlopig voort, maar dit programma is eigenlijk niet zo duur. Bolsa familia is electoraal erg belangrijk. Als je daar opzichtig in gaat beknotten, heeft dit zijn prijs voor de verkiezingen van 2018.
Het is ook een conservatief programma dat door de Wereld Bank wordt aangemoedigd. Ze zullen wat rommelen aan de procedures en criteria, maar het afschaffen dat zou politiek heel dom zijn.
Het budget van Wetenschappen zonder Grenzen, een programma dat tienduizenden Brazilianen met een riante beurs naar het buitenlands stuurde, wordt bevroren.
‘Ze zullen wat rommelen aan de procedures en criteria, maar Bolsa Familia afschaffen zou politiek heel dom zijn.’
Het programma Meer Dokters, waarbij vooral Cubaanse dokters in arme afgelegen plattelandsgebieden medische diensten bieden, ligt onder druk.
De Braziliaanse medische stand is daar altijd tegen geweest.
Je ziet dus wel veranderingen in de programma’s die deels ideologisch en deels budgettair gestuurd worden.
De deelstaten en de gemeentes hebben veel minder geld. Het is afwachten wat er de komende een tot twee jaar zal gebeuren met deze programma’s.
De Braziliaanse samenleving opdelen in wie voor en tegen de afzetting van Rousseff is, zo eenvoudig ligt het niet. Welke spelers uit het middenveld komen de straat op en met welke andere spelers moet er rekening gehouden worden?
Kees Koonings: De mensen die voor de afzetting demonstreren, zijn dezelfde groepen die al sinds de verkiezing van Dilma in oktober 2014 tegen haar waren.
Het zijn overwegend blanken uit de stedelijke middenklasse. Ze worden gemobiliseerd door een aantal actiecomités die vooral via sociale media werken. Zo heb je de beweging Vrij Brazilië en Kom terug naar de Straat.
Deze laatste beweging heeft een affiniteit met fascistoïde groepen. Het is een beweging die heimwee heeft naar het militair regime. Ze steunen een fascistische parlementariër zoals Jair Bolsonaro, die namens Rio in het huis van afgevaardigden zit.
Bolsonaro vindt openlijk dat militairen die in het verleden Brazilianen gefolterd hebben, helden zijn. Hij meent dat er opnieuw hard moet worden opgetreden tegen allerlei gespuis, en dat ben je volgens hem als je arm bent, of gekleurd en in een favela woont.
‘Het is een chagrijnige klasse die er van baalt de huishoudster een minimumloon uit te betalen, in plaats van haar met een veredelde fooi te kunnen afschepen.’
Deze groeperingen hebben met elkaar gemeen dat ze de comfortabele, angstige, chagrijnige middenklasse vertegenwoordigen.
Ze zagen met lede ogen het dertien-jarige bewind van de PT aan. Een bewind dat de armste helft van Brazilië terecht een betere plaats in de samenleving gaf.
Simpel geschetst is het een chagrijnige klasse die er van baalt hun huishoudster een volwaardig minimumloon en pensioenpremie te moeten betalen, in plaats van haar met een veredelde fooi te kunnen afschepen.
De protesten tegen de afzettingsprocedure van Dilma komen van een verscheidenheid aan groepen. Het is een links, gemobiliseerd segment van de samenleving, divers samengesteld uit intellectuelen, studenten, artiesten en vakbonden, dat niet perse de armen verdedigt.
De beweging hamert erop dat de huidige interim-regering met een illegale kunstgreep aan de macht is gekomen. Dat zou een manier geweest zijn om de vorige regering en de sociale verworvenheden die ze aan het opbouwen waren de nek om te wringen.
Voor hen is het eigenlijk een staatsgreep, maar dan zonder militairen.
Er is al veel gespeculeerd of de afzettingsprocedure tegen Rousseff een coup is of niet. Is volgens u de impeachment legaal? Hoe wordt dit buiten Brazilië gezien?
Kees Koonings: De meningen in het buitenland zijn verdeeld. The Guardian, bijvoorbeeld, de Engelse centrum linkse krant met labour-partijverwantschap, stelt dat deze impeachment een hoogst ongebruikelijk maneuver is.
Volgens andere internationale media is het dan weer gedeeltelijk constitutioneel. Het parlement heeft besloten, wacht nu maar de procedure af. Een neoliberaal blad als The Economist juicht stiekem toe dat de economische gekkigheid van links is afgelopen in Brazilië.
Lula heeft een beroep gedaan op de Verenigde Naties om het politieke onrecht dat hem en anderen uit de linkse groep wordt aangedaan aan de kaak te stellen. Hij wil dat Brazilië in dit verband onderzocht wordt door de Mensenrechtencommissie in Genève.
Daar doen ze in Brazilië schamper over. Zie je wel, Lula mobiliseert zijn linkse vriendjes in het buitenland in plaats van hier voor de rechter te verschijnen zoals het hoort. Lula is natuurlijk een politiek dier. Hij is nog steeds in staat om dingen voor mekaar te krijgen en dat vrezen zijn tegenstanders ook.
Het verzoek tot impeachment beschrijft een zogeheten bestuursmisdrijf, de enige reden waaronder een afzettingsprocedure kan worden opgestart. Het beschreven bestuursmisdrijf is volgens mij, maar ik ben geen jurist, een stok om de hond te slaan.
De politieke realiteit is dat het verzoek ontvankelijk is verklaard door Eduardo Cunha, de voormalig voorzitter van het Huis van Afgevaardigen.
Eduardo Cunha is inmiddels geschorst vanwege verdenkingen van corruptie. Cunha heeft als wraakoefening deze impeachment er nog snel door geduwd, voor zijn eigen hachje in het geding kwam. Hij heeft de doos van Pandora opengetrokken.
Het is een politieke afrekening op een manier die de grondwet tot over de rand uitrekt.
‘Het is een politieke afrekening op een manier die de grondwet tot over de rand uitrekt.’
Er is wel wat te zeggen voor het woord coup. Het is een zwaar woord want de impeachment heeft veel steun in het parlement en bij een groot deel van de publieke opinie.
De staatsgreep van 1964 had deze steun echter ook. Het verschil is dat het leger er nu niet bij betrokken is, die houden hun mond stijf dicht. Verstandig.
Je politieke voorkeur, bepaalt de terminologie die je in de mond neemt. Het is op zijn minst een politieke afrekening met een instrument dat daar niet voor bedoeld is.
Onderzoeksrechter Sérgio Moro, de nieuwe held van het anti-PT kamp, heeft er een kruistocht van gemaakt om de schuldigen van de corruptieschandalen aan de schandpaal te nagelen. De media presenteert de PT als de boevenbende die dertien jaar lang het land heeft leeg gestolen.
Er is bijna geen pro PT-medium te vinden in Brazilië, behalve op het internet. Het is heel eenzijdige berichtgeving van de meeste mainstream media. Dit alles drijft natuurlijk de polarisering tot grote hoogte.
Het is duidelijk een zwart wit-verhaal aan het worden en wordt heel erg op de spits gedreven: de afzettingsprocedure van Dilma, het aan de macht komen van een andere coalitie met een totaal ander beleid, en de PT, met name Lula, die wordt gecriminaliseerd.
Vorige week is de populaire ex-president Lula ook officieel in beschuldiging gesteld voor het belemmeren van de rechtsgang in het corruptieschandaal Lava Jato. Hiermee lijkt een herverkiezing van Lula en de Arbeiderspartij in 2018 helemaal uit het plaatje?
Kees Koonings: De staat van beschuldiging van Lula is gegrond op de verdenking dat hij zijn invloed aanwendde om te vermijden dat een PT-senator informant werd voor onderzoeksrechter Sérgio Moro. Er is nog geen beschuldiging dat Lula zelf betrokken is bij corruptie.
Daar moet juist de getuigenrol van de senator meer licht op werpen. Bij een eventuele veroordeling kan Lula niet mee doen aan de presidentsverkiezingen van 2018.
Als Lula echter juridisch buiten schot blijft tot aan de verkiezingen, is het toch waarschijnlijk dat hij zich presidentskandidaat stelt. De PT heeft veel geloofwaardigheid verloren, en zal geen andere mogelijkheid krijgen dan Lula als kandidaat voor te dragen.
De huidige rechtse interimregering, de voormalige oppositie, heeft niet echt kandidaten die kans maken onder de armere bevolking. Deze groep stemde de afgelopen vier verkiezingen altijd voor de PT.
Zodra de impeachment definitief is, zal er zo ruzie zijn in het kippenhok van de rechtse interim-regering.
Ik denk dat onderzoeksrechter Moro stiekeme politieke ambities heeft. Moro verspert Lula het politieke pad naar de verkiezingen van 2018 onder het mom een corrupte politicus aan te pakken.
Stel dat Lula wel uit de race is dan is er niet zo snel iemand uit de huidige broze rechtse coalitie die zich als kansrijke kandidaat voor de verkiezingen aanbiedt.
Op het moment dat de impeachment definitief is, zal er zo ruzie zijn in het kippenhok van de rechtse interim-regering.
Temer heeft benadrukt geen kandidaat te zijn voor de presidentsverkiezingen in 2018, maar of dit zo zal blijven? Temer is iemand die niet tot de centrale machtskern van zijn partij, de democratische beweging PMDB, behoort.
Een kern die vooral gegroepeerd is rond de inmiddels geschorste voormalige voorzitter van het huis, Eduardo Cunha. Ik denk niet dat Cunha presidentskandidaat zal zijn. Cunha heeft geen geloofwaardigheid, maar is wel een zogenaamde kingmaker.
Er zal waarschijnlijk een delicate machtsstrijd ontstaan tussen Temer en Cunha.
Temer zal echter moeten manoeuvreren binnen zijn partij, als president ad interim naar de publieke opinie toe, een coalitie tevreden houden en rekening houden met de gedecentraliseerde publieke agenda’s en deelstaten.
Het wordt ingewikkeld en niet saai voor politieke Brazilië-watchers de komende twee jaar.
Misschien dat de huidige interim-minister van buitenlandse zaken, José Serra van de sociaal democratische partij PSDB kans maakt. Hij verloor al tweemaal de verkiezingen van Lula, en eenmaal van Dilma.
‘Als de extreme schreeuwers ophouden met polariseren, kan het economische en sociale beleid terug bediscussieerd en uitgevoerd worden.’
Er zijn ook nieuw opkomende linkse partijen. De burgemeestersverkiezingen van oktober zullen in ieder geval een graadmeter zijn van hoe de hazen lopen.
Het optimistische scenario is dat er ondanks de politieke ruzies en protesten democratische presidentsverkiezingen komen in 2018.
Als de extreme schreeuwers, zowel van links als van rechts, dan ophouden met polariseren, kan het economische en sociale beleid terug worden bediscussieerd en uitgevoerd.
Het zwarte scenario is dat er een heel gecompliceerde verkiezingsuitslag is in 2018. Een uitslag die het land onbestuurbaar maakt, en er voor zorgt dat de polarisatie en de crisis zich verderzetten na 2018. Ik hoop het niet, maar ik sluit het ook niet uit.
Er wordt wel eens vermeld dat het proces waarin Brazilië zich bevindt goed is voor het land en de emancipatie van de bevolking. De burgermaatschappij neemt een rol op.
Sociale bewegingen, waar Lula mede dankzij aan de macht kwam in 2003, zouden tijdens de opeenvolgende regeringen de mond gesnoerd zijn. Groeit er een nieuw sociaal bewustzijn in de Braziliaanse maatschappij?
Kees Koonings: In de periode dat de PT aan de macht was, zijn de sociale bewegingen niet de mond gesnoerd.
De landloze beweging, bijvoorbeeld, werd na de wittebroodsweken van Lula vrij snel kritisch. De milieubeweging ontdekte dat Lula niet zo groen was als gehoopt, gezien zijn beleidskeuzes, maar hij legde ze niet het zwijgen op.
De sociale bewegingen aan de rechterkant zijn vooral de ondernemingsfederaties, kamers van koophandel, rechtse lobby’s en internetclubs. Zij organiseren nu de rechtse protesten.
‘De civiele maatschappij is heel actief in Brazilië, maar ook verdeeld.’
Lula wist dat hij deze sociaal-economische elites nodig had voor zijn model en betrok ze actief.
Deze groepen steunden Dilma lang en wisten dat impeachment slecht was voor de stabiliteit.
Pas op het allerlaatste moment stonden de ondernemersorganisaties achter de afzettingsprocedure.
De actieve sociale bewegingen -in de klassieke zin van het woord- staan vooral aan de kant van Dilma. Op korte termijn hebben ze alle ruimte om de politieke stabiliteit te verbeteren.
Als de impeachment er door komt en de regering Temer de termijn van Dilma afmaakt, zullen deze groeperingen alles op alles zetten om Temer het leven zuur te maken.
Na 2018 hangt het er vanaf wie er wint en welke alliantie er komt. De civiele maatschappij is heel actief in Brazilië, maar ook verdeeld.
Denkt u dat sommige Brazilianen voorheen niet politiek actief waren, en het nu wel geworden zijn? Of is het een sterker worden van krachten die er al waren?
Kees Koonings: Dit is moeilijk te zeggen. De beweging is zo divers. De protestbewegingen voor impeachment komen van huis-, tuin- en keuken-burgers uit de middenklasse. Zij geraakten, door mobilisatie via de media, verontwaardigd door wat zij ervaren als corruptie en machtsmisbruik van links.
Buiten die protesten doen ze echter niet zo veel. De omvang van de protesten neemt af. Als de afzetting definitief is zullen deze groepen hun politiek activisme snel weer inruilen. Hun consumptiemogelijkheden zijn voor hen het belangrijkste.
Dan zijn er de klassieke linkse sociale bewegingen waarbij een soort heropleving is in de verdediging van de PT, van Dilma en van en het project dat zij sinds 2002 steunen. Als de afzetting van Dilma doorgaat, en Lula niet meer telt, is de vraag wat daar nog van over zal blijven.
De beste hoop is misschien nog wel dat er zich nieuwe progressieve groepen ontpoppen, onder andere bij de jongere generatie. Bijvoorbeeld de groepen die in 2013 de eerste golf van protesten tegen Dilma en PT steunden voor een betere sociale hervorming en beter openbaar bestuur.
Niet alleen window dressing, maar echte sociale hervorming. De protesten waar je nu helemaal niets meer van terugvindt. Dat zijn de groepen waaruit ook nieuwe progressieve, meer fatsoenlijke partijen, zullen groeien.
‘De uitdaging voor de komende jaren is een Braziliaanse democratie die mee groeit met de nieuwe situatie in het land, de culturele diversiteit en de jongere generatie.’
Het komt er op aan een nieuwe generatie van bevlogen Brazilianen te mobiliseren, net zoals de PT dat in de jaren tachtig deed.
Toen was de PT het nieuwe geluid. Iedereen die jong, hip en happening was koos voor de PT. Die mensen zijn inmiddels van middelbare leeftijd.
Ze zijn ontgoocheld en zien hun project vervliegen. De vraag is of deze mensen opnieuw te mobiliseren zijn voor iets nieuws.
Hetzelfde geldt voor rechts en een conservatieve politieke groep, niet gedomineerd door angstige middenklassers en schreeuwers die heimwee hebben naar het militaire regime. Daar heeft rechts ook niks aan.
De uitdaging voor de komende jaren is een Braziliaanse democratie die mee groeit met de nieuwe situatie in het land, de culturele diversiteit en de jongere generatie.
U bent momenteel in Rio. Er waren tot voor kort geen massale protesten tegen de grote uitgaven voor de Olympische Spelen, zoals wel het geval was bij het Wereldkampioenschap voetbal. Waar liggen de prioriteiten voor de Brazilianen?
Kees Koonings: De publieke opinie is zo verdeeld dat er moeilijk kan over gegeneraliseerd worden. De armen zijn te druk bezig met hun alledaagse bestaan, ze hebben geen tijd om te protesteren.
De gemiddelde Braziliaan -als die al bestaat- is gebaat met een bestuur dat ophoudt met alleen aan zichzelf te denken. Corruptie aanpakken, een economie die groeit, meer banen, meer veiligheid, een staat die terug geld heeft.
De voorbije vijftien jaar zijn er veel sociale programma’s in gang gezet. Die zitten nu in knel. De staat en de sociale uitgaven moeten weer op gang raken. Het wantrouwen tegenover de politiek, zowel bij links als bij rechts, is toegenomen de voorbije twee jaar.
Protesten tegen de Spelen waren er sinds het WK niet meer. Een groeiend aantal mensen twijfelt of deze Spelen wel kunnen, gezien de economische en politieke crisis.
De meeste mensen beseffen echter dat het geld al betaald is. Van de 10 miljard euro komt 25 procent uit publieke middelen. Het overige budget is vooral van private sponsering.
‘In de peilingen van 2013 was ruim de helft van de Brazilianen positief over de Spelen, nu is dat nog maar 30 procent.’
De burgemeester van Rio benadrukt dat de Olympische Spelen goed zijn voor het imago; dat het kan gebruikt worden om er met zijn allen weer zin in te krijgen.
Aan de meeste uitgaven heeft de stad wel wat, bijvoorbeeld de infrastructuur.
De Spelen zijn nu niet expliciet een object van demonstraties.
Misschien dat er nog wat gebeurt eenmaal de openingsceremonie is doorgegaan, maar ik verwacht het niet. Er is enorm veel politie, leger en particuliere bewakingsdiensten op de been gebracht.
De zones van de Spelen zijn erg afgeschermd. Er zijn speciale metro- en buslijnen waar je alleen op mag als je kaartjes hebt van de sportevenementen. In de peilingen van 2013 was ruim de helft van de Brazilianen positief over de Spelen, nu is dat nog maar 30 procent.
Dit is echter meer vanwege de context, en niet zo zeer de Spelen op zich.
De soms toch negatieve berichtgeving over de Spelen, bijvoorbeeld dat de waterzuivering en riolering niet goed is aangepakt, is dat eerder door de media teweeggebracht?
Kees Koonings: Het grootste probleem voor de Spelen is de vervuiling van de Guanabara baai. Ze zijn destijds te optimistisch geweest in het witboek, waarin gesteld werd dat de vervuiling tot op 20 procent zou teruggedrongen kunnen worden. In zo’n korte tijd was dit niet mogelijk. Het gaat over een gebied met 12 miljoen inwoners, waarvan de helft in wijken woont waar de riolering niet is aangesloten op waterzuiveringsinstallaties. En de vervuilende olie-industrie heeft maar raak kunnen dumpen in die baai.
Er is wel wat bereikt, maar het is nog altijd vies. Dat kan je gemakkelijk laten zien. Het gaat erom waar je voor kiest. Je kan ook stukken schrijven over dingen die wel kloppen. De metro is net op tijd afgeraakt en rijdt sinds gisteren. De trein-bussen doen het al een paar jaar goed. De sportinstallaties zijn allemaal klaar en zien er netjes uit. Het is maar net wat je wil etaleren. Wat ik mis bij de media is gebrek aan nuance. Ze willen graag scoren met een verhaal waarin je de aandacht trekt.
Is het inderdaad niet zo dat bijvoorbeeld de nieuwe metrolijnen de rijke delen van de stad verbinden? Een investering dus voor de rijkere Brazilianen.
Kees Koonings: Klopt voor de nieuwe metrolijn, deze verbindt rijk deel één van de stad met rijk deel twee. Je kan echter ook stellen dat de voorbije dertig jaar de rijke burgers met hun auto’s van hun woonbuurt naar hun kantoor reden en terug.
Met de nieuwe metrolijn worden misschien gigantische files infrastructureel opgelost, alsook milieuproblemen.
De metrolijnen die er al liggen, zijn van de woonomgevingen van de middenklasse naar het centrum en van het arme noorden naar het centrum. De nieuwe vrije busbanen verbinden het vliegveld met het centrum, via een afstap aan de metro, en met het noorden en westen van de stad.
Zo worden de arme voorsteden van de noordelijke en westelijke agglomeraties bereikt. Die vrije busbanen bedienen een massapubliek uit de niet-rijke delen van de stad. Voor Rio is het nog maar een begin.
Brazilië heeft de afgelopen vijfendertig jaar zijn algemene infrastructuur vreselijk verwaarloosd, dat wordt nu steeds duidelijker. Als je Rio vergelijkt met een stad als Bogota die een progressief imago heeft qua stedelijk beleid, dan is het in Rio vele malen beter. Het is maar net naar waar je wil kijken.
Het enige wat na de Spelen zal teruggeschroefd worden is het politiebeleid in de favela’s, de speciale eenheden. De politie probeert de favela’s bende-vrij te houden en doen dat niet vreselijk goed.
Dat is iets waar de middenklasse zich niet druk om maakt, zolang de boeven maar in de favela blijven. De pacificatie-politiek staat er niet goed voor. We zullen de komende 2 maanden moeten bekijken wat daar verder mee gebeurt.
Brazilië is afgelopen maanden bijna uitsluitend negatief in de media geweest.
Waar staat dit enorme Zuid-Amerikaanse land dat tot enkele jaren geleden nog een succesverhaal was van armoedebestrijding en democratisering? Wat ziet u voor de toekomst voor Brazilië?
Kees Koonings: Internationaal is de berichtgeving over Brazilië inderdaad negatief geweest. Ook in de nationale pers, vanaf 2010, toen Lula aan zijn hoogtepunt van succes en populariteit stond, tot aan het schorsen van Dilma. Het is te veel naar de negatieve kant overgeslagen.
Wat voor Brazilië zou kunnen pleiten? Op korte termijn interessante leuke Spelen. Het WK twee jaar geleden was goed georganiseerd. De voetbal was goed en de sfeer van supporters en toeristen was positief. Alles klopte, er is niets slechts gebeurd.
Als de Spelen iets soortgelijks leveren, zal dit leiden tot een betere stemming. De reputatie van Rio en Brazilië zal verbeteren.
‘Brazilië is, ondanks de economische en politieke crisis, de afgelopen dertig jaar een functionerende democratie geworden, en hopelijk blijft dat zo.’
Brazilië is, ondanks de economische en politieke crisis waarin het nu zit, de afgelopen dertig jaar een functionerende democratie geworden, en hopelijk blijft dat zo. Brazilië heeft een enorm economisch potentieel.
Dat zal echt wel weer terug komen.
Als het beleid qua economie, innovatie, infrastructuur en onderwijs weer meer op lange termijn kan worden gericht, dan komt Brazilië terug als een nieuwe economische mogendheid.
Het is natuurlijk ook wel duidelijk dat men zich niet meer het exclusieve oligarchische denken kan permitteren. Politieke en sociale participatie is er en zal er blijven. Dat is op lange termijn goed voor Brazilië.
Ze zitten nu op de bodem van de economische en politieke put. De Spelen zouden wel eens een zetje kunnen geven om er weer uit te komen.