In gesprek met de nieuwe voorzitter van PEN International
Schrijver Burhan Sönmez: ‘Literatuur kent geen grenzen’
De Turks-Britse schrijver Burhan Sönmez werd in september verkozen tot nieuwe voorzitter van de wereldwijde schrijversorganisatie PEN International. MO* had een gesprek met hem over de vrijheid van verbeelding, over apolitiek verzet tegen onrecht en over literatuur als bindmiddel over grenzen heen.
De Turks-Britse schrijver Burhan Sönmez in Istanbul: ‘Ik was altijd een buitenstaander, ook in eigen land.’
© Barbaros Kayan
De Turks-Britse schrijver Burhan Sönmez werd op 24 september verkozen tot nieuwe voorzitter van de wereldwijde schrijversorganisatie PEN International. MO* had een gesprek met hem over de vrijheid van verbeelding, over apolitiek verzet tegen onrecht en over literatuur als bindmiddel over grenzen heen.
Isabelle Rossaert is schrijfster en freelance journaliste. Ze doet onder andere journalistiek onderzoekswerk en verslaggeving. Ze doceert ook journalistieke schrijftechnieken aan de Universiteit Antwerpen. In 2017-2018 was Isabelle Rossaert zelf vicevoorzitter van PEN Vlaanderen.
Zijn ouders zijn het nooit eens geworden over wanneer hij precies geboren werd. In het voorjaar, toen de schapen lammerden, zegt zijn moeder. In de heetste dagen van de zomer, toen we de oogst binnenhaalden, beweerde zijn vader. Met geboorteakten namen ze het niet zo nauw in het kleine dorp in Anatolië waar Burhan Sönmez opgroeide.
‘Eens per jaar, als onze vaders in de stad moesten zijn om de producten van hun land te verkopen, gaven ze de nieuwe geboortes aan. Soms gaven ouders van bevriende jongens gewoon hetzelfde geboortejaar op, zodat die samen hun militaire dienst zouden kunnen doen. Mijn ouders hadden negen kinderen, vijf ervan overleefden de kindertijd. Het is begrijpelijk dat ze niet meer goed wisten wie van ons wanneer geboren werd.’
De kindertijd van Sönmez speelde zich af in een dorp zonder elektriciteit, maar wel met een moeder die verhalen vertelde in de lichtkring van een gaslamp. Hij groeide op in een Koerdische gemeenschap, met een moedertaal die officieel verboden was. ‘Daardoor was ik altijd een buitenstaander, ook in mijn eigen land. Maar ik was ook altijd heel blij om kennis te maken met mensen met een andere achtergrond.’
Die gelegenheid heeft Burhan Sönmez nu zeker, als kersvers voorzitten van PEN International. De schrijversorganisatie zet zich in voor schrijvers overal ter wereld die gevaar lopen, vervolgd worden of in de gevangenis zitten omdat ze hun recht op vrije meningsuiting uitoefenen.
Van advocaat tot schrijver
Sönmez weet als geen ander wat het is om slachtoffer te worden van onderdrukking door de overheid. Al tijdens zijn studentenjaren, in 1984, werd hij gearresteerd en zat hij drie weken in een foltergevangenis nadat hij een studentprotest had georganiseerd. ‘Het ging om een onschuldig protest, tegen het examensysteem’, vertelt hij. ‘Maar het was het eerste studentenprotest sinds de militaire coup, en de machthebbers tolereerden geen protest.’
Leden van de geheime politie vielen Sönmez op straat aan en lieten hem voor dood achter. Als bij wonder overleefde hij de moordpoging.
Dé grote omslag in zijn leven kwam in juli 1996. Sönmez studeerde rechten en werkte toen in Ankara als mensenrechtenadvocaat.
‘Het was het hoogtepunt van de Koerdische burgeroorlog. In die jaren werden niet minder dan 17.000 burgers standrechtelijk geëxecuteerd, meestal gewoon op straat, in het zicht van iedereen. Ik behandelde hun zaken en verdedigde de belangen van hun families. En toen werd ik zelf het slachtoffer van geweld.’
Leden van de geheime politie vielen Sönmez op straat in Ankara aan en lieten hem voor dood achter. Als bij wonder overleefde hij de moordpoging. Het duurde een jaar om van zijn lichamelijke wonden te genezen, maar hij hield aan de aanslag zware hersenschade over.
Met de hulp van de organisatie Freedom From Torture onderging hij meerdere operaties in diverse landen in Europa. Uiteindelijk kwam hij in Groot-Brittannië terecht, waar hij gespecialiseerde hulp vond voor zijn problemen. Sönmez vroeg en kreeg er asiel en verbleef tien jaar in Cambridge. Tijdens die lange revalidatie begon hij zijn eerste boek te schrijven.
Intussen publiceerde hij vijf boeken en is zijn werk vertaald in meer dan veertig landen. Drie boeken van hem zijn in het Nederlands vertaald.
Het eerste, De Onschuldigen, vertelt het verhaal van twee asielzoekers in Cambridge die verliefd worden op elkaar. Het tweede, Istanbul, Istanbul, is het gruwelijke maar ook diepmenselijke verhaal van vier gevangenen in een ondergrondse cel in Istanbul die elkaar tussen de folteringen door verhalen vertellen Labyrint tenslotte is het verhaal van een muzikant die na een mislukte zelfmoordpoging zijn persoonlijke geheugen kwijtgeraakt is.
De rechten van onderdrukten verdedigen zit Burhan Sönmez in het bloed. Als jurist en schrijver was de stap naar schrijversorganisatie PEN vanzelfsprekend. ‘Ik werd uitgenodigd om gecoöpteerd lid te worden van het internationale PEN-bestuur in 2016’, vertelt hij. ‘Het was in de periode dat de Turkse overheid schrijvers en intellectuelen begon te vervolgen na de mislukte couppoging. PEN International had iemand nodig in het bestuur die rechtstreeks hulp en informatie kon verschaffen.
In 2018, tijdens het jaarlijkse internationale PEN-congres, werd hij vervolgens als officieel lid verkozen. ‘Mij kandidaat stellen voor het voorzitterschap was een volgende logische stap.’ Hij werd verkozen met een ruime meerderheid op het laatste PEN-congres. Met die verkiezing treedt Sönmez in de voetsporen van Jennifer Clement, de eerste vrouwelijke voorzitter, en van illustere auteurs als H.G. Wells, Alberto Moravia, Arthur Miller, Mario Vargas Llosa, György Konrad…
Niet-politiek verzet
PEN viert precies nu zijn honderdjarig bestaan. De organisatie werd ooit in Londen opgericht door schrijfster Catherine Amy Dawson Scott. Ze wilde een club oprichten waar mannelijke en vrouwelijke schrijvers elkaar konden ontmoeten, want zoiets bestond nog niet. Intussen is PEN veel meer dan dat geworden.
Burhan Sönmez: Ja. PEN evolueerde al heel snel tot veel meer dan een dinnerclub. Van bij het begin was het wel de bedoeling om schrijvers over de hele wereld met elkaar te verbinden. We hebben nu 150 PEN-centra in meer dan 100 landen, van de Filippijnen tot de Mexicaanse deelstaat Chiapas. PEN telt 40.000 leden.
Aals antwoord op de problemen waarmee we geconfronteerd werden, zijn verschillende comités opgericht. Achtereenvolgens waren dat comités voor schrijvers in ballingschap, voor gevangen schrijvers, voor vertaling en linguïstische rechten, schrijvers voor vrede en het comité voor vrouwelijke schrijvers. Die zijn belangrijke pijlers van onze werking.
De eerste voorzitter van PEN, John Galsworthy, stelde dat de schrijversorganisatie zich boven de politiek moet stellen. Is dat überhaupt mogelijk?
Burhan Sönmez: We zijn nog steeds niet-politiek, en dat is belangrijk voor ons. PEN ondersteunt geen enkel regime. Wij ondersteunen schrijvers, ongeacht hun politieke achtergrond. Dat geeft ons veel flexibiliteit. Ons hoogste doel is de verspreiding van literatuur over de grenzen heen.
Maar de politiek is doorheen de geschiedenis onvermijdelijk op ons pad gekomen. Voor het eerst in 1933, toen de Duitse PEN-delegatie niet wilde dat Ernst Toller, een joodse schrijver, het woord kreeg op het PEN-congres in Dubrovnik. Toller wilde er vertellen over de vervolging van Duitse auteurs en de boekverbrandingen door de opkomende nazi’s.
Dat was een belangrijk moment. Het congres stond voor de keuze: beslissen dat de Duitse schrijvers hun interne kwesties zelf maar moesten oplossen, of resoluut kiezen voor de vrijheid van meningsuiting. Wat het congres ook besliste, het zou als een politiek statement gezien worden. Men koos ervoor Toller het woord te geven en de Duitse PEN-delegatie verliet het congres. Pas vijftien jaar later, na de Tweede Wereldoorlog, sloot een vernieuwd Duits PEN-centrum zich weer aan.
Symbolen van sterkte
Als internationale schrijversorganisatie ondersteunt PEN individuele schrijvers die bedreigd worden of die in de gevangenis zitten. En ze voeren acties in landen waar schrijvers vervolgd worden.
Op elke activiteit staan bijvoorbeeld lege stoelen, symbool voor de auteurs die er niet bij kunnen zijn omdat ze in de cel zitten. Leden van PEN-Vlaanderen schreven een tijd geleden gedichten van vijftig woorden, elk woord een antwoord op de stokslagen waartoe dichter Ashraf Fayad in Saoedi-Arabië veroordeeld werd. De auteurs lazen de woorden voor op straat, voor de ambassade van Saoedi-Arabië in Brussel.
Hoe groot is de impact van zulke acties? Is die überhaupt meetbaar?
Burhan Sönmez: De impact is groot. We hebben tal van voorbeelden van schrijvers van wie het lot veranderde nadat PEN er de internationale aandacht op vestigde. PEN-auteurs overal ter wereld schrijven brieven naar gevangen auteurs en bieden praktische hulp waar mogelijk. Alleen al die morele steun is vaak een levenslijn.
We worden ons gewaar van die impact door wat de getroffen schrijvers ons vertellen én door de reacties van de overheden, die onze betrokkenheid erg vervelend vinden.
Daarnaast doen we veel werk achter de schermen. We werken samen met overheden en ngo’s die middelen hebben waar wij zelf niet over beschikken. Het is een essentieel onderdeel van ons werk.
Vaak zijn de PEN-acties ook eerder symbolisch, zoals de lege stoelen en de vijftig voorgelezen woorden. Een cynicus zou kunnen zeggen dat zo’n acties weinig zoden aan de dijk zetten.
Burhan Sönmez: Dat is niet waar, vind ik. Ze hebben een sterke impact. We kunnen niet beweren dat die onmiddellijk voelbaar is, maar we tonen daarmee veeleer een beeld van sterkte en veerkracht.
Het boek dat jullie recent publiceerden naar aanleiding van het honderdjarig bestaan, eindigt met een foto die die veerkracht prachtig weergeeft. We zien 19 mensen, waaronder jij zelf en je voorgangster Jennifer Clement, in een besneeuwd veld staan.
© PEN International
De foto is indrukwekkend omwille van wat er níet op staat. Kan je vertellen wat er aan de hand was?
Burhan Sönmez: De foto dateert van de winter van 2017 en is genomen voor de Silivri-gevangenis in Turkije. Daar zitten tal van schrijvers en intellectuelen opgesloten.
PEN International stuurde toen de grootste delegatie ooit in haar geschiedenis naar Turkije. We hadden er belangrijke ontmoetingen met schrijvers, maar ook met geledingen van de overheid. Voor de Silivri-gevangenis wilden we een mededeling doen aan de aanwezige pers, maar dat werd ons verboden. Wat je niet ziet op de foto (maar wel op onderstaand beeld, red.), is dat we omringd werden door soldaten, die hun geweren schietklaar op ons gericht hadden.
© PEN International
Vrouwen en verbeelding
PEN publiceert ook geregeld verklaringen en manifesten. De laatste twee manifesten gaan over de verbeelding en over het vrouwenmanifest. Wat is het doel van die publicaties?
Burhan Sönmez: Ieder jaar houden we een PEN-congres van vijf dagen waarin we debatteren en verklaringen opstellen die we delen met ngo’s en diplomatieke missies. Dit jaar stelden we bijvoorbeeld verklaringen op over Belarus en over Afghanistan. Zulke verklaringen zijn heel effectief. Het PEN-charter, dat we vanaf 1921 creëerden, vormde de basis voor het Mensenrechtenverdag van de Verenigde Naties.
‘Het is hoog tijd om de kracht van vrouwen de ondersteunen, overal ter wereld en ook in de literaire arena.’
Geregeld publiceren we ook manifesten, die heel zorgvuldig opgesteld worden, na lang debat in diverse geledingen van onze organisatie. Soms doen we er jaren over. Het is een heel collectief gebeuren, en daarom zijn ze zo krachtig.
Het Democracy of The Imagination Manifesto (‘Manifest van de Democratie van de Verbeelding’, red.) stelt dat er geen grenzen zijn aan de verbeelding, dat niemand die aan banden mag leggen, om welke reden dan ook. Het is een sterk pleidooi voor artistieke vrijheid. Het Women’s Manifesto is een van de belangrijkste die we hebben geschreven. Het is hoog tijd om de kracht van vrouwen de ondersteunen, overal ter wereld en ook in de literaire arena.
PEN International reageert op deze manier op gebeurtenissen in de ruimere samenleving. Welke belangrijke thema’s zijn nu aan de orde?
Burhan Sönmez: Onze traditionele pijlers zijn: literatuur promoten over de grenzen heen, het recht op vrijheid van expressie verdedigen en de solidariteit tussen schrijvers versterken. Maar die algemene principes moeten telkens opnieuw geïnterpreteerd worden in het licht van actuele ontwikkelingen.
De vrijheid van expressie wordt bijvoorbeeld op nieuwe manieren bedreigd, door nieuwe vormen van overheidscontrole, maar ook door fake news. Wij verbeteren onze taal, onze programma’s en onze manier van werken om een antwoord te bieden op deze nieuwe fenomenen.
We zijn als schrijvers een actief onderdeel van de stroom van het leven. En we beseffen dat de wereld van vandaag voortvloeit uit het verleden, en dat de toekomst voortvloeit uit de wereld zoals hij vandaag is. We kijken altijd naar het grotere verhaal.
Intussen in Turkije
Nergens ter wereld zitten zoveel schrijvers, journalisten en intellectuelen in de gevangenis als in Sönmez’ eigen land, Turkije. Onlangs nog kwam Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk in het nieuws omdat hij ervan beschuldigd wordt in zijn nieuwste roman de Turkse natie te beledigen.
De situatie in Turkije lijkt niet te verbeteren?
Burhan Sönmez: Het brutale beleid van de overheid lijkt maar door te gaan. Maar zowel in de politieke als in de publieke arena groeit een sterke oppositie. Dat is de kant van Turkije die internationaal niet in beeld komt. Er is een bloeiende generatie jonge schrijvers in ons land, die helemaal mee zijn met alles wat in de wereld gebeurt. Naar hen moet onze aandacht uitgaan, niet naar een of andere politieke partij.