Ipek Demir: ‘We hebben niet meer diversiteitsmanagers nodig, maar meer rechtvaardigheid’
Identiteit als leidraad voor politiek en partijprogramma’s: niet iedereen is er gelukkig mee. Identity politics liggen vandaag onder vuur. Is de kritiek erop terecht of vergeten we de voordelen? Professor Ipek Demir: ‘Een samenleving zonder identiteit of identiteitspolitiek is misschien wel een heel doffe plek.’
© Jeroen Los
Ipek Demir is geassocieerd hoogleraar in de sociologie aan de Universiteit van Leicester. Haar werk bevindt zich op het snijpunt van diasporastudies, etnopolitiek, ras, identiteit, nationalisme, globaal beleid, sociaal en kritisch denken. Een hele mondvol. Demir is in het bijzondere geïnteresseerd in de manier waarop mensen in de diaspora, zoals de Koerden in Europa, hun etnopolitieke identiteit “van een afstand” herbeleven en hoe ze zowel Europa als hun vaderlandse politiek vormgeven.
Als jonge moslims in Europa zich sterk gaan interesseren voor hun moslimidentiteit, wordt dat doorgaans als problematisch gezien. Het zou hen loskoppelen van de hoofdstroom van de samenleving.
Ipek Demir: Jonge moslims zijn niet de enige Europese migrantenjongeren die naar andere identiteiten verlangen. Kinderen van Koerdische vluchtelingen koesteren, misschien zelfs meer dan hun ouders, een sterk gevoel van Koerdisch-zijn. Maar ook jonge zwarten tonen grote belangstelling voor raciale rechtvaardigheid.
‘Europese moslimjongeren hebben waarschijnlijk meer gemeen met de jeugd van het land waar ze nu wonen dan met een jongere uit het land van hun ouders of elders in Europa.’
Je vraagt roept twee belangrijke bedenkingen op. Ten eerste: waarom voelt Europa zich zo ongemakkelijk wanneer jonge moslims op zoek gaan naar hun religieuze wortels? Ten tweede: wat voor bewijs hebben we dat een extra identiteit je afscheidt van de dominante samenleving? Veel jonge moslims worden evengoed gevormd door het onderwijs en de media. Ze gaan naar school in Europa, ze spreken Europese talen, sommigen kijken zelfs neer op de cultuur van hun ouders. Europese moslimjongeren hebben waarschijnlijk meer gemeen met de jeugd van het land waar ze nu wonen dan met een jongere uit het land van hun ouders of elders in Europa.
De band van migrantenkinderen met hun vaderland of met een ‘niet-Europese’ identiteit impliceert niet dat de integratie in het gastland moeilijker of niet verloopt. Integendeel, uit mijn onderzoek is gebleken dat Londense Koerden die zich engageren voor de Koerdische zaak en een sterke Koerdische identiteit hebben, ook sociaal actief zijn in Groot-Brittannië. We moeten af van dat of/of-denken.
Identiteitspolitiek heeft een slechte naam omdat hze gebruikt wordt voor uiteenlopende trends, van uiterst rechts nationalisme in Europa en Turkije, over de Brexit en deverkiezing van Trump tot de Moslimbroederschap en andere extreme vormen van de politieke islam.
Ipek Demir: Het verschijnsel dat wij “Identity politics” noemen, zag het licht met de sociale bewegingen van de jaren 1960. De burgerrechtenbeweging, het feminisme en de holebibewegingen bijvoorbeeld streden voor emancipatie en verzetten zich radicaal tegen de discriminatie, de uitsluiting en het geweld waar die groepen mee te maken kregen. Sommigen probeerden de bestaande partijpolitiek te beïnvloeden, zoals Martin Luther King met de Democratische Partij. Anderen, zoals de Black Panthers, kozen voor een revolutionaire aanpak.
‘Trump, de Brexit of het uiterst rechtse nationalisme in Europa zijn geen uiting van identiteitspolitiek. Integendeel, ze reageren op het succes ervan.’
Trump, de Brexit of het uiterst rechtse nationalisme in Europa zijn geen uiting van identiteitspolitiek. Integendeel, ze reageren op het succes ervan. Ze ergeren zich aan de omslag op lange termijn naar gendergelijkheid, rassendiversiteit, multiculturalisme, lhtb-rechten, kosmopolitisme, enzovoorts. Daarom willen ze ‘Amerika weer groot maken’ en ‘hun land terugnemen’.
Ook in de jaren 1960 was er al kritiek op het identiteitsdenken. Politiek rechts en de sociaal conservatieven hielden niet van de manier waarop groepen zich tegen hun onderdrukking – in het bijzonder op basis van ras, kleur en gender – verzetten. Op het linkse front geloofden sommigen dat identiteitspolitiek de aandacht afleidde van de klassenstrijd en weigerden ze de marginalisering van en het geweld tegen ras, seksualiteit en gender te zien of ernstig te nemen.
Wie een goed begrip heeft van de geschiedenis, de waarden en de progressieve liberale traditie van identiteitspolitiek, ziet dat die niets gemeen hebben met de radicale politieke islam. Integendeel, ze zijn elkaars tegengestelden. Wie de “nieuwe jihadi’s” wil begrijpen, vindt het antwoord volgens Oliver Roy, de Franse expert ter zake, niet in “identiteit” maar wel in het verschijnsel van “radicalisering”. De extreme politieke islam is volgens Roy eerder het resultaat van de radicalisering die werd geïslamiseerd, dan van de islam die radicaler werd.
Trumps populistisch rechts slaagt er wel in de arbeidersklasse, die door de voorstanders van identiteitspolitiek over het hoofd werd gezien, voor zich te winnen.
Ipek Demir: Trump en de Brexit wonnen dankzij de stemmen van mensen die het goed hebben. Vooral oudere blanke Engelsen uit de middenklasse, met een eigen huis en een goed pensioen, waren voor de Brexit. 45 procent van de blanke vrouwen met een academische opleiding koos voor Trump, terwijl 95 procent van de zwarte niet academisch geschoolden voor Clinton stemde. Als we de pro-Trump- en de pro-Brexitstemmen willen begrijpen, moeten we naar ras kijken.
‘Het heeft geen zin meer verschillen en meer pluraliteit op zich na te streven.’
Volgens de BBC stemde in het Verenigd Koninkrijk 67 procent van de Aziaten, 73 procent van de zwarten en 70 procent van de moslims voor lidmaatschap van de EU. In de VS stemde slechts 8 procent van de Afro-Amerikanen, 29 procent van de Hispanics en 29 procent van de Aziaten voor Trump.
Desondanks stelden de media zich tot vervelens toe de vraag waarom de arbeidersklasse voor de Brexit en voor Trump had gestemd. Ze doen dat omdat ze de arbeidersklasse als “blank” zien. Maar als ze naar de achtergestelde wijken met etnische minderheden zouden gaan, zouden ze misschien een andere vraag stellen.
Ik geloof dat we de afgenomen macht van de arbeidersklasse en de strijd van de armen collectief moeten aanpakken. Dat impliceert een politiek van de arbeidersklasse die zich niet inlaat met racisme, xenofobie, vrouwenhaat, enzovoorts. Anders verleg je gewoon het probleem en komen de arme blanken tegenover de arme etnische minderheden te staan. Zo’n aanpak is contraproductief voor de algemene vooruitgang.
Gedeelde identiteiten vormen een belangrijk uitgangspunt voor de politieke emancipatie van vrouwen, holebi’s en zwarte burgers, zegt u.
Ipek Demir: Een politiek die draait om identiteit kan emanciperend werken wanneer ze vragen stelt bij de dominantie en de hegemonie van bevoorrechte groepen en machthebbers, wanneer ze streeft naar rechtvaardige solidariteit en daarvoor met anderen allianties aangaat.
Identiteitspolitiek wordt problematisch wanneer je een bepaalde positie moet bekleden – bijvoorbeeld lesbisch, moslim of Koerdisch zijn – om aan de strijd tegen de onderdrukking van die groep deel te nemen. Je moet ook willen dat hetero’s de rechten van lesbiennes verdedigen, dat niet-moslims zich tegen islamfobie verzetten, dat Turken en Arabieren voor de rechten van Koerden strijden. Anders is er geen sprake meer van solidariteit, maar worden afzonderlijke identiteiten de belangrijkste reden om je te verzetten of je al dan niet voor anderen te engageren.
Is een samenleving waarin identiteit geen rol meer hoeft te spelen in de politiek toch niet te verkiezen?
‘Identiteit is een essentieel deel van wie we zijn. Maar identiteiten veranderen met de tijd.’
Ipek Demir: Onderzoek in de sociale wetenschappen, de kunsten en de humane wetenschappen laat zien dat identiteit een essentieel deel is van wie we zijn. Mensen verbinden zich met elkaar en met hun geschiedenis op basis van bepaalde verhalen. Maar identiteiten veranderen met de tijd. Ze hangen af van de context, van de interactie met anderen, van de politiek van de dag. Voor 9/11 bestond “de Europese moslim” niet. Maar nadien begonnen mensen zichzelf of anderen zo te beschrijven, terwijl ze daarvoor een Marokkaan, een Arabier, een Turk, een Pakistaan waren.
Ik kan me geen samenleving voorstellen zonder identiteit. Dat zou een oxymoron en misschien ook een heel doffe plek zijn. Maar ik zou het even vreselijk vinden om ergens te wonen waar diversiteit op zich wordt nagestreefd, waar mensen zich niet afvragen of een bepaald verschil wel belangrijk is. Het heeft geen zin zomaar meer verschillen en meer pluraliteit na te streven. We hebben niet meer diversiteitsmanagers nodig, maar meer rechtvaardigheid.
__Dit artikel werd geschreven voor het zomernummer van MO*magazine. Voor slechts €28 kan u hier een jaarabonnement nemen!