‘Klimaatbeleid moet oog hebben voor waardig werk’ – ‘En voor de draagkracht van de aarde’

Interview

Sharan Burrow en Leida Rijnhout over rechtvaardige transitie

‘Klimaatbeleid moet oog hebben voor waardig werk’ – ‘En voor de draagkracht van de aarde’

‘Klimaatbeleid moet oog hebben voor waardig werk’ – ‘En voor de draagkracht van de aarde’
‘Klimaatbeleid moet oog hebben voor waardig werk’ – ‘En voor de draagkracht van de aarde’

De transitie naar een koolstofneutrale economie moet sneller, fundamenteler én socialer. Maar wat de consequenties zijn van die rechtvaardige transitie en wat iedereen ermee bedoelt, blijft vaag. MO* bracht ITUC-topvrouw Sharan Burrow en experte duurzame ontwikkeling Leida Rijnhout samen: twee mensen samen die elk vanuit hun achtergrond pleiten voor een fundamentele systeemverandering.

© Dieter Telemans

© Dieter Telemans

De transitie naar een koolstofneutrale economie moet sneller, fundamenteler én socialer. Dat is de boodschap van een voorjaar vol klimaatmarsen en -stakingen, gelehesjesprotesten, wetenschappelijke rapporten en verkiezingsdebatten. Het pleidooi voor een rechtvaardige transitie, dat de vakbonden al jaren op de agenda proberen te zetten, is plots mainstream. Maar wat de consequenties zijn van die Just Transition en wat iedereen ermee bedoelt, blijft vaag. Daarom bracht MO* twee mensen samen die elk vanuit hun achtergrond voor een fundamentele systeemverandering pleiten.

Sharan Burrow is secretaris-generaal van het ITUC, de internationale koepel van vakbonden die alles bij elkaar meer dan tweehonderd miljoen werkenden uit 163 landen vertegenwoordigt. Ze begon haar leven als activiste met de strijd voor het behoud van zeeschildpadden in haar Australische geboorteregio en bleef in haar vakbondsengagement opvallend groene accenten leggen. ‘Ik ben een van de weinigen die naar de mijnwerkers toestapt en hen vertelt dat het verhaal van steenkool voorbij is’, zegt ze. ‘Maar ik zeg er wel bij dat ik zal vechten voor goede alternatieve werkgelegenheid. Dat biedt perspectief.’

‘De crisis vandaag gaat niet alleen over klimaatverandering, maar ook over de huidige onrechtvaardige verdeling van de rijkdom van de wereld.’
Sharan Burrow

Leida Rijnhout begon als ontwikkelingswerkster in Bolivia en zette, als coördinator van het Vlaams Overleg Duurzame Ontwikkeling, het begrip duurzame ontwikkeling op de agenda van zowel milieu- als Noord-Zuidorganisaties in Vlaanderen. Ze ging daarna Europees en internationaal aan de slag om het denken over ecologische economie om te zetten in beleid. Ze was binnen het proces dat tot de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (sdg’s) leidde mede-onderhandelaar vanuit het maatschappelijk middenveld en is volwaardig lid van de Club van Rome. ‘We moeten gewoon eerlijk durven zeggen dat de transitie ook pijn zal doen, zeker in het Noorden. Je kan niet de reële ecologische én sociale kosten van producten en diensten meerekenen zonder dat het leven duurder wordt.’

Als MO* twee mensen samenbrengt, doen we dat niet om de slechtste tv-formats na te bootsen. Geen zwart-wit, geen gladiatorenkamp, maar verdiepend gesprek dat inzicht biedt in de verschillende standpunten en perspectieven. Ik heb nog maar zelden een meningsverschil meegemaakt waarbij zo vaak en zo nadrukkelijk herhaald werd dat ‘we het met elkaar eens zijn’ en ‘zonder twijfel dezelfde doeleinden nastreven’. Tegelijk blijft er de vrees dat urgente klimaatmaatregelen en sociale strijd elkaar toch nog altijd kunnen beconcurreren. De wil is er, maar het vlees blijft kwetsbaar – ook als het ecologisch verantwoord nepvlees is.

‘Het Europese energieverbruik moet met ongeveer 80 procent omlaag. Dat lukt nooit als je alleen op efficiëntie rekent.’
Leida Reinhout

Sharan Burrow: De crisis vandaag gaat niet alleen over klimaatverandering, maar ook over het falen van het beleid om de rijkdom van de wereld rechtvaardig te verdelen. Mensen voelen zich onzeker en ongerust, en terecht. Hun lonen stijgen niet langer en hun sociale bescherming brokkelt af, ondanks het feit dat de wereld in twintig jaar tijd driemaal zo rijk geworden is. En in de ontwikkelingslanden is er al helemaal nooit sprake geweest van bescherming, daar heeft de mondialisering gebruik gemaakt van lage lonen en onbestaande bescherming.

Leida Rijnhout: De beweging voor duurzame ontwikkeling heeft het vaak gehad over de Grote Transitie. Dan gaat het niet alleen over de veranderingen die werk en werkers ondergaan, maar ook over het hele economische systeem en wat daaraan moet veranderen. Het gaat er met andere woorden niet alleen over om over te schakelen van fossiele naar hernieuwbare energiebronnen of te streven naar meer energie-efficiëntie. We moeten energie-sufficiëntie hebben. Dat betekent dat er een bovengrens op het energieverbruik moet komen. Het Europese energieverbruik moet met ongeveer 80 procent omlaag. Dat lukt nooit als je alleen op efficiëntie rekent. Hetzelfde geldt voor het grondstoffenverbruik in het Noorden.

Natuurlijk moeten we overschakelen op hernieuwbare energie, maar als we alle auto’s op elektriciteit laten rijden, dan wordt de bevoorrading en ontginning van lithium een onoverzichtelijk probleem, zelfs als je alle toekomstige innovatie en technologische vooruitgang mee incalculeert. We schieten niets op met een overgang van de huidige – extractieve, kapitalistische, noem ze zoals je wilt – economie naar een groene economie die in wezen even extractief of kapitalistisch zou blijven.

‘Werkende mensen zijn niet gulzig, ze willen gewoon zekerheid. Als je het over hebzucht hebt, dan gaat het over de rijkste één of voor mijn part de rijkste tien procent.’
Sharan Burrow

Sharan Burrow: Waar we het allemaal over eens zijn, is dat de oplossing voor de toekomst moet uitgaan van een circulaire economie. Maar daarbij moet je de focus houden op mensen, want anders voed je alleen maar de woede. We moeten mensen de hoop op zekerheid blijven bieden: dat ze goed betaalde banen kunnen vinden, dat ze de huur en de opleiding van hun kinderen kunnen betalen, dat het einde van de maand geen dreiging is…

Leida Rijnhout: Uiteraard moeten mensen centraal staan in toekomstplannen, maar die mensen leven op een planeet, deze planeet, met haar planetaire grenzen. Wij moeten mensen en hun noden beschermen, maar in het Noorden ligt de consumptie te hoog. Dat moeten we ook erkennen. Het gaat niet alleen over koopkracht, het gaat ook over draagkracht, van het aardesysteem. Mensen eerst: ja. Maar wat vaak gebeurt, zeker in het Noorden, is dat we niet de noden, maar de hebzucht van mensen op de eerste plaats zetten. We moeten gewoon eerlijk durven zeggen dat de transitie ook pijn zal doen, zeker in het Noorden. Je kan niet de reële ecologische én sociale kosten van producten en diensten meerekenen en eerlijke handel voorstaan, met betere lonen voor arbeiders in het Zuiden, zonder dat het leven duurder wordt.

Sharan Burrow. De transitie op mondiale schaal leidt tot niet meer dan vijf procent extra kosten. Dat is betaalbaar. Maar ik ben het niet eens met de stelling dat we de hebzucht van mensen verdedigen. Zestig procent van de werkende mensen leeft op de rand van het tekort. Voor hen is het einde van de maand wel degelijk een telkens terugkerende dreiging. 84 procent van de mensen geeft aan dat het minimumloon onvoldoende is om van te kunnen leven. Werkende mensen zijn niet gulzig, ze willen gewoon zekerheid. Als je het over hebzucht hebt, dan gaat het over de rijkste één procent, of voor mijn part de rijkste tien procent. Wij praten over de rest.

Om het recht op een waardige levensstandaard voor iedereen te realiseren, binnen de planetaire grenzen, hebben we alle perspectieven nodig: circulaire economie, hernieuwbare energie, innovatie… Alleen met een rechtvaardige transitie zal de meerderheid van de mensen bereid zijn om mee te doen. En alleen als er voldoende draagvlak is bij de bevolking, zullen overheden bereid zijn de harde keuzes te maken. Vandaag worden ze gegijzeld door de belangen van de grote ondernemingen, we kunnen het ons niet permitteren dat ze morgen bang zijn van de reactie van de bevolking als ze de terechte en noodzakelijke beslissingen nemen.

© Dieter Telemans

Leida Reinhout: ‘Goedkoop spul in het Noorden subsidieert uitbuiting in het Zuiden, zo eenvoudig is het vaak. En te lage lonen zijn geen argument om het aanpakken van de ecologische crisis uit te stellen.’

© Dieter Telemans

‘Goedkoop spul in het Noorden subsidieert uitbuiting in het Zuiden, zo eenvoudig is het vaak.’
Leida Rijnhout

Toch is de vraag onvermijdelijk: aanvaarden we dat de transitie een impact zal hebben op de consumptie of de verwachtingen op dat vlak?

Sharan Burrow: Zeggen dat we minder moeten consumeren gaat uit van de veronderstelling dat iedereen te veel consumeert, terwijl massa’s mensen niet genoeg verdienen om een minimum te consumeren. En dat geldt niet alleen voor het Zuiden, maar in toenemende mate ook opnieuw voor het Noorden. Als werkende mensen net genoeg hebben om te overleven, moeten we hen niet komen vertellen dat ze minder moeten consumeren. Ja, we moeten alles op alles zetten om circulair te werken. Ja, in de toekomst is er alleen plaats voor producten die hergebruikt of uiteindelijk gerecycleerd kunnen worden. Maar aan wanhopige mensen hebben we geen behoefte. Want die wanhoop wordt woede, en die woede is goud waard voor de populisten en extreemrechts.

Leida Rijnhout: We moeten arbeiders geen verwijten maken, net zoals we consumenten niet met de vinger moeten nawijzen. Maar je kan niet aanvaarden dat Primark, Zeeman of Wibra twee-euro-T-shirts blijven aanbieden. Je wéét dat de arbeidsters in het Zuiden of op de katoenvelden dan uitgebuit worden en je weet dat de ecologische kosten niet meegerekend zijn. Goedkoop spul in het Noorden subsidieert uitbuiting in het Zuiden, zo eenvoudig is het vaak. En te lagen lonen zijn geen argument om het aanpakken van de ecologische crisis uit te stellen. Slechte arbeidsvoorwaarden moet je aanpakken met sociale strijd en sociaal beleid. Het is evident onaanvaardbaar dat mensen werken en niet genoeg verdienen om goed voedsel te kopen voor het gezin.

Dromen de meeste mensen niet gewoon van een hoog inkomen en ongeremde consumptie van goederen en energie? Een beetje worden zoals een rijke westerling?

Sharan Burrow: Ik zie het probleem niet met verlangens en verwachtingen. We zijn het erover eens dat we de toekomst moeten realiseren binnen de planetaire grenzen, maar je hoeft daarvoor mensen hun verlangens of aspiraties niet te ontzeggen. Dat betekent niet dat iedereen gaat dromen van een privéjet, maar wel van een fatsoenlijk huis. Van gezond eten, en zo nu en dan van een etentje buitenshuis. Van een vakantiereisje. Dat is niet buitensporig. Iedereen wil zuivere lucht, een groene buurt, veiligheid. Daar kunnen we samen naar streven.

Zijn de ondernemers klaar om een rechtvaardige transitie in te zetten?

Leida Rijnhout: Bij de VN of de EU zie je vaak dat het de bedrijvenorganisaties zijn die vooruitgang blokkeren – tenzij ze er meteen nieuwe winst in zien. Duurzame ontwikkeling wordt veel te vaak versmald tot een economisch discours in een nieuwe omgeving. De enorme ecologische en sociale uitdagingen worden overschaduwd door die ene vraag: hoeveel gaat dat kosten?

Maar het zijn niet alleen de ondernemers die moeite hebben met een echte transitieagenda, ook vanuit de vakbonden is er vaak terughoudendheid. We hebben immers niet alleen een klimaatprobleem, maar ook een grondstoffenprobleem. Mineralen, bodem, lucht, biodiversiteit zijn niet echt aanwezig in het discours over rechtvaardige transitie, terwijl ze toch aangepakt moeten worden. De _Just Transition-_campagnes zouden daarom ingebed moeten worden in een veel bredere beweging.

Wie dit probleem op een autoritaire manier aanpakt, verliest het vertrouwen van mensen en dus ook hun steun voor de noodzakelijke transitie.
Sharan Burrow

Er is ook nog werk om de coalities die nodig zijn om tot echte systeemverandering te komen uit te bouwen, en dus meer belanghebbenden te betrekken bij sociale onderhandelingen dan de traditionele tripartite van overheid, ondernemers en werknemers. Dat zou ook helpen om de prioriteit weg te halen van economische groei en bannen, en ze te verleggen naar welzijn.

Sharan Burrow: Natuurlijk moeten we het systeem fundamenteel aanpakken en daar hebben we een brede coalitie voor nodig. Maar als het gaat over sociale onderhandelingen biedt de tripartite structuur de beste kansen om verandering te realiseren. Het zou dus nooit mogen gaan om terreinafbakening, maar om de vraag wie voor welk thema het meest kan wegen om de verandering te krijgen die we nodig hebben.

© Dieter Telemans

© Dieter Telemans

Een van de belangrijke vragen vandaag is: wat is er nodig om een meerderheid te overtuigen het bekende systeem op te geven? Want ook moedige politici willen herverkozen worden.

Sharan Burrow: Bekijk het van de andere kant: als je mensen er niet bij betrekt en hun geen stem geeft in het debat, dan krijg je nooit het vertrouwen dat nodig is voor deze systeemomslag. Daarom moeten gemeenschappen betrokken worden bij de economische discussie, arbeiders moeten gehoord worden over het klimaatbestendig maken van hun bedrijf, werknemers uit bedreigde sectoren moeten de garantie op nieuwe, waardige banen krijgen…

‘De woede bij de gewone man ontstaat doordat de superrijken geen eerlijke bijdrage leveren aan de samenleving.’
Leida Rijnhout

Wie dit probleem op een autoritaire manier aanpakt, verliest het vertrouwen van mensen en dus ook hun steun voor de noodzakelijke transitie. Onzekere mensen stemmen tegen verandering. Neem de gele hesjes: als mensen vanaf het begin verzekerd was geweest dat de opbrengst van duurdere brandstof herverdeeld zou worden naar mensen die het meest nood hadden, dan was er geen probleem geweest.

Leida Rijnhout: We hebben behoefte aan leiderschap dat naar de lange termijn kijkt en verder gaat dan het behagen van meerderheden. Wat nodig is voor de lange termijn kan pijn doen, maar dan is het belangrijk dat overheden kijken wie de lasten van het beleid kan dragen en wie niet. En dan is het duidelijk dat er wat moet gebeuren aan het feit dat grote bedrijven vaak geen of belachelijk weinig belastingen betalen. Want de woede ontstaat niet door eerlijke prijzen te vragen voor producten, als mensen de juiste informatie krijgen, maar doordat de superrijken géén eerlijke bijdrage leveren aan de samenleving.

Sharan Burrow: Terecht. Mensen moéten zich daarover kwaad maken.

In het Zuiden moet de levensstandaard van de miljarden armen opgetrokken worden, maar mag een stijging van de welvaart nooit zo’n grote voetafdruk opleveren als in het Westen vandaag. Kan dat?

Sharan Burrow: Duurzame ontwikkeling in het Zuiden is cruciaal, maar maakt geen kans tenzij we het privébezit van kennis en technologie inruilen voor gedeelde kennis, gedeelde technologie. Het is trouwens niet dat verandering in het Noorden er niet toe doet. De Noordse overheden hebben samen een programma opgezet om de ambitie voor duurzame regio’s in eigen land met zusterbanden te verbinden aan regio’s in bijvoorbeeld Afrika. Hoe meer we onze solidariteit omzetten in daadwerkelijk delen van kennis en ervaring, hoe beter klimaatverandering en ongelijkheid aangepakt kunnen worden. Wat ons betreft bieden de sdg’s het goede kader: een wereld met zero honger kan ook een wereld met zero uitstoot van broeikasgassen zijn.

‘Het mondiale ontwikkelingsmodel van China is funest. Wat China in Afrika of Latijns-Amerika doet, is meestal onzinnig.’
Leida Rijnhout

Is China het goede voorbeeld? Daar ben ik niet zo zeker van, zeker als je het vanuit economisch perspectief benadert. Het internationale investeringsmodel dat China hanteert, leunt veel te zwaar op de nood bij veel landen om investeerders te vinden. Het gevolg is extreem weinig delen van kennis, grote schulden, slechte ontwikkelingsmodellen. Tegelijk heroriënteert China zijn eigen ontwikkelingsmodel wel degelijk. Ze hebben sneller dan de meeste andere landen ingezet op groene technologieën en alternatieven, en je ziet de resultaten al.

Leida Rijnhout: Het mondiale ontwikkelingsmodel dat China hanteert is inderdaad funest. Wat China in Afrika of Latijns-Amerika doet, is meestal onzinnig. Intern beweegt er wat, en dat is goed. Maar het is geen model. De aanpak waarbij het georganiseerde middenveld en individuele burgers bij het beleid betrokken worden is nog steeds beter. Er wordt te veel geluisterd naar de lobby’s van het kapitaal en te weinig naar de bewegingen aan de basis, maar je hoeft de pogingen om participatie te organiseren niet te vervangen door een verlicht despotisch model.

In het debat over rechtvaardige transitie gaat het heel vaak over de energiesector en met name over steenkool. Dertig jaar geleden werden de steenkoolmijnen in Limburg al gesloten. Levert die sluiting lessen voor de transitie vandaag?

Sharan Burrow: Die mijnsluitingen in Europa waren brutaal. Mensen verloren hun baan en hun toekomst, gemeenschappen zijn het nog altijd niet te boven. Hetzelfde verhaal gaat trouwens op voor de delokalisering van hele economische sectoren. Dat leert ons dat sluitingen weloverwogen moeten gebeuren, met oog voor zowel goede banen voor de arbeiders als voor toekomstkansen voor de gemeenschappen die getroffen worden.

© Dieter Telemans

Shannon Burrow: ‘Je kan tegen mensen zeggen dat ze nu even geen waardig werk kunnen hebben tot we de klimaatcrisis hebben opgelost.’

© Dieter Telemans

Leida Rijnhout: Het voorbeeld van de mijnsluitingen toont ook goed aan dat er meer nodig is dan een andere baan. Je lost het probleem van de klimaatverandering niet op door al die werkloze mijnwerkers om te scholen tot arbeiders in de chemische industrie, zoals in Nederland grotendeels gebeurde. Mensen moeten meer zijn dan een radertje in een onveranderlijke machine. De ambitie moet zijn om de machine te veranderen, weg van economische groei en voltijds werken. Minder werken is deel van het debat.

Dan ontspint er zich even een scherp debat over sdg8, waarvan Leida Rijnhout zegt dat dat ‘over economische groei’ gaat, terwijl Sharan Burrow vasthoudt aan de stellige overtuiging dat de doelstelling ‘over waardig werk’ gaat. Ze hebben beiden gelijk: ‘Bevorder aanhoudende, inclusieve en duurzame economische groei, volledige en productieve tewerkstelling en waardig werk voor iedereen’.

Sharan Burrow: Waardig werk, dus, en dat is in ons aller belang. Je kan daar niet lichtzinnig over doen. Je kan niet pleiten voor een ander systeem en dan vormen van slavernij gaan toelaten. Ik ben het er helemaal mee eens dat milieu en klimaat deel moeten uitmaken van onze acties en ambities. Maar vergeet niet dat volledige werkgelegenheid en de waardigheid van werk in ons dna zit. Zonder waardig werk lever je mensen over aan uitbuiting.

Leida Rijnhout: Sdg8 maakt deel uit van de stand van zaken die in september wordt opgemaakt. Er is geen debat over de noodzaak van waardig werk, wel over de vraag wat we aan kunnen of moeten met de volgehouden groei.

Sharan Burrow: Het is heel belangrijk om daar heel duidelijk over te zijn. Je kan niet tegen mensen zeggen dat ze nu even geen waardig werk kunnen hebben tot we de klimaatcrisis opgelost hebben. Je moet het verlangen van mensen naar zekerheid juist waarderen en respecteren, dan krijg je ze mee aan boord. Anders krijg je woede. Mensen willen meegaan in een verhaal van minder werk als het goed werk is, met een inkomen dat hen een bescheiden welvaart verzekert, dat toekomstperspectief geeft aan de kinderen, en tijd om te leren, van het leven te genieten.

Dit artikel werd geschreven voor het zomernummer van MO*magazine. Voor slechts €28 kan u hier een jaarabonnement nemen!