Iraakse demonstranten: ‘Hoe meer geweld je gebruikt, hoe luider we roepen’
Waarom zetten de Irakezen hun protesten hardnekkig verder, ondanks het geweld van de ordetroepen? Tine Danckaers is in Irak en legde de vraag voor aan de goed geïnformeerde Iraakse journalist Lawk Ghafuri. ‘Veel mensen voelen dit aan als een keerpunt. Ze kunnen kiezen tussen aanvaarding en verandering.’
Protest in de Irakese hoofdstad Bagdad. ‘De meeste demonstranten zijn tussen 15 en 24 jaar oud. Er doen ook meer vrouwen en oudere mensen mee.’
Reuters/ Khalid Al Mousily
Lawk Ghafuri noemt zichzelf een groentje. Amper vier maanden werkt hij nu officieel als journalist bij het Koerdische mediaplatform Rudaw, vertelt hij. Ik volg, net als de BBC’s van deze aarde, de goed gedocumenteerde schrijfsels van dat “groentje” nochtans nauwgezet.
Ghafuri heeft een goede vinger aan de pols vanuit de Koerdische Autonome Regio, en informeert de lezer over het laatste nieuws in Bagdad en het zuiden van het land, waar volksprotesten het dagelijkse leven hebben overgenomen.
Ik ontmoet de Koerdische reporter op een avond in Barista Coffee, een bekend koffiehuis waar internationale en lokale journalisten hun werkdagen slijten met laptops, koffie, chai, verhuld in dikke rookwolken. Ghafuri heeft daar geen tijd voor. Hij werkt van thuis uit, ook in Erbil: zeven dagen op zeven, dagen die beginnen bij en eindigen in de nacht.
Zeventwintig dagen al bericht hij over de volksprotesten van zijn Arabische landgenoten in Bagdad. Op korte afstand, en met de hulp van een sterk lokaal netwerk. Want voor de tweede keer deze maand is de Iraakse hoofdstad een no-gozone voor journalisten.
Sinds 25 oktober demonstreren miljoenen mensen in de hoofdstad en zuiderse steden voor verandering. Ze willen dat eindelijk werk wordt gemaakt van de toegang tot basisdiensten, dat er een einde komt aan de diepgewortelde corruptie en dat de werkloosheid wordt aangepakt.
‘De beloften worden telkens opnieuw in de vuilnisbak gekieperd. Premier Abdul-Mahdi belooft nu bijvoorbeeld 20.000 jobs. Waarom was er geen sprake van jobcreatie voor de protesten?’
© Lawk Ghafuri
Ook studenten protesteren
Zaterdagnacht leek het er even op dat de Iraakse ordetroepen de protesten met dodelijk geweld de kop zouden indrukken. Na een donkere nacht, waarin het centrum van Bagdad zonder elektriciteit was gezet, waarin Iraakse ordetroepen demonstranten onder vuur namen en extreme hoeveelheden traangas afvuurden, gingen de protesten gewoon verder. Ondanks de avondklok die op 28 oktober werd opgelegd.
‘Tot grote verbazing leidde het zeer extreme geweld van de ordediensten niet tot angst of terugtrekking van de demonstranten.’
Opvallend: zondag legden studenten massaal hun boeken neer (hoewel het een lesdag was). De schoolgaande jeugd, van kleuterscholen tot universiteiten, schaarde zich aan de zijde van hun medeburgers op het Tahrirplein in het centrum van Bagdad.
Ze scandeerden regeringskritische slogans. Ook zij willen een versnelde implementatie van basisdiensten en de aanpak van de corruptie en de werklooheid. Hun aanwezigheid betekende een energieshot voor de demonstranten van het eerste uur.
Lawk Ghafuri: De voorbije nachten zagen we hoe het geweld van de ordediensten buitensporige proporties kreeg. Sociale media staan vol met exclusief materiaal over het dodelijke gebruik van traangascapsules; die zijn nochtans op zich niet dodelijk, maar ze werden direct op de mensen zelf werden gericht. Demonstranten stierven doordat die capsules hun lichaam waren binnengedrongen.
اين السلميه مع الاسف ع كل من يضرب المتظاهر الذي يريد أبسط حقوقه #نريد_وطن pic.twitter.com/JrVLAF5H68
— عبود الحلاق (@gIIfPZplxFxZg5R) October 26, 2019
Er werd geschoten met rubberkogels. En er is sprake van het gebruik van echte kogels, maar dat is nog onduidelijk. Tot grote verbazing leidde dit zeer extreme geweld niet tot angst of terugtrekking van de demonstranten. Integendeel, het had als gevolg dat meer en meer mensen zich aansloten bij de protesten.
Deze keer werd het internet niet meteen afgesloten, zoals bij de eerste protesten begin oktober. Maakt dat de toegang tot informatie gemakkelijker?
Lawk Ghafuri: Niet echt, nee. De overheid doet er, niet verwonderlijk, alles aan om een rookgordijn op te werpen. Neem nu het aantal slachtoffers. Van vrijdag tot zaterdagavond registreerde de Iraakse Mensenrechtencommissie (IMRC) 63 doden. Maar we zijn nu een dag verder en niemand weet aan hoeveel extra slachtoffers we ons mogen verwachten.
In de meeste van de zeven Iraakse provincies waar protesten bezig zijn, geldt een uitgaansverbod, alleen in Bagdad niet, nog niet. Daar komt bij dat op bepaalde plaatsen de elektriciteit werd uitgeschakeld. Bovendien wordt de IMRC nu plots ook, door het Iraakse ministerie van Gezondheid, de toegang ontzegd tot ziekenhuizen en plaatsen waar gewonde en gearresteerde demonstranten verblijven.
Dat zegt genoeg. Het verhoogt ook de vrees dat de cijfers over het aantal slachtoffers veel hoger zijn dan degene die we nu hebben.
Irakezen eisen elektriciteit en werk
Hoe historisch zou je deze demonstraties noemen?
Lawk Ghafuri: Wel, we hadden nog grote protesten in de voorbije jaren. Maar we hebben sinds 2003 nog geen demonstraties gehad waarbij de ordediensten zo bloedig en brutaal te werk gingen. Er waren massale protesten in 2011, er waren ook grote protesten in 2014, 2016, 2017.
In al die volksprotesten hadden mensen dezelfde eisen: ‘verbeter onze openbare diensten’, ‘geef ons werk’ en ‘hou op met publiek geld te stelen’. Sinds 2003 eisen burgers werkende elektriciteit. Dat is een heel basale eis, en je zou verwachten dat elk land met voldoende cashflow in staat is om daaraan tegemoet te komen. Maar in Irak waren opeenvolgende regeringen niet in staat om elektriciteit voor alle burgers te installeren.
Exact een jaar geleden beloofde de nieuwe Iraakse regering, met premier Adil Abdul-Mahdi aan het stuur, nochtans verandering.
Lawk Ghafuri: Tja. Ik ga niet zeggen dat er niets is veranderd in Irak, maar het gaat om zeer kleine aanpassingen. Elektriciteitsvoorzieningen zijn hier en daar licht verbeterd, maar grote delen van Irak, vooral in het zuiden, blijven verstoken van die voorziening.
Deze regering krijgt wel zeker goede punten voor de verbeterde relaties tussen Bagdad en Erbil, die sinds 2014 op een dieptepunt waren beland. Ook is er bijvoorbeeld een betere verstandhouding tussen de ministers.
Maar de corruptie is gebleven wat ze was. De Iraakse overheid heeft ook geen grip op de gewapende groepen, de milities die meevochten tegen IS. Die controleren nog altijd straten, gronden, dorpen, steden in grote delen van het land. Ik verzin dat niet. Dit zijn feiten. De protesten die we nu zien, stonden dus in de sterren geschreven.
Abdul-Mahdi beloofde intussen vier pakketten met hervormingsmaatregelen. Waarom aanvaarden de demonstranten die niet?
Lawk Ghafuri: Duik even terug in de tijd, naar 2006. Kijk dan even welke hervormingspakketten de vorige Iraakse premiers, Nouri al-Maliki en Haider al-Abadi, op tafel hadden liggen. Dat waren dezelfde als vandaag. De beloften van toen zijn keer op keer niet ingelost.
Abdul-Mahdi antwoordde exact hetzelfde: de beloften worden telkens opnieuw in de vuilnisbak gekieperd. De vraag is ook waarom Adil Abdul-Mahdi nu bijvoorbeeld 20.000 jobs op de tafel legt? Waarom nu? Waarom was er geen sprake van jobcreatie voor de protesten? De demonstranten stellen zich die vragen, stellen geen enkel vertrouwen meer in de regering.
Een vrij Irak
Hoe ver zijn demonstranten bereid te gaan?
Lawk Ghafuri: Veel mensen voelen dit voorlopig aan als een keerpunt. Ze zijn bereid om hun eisen scherp te stellen. Ze hebben de keuze tussen aanvaarding van de regering en verandering.
De eis van de demonstranten was van bij de start een vrij Irak. Vandaag betekent dat dus voor velen ook regimeverandering.
Klopt het dat de protestbeweging deze keer minder jong en mannelijk is dan de vorige, en dat ze de grenzen van het sektarisme in de Iraakse samenleving kan overschrijden?
Lawk Ghafuri: De demonstranten zijn overwegend tussen 15 en 24 jaar oud. Dat staat ook te lezen in rapporten van UNAMI, de VN in Irak. Maar we zien toch ook andere profielen opduiken, met name in Bagdad: oudere mensen, vrouwen.
Iraqi women in great number join protests
Iraqi regime is on the verge of collapse#Iraq#IraqProtests#Lebanon pic.twitter.com/g5Oup0UL3Y— dariush arai (@AraiDariush) October 28, 2019
We zien ook dat mensen de protest op een andere manier steunen, door voedsel te brengen, water uit te delen of dekens te geven.
Nog opvallend: zelfs mensen die aan de zijde van het Iraakse leger vochten, tegen IS, nemen ook deel. Deze mensen verzetten zich tegen het systeem waar ze zelf deel van uitmaakten. Dat is heel symbolisch.
Ik sprak met een voormalig lid van de PMU (paramilitaire groep, gekend als de Popular Mobilization Units, red.) die in Mosoel twee jaar tegen IS vocht. Hij vocht voor zijn familie en vrienden, en voor zijn land. Na de bevrijding van Mosoel stapte hij uit de militie en ging terug naar Bagdad. Hij vertelde me hoe hij eerste een tijd werkte in een onderbetaalde job in een koffiehuis maar vandaag zonder job zit.
Hij heeft het gevoel dat hij stank voor dank heeft gekregen. Hij zette zich in voor de verdediging van het land, maar krijgt nu hetzelfde antwoord als iedereen: een status quo, onbegrip en zelfs extreem geweld.
Maffiapraktijken bij milities
De Irakezen hekelen ook het sektarische discours van de regering en van politieke partijen.
Lawk Ghafuri: Ik ken nogal wat mensen in de betwiste en de soennitische gebieden en gebieden die gelinkt worden aan IS: Mosoel, Diyala, Hawaya. Veel jonge activisten willen wel degelijk mee protesteren, ze zouden graag naar Bagdad trekken. Maar ze weten maar al te goed hoe weinig er nodig is om hen terug te brengen in een zeer precaire sociale positie.
In 2014 werden ze massaal vereenzelvigd met Baathisten (leden van de voormalige Baath-partij van Saddam Hoessein, red.), met IS-aanhangers. Soennieten uit het noorden van Irak zijn bij voorbaat verdacht door de regering, en door de milities.
Twee maanden geleden hebben de VS de leiders van de Dertigste Brigade, die de plak zwaait in Mosoel, op sanctielijsten gezet. De Dertigste Brigade is zowat de brutaalste van alle milities van de PMU. Het is, met andere woorden, onmogelijk voor jonge mensen uit Mosoel om op straat te komen en hun stem te verheffen.
Die milities vormen een enorm probleem in Irak. De discussie hoe je die milities, die IS bevochten, nu aanpakt, is al even bezig. Is het een eis van de demonstranten om dat aan te pakken?
Lawk Ghafuri: Nee, het is een thema dat mensen verdeelt, en een vertrouwenscrisis waar de Iraakse samenleving mee worstelt. Premier Abdul-Mahdi voerde een paar hervormingen in om de milities te integreren in het Iraakse leger. Hij faalde daarin.
In Mosoel is er veel bewijs dat milities zich schuldig maken aan het vervolgen en martelen van soennieten op basis van hun sektarische identiteit, en aan pure maffiapraktijken bij wegcontroles en checkpoints. De milities weigeren hun machtspositie op te geven, en een deel van hen heeft directe banden met Iran. Dat heeft er alle belang bij om de milities weg te houden van staatscontrole.
Bij de demonstranten vandaag vind je mensen die de milities steunen en mensen die vinden dat ze moeten worden ontbonden. Er zijn mensen die de invloedrijke sjiitische geestelijke Moqtada al-Sadr steunen, wiens partij de grootste is in het parlement. Ze staan naast demonstranten die twijfelen of al-Sadr een zuiver Iraakse agenda heeft.
‘Hoe meer geweld, hoe luider we roepen’
De demonstraties in Bagdad verlopen – los van het geweld van de ordetroepen – veel vreedzamer dan in het zuiden. Daar is sprake van regelrechte clashes tussen milities. Leiders van milities werden vermoord. Waar komt die agressie in het zuiden vandaan?
Lawk Ghafuri: Je moet de context begrijpen. In het zuiden van Irak hebben de milities de volledige controle over veel steden. In Basra, Amara, Nasiriyah besturen de milities de stad.
Het Amerikaans consulaat sloot zijn deuren in 2018 na raketaanvallen die werden toegewezen aan Iran. Dat betekent dat Iran en de milities hier dus alle controle hebben. Bij eerdere regeringskritische protesten in Basra, in 2018, werd het Iraanse consulaat in brand gestoken. En nu werden in diverse steden in het zuiden, de kantoren van milities en gelinkte politieke partijen in brand gestoken.
Dat is uiteraard verre van vreedzaam, maar de milities begeven zich buiten de wet en de mensen daar tolereren die verregaande macht niet meer. De aanslagen op de milities waren wraakacties. Lokale groepen wreekten daarmee hun familieleden die tijdens de vorige protesten vermoord werden.
In de media verschijnen analyses waarin een link wordt gelegd tussen de Iraakse en de Libanese protesten. In welke zin is die link er volgens jou ook echt?
Lawk Ghafuri: Irak en Libanon hebben zeker gemeenschappelijke uitdagingen: het sektarisme en, opnieuw, de milities. In beide landen slagen de ordediensten er niet in om grip te krijgen op die gewapende groepen. In beide landen zijn die milities sterk politiek vertegenwoordigd. In Irak is dat via de al-Fatah-coalitie, de tweede in het Iraakse parlement, in Libanon is dat Hezbollah.
Opvallend in beide protestbewegingen is de klemtoon op hun nationale vlaggen. Die overbruggen sektarisme en invloeden van buitenaf.
Waarom gaat Libanon met alle aandacht lopen? Waarom heeft nauwelijks niemand aandacht voor Irak?
Lawk Ghafuri: Dat is een boeiende vraag. Ik zie een verklaring in de belangrijke regionale positie van Libanon: iedereen die regionaal de vinger aan de pols wil houden, zit in Beiroet.
‘Journalisten van regionale Arabische media zijn teruggeroepen uit Bagdad.’
Een ander probleem is uiteraard veiligheid. Beiroet is veel veiliger en toegankelijker dan Bagdad. Om maar iets te zeggen: ik cover deze protesten al 27 dagen en wil dolgraag naar Bagdad, maar iedereen raadt het me af. De kans dat je wordt gearresteerd of dat je een fysiek doelwit wordt, is enorm groot.
Gevolg: er zijn nauwelijks media aanwezig. Regionale Arabische media als Al-Arabiya, Al-Haddath, Al-Hurra zijn letterlijk bedreigd en aangevallen tijdens de eerste protestgolf. Hun journalisten zijn teruggeroepen uit Bagdad.
En dan heb ik het over journalisten die grote media en machtige landen als Saoedi-Arabië en Qatar achter zich hebben staan. Voor een lokaal journalist zonder ruggensteun van een groot kanaal is het uitermate gevaarlijk vandaag in Bagdad.
Welke foto zou je, vandaag, naar voren schuiven als het beeld dat het meest vertelt wat deze protesten betekenen?
Lawk Ghafuri: Ik ben ongelooflijk fan van het beeld van een oudere vrouw die naar de demonstranten toestapt met eten. Veel moeders verloren tijdens de vorige protesten een kind, wat ook nu weer gebeurt. Die moeders willen verdergaan. Ze willen dat de dood van hun zoon niet voor niets is geweest.
Hun boodschap is: hoe meer geweld je tegen ons gebruikt, hoe luider we zullen roepen.