Iran-expert Peyman Jafari: ‘Het Midden-Oosten beseft dat het zijn zaakjes zelf moet oplossen’

Interview

Verzoeningsakkoord tussen Iran en Saudi-Arabië

Iran-expert Peyman Jafari: ‘Het Midden-Oosten beseft dat het zijn zaakjes zelf moet oplossen’

Iran-expert Peyman Jafari: ‘Het Midden-Oosten beseft dat het zijn zaakjes zelf moet oplossen’
Iran-expert Peyman Jafari: ‘Het Midden-Oosten beseft dat het zijn zaakjes zelf moet oplossen’

Begin maart drukten aartsrivalen Saudi-Arabië en Iran elkaar de hand om hun ijskoude relaties wat warmte in te blazen. De buitenwereld keek met grote ogen naar deze onverwachte verzoening. Iran-expert Peyman Jafari juicht het akkoord toe maar tempert al te hoge verwachtingen.

© Peyman Jafari

Peyman Jafari: ‘Natuurlijk is dit akkoord belangrijk, maar we moeten het ook niet groter maken dan het is.’

© Peyman Jafari

Begin maart drukten aartsrivalen Saudi-Arabië en Iran elkaar de hand om hun ijskoude relaties wat warmte in te blazen. De buitenwereld keek met grote ogen naar deze onverwachte verzoening. Iran-expert Peyman Jafari juicht het akkoord zeker toe maar tempert al te hoge verwachtingen. ‘Saudi-Arabië en Iran kwamen tot het besef dat ze elkaar ook morgen niet zullen aftroeven in leiderschap.’

Een opmerkelijke video ging op 10 maart razendsnel de wereld rond: een Chinese topdiplomaat feliciteerde een Iraanse en een Saudische veiligheidsadviseur voor het hervatten van hun relaties. Met een symbolische handdruk bliezen Teheran en Riyad, na zeven jaar ijskoude oorlog, hun relaties opnieuw warm. In het kader van een bilateraal verzoeningsakkoord komen er alvast nieuwe diplomatieke betrekkingen. De concrete afspraken zullen later nog worden vastgelegd.

De concurrentiestrijd om regionale macht tussen Saudi-Arabië en Iran bestaat al lang en gaat terug op de tijd van de sjah, nog voor de Iraanse revolutie in 1979. Na die revolutie leidden verschillende gebeurtenissen tot geopolitieke conflicten, waarbij de twee landen tegenover elkaar kwamen te staan. De Iraaks-Iraanse oorlog in de jaren ’80, om een voorbeeld te geven.

Maar ook economische en religieuze belangen speelden een rol. Denk maar aan de onderlinge concurrentie op de olie- en gasmarkt, de sektarische verdeeldheid tussen sjiieten en soennieten in het Midden-Oosten, of internationale bondgenootschappen met de Verenigde Staten en Saudi-Arabië versus Rusland en Iran.

Toen in 2011 de Arabische Lente door de regio waaide, waren Iran en Saudi-Arabië er snel bij om voet aan de grond te krijgen in landen waar de opstanden ontaardden in conflicten, zoals Syrië en Irak. Maar de geopolitieke strijd tussen Iran en de Golflanden bereikte pas echt een kookpunt toen een Arabische coalitie, geleid door Saudi-Arabië, in maart 2015 een oorlog begon in Jemen.

‘Natuurlijk is dit akkoord belangrijk, maar we moeten het ook niet groter maken dan het is.’

Saudi-Arabië beschuldigde Iran van het aansturen van de Houthi’s, rebellen die al decennia in de clinch liggen met het centrale Jemenitische regime en Saudi-Arabië. In 2016 was het hek van de dam en verbrak Saudi-Arabië de banden met Iran. Daarmee reageerde Saudi-Arabië op de bestorming van zijn ambassade in Teheran. Die was op haar beurt een gevolg van de executie door Saudi-Arabië van de sjiitische geestelijke Nimr al-Nimr.

In 2019 werden Saudische olie-installaties het doelwit van droneaanvallen, die worden toegeschreven aan Iran. Het maakte een dreigende oorlog tussen Iran en Saudi-Arabië niet onrealistisch.

Bemiddelaar China is er nu wonderwel in geslaagd om een brug te slaan tussen de twee aartsrivalen. Betekent dit verzoeningsakkoord eindelijk stabilisering voor de ontvlambare regio van het Midden-Oosten? Of is die handdruk enkel ingegeven door economisch pragmatisme?

We vroegen het aan Peyman Jafari, een historicus en Iran-deskundige met de perfecte intercontinentale vinger aan de pols. Jafari werd geboren in Iran, groeide vanaf zijn twaalfde op in Nederland, en woont, sinds hij aan de prestigieuze Princeton-universiteit werkt, aan de Amerikaanse Oostkust.

Jafari waarschuwt alvast voor al te hoge verwachtingen. ‘Natuurlijk is dit akkoord belangrijk, zeker nadat in de voorbije zeven jaar de spanningen almaar zijn opgelopen. Maar we moeten het ook niet groter maken dan het is.’

Veiligheidsagenda

Een van de verwachtingen is dat de aangehaalde banden tussen Teheran en Riyad het vredesproces voor Jemen – sinds 2015 in oorlog — zal versnellen. Want, zo is de redenering, dat kan een einde inluiden van de proxyoorlog tussen beide landen. Helaas is dat al een foute inschatting, zegt Jafari.

‘De Houthi-rebellen zijn zonder twijfel goede bondgenoten van Iran. Wellicht groeide de Iraanse invloed naarmate de oorlog in Jemen vorderde. Maar het zijn geen pionnen die zich door Teheran laten dicteren. Ze hebben hun eigen agenda. Concreet betekent dit dat de Houthi’s met Saudi-Arabië zullen moeten onderhandelen over oorlog en vrede, niet Iran.’

Nucleair akkoord

In 2015 bereikten Iran, de VS, China, de EU, Rusland, Duitsland, Frankrijk, en Groot-Brittannië een historisch akkoord: het JCPOA. Volgens dat akkoord moest Iran zijn nucleaire programma inperken. Met andere woorden: het akkoord moest Iran ervan weerhouden een kernbom te ontwikkelen. In ruil daarvoor zouden de VS hun sancties tegen Iran opheffen.

Het verzoeningsakkoord draait volgens Jafari om een veiligheidsagenda die minder met Jemen heeft te maken dan met de terugtrekking van de Amerikanen. ‘De Amerikanen zijn nog altijd aanwezig met duizenden militairen, maar ze hebben een paar jaar geleden beslist om hun invloed in het Midden-Oosten af te bouwen.’

‘De aanvallen op de Saudische oliemaatschappij Aramco waren een kantelmoment voor de Saudi’s.’

‘De voornaamste reden daarvoor is de mislukte invasie van Irak in 2003, exact 20 jaar geleden. Die was bedoeld om de Amerikaanse rol in de regio te vergroten maar had het omgekeerde effect: de VS leden enorm gezichtsverlies. De Iraakse invasie leidde tot enorme menselijke en militaire kosten en tot destabilisering van de hele regio. En last but not least: Iran kreeg door de oorlog veel meer voet aan de grond in Irak.’

Toch, zo legt Jafari uit, voelde Saudi-Arabië zich nog altijd verzekerd van Amerikaanse ruggesteun. Zeker toen Donald Trump nog aan het roer stond. Onder diens presidentschap trokken de VS zich in 2018 ook terug uit het nog prille nucleaire akkoord met Iran (zie kader). Dat was een opdoffer voor Iran die goedkeurend werd onthaald door Saudi-Arabië.

Maar de Amerikaanse hulp werd later verder ingeperkt, aldus Jafari. ‘Toen Teheran in 2019 droneaanvallen uitvoerde op installaties van de Saudische staatsoliemaatschappij Aramco, moest Riyad vaststellen dat een verwacht Amerikaans tegenoffensief tegen Iran uitbleef.’

‘Wellicht waren die Aramco-aanvallen een kantelmoment voor de Saudi’s’, denkt Jafari. ‘Saudi-Arabië weet dat Iran voldoende wapencapaciteiten heeft om precisiebombardementen op lange afstand uit te voeren. In combinatie met minder ruggesteun van de VS beseft Riyad dat het zijn zaken zelf moet regelen.’

Normalisatie vs. isolatie Iran

Iran heeft op zijn beurt behoefte aan normalisatie, zegt Jafari. En dat kan dit akkoord mee bewerkstelligen. ‘Mede door de sancties en een sputterende olie-export bevindt de Iraanse economie zich in een crisis, met een inflatie van meer dan 50%.’

Daarnaast kampt het land sinds september 2022 met grote binnenlandse onrust door volksprotesten, die begonnen met de dood van de 22-jarige Mahsa Amini. Vooral het bijzonder repressieve antwoord van Iran op die protesten leidde tot wereldwijde verontwaardiging.

‘Iran zag hoe dat kon leiden tot verdere isolering’, zegt Jafari. ‘Het weet ook dat de protesten niet alléén gaan over democratisering. Want de Iraniërs willen ook een einde aan de economische en politieke isolatie van hun land. Dit akkoord is daar een belangrijke stap in.’

Wat met de ‘Arabische NAVO’?

Saudi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten en Israël ijverden voor de regionale isolatie van Iran. Tegelijk behield Iran wel zijn vrienden in de regio, met Irak, Syrië en Libanon op kop.

Jafari wijst erop dat ook een aantal Golfstaten de lijnen met Teheran openhield. Qatar trok daarbij de meest opvallende open kaart. Het land betaalde dat nochtans duur: zijn relaties met Iran leidden tot een bijna vier jaar durende blokkade, aangevoerd door Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten.

Met het akkoord tussen Iran en Saudi-Arabië belandt het idee van een Arabische NAVO wellicht in een schuif.

‘Enerzijds probeerden Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten Teheran op een agressieve manier buiten te sluiten. Anderzijds deelde niet iedereen die mening. Behalve Qatar stelde ook Oman zich neutraler op. Oman bemiddelde meermaals tussen Iran en de VS en tussen Iran en Saudi-Arabië. Zelfs Koeweit, dat toch dicht bij Saudi-Arabië staat, weigerde om mee te gaan in de agressieve houding tegenover Iran.’

Die verschillende houdingen tonen de broosheid aan van het idee van een militaire Arabische coalitie of de zogenaamde Arabische NAVO, vindt Jafari. Al even leeft het idee in de Arabische wereld om via een coalitie van landen als Saudi-Arabië en de VAE, Egypte, Bahrein, Koeweit en Jordanië een gezamenlijke militaire verdedigingsmuur tegen Iran op te bouwen.

Maar over deze Arabische militaire coalitie deden veel geruchten de ronde en de samenwerking bleef vooralsnog beperkt tot een aantal gezamenlijke militaire oefeningen. Met het akkoord tussen Iran en Saudi-Arabië belandt het idee van een Arabische NAVO wellicht in een schuif.

Grote verliezer: Israël

Het verzoeningsakkoord kent één grote verliezer: Israël. Het land was de voorbije jaren een charmeoffensief in de regio begonnen. De Abraham-akkoorden (vanaf 2020) betekenden een normalisatie van de betrekkingen tussen Israël en de Verenigde Arabische Emiraten, Bahrein, Soedan en Marokko.

Saudi-Arabië tekende de Abraham-akkoorden niet maar verstevigde wel zijn banden met Tel Aviv. Zo opende Saudi-Arabië een ambassade in Israël, die bovendien niet in Tel Aviv maar in het ondeelbare Jeruzalem werd gevestigd.

‘Betere relaties tussen Arabische landen en Israël hebben niet geleid tot een betere positie voor de Palestijnen.’

Met dit akkoord ziet Israël zijn Saudische bondgenoot nu toenadering zoeken tot zijn aartsvijand Iran. ‘Het nieuws kwam als een zeer onaangename verrassing voor Tel Aviv’, zegt Jafari.

‘Het is een enorme klap voor Netanyahu, die sowieso al hevig onder vuur ligt bij zijn demonstrerende landgenoten. De toenadering tussen Iran en Saudi-Arabië betekent immers dat de Israëlische premier er niet in geslaagd is om waar te maken waar hij prat op ging: het isoleren van Iran in de Arabische regio.’

Voor Saudi-Arabië levert verzoening met Iran meer voordelen op dan al te sterke banden met Israël. ‘Saudi-Arabië weet dat een militair conflict tussen Israël en Iran ook gevolgen kan hebben voor regionale bondgenoten van Israël. Maar Saudi-Arabië beseft ook dat betere relaties met Israël minder impact heeft op de regionale uitdagingen.

‘Voor uitdagingen als Jemen, Syrië, sektarische verdeeldheid, economische problemen is normalisering met Iran nodig, niet met Israël. Bovendien hebben betere relaties tussen Arabische landen en Israël niet geleid tot een betere positie voor de Palestijnen. Israël geeft geen duimbreed toe en blijft nederzettingen uitbreiden. Het blijft Palestijns gebied bezetten, de Palestijnen discrimineren en aanvallen uitvoeren op Gaza.’

China doet wat VS niet kan

Velen zien het als een afgang voor de VS dat net China erin geslaagd is om de relaties tussen de twee concurrenten te herstellen. Het maakt duidelijk dat China zijn plek opeist in een nieuwe multipolaire wereld.

In het kader van de Nieuwe Zijderoute heeft Peking zijn oog laten vallen op de Golfregio. ‘Met die economische ontwikkelingsagenda voor ogen is een stabiel Midden-Oosten voor China heel belangrijk’, aldus Jafari. ‘Via het verzoeningsakkoord bestendigt China zijn positie als belangrijke afnemer van Saudische olie die tegelijk een trouwe bondgenoot van Iran is.’

Voor Saudi-Arabië levert de Chinese inmenging uiteraard ook voordelen op, zegt Jafari. ‘Het maakt Riyad minder afhankelijk van de VS en het kan China en de VS handig tegen elkaar uitspelen.’

Jafari wijst erop dat de Verenigde Staten, ondanks de rol van China, toch positief reageerden op het akkoord. ‘Ook de VS willen immers minder verdeeldheid in de regio.’ Maar die houding betekent nog niet meteen dat het water tussen de VS en Iran minder diep zal worden.

‘Het internationale conflict tussen de VS en Iran draait om het Iraanse nucleaire programma. Dat blijft hoog op de agenda zolang Iran uranium blijft verrijken. De voorbije maand voerden de VS hun militaire oefeningen met Israël zelfs op. Israël uitte ook meermaals oorlogsdreigementen aan het adres van Iran.’

Nieuwe gesprekken tussen de VS en Iran over een nucleair akkoord zijn dus niet evident, zegt Jafari. ‘Bovendien verhoogde de enorme repressie van Iran bij de volksprotesten de druk op de VS om vooral geen akkoord te sluiten.’

Rust in de regio

Het verzoeningsakkoord sluit aan bij de normaliseringsgesprekken tussen Arabische landen en het Syrische regime. In Syrië stond het regime met zijn Iraanse bondgenoot tegenover de landen die de oppositie steunen, met name de Verenigde Arabische Emiraten, Qatar en Saudi-Arabië.

Maar behalve Qatar verbeterden Arabische staten het afgelopen jaar hun diplomatieke relaties met Damascus. De Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein heropenden er alvast hun ambassades. ‘Dat is ingegeven door het realiteitsbesef van de Arabische landen die de oppositie steunen: Assad blijft aan zet.’

Hoe dan ook lijkt het akkoord in de eerste plaats rust te brengen voor Saudi-Arabië en Iran. ‘Lange tijd hebben beide landen gedacht dat ze elkaar konden overtreffen in leiderschap’, zegt Jafari. ‘Maar ze zijn tot inzicht gekomen dat dit niet gebeurd is en dat het ook morgen niet zal gebeuren.’