Modi's India: ‘Eén taal, één religie, één leider. Dat is een fascistisch project’

Interview

Portret van twee jonge, linkse critici van hindoenationalistisch India

Modi's India: ‘Eén taal, één religie, één leider. Dat is een fascistisch project’

Modi's India: ‘Eén taal, één religie, één leider. Dat is een fascistisch project’
Modi's India: ‘Eén taal, één religie, één leider. Dat is een fascistisch project’

Hindoenationalisme is mainstream en heeft de politieke macht steviger in handen dan ooit. Niet iedereen legt zich daar bij neer. Saskia Konniger zocht twee opvallende, jonge tegenstemmen op in Delhi: Kanhaiya Kumar en Umar Khalid. ‘Het zijn de jonge mensen die in opstand komen.’

Update 14 september 2020

Gisteren is Umar Khalid, een van de belangrijke gesprekspartners in onderstaand artikel, gearresteerd op basis van, volgens critici dubieuze, getuigenverklaringen. Khalid wordt volgens online magazine The Wire niet alleen beschuldigd van ‘illegale activiteiten’ (zoals omschreven in de omstreden antiterreurwet), maar ook van landverraad, moord en poging tot moord.

De afgelopen weken zijn naar aanleiding van de rellen in het noordoosten van Delhi in februari verschillende mensen aangehouden door een speciale afdeling van de politie van Delhi, de ‘Special Cell’.

Bij de rellen in februari kwamen hindoes en moslims om, maar volgens kritische media en ooggetuigen vormden vooral moslims het doelwit. Zo zijn vooral hun huizen en winkels uitgebrand. Volgens de politie van Delhi zijn verschillende activisten en academici die actief waren in de protesten tegen een herziening van een staatsburgerschapwet (vanwege het anti-moslimkarakter van die wet) verantwoordelijk voor het geweld.

Activist Umar Khalid wordt gezien als hoofdsamenzweerder. Hij zou tijdens de protesten in opruiende speeches hebben aangezet tot geweld en zou genoemd zijn tijdens verhoren van onder andere enkele gearresteerde feministen. Ondanks dat hij zelf niet aanwezig was tijdens het geweld, zou hij tevens verantwoordelijk zijn voor wapens die gebruikt zouden zijn, zoals brandbommen.

Verschillende media hebben echter politiedocumenten kunnen inkijken en zij hebben veel ongerijmdheden vastgesteld. Zo zouden een tal van getuigenverklaring letterlijk overlappen. Ook zouden de aangehouden feministen onder hun opgestelde verklaringen de woorden ‘Refused to sign’ hebben geschreven: ‘Ik weiger te tekenen’.

Tegen hindoenationalisten, zoals BJP-politicus Kapil Mishra, die aan de vooravond van de rellen openlijk opriepen tot geweld, is vooralsnog geen actie ondernomen.

De politie van Delhi staat onder directe aansturing van de minister van Buitenlandse Zaken, Amit Shah, de rechterhand van premier Narendra Modi.

Op de Jawaharwal Nehru Universiteitscampus wachten zo’n 150 studenten in een smorende hitte op de komst van voormalig studentenleider Kanhaiya Kumar. Ggejuich stijgt op.

Terwijl Kumar (32 jaar) kalm en zelfbewust het enthousiaste welkom in ontvangst neemt, gaan tientallen armen omhoog om zijn speech vast te leggen met de smartphone. Gedreven benadrukt Kumar het belang van kritisch denken en onafhankelijk onderwijs.

Kanhaiya Kumar spreekt op de Jawaharwal Nehru Universiteitscampus zo’n 150 studenten toe

© Saskia Konniger

De jonge Kumar is geliefd bij Indiërs die zich zorgen maken over de hindoenationalistische golf die al enige jaren over India rolt, en gehaat door hindoenationalisten.

In mei won de hindoenationalistische Bharatiya Janata Party (BJP) onder leiding van premier Narendra Modi opnieuw de Indiase verkiezingen. Ditmaal met een nog ruimere meerderheid dan vijf jaar geleden. Het geeft aan dat het hindoenationalistische gedachtengoed mainstream is geworden, terwijl de grootste oppositiepartij (de seculiere Congrespartij) gedecimeerd is.

Critici vrezen dat de BJP een staat wil creëren waarin niet-hindoes tweederangsburgers zijn. Een eenvormige hindoestaat. Daar streeft ook de RSS (Rashtriya Swayamsevak Sangh) naar, een organisatie die nauw is verbonden met regeringspartij BJP .

Premier Modi is al van jongs af aan actief RSS-lid. In huidig hindoenationalistisch India hebben tegenstemmen het moeilijk. Maar enkele jonge academici, zoals Kanhaiya Kumar en Umar Khalid, volharden in hun kritiek. Ondanks doodsbedreigingen blijven ze zich uitspreken.

In februari 2016 werden Kumar en Khalid gearresteerd op verdenking van landverraad, samen met enkele medestudenten (onder andere Anirban Bhattacharya). Tijdens een bijeenkomst werden onder andere leuzen gescandeerd tegen de doodstraf van jihadist en Kasjmir-separatist Afzal Guru.

Studentenvereniging ABVP, een fanatieke organisatie verbonden aan de BJP, had de bijeenkomst aangegeven en gaf zo de aanleiding voor de arrestaties. Ze leverden een video aan als bewijsmateriaal. Maar forensische autoriteiten van Delhi onderzochten die video, maar hij werd niet authentiek bevonden.

Kumar en Khalid werden gearresteerd omdat ze zouden hebben opgeroepen tot steun aan Kasjmir-separatisten. Kumar ontkent dat hij leuzen over Kasjmir scandeerde. Hij benadrukt dat hij opriep tot vrijheid van meningsuiting en zich juist uitsprak tegen elke vorm van geweld.

Kritische stemmen worden ‘landverraders’

De arrestatie gaf Kumar nationale bekendheid. De rechtszaak over landverraad sleept intussen al ruim drie jaar aan in een onduidelijk spel tussen verschillende nationale en regionale overheden.

Maar de voormalige studentenleiders blijven niet bij de pakken zitten. Kanhaiya Kumar stelde zich bij de verkiezingen van afgelopen mei kandidaat voor een zetel in het Indiase parlement, via de Communistische Partij (CPI).

Mullookkaaran (CC BY-SA 4.0)

Mullookkaaran (CC BY-SA 4.0)

Regeringsgezinde media haalden de landverraad-rechtszaak tijdens de campagne meermaals aan om Kumar neer te zetten als anti-nationalist. Bij de verkiezingen bleek de BJP almachtig in het van oudsher communistische district Begusarai, de thuishaven van Kumar. Kumar verloor van BJP-tegenstander Girij Singh.

‘Verkiezingen gaan gepaard met winnen en verliezen’, zegt Kumar drie maanden later in het hoofdkwartier van de Communistische Partij in Delhi. ‘Maar ik heb veel geleerd. Dat je bij universiteitsverkiezingen veel minder middelen nodig hebt, bijvoorbeeld. In mei moest ik maar liefst twee miljoen kiezers bereiken. Talloze groepen met verschillende wensen en vaak tegengestelde belangen. Ik leerde hoe belangrijk het is om met al die groepen in gesprek te gaan om tot democratische oplossingen te komen.’

In zijn kantoor in het CPI-hoofdkwartier staat een eenvoudige tafel vol met stapels paperassen. Kumar verontschuldigt zich voor de rommelige aanblik. Hij kwam de avond voordien laat in Delhi aan. Hij reist weer door het land met toespraken om zijn ideeën uiteen te zetten. Na een korte pauze weliswaar, want hij werd na de verkiezingen in het ziekenhuis opgenomen met uitputtingsverschijnselen.

Hoewel de hysterie over Kumar geluwd lijkt, hangt de rechtszaak nog steeds boven zijn hoofd. ‘Ik ben niet bang voor de uitkomst’, zegt hij. ‘Het is onze plicht om ons te verzetten tegen deze overheid. Zeker omdat we zo langzamerhand naar een fascistisch regime gaan.’

Zoals Hitler deed

‘De rechtszaak is niets dan propaganda van de zittende macht. Geheel in de stijl van rechtse, reactionaire krachten, met propaganda en afleidingsmanoeuvres om leugens als waarheid te poneren. Kritische mensen wegzetten als anti-nationaal is daar een onderdeel van. Zoals Hitler deed met tegenstemmen in de Tweede Wereldoorlog.’

‘Het zijn juist democratische stemmen die geloven in een parlementair systeem en die opkomen voor gemarginaliseerde groepen in de samenleving die bestempeld worden als anti-nationaal. Als je medeburgers die anders zijn dan jezelf wegzet als “de Ander”, dan is dat geen nationalisme, maar een teken van een autoritair regime.’

‘Als de Indische regering de moordenaar van Gandhi als held bestempelt, ben ik trots om anti-nationalist genoemd te worden’

‘Dat idee van nationalisme staat haaks op het nationalisme dat ik aanhang: het streven naar een samenleving gebaseerd op participerend burgerschap’, vervolgt hij. ‘Dit regime probeert de democratie, de sociale samenhang, te vernietigen.’

Kumars onomwonden uitspraken vormen een vreemde combinatie met zijn zachte uitstraling. Geconcentreerd kiest hij zijn woorden. ‘Als je vandaag niet als anti-nationaal bestempeld wordt, betekent het dat je niet hard genoeg vecht voor je land.’

Hij denkt even na en voegt er dan aan toe: ‘Als deze regering mensen als Nathuram Godse als held zien, ben ik trots om anti-nationalist genoemd te worden.’ Godse was een RSS-aanhanger, die in 1948 Gandhi vermoordde. Hij stelde Gandhi verantwoordelijk voor de opdeling van Brits Indië in India en (Oost- en West-)Pakistan.

Daders van lynchpartij vrijgesproken

Premier Modi benadrukte bij de aanvang van zijn tweede termijn dat hij zich wil richten op economische ontwikkeling voor iedereen. Maar uitspraken van partijleden en recente maatregelen wijzen vooral op de verdere invoering van een hindoenationalistische agenda.

Zo is het een langgekoesterde wens van regeringspartij BJP en moederorganisatie RSS om de speciale status van Kasjmir terug te trekken, de enige staat met een moslimmeerderheid. Critici vrezen dat die terugtrekking deel is van een groter plan om de demografie van de staat te wijzigen, zodat hindoes meer invloed kunnen uitoefenen op de deelstaat.

Daarnaast nam sinds het aantreden van Modi 2.0 het aantal hate crimes tegen moslims, maar ook tegen dalits (kastelozen) en christenen niet af. Daders lijken ermee weg te komen.

In augustus werden alle verdachten van de beruchte lynching in 2017 van moslim Pehlu Khan vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs, ondanks videomateriaal en getuigenissen. Khan vervoerde in 2017 aangekochte koeien terug naar zijn huis en werd op verdenking van koesmokkel (voor hindoes is de koe heilig) door een groep hindoemannen in elkaar geslagen. In het ziekenhuis bezweek hij aan zijn verwondingen.

‘India’s grootste uitdaging is communalism’, zegt Kumar. Een gangbaar eufemisme voor strijd tussen bevolkingsgroepen, voor geweld gericht op minderheden. ‘De BJP won met een meerderheid de verkiezingen. Hun ideologie slaat aan. Dat is zorgwekkend, maar ik geloof stellig dat de meeste mensen niet gewelddadig zijn.’

‘Ruim 36 procent van de kiezers heeft op de BJP gestemd, en het kwam niet tot een massale explosie van geweld. Trots zijn op je hindoe-identiteit is één ding, maar daadwerkelijk mensen aanvallen is iets anders. Moest je al deze kiezers een zwaard geven met de woorden: “Hier, vermoord een moslim”, dan zullen de meesten zeggen: “Ben je gek geworden?” Het probleem is dat deze mensen zich niet uitspreken. Maar als we niet ingrijpen, als we ons niet uitspreken, dan kan het wel die kant opgaan.’

‘De huidige regering gebruikt hindoenationalisme om mensen af te leiden van werkelijk prangende kwesties’

‘Het is vooral belangrijk om achterliggende oorzaken te bekijken’, besluit Kumar. ‘De huidige regering gebruikt hindoenationalisme om mensen af te leiden van werkelijk prangende kwesties. Zo wordt de onvrede tussen groepen gevoed door een diepe economische crisis. De werkloosheid is hoger dan ooit. Daarbij is het idee van een representatieve democratie is gevaar. Het is procedureel geworden.’

‘Veel mensen begrijpen niet wat democratische waarden inhouden. Ze stemmen in overeenkomst met hun kaste. Of nemen geld aan in ruil voor hun stem. Politici verrijken zich.’

‘Voor mij zijn drie dingen belangrijk: een kritische benadering van machtsstructuren en gangbare waarheden, uitbuiting van de werkende klasse tegengaan en de waarden van de Franse Revolutie verwezenlijken. Maar dan op de Indiase manier. Zo predikte Boeddha bijvoorbeeld gelijkheid.’

Mannetjes aan de top

Ook Umar Khalid (32 jaar), de studentenleider die tegelijk met Kumar werd gearresteerd voor landverraad, ziet de rechtszaak tegen hen als een politiek vehikel om tegengeluid te smoren.

‘Het feit dat de aanklacht werd vergezeld van gefabriceerd bewijs geeft aan hoe politiek gemotiveerd onze arrestatie was’, zegt hij. We zitten in zijn kantoor in Abul Fazl, een moslimwijk in Delhi, niet ver van Khalids ouderlijk huis. Om ons heen liggen pamfletten van zijn kersverse organisatie United Against Hate. Boven een grote, ovale tafel rammelt een gammele ventilator.

‘De rechtszaak was bedoeld om Kanhaiya, mij en de anderen te intimideren, Want als ze echt een zaak tegen ons hadden, waren we allang veroordeeld. De huidige regering doet er alles aan om de democratie uit te hollen. Bij onafhankelijke instituten, zoals universiteiten en onderzoeksbureaus, zijn aan de top personen neergezet die loyaal zijn aan dit regime.’

‘Ik zie dezelfde processen overigens in andere landen. Trump. Turkije. Hongarije. Deze autoritaire tendens is mondiaal.’

Khalid komt uit een intellectueel moslimgezin, in tegenstelling tot Kumar, die geboren werd in een verarmde brahmaanse familie (Kumars vader behoort tot de priesterskaste, maar werkte voor zo’n vijfendertig euro per maand in de fabriek). Khalids moeder is arts en zijn vader een bekende islamitische politicus voor de Indiase Welvaartspartij. In de mainstream berichtgeving over de rechtszaak wordt Khalid net als Kumar neergezet als anti-nationalist.

‘Als ik iets ben, is het marxist. Maar voor de buitenwereld ben ik moslim’

Maar hij moet ook strijden tegen de beeldvorming die zijn moslimidentiteit oproept. Zo wordt hij afgeschilderd als jihadist, Pakistaanse spion en Kasjmir-separatist.

Khalid, een tengere, bedachtzame jongeman, lacht spottend. ‘Niets van waar. Ik ben nog nooit in Pakistan geweest. En ik ben zeker geen moslimextremist. Ik weet niet eens waar ik precies sta inzake religie. Ik beschouw mezelf niet als religieus, maar zeker in deze tijden identificeer ik me wel als moslim. Daar kan ik niet onderuit. Het is mijn achtergrond en die verberg ik niet.’

‘Het enige wat ik over Kasjmir kan zeggen, is dat we over álle opties zouden moeten kunnen praten. Zonder dat je wordt weggezet als anti-nationalist. Het is duidelijk dat we er een probleem hebben. Waarom is het anders nodig om er zoveel soldaten naartoe te sturen?’

‘Onschuldige burgers zijn de dupe. Er moet een oplossing komen. Maar het is een complexe kwestie. Ik weet ook niet wat het beste is. Ik ken de situatie niet goed. Ik ben er nooit geweest. Ik kan alleen zeggen dat niet alles wat de overheid zegt, waar hoeft te zijn. Die ervaring heb ik wel.’

Beschoten en bedreigd

Eind 2018 werd Khalid beschoten door een fanatieke hindoenationalist. Hij richtte het pistool op Khalid en schoot daarna in de lucht. De daders werden ingerekend, maar zijn nog niet berecht. ‘Ik strijd voor een India dat zich houdt aan de grondwet, waarin waarden als gelijkheid en secularisme zijn gewaarborgd’, zegt Khalid.

‘Ik voel me verwant met mensen als Bernie Sanders. Ik wil een soortgelijk geluid laten horen in India.’

‘In India hebben slechts een hand vol mensen alle rijkdom in handen. Zaken als onderwijs en gezondheidszorg zijn voor velen onbereikbaar. Ik voel me daarom verwant aan mensen als Bernie Sanders en streef ernaar een soortgelijk geluid te laten horen in India.’

‘Als ik iets ben, is het marxist. Maar voor de buitenwereld ben ik moslim. Tijdens de rechtszaak lag de focus daarop. Ze zetten me weg als moslimextremist. Het is een heksenjacht waarbij media worden ingezet om mensen aan te zetten tot geweld tegen iedereen die wordt bestempeld als anti-nationaal. En niemand wordt veroordeeld.’

‘Ik kan me niet vrij bewegen’, vervolgt Khalid. ‘Ik verwacht dat er elk moment weer een aanval op mijn leven kan worden gepleegd. Het schietincident kwam niet onverwacht. Mainstream media riepen dat ik anti-nationaal was, dat ik India wou opbreken. En dat elementen zoals ik een halt toegezegd moet worden.’

‘Het was dus slechts een kwestie van tijd eer ik aan de beurt was. Dat wist ik. Sinds de moord op Gauri besef ik hoe kwetsbaar we zijn.’ Khalid was bevriend met journaliste Gauri Lankesh. Ze was een felle tegenstander van hindoenationalisme. In september 2017 werd ze voor haar huis vermoord door hindoe-extremisten. Ook die rechtszaak loopt nog steeds.

Geweld tegen moslims

Voor Khalid zijn anti-moslimsentimenten nooit ver van huis geweest. ‘Ik groeide op in de schaduw van geweld tegen minderheden.’ Khalids wijk Abul Fazl ligt aan de rand van centraal Delhi. Het is een wijk vol bouwvallige, maar kleurig geschilderde huizen en talloze winkeltjes, aaneengeregen door een kluwen van elektriciteitsdraden. De steegjes zijn grotendeels ongeplaveid maar redelijk afvalvrij, en dat duidt op samenhorigheid.

‘Je zou het een getto kunnen noemen’, duidt Khalid. ‘De inwoners hier zijn voor 99 procent moslims. In de jaren 1970 werd de wijk bewoond door een universitaire elite. In 1984 werden in een gecoördineerde geweldsuitbarsting duizenden sikhs vermoord, en sindsdien zijn hier steeds meer moslims komen wonen, omdat ze zich in hindoewijken niet veilig meer voelden.’

‘En toen de BJP begon met hun Ram tempel-beweging,’ vervolgt Khalid, ‘resulteerde dat in 1992 in de vernietiging van de Babri-moskee in Ayodhya. Die werd gevolgd door rellen waarbij veel moslims zijn gedood.’ Volgens nationalistische hindoes was de moskee gebouwd op de plek waar voorheen een tempel stond omdat de hindoegod Ram er geboren werd.

‘Ik zag alles live op de televisie. Moslims in Delhi zagen het ook. En met de rellen tegen de sikhs in het achterhoofd gingen ze bij elkaar wonen. Zo begon de huidige religieuze segregatie. Moslimwijken hebben minder voorzieningen dan gemengde of hindoewijken. Er is een duidelijk proces van marginalisatie.’

‘De vernietiging van de Babri moskee is een van mijn vroegste herinneringen. Ik was vijf of zes jaar oud en herinner me dat iedereen in onze wijk als protest een zwarte vlag uit het raam hing. Mensen durfden niet hardop spreken, maar de vlag was het verzet. Ik groeide op met politiek activisme. Zoals Kanhaiya zich altijd bewust is van zijn arme achtergrond en moest vechten voor zijn opleiding, ben ik me altijd bewust van mijn achtergrond en de moslimhaat die in deze maatschappij zit.’

121 talen

Recentelijk deed BJP-minister van Buitenlandse Zaken Amit Shah het controversiële voorstel om Hindi als nationale taal te gebruiken. India kent 121 actieve talen. 22 daarvan zijn officiële talen, waarvan Hindi de grootste is en beheerst wordt door veertig procent van de bevolking.

‘Vandaag is de belangrijkste vraag: is India een multicultureel, meertalig land, of moet India worden gevormd tot een hindoestaat?’, zegt Khalid. ‘De RSS is hier heel duidelijk over. Ze willen één taal, één religie, één leider. En dat is een fascistisch project.’

‘RSS-grondleggers, zoals Madhav Sadashiv Golwalkar, waren geïnspireerd door Hitlers idee van een raciaal superieur Duitsland. En dat is nog steeds de inspiratie, want Modi noemde Golwalkar zijn grote voorbeeld.’

‘Maar India is geen eenvormige hindoestaat. Het is divers. Indiase christenen en moslims zijn geen indringers. Ze horen bij India, maar het is overduidelijk dat de RSS een India zonder moslims nastreeft. Ook andere minderheden, zoals christenen, vrouwen en homoseksuelen, passen niet in hun ideale staat. Althans niet als gelijkwaardig. En ook al beschouwen ze dalits als hindoes, denk maar niet dat één van hen in hun organisatorische top komt. Er zal altijd een mannelijke brahmaan aan het hoofd staan.’

‘Golwalkar, waarvan Modi zei dat het zijn grote voorbeeld is, was geïnspireerd door Hitlers idee van een raciaal superieur Duitsland’

Net als Kumar heeft Khalid kritiek op het economische beleid van de BJP. ‘Uiteraard is de huidige economische malaise slechts deels te wijten aan de BJP. Maar ik zie geen verbeteringen. India staat momenteel nummer 103 van de 199 landen op de Global Hunger Index. De werkloosheid is hoger dan ooit. En dan heeft Modi het over de glorie van India. Dat klinkt dan hol in mijn oren. Hij werkt voor een select groepje rijken.’

Medewerkers komen het kantoor binnen. Khalid overlegt over plannen voor de avond. ‘Ik ga wel uit’, licht hij toe. ‘Maar alleen op openbare plekken, vergezeld van een groep mensen die ken. Ik leef met angst, maar ik wil niet dat ze mijn leven regeert. Als iemand een pistool op je gezicht richt, ben je wel bang, maar ik wil niet dat ik door angst mijn mond ga houden.’

Als Khalid aan het einde van het gesprek opstaat, voegt hij toe: ‘Ik las deze week dat een dochter van een BJP-politicus met een dalit was weggerend om met hem te trouwen. Ze vertelde dat haar vader haar lastig viel. Tekenend voor het patriarchale karakter van de RSS. Zij is een voorbeeld van nieuwe verschuivingen in de maatschappij. Het zijn de jonge mensen die in opstand komen. We moeten verbinden en verschillen overbruggen, in plaats van mensen tegen elkaar uitspelen.’