Egyptisch privacyactivist Ramy Raoof
‘Je kan privacy niet zomaar opzijschuiven tot het beter gaat met een land’
Digitale technologie kan dienen om mensen te emanciperen of net om hen te onderdrukken. Het is een tegenstelling die de Egyptische privacyactivist Ramy Raoof dagelijks bezighoudt. ‘Je kan privacy niet zomaar opzijschuiven tot je een hoger niveau van economische ontwikkeling haalt.’
© Santiago Borrajo/CELS
Digitale technologie kan dienen om mensen te emanciperen of net om hen te onderdrukken. Het is een tegenstelling die de Egyptische privacyactivist Ramy Raoof dagelijks bezighoudt. Hij verdiende zijn sporen tijdens de Arabische Lente, en beschermt vandaag activisten als digitaal expert voor Amnesty International.
‘Je kan privacy niet zomaar opzijschuiven tot je een hoger niveau van economische ontwikkeling haalt.’
In januari 2011, meer dan tien jaar geleden alweer, brak in Egypte protest uit. De Arabische Lente bereikte het land, en een massale protestbeweging bezette het iconische Tahrirplein. Dat bracht uiteindelijk de autoritaire president Hosni Moebarak ten val.
Ramy Raoof stond op de eerste rij bij de protesten. Hij vertelt hoe hij moest weglopen van de politie, vaak met zijn laptop in de hand, hoe hij neergeschoten, bijna gekidnapt en in elkaar geslagen werd. En hoe normaal dat toen was.
Vandaag werkt Raoof in Berlijn voor mensenrechten-ngo Amnesty International. Hij is daarnaast ook bestuurder bij Tor, een project dat gebruikers op internet laat gaan op een anonieme en privacygerichte manier, en werkte eerder als onderzoeker bij de prestigieuze Canadese onderzoeksinstelling Citizen Lab. Vandaag is Raoofs activisme meer dan ooit relevant.
Een nieuwe autoritaire president, Abdul-Fatah al-Sisi, eigende zich de macht toe in Egypte, en hij stut zijn greep op het land steeds vaker met technologie. De vrijheid op internet krijgt er harde klappen en activisten worden steeds vaker het doelwit van cyberaanvallen. Amnesty International toonde in september 2020 nog aan hoe Egypte spyware van het Duitse bedrijf FinSpy inzet tegen de eigen bevolking, net als Bahrein en Ethiopië.
‘Technologie speelt een repressieve rol in landen waar je jezelf niet vrij kan uiten. Tegelijk geeft technologie de toegang tot een vrijhaven waar mensen zich kunnen organiseren. Het is dus erg dubbel.’
Online surveillance is allesbehalve nieuw. Het voorbije decennium zagen we het ene schandaal na het andere. In 2013 bracht ex-CIA-analist Edward Snowden uit hoe de Amerikaanse inlichtingendienst NSA wereldwijd massaal mensen bespioneerde. In 2018 was er het Cambridge Analytica-schandaal, waarbij uitkwam dat dat bedrijf verkiezingen gemanipuleerd zou hebben met gestolen Facebookdata.
Sindsdien lijkt het alsof de macht van overheden, en vooral die van grote platformen online, alleen maar is toegenomen. We lijken te leven in The Age of Surveillance Capitalism, het tijdperk van het bewakingskapitalisme, zoals de gelijknamige bestseller van Harvardprofessor Shoshana Zuboff het verwoordt.
Het waken over het recht op privacy is een mondiaal verhaal, zo toont het werk van Raoof. Privacy is overal een recht, ook in het Globale Zuiden, en voor iedereen, ook voor kwetsbare groepen zoals minderheden en vluchtelingen.
Raoof was als jonge activist op de universiteit erg geïnteresseerd in computerwetenschappen, technologie en veiligheid. ‘Toen zette ik ook de stap naar politieke groepen en partijen in Caïro. Ik wilde de organisaties van het middenveld helpen, door hen technologie te laten gebruiken op een veilige en slimme manier. De klik kwam er door het politiegeweld en de folteringen.’
Tijdens de Arabische Lente hielp Raoof samen met een ngo de mensen die op straat kwamen. ‘Ik ben zelf twee keer neergeschoten en één keer bijna gekidnapt. Iedereen kreeg met de repressie te maken. En technologie speelt een repressieve rol in landen waar je jezelf niet vrij kan uiten. Tegelijk geeft technologie de toegang tot een vrijhaven waar mensen zich kunnen organiseren. Het is dus erg dubbel.’
We horen de laatste jaren steeds negatievere verhalen over het internet en de uitwassen van de digitale revolutie. Daarmee staat niet enkel het recht op privacy onder druk.
Ramy Raoof: Ik meen niet dat de originele insteek van het internet daarom is weggevallen. Ik denk zelfs dat het internet meer bevrijdend wordt. Overheden en bedrijven proberen natuurlijk steeds meer om het internet te controleren, via bijvoorbeeld wetten en surveillancetechnologie. En soms lijkt het alsof het repressieve kamp wint. Maar ook de tegentactieken evolueren steeds sneller. Hoe repressiever onze tegenstanders worden, hoe meer creativiteit mensen tonen.
‘Heel wat Europese bedrijven leveren die shit aan repressieve regimes in het Midden-Oosten.’
Als je kijkt naar landen met een zware censuur, zoals Iran of Egypte, zie je dat gewone mensen maar ook journalisten constant nieuwe technologie inzetten om die censuur te snel af te zijn. Tien jaar geleden wist bijna niemand wat een VPN was (een virtual private network, een manier om je internetverkeer anoniem te maken en ook door de overheid geblokkeerde websites te bezoeken, red.). Vandaag weet de gemiddelde internetgebruiker in bijvoorbeeld Egypte of China dit soort technologieën te gebruiken. Ze zijn bijna dagelijkse kost geworden.
Natuurlijk evolueert ook het repressieve kamp. De manier waarop men in 2010 nog websites probeerde te blokkeren is bijvoorbeeld heel anders dan vandaag.
Verbetert de situatie op wereldniveau?
Ramy Raoof: Over het algemeen wel, maar het gebeurt vrij traag. Tot 2012 en 2013 gebruikten heel weinig apps en online systemen bijvoorbeeld automatisch goede versleuteling. Privacygroepen oefenden toen druk uit op technologiebedrijven, en vandaag bieden praktisch alle grote apps, zoals Skype, WhatsApp of Telegram, standaard sterke encryptie aan, vaak zonder dat gebruikers dat beseffen.
Tegelijk gebeurt er heel wat op internationaal niveau. De Europese Unie onderzoekt regels voor het exporteren van surveillancetechnologie. En de Verenigde Naties introduceerden standaarden voor mensenrechten in de digitale eeuw.
Maar voor wie de nieuwsstroom volgt, lijkt het alsof er constant nieuwe privacyschandalen opduiken.
Ramy Raoof: Bij elk groot schandaal verandert er wel iets, maar dat is niet overal ter wereld zo. In het Midden-Oosten zie je een sterke militarisering van de maatschappij. De komende twee tot drie jaar zal de privacysituatie in Egypte volgens mij niet verbeteren. Daarbij wil ik ook benadrukken dat erg veel surveillancetechnologie uit Europa ingevoerd wordt. Er is een gebrek aan exportbeperkingen voor dit soort technologie. Heel wat Europese bedrijven leveren die shit aan repressieve regimes in het Midden-Oosten. (kwaad) It fucked us up!
Er bestaan duizenden bedrijven zoals NSO Group. Zij versterken de capaciteit van repressieve overheden.
Komt de grootste dreiging voor onze privacy vandaag van grote bedrijven, zoals platformen, of van overheden?
Ramy Raoof: Bedrijven vormen voor mij de grootste dreiging. In de meeste democratische landen zal de overheid wetten handhaven die de rechten van burgers verdedigen. Dat zal niet altijd werken, maar die wetten bestaan wel. Grote bedrijven, zeker diegene die internationaal opereren zonder duidelijke controle, vormen volgens mij een grotere dreiging. Dat kunnen socialemediabedrijven zijn, maar ook bedrijven die surveillancetechnologie ontwikkelen.
Heel wat bedrijven verkopen spyware, ofwel spionagesoftware, aan repressieve overheden. Je bracht zo met Amnesty recent nog een samenwerking aan het licht tussen de Israëlische NSO Group en de Marokkaanse overheid.
Ramy Raoof: Dat is maar één voorbeeld van die trend, het topje van de ijsberg. Er bestaan duizenden bedrijven zoals NSO Group. Zij versterken de capaciteit van repressieve overheden. We moeten ze onder druk blijven zetten en eisen om daarmee te stoppen.
© re:publica/Gregor Fischer
COVID-19
Het onderzoeksrapport van Amnesty waar Raoof aan meewerkte bracht uit hoe de Marokkaanse overheid de spyware van NSO Group gebruikte om journalisten en opposanten te bespioneren. Die aanvallen gebeurden met medewerking van Marokkaanse mobiele operatoren of met gebruik van valse antennes. Overheden gebruiken steeds geavanceerder spionagetechnologie, zo blijkt.
Maar opvallend genoeg is Raoof niet pessimistisch, ook al keerde een deel van de publieke opinie zich de laatste jaren tegen digitale technologie. Grote platformen liggen constant onder vuur voor privacyschendingen en machtsmisbruik, een beweging die ook wel de techlash genoemd wordt, een samentrekking van technology en backlash (terugslag, verzet, red.).
Raoof ziet onder de oppervlakte wel vooruitgang. In november 2020 verstrengde de Europese Unie bijvoorbeeld de regels voor de export van surveillancetechnologie. Er kwam geen verbod, maar landen moeten strenger rapporteren over welke technologie hun bedrijven uitvoeren, en ze moeten daarvoor ook licenties uitgeven.
Repressieve regimes hebben geen pandemie nodig om je privacy te schenden.
Privacy en digitale rechten zijn ook al even niet weg te slaan bij internationale organisaties zoals de Verenigde Naties. Eind 2019 gaf Michelle Bachelet, voormalig Chileens presidente en nu Hoge Commissaris voor de Mensenrechten bij de VN, een belangrijke toespraak over digitale rechten.
Meer zelfs: ze maakte het een van de speerpunten van haar beleid. De schandalen mogen zich dan blijven opstapelen, er bewegen ook zaken, en het originele potentieel van het internet valt daarom niet weg. Al zullen dreigingen blijven opduiken, schat de privacyactivist in.
Ramy Raoof: Het coronavirus heeft geholpen om bestaande problemen aan het licht te brengen. Denk maar aan de hoeveelheid overheden of medische dienstverleners die apps ontwikkelden en daar een hoop privacyproblemen mee hadden. Heel wat landen brachten halsoverkop apps voor contactopsporing uit zonder goede veiligheidsstandaarden. Pas de komende jaren zullen we de echte schade daarvan zien.
Helpt COVID-19 repressieve overheden?
Ramy Raoof: COVID-19 versterkt de macht van repressieve regimes misschien een beetje. Maar die overheden hebben geen pandemie nodig om je privacy te schenden.
Waarom is het recht op privacy zo belangrijk?
Ramy Raoof: Mensen hebben privacy nodig om zich te kunnen organiseren. Als je verandering wil teweegbrengen, moet je toegang krijgen tot veilige hulpmiddelen. Dat kan gaan van het uitbrengen van een krant tot het vormen van een groep waarin LGBTQ+-mensen zich in verenigen. Een overheid zal altijd meer middelen kunnen inzetten tegen burgers dan omgekeerd.
Het recht op privacy effent dat machtsonevenwicht. Bepaalde mensen, zoals vluchtelingen of mensen die tot een minderheidsgroep behoren, zijn kwetsbaarder. Ze worden geconfronteerd met ongelijkheden en problemen die voortvloeien uit scheefgetrokken systemen. Daarom is het ook zo belangrijk om op internationaal niveau standaarden te hebben die hen beschermen, en hen ook te betrekken bij de vormgeving daarvan.
Zijn privacyproblemen anders in het Globale Zuiden dan in het Noorden?
Ramy Raoof: Ik weet niet of een verdeling tussen Noorden en Zuiden de juiste is. Je hebt overal dezelfde privacyproblemen. Je zit natuurlijk met een lokale context, maar je fundamentele recht op privacy is hetzelfde, of je nu in België of in Egypte woont. In heel wat landen zie je wel specifieke uitdagingen. In niet-westerse landen is de smartphone bijvoorbeeld populairder dan laptops. Overheden zetten daar vaker een soort mobile-first systeem van surveillance op, en wij moeten dan op onze beurt geschikte beschermende technologie bouwen voor mobiele telefoons.
Ramy Raoof: Dat denk ik niet. In Egypte investeert de overheid bijvoorbeeld zoveel in nieuwe surveillancetechnologie dat iedereen ermee geconfronteerd wordt. De overheid blokkeert intussen duizenden websites en bespioneert heel wat mensen. Het is een dagelijks probleem voor een groot deel van de bevolking.Moeten landen in het Globale Zuiden zich niet meer focussen op economische ontwikkeling of gezondheid, in plaats van op privacy?
Een verslechtering van de privacysituatie hangt ook samen met de militarisering van de maatschappij, en met een slecht economisch beheer. Als je in zo’n situatie zit, kan je niet zomaar zeggen dat we privacy opzij moeten schuiven tot we een hoger niveau van economische ontwikkeling halen. De Egyptische overheid zegt vaak dat privacy een buitenlandse waarde is, of dat het iets voor spionnen is.
Hoe kijk je terug op de problemen die je kreeg door je activisme?
Ramy Raoof: Dit werk komt met dreigingen en daar moet je mee leren leven. Ik doe het al bijna vijftien jaar, en ik zal de rest van mijn leven moeten oppassen. Ik was al verschillende keren het doelwit van cyberaanvallen omwille van mijn werk als onderzoeker en mensenrechtenactivist. Dat is niets om trots op te zijn en we mogen dit nooit normaliseren.
Maar dit soort situaties is ook net waarom ik zaken wil veranderen. Solidariteit is cruciaal om dit te overleven. Ik hoop dat het positieve werk dat we doen het negatieve effect op onze levens compenseert. Maar eigenlijk doet het dat niet. Niemand zou deze risico’s mogen lopen.
Dit interview werd geschreven voor het lentenummer van MO*magazine. Voor slechts 32 euro kan je hier een jaarabonnement nemen! Je kan ook proMO* worden voor slechts 4 euro per maand. Je krijgt dan ook ons magazine toegestuurd en je steunt daarmee ons journalistiek project. Opgelet: Knack-abonnees ontvangen MO* automatisch bij hun pakket.