Landry Mawungu: ‘Integratie vindt plaats als de samenleving iemand de kans geeft actief te participeren’

Interview

18 december, Dag van de Migrant

Landry Mawungu: ‘Integratie vindt plaats als de samenleving iemand de kans geeft actief te participeren’

Landry Mawungu: ‘Integratie vindt plaats als de samenleving iemand de kans geeft actief te participeren’
Landry Mawungu: ‘Integratie vindt plaats als de samenleving iemand de kans geeft actief te participeren’

18 december is internationaal de Dag van de Migrant. MO* sprak daarvoor met Landry Mawungu, de directeur van het Minderhedenforum.

Landry Mawungu is sinds eerder dit jaar de nieuwe -zeg maar jonge en dynamische- directeur van het Minderhedenforum. Op deze Dag van de Migrant vragen we hem hoe hij denkt dat het gesteld is met de maatschappelijke uitdagingen rond migratie en integratie. ‘We hebben leiders nodig die een toekomstverhaal met perspectief aanbieden en niet inspelen op angst of het idee dat vroeger alles beter was.’

CC Lieven Soete (CC BY-NC-ND 2.0)

CC Lieven Soete (CC BY-NC-ND 2.0)

In september 2016 toonden VN-lidstaten met de New York Declaration for Refugees and Migrants de politieke wil om zich in te zetten voor de rechten en veiligheid van vluchtelingen en migranten wereldwijd. Die verklaring moet volgend jaar onder meer uitmonden in een Migration Compact, een globaal akkoord van de VN-lidstaten over een veilige, ordelijke en reguliere migratie. ‘Die verklaring was een mooi, maar slechts symbolisch signaal’, vindt Landry Mawungu, directeur van het Minderhedenforum. ‘Want er is vooral op nationaal niveau een bindend en concreet engagement nodig om de strijd tegen discriminatie en xenofobie aan te gaan.’

‘Bovendien’, vervolgt hij, ‘zien we dat Donald Trump zich intussen terugtrok uit dat Migration Compact, maar ook dat in Europa een vergiftigd klimaat groeit. Dat belooft weinig goeds qua concrete stappen voor zo’n pact.’

Kan je een voorbeeld geven van goede concrete engagementen?

Landry Mawungu: We hebben in België de antidiscriminatie- en antiracismewet, maar vaak zien we dat ze dode letters blijven die niet worden toegepast en gehandhaafd. Zo blijft het een symbolisch discours, terwijl op het terrein weinig wordt gedaan.

Tegelijk zien we wel dat het aantal burgers dat positief staat ten opzichte van migratie stijgt. De campagne van 11.11.11 toont aan dat er beweging is in het middenveld. Daar haal je wel hoop uit.

Afgelopen week toonde Gents onderzoek aan dat praktijktesten om discriminatie tegen te gaan hun doel niet missen. Zijn er nog manieren om iets te doen aan structurele uitsluiting?

Landry Mawungu: We moeten niets nieuw uitvinden, want er zijn al instrumenten waarvan we door onderzoek weten dat ze werken, maar die nog niet grootschalig of structureel worden ingezet. Op de arbeidsmarkt hebben we bijvoorbeeld geen doelgroepenbeleid gericht op mensen met migratieachtergrond meer. Dat kan wel bijdragen tot het verbeteren van de arbeidsmarktpositie van iemand met migratieachtergrond en het verminderen van discriminatie.

Het is een en-en-verhaal: er is nood aan vorming, sensibilisering, ontmoeting en dialoog rond discriminatie en racisme, maar ook aan handhaving en een duidelijk signaal van het beleid.

Critici zeggen van dergelijke instrumenten dat ze een ‘gunst voor minderheden’ zijn die voor positieve discriminatie zorgen. Hoe overtuig je hen toch van het nut en dat structureel racisme een reëel probleem is?

Landry Mawungu: Het debat over bijvoorbeeld praktijktesten wordt jammer genoeg verkeerd uitgespeeld. We hebben nood aan leiders met een verbindend discours, die niet inspelen op bestaande angsten. We mogen die angsten niet onderschatten, maar ook niet aanwakkeren.

Ik verwacht van maatschappelijke actoren, politici en het middenveld, dat ze het wij-zij-denken ontkrachten, door te vertrekken van rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid. Mensen, met of zonder migratieachtergrond, moeten het gevoel krijgen dat ze rechtvaardig behandeld worden. Als er discriminatie is op de arbeidsmarkt, is er dus nood aan rechtvaardigheid.

Er is een rol weggelegd voor politici en het middenveld. Wat met media? Wordt het minste meningsverschil te snel uitvergroot? Moet er meer oog zijn voor positieve voorbeelden?

Landry Mawungu: Helaas horen we vooral de luidste roepers. We moeten systematisch tegengeluiden aan bod laten komen. Er zijn genoeg projecten of ondernemingen die iedere dag een succesvolle diverse samenleving waarmaken, maar dat zijn niet diegenen die het meest weerklank krijgen in de grote media. Goede verhalen zouden bijdragen aan een normalisering van wat goed werkt aan diversiteit. Het is spijtig dat uitvergrote crisissen sneller de media halen.

Focust het Vlaamse beleid te zeer op integratie van de migrant en te weinig op burgerschap en participatie?

Landry Mawungu: Met het concept integratie is niets verkeerd, wel met de connotatie die het krijgt. Die neigt naar assimilatie van de ander die moet worden zoals wij. Zonder het te hebben over de invulling van inburgeringscursussen: het feit dat het aanbod er is, is mooi. Het idee dat we als samenleving een nieuwkomer wegwijs maken en de kans geven om de taal te leren, is mooi. Maar het mag geen manier zijn om van de nieuwkomer een kopie te maken van onszelf. Het integratieproces moet ervoor zorgen dat een nieuwkomer actief en volwaardig kan deelnemen aan de samenleving. Dat proces is wederkerig: het individu engageert zich en neemt burgerschap op, terwijl de samenleving werkt aan het toegankelijk maken van haar diensten. Integratie is als samenleving iemand de kans geven om actief te participeren.

Er zijn verschillende landelijke regio’s waar, zeker ten opzichte van grote steden, nog weinig contact is tussen verschillende culturen. Hoe kan dat in zo’n lokale context het beste worden ingevuld?

Landry Mawungu: Op globaal vlak zien we misschien een doembeeld, terwijl de lokale democratie en lokaal bestuur extreem veel kansen bieden. Je hebt inderdaad majority-minority cities, waar geen meerderheid, maar enkel minderheden bestaan, zoals Brussel en Genk, maar ook landelijke regio’s die niet zo divers zijn en waar minder kans voor ontmoeting en dialoog bestaat. Een lokaal bestuur heeft veel instrumenten in handen om een succesverhaal te maken en zo een belangrijke rol om participatie en inclusie te stimuleren.

Besturen van gemeenten die nog niet al te divers zijn, kunnen nu al aan de slag met de uitdagingen van migratie. Als ze vanaf het begin de bevolking betrekken bij hun beleid, zorgen ze voor inclusie op alle vlakken.

Heb je concrete voorbeelden van good practices om mee te geven aan de gemeentebesturen die in 2018 zullen worden verkozen?

Landry Mawungu: Het Minderhedenforum is al aan de slag met praktische tips en tricks om met lokale diversiteit om te gaan en die te omarmen. Heel concreet geven we bijvoorbeeld de tip om de eigen context en realiteit goed te screenen, want regio A is niet zoals regio B. Daarnaast geven we ook het advies om te kijken naar de netwerken en verenigingen die ontstaan en de dynamieken die dat met zich meebrengt. Erken en betrek dat in het lokale beleid.

Een lokaal bestuur kan zich aansluiten bij de European Coalition of Cities Against Racism (ECCAR), dat houdt in dat een gemeente (een deel van) het actieplan van ECCAR rond racisme en integratie integreert in het beleid. Een actie die getuigt van leiderschap en een concreet engagement in de strijd tegen racisme.

Superdiversiteit is de realiteit. Er groeit een nieuwe generatie op die niets anders kent. Er is dus optimisme voor de toekomst. Deel jij dat optimisme of zie je nog uitdagingen?

Landry Mawungu: Het klopt, ik groeide ook op in een heel diverse omgeving, dus het is inderdaad een evidentie. Zeker in grootstedelijke contexten, waar ik met jeugdwerkingen samenwerk, zie ik dat die diversiteit er is. De beleidsmakers van morgen worden er al meer mee geconfronteerd dan vroeger en dat is op zich een hoopgevende evolutie.

Natuurlijk zien we ook, wat ons weer bij het begin van dit gesprek brengt, dat er een tendens is van terugkerend nationalisme en groeiende xenofobie. Ik hoop dat het niet tot een clash komt en er genoeg tegengeluiden zullen zijn. We hebben leiders nodig die een toekomstverhaal met perspectief aanbieden en niet inspelen op angst of het idee dat vroeger alles beter was. De diverse samenleving is er nu eenmaal dus we moeten samen bouwen aan een toekomst. Laat ons dat op een serene manier doen.