Kunstenaar Maarten Vanden Eynde: ‘Als mens moeten we onze verantwoordelijkheid dragen’

Interview

Wat zullen we als mens achterlaten voor onze toekomstige generaties?

Kunstenaar Maarten Vanden Eynde: ‘Als mens moeten we onze verantwoordelijkheid dragen’

Kunstenaar Maarten Vanden Eynde: ‘Als mens moeten we onze verantwoordelijkheid dragen’
Kunstenaar Maarten Vanden Eynde: ‘Als mens moeten we onze verantwoordelijkheid dragen’

Alsof de tijd hem op de hielen zit, graaft kunstenaar Maarten Vanden Eynde artefacten uit de toekomst op. Zijn kunst noemt hij een archeologie van de toekomst. ‘Door te gaan kijken naar wat er met onze materialen zal gebeuren, kijken we terug naar het verleden, of wat voor ons het nu is.’

Onder een verzengende Zuid-Franse zon plamuurt Maarten Vanden Eynde barsten in de bodem van het meer van Montbel dicht.

© Marjolijn Dijkman

Alsof de tijd hem op de hielen zit, graaft kunstenaar Maarten Vanden Eynde artefacten uit de toekomst op. Zijn kunst noemt hij een archeologie van de toekomst. ‘Door te gaan kijken naar wat er met onze materialen zal gebeuren, kijken we terug naar het verleden, of wat voor ons het nu is.’

Het atelier van kunstenaar Maarten Vanden Eynde bevindt zich onder de spanten van het dak. Het heeft iets van de brug van een schip. Hij zit blootsvoets in een paar kussens. Zijn zwartwitte kat spint zich tegen hem aan. ‘Ik ben onverzettelijk,’ zegt hij, ‘op het naïeve af. Maar dat ontslaat me niet van mijn verantwoordelijkheid’.

Wat hij daarmee wil zeggen, is nog tot 16 januari te zien in de retrospectieve Gravend naar de toekomst in het MuZee in Oostende. Het brengt een ruime selectie van zijn sculpturen samen. Of beter: “archeologische” artefacten. Tussen aanhalingstekens, want Vandeneynde maakte ze zelf. Alsof de tijd hem op de hielen zit, graaft Vanden Eynde artefacten uit de toekomst op die tonen waar wij vandaag onze materiële goederen achterlaten. Hij is een goede trukenmaker, bekent hij met een gulle glimlach.

Vooraan in de expositie hangt een meer dan levensgrote foto van Marjolijn Dijkman uit 2003. Ze toont hoe Maarten Vanden Eynde een onmogelijke klus klaart. In shorts, onder een verzengende Zuid-Franse zon, plamuurt hij de barsten dicht in de bodem van het meer van Montbel. Elk jaar droogt het meer dramatischer uit.

‘Ik probeerde er iets aan te doen. Dat was natuurlijk futiel, maar ik vond het een praktische oplossing. De ervaring was ook emotioneel. Plots werd mijn persoonlijke betrokkenheid duidelijk. Ik wilde het meer restaureren, omdat het een getuigenis is van een klimaatevolutie, en omdat dit referentiemateriaal anders verloren zou gaan en we die kennis zouden verliezen.’

‘Ik ben onverzettelijk, op het naïeve af. Maar dat ontslaat me niet van mijn verantwoordelijkheid.’

Zo’n daad toont uw onverzettelijkheid.

Maarten Vanden Eynde: Natuurlijk, we blijven proberen, tegen beter weten in. Dat heeft iets aandoenlijks, we zijn niet goed bezig, maar het heeft ook iets grappigs.

Maar de daad die u daar stelt is ook zo grotesk dat een reactie kan zijn: we kunnen het de mens niet kwalijk nemen.

Maarten Vanden Eynde: Nee, zo gemakkelijk mogen we er niet van af komen. We moeten wel onze verantwoordelijkheid dragen.

Archeologie van de toekomst

In 20 jaar tijd ontwikkelde Vanden Eynde een eigen artistiek-wetenschappelijke discipline. Hij noemt haar de genetologie: de studie van het toekomstige verleden.

Zo kwam hij uit bij de Homo Stupidus Stupidus, ook te zien in de expositie. Het is een geraamte van een type mens die het zo bont maakt dat hij zijn eigen habitat vernietigt. Zijn heiligbeen zit niet aan zijn aars, maar aan zijn hersenen.

© Maarten Vanden Eynde

Homo Stupidus Stupidus: het heiligbeend van deze mens zit niet aan zijn aars, maar zijn hersenen.

© Maarten Vanden Eynde

Dit werk, uit 2008, ontheiligt niet alleen wat kan en niet kan met menselijke resten, het stelt ook de flagrante vraag of de menselijke soort wel beseft wat ze aanricht. Het beschuldigt de eigendunk van de mens, alsof het humane superieur zou zijn tegenover het niet-humane.

Met de reeks Brick Era (2003-2013) volgde Maarten Vanden Eynde dezelfde démarche. Hij maakte objecten van steen en beton, en toont daarmee wat onze beschaving ooit zal achterlaten. De restanten van een geruïneerde bouwcultuur die eindeloos in rivieren en langskusten rondgetold zullen worden. De ruwe rand van de objecten erodeerde in die rivieren tot een gladde rand.

Die grote zwerfstenen van baksteen maken een vreemde beweging. U vervaardigt die objecten, legt ze vervolgens in de toekomst, waar u ze opgraaft om ze dan terug te halen naar het nu?

Maarten Vanden Eynde: Hiermee wil ik loskomen van conventies die ons vastzetten in één manier van zien. Kijken wat er van materialen zal worden in de verre toekomst, laat ons toe terug te kijken naar het verleden, of wat voor ons het nu is.

Zo kijken we op een andere manier naar het nu. Naar wat we nu doen, hoe we produceren en wat we achterlaten. Het is een archeologie van de toekomst. Het roept de vraag op hoe we hier bewuster mee moeten omgaan, welke rol we kunnen spelen.

Maar voor bakstenen brokstukken zo’n ronde, gladde vorm aannemen, zal er een zeer lange tijd verlopen zijn. Dat is opmerkelijk in uw werk: alle sculpturen vatten grote schalen samen, zowel in tijd als ruimte.

Maarten Vanden Eynde: Die onmetelijke schalen vind ik ontzettend belangrijk. We rapen allemaal wel eens zwerfkeien op. Het duurt miljoenen jaren voor zo’n kei een ronde vorm krijgt. Ik kan niet anders dan die schalen te onderzoeken. Ze hebben een grote invloed op de manier waarop we de werkelijkheid interpreteren.

‘Een groot mankement in de geschiedschrijving en wetenschap is dat het onderwerp niet dieper in de tijd wordt bekeken of het veel ruimer wordt getrokken.’

Een groot mankement in de geschiedschrijving en wetenschap in het algemeen is dat ze beperkingen inbouwen om op een onderwerp te focussen. Als je niet dieper in die diepe tijd duikt, of het niet letterlijk veel ruimer trekt, kan je dat niet ten volle begrijpen.

Neem onze kijk op Afrikaanse volkeren. Primitief werden ze genoemd, omdat onze officiële geschiedenis bepaalt wat historisch en wat pre-historisch is. We weten ondertussen dat bij de vroegste menselijke sporen die in Afrika gevonden zijn, ook stukjes bot zijn die in feite externe geheugendragers zijn. Ze zijn bekrast met codes die verwijzen naar de cycli van de seizoenen en de stand van de maan en de zon. Zonder dat grote perspectief van tijd en ruimte zou je dat niet eens opmerken.

© Maarten Vanden Eynde

Brick Era: Objecten van steen en beton tonen wat onze beschaving ooit zal achterlaten.

© Maarten Vanden Eynde

In The Moon seen from the Earth (uit 2005) blijken alle locaties op de maan naar mensen te zijn vernoemd. U tekent die maankaart op een gebruikte blauwe VN-helm. De mens zet zichzelf weer centraal. Maar het werk gaat andermaal ook over afstand, over ruimte.

Maarten Vanden Eynde: Het is een strategie om die enorme verhoudingen beter te begrijpen. Er is altijd te weinig tijd om alle bronnen te raadplegen en er is te weinig informatie tout court.

Anderzijds: je kan niet anders. Een deel van mijn werk kijkt naar radioactiviteit. Die breekt af, maar de halveringstijd van uranium duurt dan weer buitengewoon lang. Zo verandert uranium uiteindelijk in lood.

Trinity Test (2016) gaat daarover. Het lijkt een grafisch beeld, maar is een luchtbeeld van de testsite waar de eerste atoombom tot ontploffing is gebracht. Dat luchtbeeld is op lood geprint.

© Philippe De Gobert

Trinity Test

© Philippe De Gobert

Typisch aan uw werk is ook dat u bepaalde materialen volgt doorheen de tijd en de geografie.

Maarten Vanden Eynde: Zo ontstaan heel andere verhaallijnen. Dat raakt aan Global History, een discipline in de geschiedeniswetenschap.

Volg je bijvoorbeeld katoen doorheen tijd en ruimte, kom je vanzelf uit bij urgente, prangende thema’s zoals uitbuiting, ongelijkheid of kolonialisme. Die thema’s worden daardoor begrijpelijker. Je vraagt je af waar zo’n materiaal vandaan komt, wie het eruit haalt, wat ermee gemaakt wordt, hoe de tijd op zo’n materiaal inwerkt en wat ervan overblijft.

In uw expositie is ook een vreemd object te zien: The Gadget 3D (2017). Het verknoopt letterlijk tientallen klossen via katoendraden met een katoenen replica van een trommel. Hoe komt u op zo’n naam?

Maarten Vanden Eynde: Het is een onwaarschijnlijke titel. Die trommel in de kern is de vorm van de eerste Amerikaanse atoombom, die de naam The Gadget kreeg van Amerikaanse ingenieurs. Een betere titel kon ik niet verzinnen.

In dit werk komen grote verhaallijnen samen: van uranium, het katoen. Maar ook als je die achtergronden niet kent, vind ik dit visueel gezien een geslaagde sculptuur. Ik ben grote fan van dit werk, al zeg ik het zelf.

© Steven Decroos

The Gadget 3D: de trommel in de kern is de vorm van de eerste Amerikaanse atoombom, die de naam The Gadget kreeg van Amerikaanse ingenieurs.

© Steven Decroos

Uw werk verwijst dikwijls naar wat onze materiële cultuur zal achterlaten. Dat verwijst ook naar toekomstige generaties. Die term is nu erg in de mode, zo zeer dat het misschien een hol begrip aan het worden is. Is het voor u een valabel begrip?

Maarten Vanden Eynde: Absoluut. Als concept heeft het weinig invloed op ons gedrag. Politiek en zakelijk beleid denkt op korte termijn. Maar de lange tijdsschaal is valabel.

Denk aan hoe vroeger aan hout voor schepen werd geraakt. Eiken werden op bergflanken geplant zodat die langzaam in een curve naar de zon toegroeiden. Generaties later hadden de boomstammen precies de juiste curve om de romp van een schip mooi rond mee te maken.

‘Hout voor schepen werden op bergflanken geplant zodat die langzaam in een curve naar de zon toegroeiden. Er werd voor latere generaties gedacht.’

Dat deden mensen niet voor zichzelf, maar voor latere generaties. Generaties lang vooruit denken, in het verleden vonden mensen dat heel gewoon. Die gewoonte ging verloren zodra voor schepen staal werd gebruikt.

Hoe leerde u die traditie kennen?

Maarten Vanden Eynde: Toen ik in de haven van Rotterdam op zoek was naar hout voor mijn eigen werk. Er was toen een restauratie bezig van een schip uit de Gouden Eeuw (al mag je die term niet meer gebruiken). Ze moesten er het hout kunstmatig krom trekken in een stoomkist.

In de catalogus zie ik dat u veel met hout hebt gewerkt, maar dat deel van uw werk is zo goed als afwezig in de expositie.

Maarten Vanden Eynde: Dat deed ik inderdaad, om originele vormen van bomen te reproduceren of hout te martelen, zoals ik het noem. Ik legde balken op de pijnbank om ze uit te rekken, alsof ze door de zwaartekracht hun eigenheid verloren.

Voor de expositie moesten we een selectie maken in functie van de beschikbare ruimte en de grootte van de werken. Ook leken de oudere werken in hout hier niet op hun plek te zijn.

Heel spijtig is dat we The overview effect (2019) niet kunnen laten zien. Dat is een wereldbol die in tijdszones uiteenvalt. Die indeling werd beslist door koloniale machten, toen zij Afrika onder elkaar verdeelden. Die beslissing had een permanente invloed op iedereen.

© Philippe De Gobert

The overview effect

© Philippe De Gobert

Nu zijn er 38 tijdszones, maar niemand weet dat. Niemand. Ook voor mij was het een drastische vondst. Het is een drastisch voorbeeld van de disconnectie tussen wat is en wat we weten.

In de expositie kan je wel Ils ont partagé le monde zien, uit 2017. Dat is een schijf, een soort rad van fortuin, met 9 spiezen. Ik maakte het met de Congolese kunstenaar Musasa. De schijf stelt de materialen voor die we het meeste gebruiken en hun toepassingen.

Als we het over grondstoffen hebben, kan je niet om Congo heen. Daarom vind je in de expositie meerdere werken met referenties naar Congo. Ongeveer een derde van de expositie maakt die link.

Wat verloren in de expositie staat een Stihl-kettingzaag op een sokkel. Alleen is die gemaakt van ebbenhout. Daarmee maakt u een toespeling op de houtkap in het Afrikaanse woud en het wegroven van hardhout.

Maarten Vanden Eynde: Die staat er niet zo geïsoleerd en is verbonden met andere werken. Maar het is wel een problematisch werk geworden dat ik niet meer opnieuw zou maken.

Het werd gemaakt op basis van een ruil. De eerste keer dat ik in Kameroen was, sprak ik in hoofdstad Douala met een sculpteur af dat ik hem een echte kettingzaag zou geven als hij in ruil een identieke kettingzaag in hout zou maken, wat gebeurde.

‘De studie van microscopische processe is één van de manieren om macroscopische verschijnselen te begrijpen.’

Maar ik heb de consequenties van die ruil onderschat. Het houten object kreeg plots veel meer waarde dan de originele kettingzaag toen het werd tentoongesteld tijdens de beurs Art Brussel. Het was daar sowieso al een foute context om kunst te tonen. De sculpteur in Douala had een unieke positie gekregen: hij was er de enige met een mechanische kettingzaag.

Veel meer dan andere werken gaat dit werk over waardeverschillen en de inschatting van wat iets waard is. Maar het is problematisch geworden omdat het een serieuze disbalans teweegbracht. Dat ging ik inzien door te lezen, en door ouder te worden.

© Maarten Vanden Eynde

I Want That You Want What I Want That You Want: een ebbenhouten Stihl-kettingzaag op een sokkel was het resultaat van een ruil.

© Maarten Vanden Eynde

Voor de bezoekers van de expositie brengt een audiogids commentaren van een diverse groep op uw werk.

Maarten Vanden Eynde: Mensen laten het zichzelf niet snel toe om een eigen interpretatie te vormen, dat is spijtig. Ze volgen liever wat de kunstenaar of kenners zeggen. Deze audiogids zijn interpretaties van een heel uiteenlopende groep mensen, met slechts drie mensen uit de kunstensector. Ik ben er heel blij mee.

Technofossielen

Het sterkste commentaar — al is dat een kwestie van smaak — is die van de Congolese kunstenaar Jean Katambayi Mukendi bij het kolossale werk Around the world (2017). Daarin transformeert Maarten Vanden Eynde de reactor van een A320-vliegtuig tot een metershoge klos waar katoendraad rond is gewikkeld. De katoendraad is maar liefst 40.015 kilometer lang, ofwel de omtrek van de aarde, gemeten rond de evenaar.

© Steven Decroos

Around the world: rond de reactor van een A320-vliegtuig is katoendraad rond gewikkeld.

© Steven Decroos

‘De studie van microscopische processen,’ zegt Jean Katambayi daarover, ‘is één van de manieren om macroscopische verschijnselen te begrijpen’. Op die manier stuit de kunstenaar op onverklaarbare fenomenen, terwijl hij tegelijk ook tracht door te dringen ‘tot in het mysterie van het oneindig kleine’. Of, moet de bezoeker dan denken, het mysterie van de tijd.

Er bestaat de consensus dat we in een nieuw tijdperk zijn aanbeland: het Antropoceen. Alleen het begin van dat tijdperk is nog niet bepaald.

Volgens Maarten Vanden Eynde zijn er sterke argumenten om dat te laten beginnen op 1 januari 1950, bij het begin van het atoomtijdperk. Dan begint ook wat de grote versnelling wordt genoemd. In de aardlagen wordt een nieuwe stratigrafische laag gevormd, samengesteld uit de materialen en voorwerpen van deze tijd. Jan Zalasiewicz, hoofd van de Anthropocene Working Group, noemt ze in de catalogus van de retrospectieve “technofossielen”.

‘Ons tijdsperk is nog te jong om naar die technofossielen archeologisch onderzoek te doen’, zegt Vanden Eynde daarover. ‘Er is nog een extra moeilijkheid: archeologen gebruiken koolstofdatering om de ouderdom van objecten te bepalen. Maar bij objecten sinds het atoomtijdperk kan dat niet meer. Atoomproeven brachten zoveel radioactief materiaal in oploop, er is zoveel strontium verspreid, dat die dateringsmethode niet meer gebruikt zal kunnen worden.’

“Gravend naar de toekomst”, de retrospectieve van Maarten Vanden Eynde, is nog tot 16 januari 2022 te zien in het MuZee in Oostende.