Sibo Kanobana: ‘Ik denk dat het hele migratiedebat is doordrongen van racisme’

Interview

Begrijpen we echt hoe racisme werkt?

Sibo Kanobana: ‘Ik denk dat het hele migratiedebat is doordrongen van racisme’

Sibo Kanobana: ‘Ik denk dat het hele migratiedebat is doordrongen van racisme’
Sibo Kanobana: ‘Ik denk dat het hele migratiedebat is doordrongen van racisme’

‘In Gent bestaat er een discours tegenover West-Vlamingen en rust er een stigma op hun accent. Maar geen enkele partij speelt dat uit.’ Volgens Sibo Kanobana begint racisme wanneer dat ideologisch een doel dient. Het migratiedebat is volgens hem een goed voorbeeld van hoe racisme werkt.

De strafmaat voor de Reuzegommers, die betrokken waren bij de dood van student Sanda Dia, laat veel jongeren nog steeds niet los. ‘Money always wins’, stelde de populaire vlogger Acid (pseudoniem van Nathan Vandergunst), nadat hij zelf veroordeeld werd voor belaging. Heel wat van zijn volgers namen het woord ‘klassenjustitie’ in de mond.

In zijn boek Witte Orde wil Sibo Rugwiza Kanobana de thema’s klasse en racisme met elkaar verbinden. De docent sociolinguïstiek en postkoloniale studies aan de Universiteit Gent en Open Universiteit van Nederland wil met het begrip ‘witheid’ het racismedebat aanscherpen.

Speelt bij deze zaak klasse of racisme mee? ‘Alsof die twee dingen elkaar uitsluiten’, steekt Kanobana van wal. ‘Ik denk dat ze elkaar heel vaak overlappen en dat ze ook heel vaak op elkaar inspelen. Daarom wil ik met mijn boek de woorden die wij gebruiken om te praten over klasse en raciale ongelijkheid helder definiëren.’

Zijn Belgisch-Vlaams-francofoon-Rwandees-Congolese ervaring deed hem zelf al op jonge leeftijd reflecteren over hoe ras, taal en klasse met elkaar verweven zijn. Kanobana werd in de jaren ‘70 geboren in Mbandaka, in het uiterste westen van de Democratische Republiek Congo (DRC), als kind van een witte Belgische moeder een zwarte Congolese vader.

In het eerste jaar van het middelbaar onderwijs liep hij school in Lubumbashi. Zwarte schoolkinderen spraken hem aan met ‘muzungu’, de Swahiliterm voor een witte persoon. Hij ging naar een Belgische school, sprak Nederlands, maar met de vier witte Vlaamse leerlingen raakte hij nooit bevriend, zijn inspanningen ten spijt.

‘We vertrekken altijd vanuit de veronderstelling dat iedereen wel weet wat wit of blank betekent.’

De speelplaats was verdeeld tussen zwarte kinderen aan de ene kant, witte aan de andere. Ertussenin zaten de metiskinderen, zoals Kanobana. Na zijn verhuis naar Brussel ervaarde hij dan weer dat een persoon van kleur op een Vlaamse eliteschool geen normale situatie was.

‘Witheid was altijd aanwezig in de wereld waarin ik ben opgegroeid, zowel in Afrika als in Europa. Maar afhankelijk van de plaats waar ik leefde (Congo of België), de taal die ik sprak (Frans of Nederlands), werden mijn haar en huidskleur anders gecategoriseerd.’

Het was altijd de rode draad in zijn leven, maar in de boeken die hij las leek witheid niet te bestaan.

Witte Orde is het boek dat u zelf had willen lezen. Waarom was dit boek nodig?

Sibo Kanobana: Omdat ik zelf niet tevreden was over de manier waarop over het thema wordt geschreven. Zelfs niet door auteurs die ik enorm respecteer en fantastisch vind, zoals Gloria Wekker. Toen ik haar boek Witte Onschuld las, miste ik nog iets.

We vertrekken altijd vanuit de veronderstelling dat iedereen wel weet wat wit of blank betekent. Toegegeven, ik ben opgegroeid in een wereld waarin dat voor mij zelf ook niet altijd zo duidelijk was. En ik vind het ook gek dat we steeds spreken over racisme zonder de mechanismes erachter te begrijpen.

‘Wit kan je ook zijn door een bepaalde ideologie te onderschrijven en uit te dragen.’

Daardoor kunnen we wel zeggen dat George Floyd vermoord is als gevolg van racisme. Maar als Afro-Amerikaanse agenten vijf jaar later een zwarte man vermoorden in Tennessee, laten we rechtse stemmen dat voorval recupereren om te zeggen dat het niet over white supremacy kan gaan, want kijk, zwarte agenten vermoorden ook zwarte mensen.

Ik denk wel dat er blanke mensen bestaan, maar daarom zijn ze niet per se wit. Wit kan je ook zijn door een bepaalde ideologie te onderschrijven en uit te dragen.

Kleur speelt een rol bij racisme, maar racisme gaat over meer dan kleur. Om dat te kunnen begrijpen, moeten we witheid als een ideologie begrijpen. Een ideologie die waarde toekent aan mensenlevens.

Wat is witheid als ideologie dan precies?

Sibo Kanobana: Ik zie het als een cluster van symbolen, een netwerk van associaties, dat we verbinden met bourgeoisie en met het westerse culturele gedachtegoed. Het is een ideologie die in alle klassen aanwezig is en waartoe iedereen zich verhoudt.

‘Een persoon van kleur die zich integreert in witte instellingen en daar succesvol is, toch nooit helemaal veilig is.’

De witte orde schept orde, maar het is er een met superieure en inferieure mensen. In die orde is het oké om inferieure mensen uit te sluiten, uit te buiten of zelfs te onteigenen als dat die de economische en politieke belangen van superieure mensen van die orde dient.

Macht en orde

Kleur speelt in die orde een rol, maar dat hoeft niet noodzakelijk zo te zijn, gelooft u. Toch spreekt u over een ‘witte’ orde. Waarom die zo benoemen?

Sibo Kanobana: Daarom herhaal ik in mijn boek heel vaak dat het niet noodzakelijk over witte mensen gaat. Mensen van kleur kunnen goed deelnemen aan de witte orde, en blanke mensen kunnen op hun beurt buiten die orde vallen.

Huidskleur speelt nog steeds een belangrijke, maar niet noodzakelijk doorslaggevende rol. Door toch ‘wit’ te gebruiken, benadruk ik het verband tussen de huidige sociale orde en onze koloniale geschiedenis.

Als je vandaag naar onze samenleving kijkt, zie je op verschillende plaatsen steeds meer mensen van kleur. Niet alleen op posters en in series, maar ook ook in leidinggevende posities. Dus je zou kunnen denken: het gaat beter, er is minder racisme. Maar om tot de top te kunnen behoren, moet je wel de structuur van de maatschappij niet al te veel in vraag stellen.

Mensen van kleur die zich wit, of volgens de witte orde gaan gedragen?

Sibo Kanobana: Ja, en die zich ook heel loyaal opstellen ten aanzien van het westerse gedachtegoed. Ik suggereer ook in mijn boek dat een persoon van kleur die zich integreert in witte instellingen en daar succesvol is, toch nooit helemaal veilig is.

Boris Johnson mag honderd fouten maken. Hij krijgt steeds opnieuw een kans. De huidige premier, Rishi Sunak, zal die niet krijgen. Eén fout, en hij wordt de deur gewezen.

Draait die orde niet in de eerste plaats om wie macht heeft en hoe mensen, ook die van kleur, zich binnen die orde bewegen om deel uit te maken van de macht?

Sibo Kanobana: Ik stel mij ook de vraag op het einde van het boek. Als je kijkt naar de diversiteit binnen de politieke partijen, is het toch opvallend hoe die op het eerste gezicht voornamelijk bij rechtse partijen toeneemt.

Neem opnieuw het Verenigd Koninkrijk. Heel veel mensen van kleur worden als kopstukken naar voren worden geschoven bij de Conservatives. Maar als je echt kijkt naar wie in de gemeenteraden en het parlement zit, heeft Labour eigenlijk veel meer kleur.

‘In Gent bestaat er een discours tegenover West-Vlamingen. Maar geen enkele partij die dit zal uitbuiten.’

De kopstukken van Labour zijn dan weer bijna allemaal wit, op een paar uitzonderingen na. Het is opmerkelijk, maar die kopstukken worden ook ingezet om aan windowdressing te doen. Om te zeggen: kijk, we zijn goed bezig.

Als Labour of de Conservatives vervolgens een antimigratiebeleid voeren, kan dat zogezegd niet racistisch genoemd worden omdat de minister zelf een migratieachtergrond heeft. Dat werd als argument zelf naar voren geschoven door minister Priti Patel (voormalig Brits minister van binnenlandse zaken, Conservatives, red.). Zo stelde ze in het verleden dat ze als kind van migranten geen antimigrant kan zijn. Die redenering is natuurlijk fout.

Economische belangen

Het boek leest niet alleen als een kritiek op racisme, maar ook op het kapitalisme. Zijn de twee onlosmakelijk met elkaar verbonden?

Sibo Kanobana: Ik denk dat het ene niet zonder het andere kan. Racisme dient een doel, zei Olivia Rutazibwa (London School of Economics and Political Science) ooit. En dat doel is bepaalde politiek-economische belangen te behartigen.

Ik geloof dat xenofobie, angst voor het vreemde, universeel is. Het is er altijd geweest. De oude Grieken waren xenofoob ten aanzien van de Perzen. Ze beschouwden hen als inferieur, uitschot.

Maar voor mij begint racisme pas als die verschillen of die angst voor de ander politiek wordt ingezet om economische belangen te behartigen. Het kapitalisme teert op uitbuiting, uitsluiting en onteigening in naam van groei en winst, van materiële accumulatie.

Kan u dat concreter maken?

Sibo Kanobana: Ik maak graag de vergelijking tussen Gentenaars en West-Vlamingen. Om het even heel lokaal te houden. In Gent bestaat er een bepaald discours tegenover West-Vlamingen, waarbij die groep niet beschouwd wordt als echt authentieke Gentenaars, en waarbij er ook een bepaald stigma berust op haar accent.

‘Van racisme is sprake wanneer het echt politiek wordt uitgespeeld.’

Maar er is natuurlijk geen enkele partij die de aanwezigheid van die spanningen tussen verschillende groepen politiek uitspeelt om er electoraal gewin uit te halen. Evenmin wordt dat verschil gebruikt om de uitbuiting van West-Vlamingen of hun uitsluiting te legitimeren.

Overal in de wereld heb je van die haat of angst of spanningen tussen verschillende groepen. Maar dat hoeft niet noodzakelijk in racisme uit te monden.

Waar en hoe wordt dan die stap naar racisme gezet?

Sibo Kanobana: Van racisme is sprake wanneer het echt politiek wordt uitgespeeld. Wanneer het echt deel gaat uitmaken van onze ideologie om onze politiek-economische structuren te bestendigen en te verantwoorden.

‘Hardwerkende Vlamingen’

Vandaag staat het migratiedebat vooraan in de politieke debatten. Wordt dat debat volgens u gekenmerkt door racisme?

Sibo Kanobana: Ja, volledig! Ik denk dat het hele migratiedebat doordrongen is van racisme. Als we eerlijk kijken naar de geschiedenis van migratie en naar de manier waarop wij onze grenzen vandaag dichttimmeren met niet alleen maar een militair apparaat en een beveiligingsapparatuur. Maar ook met een bureaucratische apparaat, paspoorten, visums en noem maar op.

‘Goederen bewegen vandaag vrijer dan mensen. Mensen moeten we onder controle houden.’

Het enige wat ik daarin zie, is het proberen te bestendigen van de wereldorde zoals die eigenlijk al bestond voor de jaren ‘60, tijdens de kolonisatie. Congolezen konden ook niet zomaar van het ene deel van het land naar het andere reizen. Ze hadden een pasje nodig. Er was een bureaucratisch apparaat dat ervoor zorgde dat de mobiliteit van de lokale bevolking onder controle bleef.

Voor Patrice Lumumba (eerste democratisch verkozen premier van Congo, red.) betekende onafhankelijkheid onder andere vrijheid van beweging. Niet alleen dat Belgen vrij naar Congo konden komen, maar ook dat Congolezen naar België konden gaan.

Dat kon ook heel even. Maar tegen 1980 was het gedaan met die mobiliteit. Goederen bewegen vandaag vrijer dan mensen. Mensen moeten we onder controle houden. En de verantwoording hiervan wordt met een racistisch discours onderbouwd.

Vlaams Belang, de grootste Vlaamse partij volgens verschillende peilingen, maakte onlangs duidelijk dat het alleen nog hoogopgeleide werkmigranten met bewezen meerwaarde uit de Europese Unie en andere westerse landen wil toelaten. Volgens u een manier om die witte orde te beschermen?

Sibo Kanobana: Ja, en op het eerste gezicht lijkt het ook helemaal redelijk. Uiteraard wil je toch geen mensen hebben die totaal onze cultuur niet niet smaken?

Ik denk dat het heel mooi illustreert hoe die witte orde en racisme vandaag werken en ook een slechte zaak zijn voor witte mensen. Men maakt blanke mensen wijs dat ze meer gemeen hebben met een witte miljardair dan met hun Marokkaanse buurman. Terwijl arme mensen er alle belang bij hebben om de miljardair als het probleem te zien en niet de buurman.

‘Wij, hardwerkende Vlamingen, hebben die welvaartsstaat zogezegd opgebouwd, klinkt het.’

Die orde dient niet alleen om mensen van kleur uit te sluiten, maar ook om de sociale welvaartsstaat, die werd uitgebouwd tijdens de kolonisatie en die gefinancierd is geweest dankzij de kolonisatie, vandaag af te bouwen. Met het argument dat uiteindelijk de echte profiteurs of de echte mensen die profiteren van die sociale welvaartsstaat het eigenlijk niet verdienen om daarvan te profiteren.

Waarom? Omdat zij mensen zijn die eigenlijk hier niet horen, die eigenlijk niet van onze cultuur zijn, ironisch genoeg. Wij, hardwerkende Vlamingen, hebben die welvaartsstaat zogezegd opgebouwd, klinkt het. Dus die is van ‘ons’ en niet van ‘hen’.

Dat klinkt misschien plausibel, maar wat uitgewist wordt met de witte orde, is alles wat relationeel is. Hoe onze rijkdom en ons comfort afhankelijk zijn van de miserie en de onderdrukking van de ander. En dat wat wij hier hebben in relatie staat tot wat men in bijvoorbeeld Congo of Bangladesh niet heeft.

Leg eens uit.

Sibo Kanobana: We spreken graag over de wereld als geglobaliseerd, zolang het over economie gaat. Maar de wereld is ook geglobaliseerd op sociologisch en politiek vlak. We zijn allemaal met elkaar verbonden. De ideologie van de witte orde wil mensen doen geloven dat hun situatie kan worden losgekoppeld van andere mensen.

Op het einde van mijn boek trek ik dat zelfs helemaal door naar de klimaatkwestie. Omdat hoe wij als mensen in de laatste eeuwen met elkaar en met de natuur omgaan eigenlijk gelijk is.

De mensen die we tot niet zo lang geleden voorstelden als dicht bij de natuur staande, als meer lichaam dan geest, als soort van beesten eigenlijk, beschouwden we als inferieur.

Met wie dichter bij de natuur staat, doen we hetzelfde als met de natuur. We doen er eigenlijk mee wat we willen. We verwoesten alle leven uit winstbejag.

Hoe moet die orde dan worden uitgedaagd?

Sibo Kanobana: Ik denk dat dat nu al gebeurt. Kijk maar naar het klimaatdebat. Dat schept bij mij hoop dat mensen begrijpen dat er iets fundamenteel fout zit in onze wereldorde. Dat mensen begrijpen dat die superioriteit van het Westen in vraag moet worden gesteld.

‘Het debat over de orde schuurt, maar dat is goed.’

Er lijkt meer en meer bewustzijn te zijn. Ik kan gerust ook heel wat kritiek geven op sociale media en het winstmodel dat daarachter zit. Maar de stroom van informatie die we krijgen, en hoe er zo ook bijvoorbeeld een vorm van solidariteit ontstaat met bijvoorbeeld de Palestijnen, stemt me hoopvol.

Het debat over deze orde, over racisme, is soms oncomfortabel. Het schuurt, maar dat is goed. Zolang het allemaal gezellig is, zijn we niets aan bijleren. Dus voor mij is dat eigenlijk cruciaal.

De Geus

Witte Orde, Sibo Rugwiza Kanobana, 2024 (ISBN: 9789044547542)

De Geus

Soms vraag ik me ook weleens af: zijn we nu niet iedereen een raciaal stigma aan het aansmeren in naam van de strijd tegen racisme. Ik vind het interessant dat witte mensen zich beginnen af te vragen hoe ze zich daartoe moeten verhouden. Moet ik mij schuldig voelen? Ben ikzelf, die werkt in een witte instelling, hier aan de universiteit, ook niet schuldig aan het probleem?

Nee, schuld of schaamte helpen ons niet verder. Maar ik denk wel dat we allemaal een verantwoordelijkheid hebben om te proberen om tot verandering te komen en ons betrokken te voelen.

Witte orde. Over ras, klasse en witheid, Sibo Rugwiza Kanobana. Uitgegeven door De Geus, 2024. 224 blz.