'Mannen zijn geobsedeerd door wat er op ons hoofd en tussen onze benen zit'
Annabell Van den Berghe
01 augustus 2015
Mona El Tahawy (48) is bekend en berucht. De half Egyptische, half Britse moslima en feministe pleit voor een seksuele revolutie in het Midden-Oosten. Door haar dubbele nationaliteit en haar positie als schrijfster is ze ervan overtuigd dat ze zich in een bevoorrechte positie bevindt. In tegenstelling tot vele vrouwen uit het Midden-Oosten kan Mona wél haar mond opendoen en vrijuit spreken. Dat maakt haar de persoon bij uitstek om het voortouw te nemen en de feministische idealen te verkondigen, vindt ze zelf.
El Tahawy bracht een boek uit getiteld Hoofddoek en maagdenvlies waarin ze vertelt waarom het Midden-Oosten een seksuele revolutie nodig heeft. Het boek is momenteel beschikbaar in het Engels en het Nederlands, en wordt binnenkort vertaald in het Turks en Arabisch.
‘Ik focus me op mijn geboorteland Egypte, en met uitbreiding de Arabische regio.’
Tribes of the World (CC BY-SA 2.0)
Vrouwenhaat is volgens u een wereldprobleem. Hoewel het volgens u veel erger is in de Arabische wereld, bent u van mening dat iedere vrouw het probleem in haar eigen leefwereld amoet anpakken. Wat is uw leefwereld?
‘Ik zie overal de effecten van vrouwenhaat.’
El Tahawy: De hele wereld is mijn leefwereld en mijn strijdtoneel. Ik reis van de éne naar de andere plek en zie overal de effecten van vrouwenhaat. Natuurlijk focus ik me op mijn geboorteland Egypte, en bij uitbreiding de Arabische regio. Maar ook de Verenigde Staten, waar ik het grootste deel van mijn leven heb doorgebracht, confronteer ik met bestaande mistoestanden.
Bent u wel overal even welkom? Van Egyptische vrouwen hoor ik vaak dat ze niet vinden dat u hen vertegenwoordigt.
El Tahawy: Een diversiteit aan meningen is belangrijk. Veel mensen zullen niet akkoord gaan met mij of met mijn woordkeuzes. Maar dat is niet erg. De erg conservatieve vrouwen in Egypte zullen nooit met mij akkoord gaan, want zij geloven niet in gendergelijkheid. Er zijn geen raakvlakken.
‘Ik doe mijn mond open voor hen.’
Maar heel veel andere vrouwen willen wél gendergelijkheid, alleen kunnen ze hun mond niet opendoen omdat ze door hun cultuur verstoten zullen worden. De Egyptische vrouwen weten wat ze moeten doen om te overleven. Ze huwelijken hun dochters op veel te jonge leeftijd uit en laten hen besnijden als ze nog kinderen zijn.
Dat zijn praktijken waar die vrouwen zelf ook aan onderworpen werden. Maar daarmee creëren ze voor hun kinderen dezelfde ongelukkige situatie als waar ze zelf in zitten.
Daarom doe ik mijn mond open voor hen. Het heeft lang geduurd voor ik vond dat ik op de juiste plek in mijn leven stond om dat te kunnen doen, maar nu kan ik dat. Hoewel die vrouwen vaak niet anders kunnen, weet ik dat ze de onderdrukking verwerpen. Iedereen heeft het verlangen vrij te zijn.
‘Acht jaar later heb ik ervoor gekozen de hoofddoek weer af te zetten. Ik heb zelf ervaren hoe makkelijk die eerste keuze was, en hoe moeilijk die tweede.’
Neil Hester (CC BY-NC 2.0)
Niet alleen vrouwenbesnijdenis of genitale verminking, maar ook de hoofddoek is volgens u een symbool van onderdrukking. U bent zelf moslim, maar radicaal tegen de sluier. Waarom?
El Tahawy: Ik heb er op een bepaald moment voor gekozen de hoofddoek te dragen. Acht jaar later heb ik ervoor gekozen die weer af te zetten. Ik heb zelf ervaren hoe makkelijk die eerste keuze was, en hoe moeilijk die tweede. Dat heeft me doen nadenken over het begrip keuze.
Er is iets mis met een keuze als het gaat over een sluier. En we vergeten het effect van een sluier op ons lichaam en onze seksualiteit. Bovendien is het iets wat aan mannen niet wordt opgelegd. Daarom bekrachtigt de hoofddoek in sé de ongelijkheid. Daarom keur ik hem af.
Hoe zit dat in de VS, wordt u daar hartelijk onthaald?
‘Als ik de vrouwenhaat in onze cultuur aan het licht bracht, zou ik mijn eigen gemeenschap te schande maken.’
El Tahawy: Ik ben, in de VS, een kleurling. Daar strijd ik niet alleen tegen vrouwenhaat maar ook tegen racisme. Ik behoor niet tot de groep blanke feministen.
Er is lang op ons neergekeken. Door de lokale bevolking enerzijds, maar ook door onze eigen gekleurde gemeenschap.
Als ik de vrouwenhaat in onze cultuur aan het licht bracht, zou ik mijn eigen gemeenschap te schande maken. ‘Je zal ervoor zorgen dat onze mannen een slecht imago krijgen’, werd me verweten. Zo werd ik langs alle kanten geconfronteerd met tegenkanting. Maar ik geef nooit op.
‘Jullie kunnen ons niet rechtstreeks helpen, wij moeten onszelf redden.’
Denis Bocquet (CC BY 2.0)
Iedereen moet in zijn eigen leefwereld het feminisme aanhangen volgens u, maar welk effect heeft de feministische strijd van een westerse vrouw op gruweldaden zoals genitale verminking, kindhuwelijken en pedofilie die -zoals u beschrijft- verankerd zitten in de vrouwenhaat in het Midden-Oosten?
El Tahawy: Geen enkele samenleving is vrij van vrouwenhaat. Ook in België klagen vrouwen nog steeds dat er ongelijkheid is. De lonen voor vrouwen liggen lager dan die van mannen bijvoorbeeld. Leidinggevende functies en hoge functies in de regering gaan nog steeds vooral naar mannen. Het is van belang dat de Belgische vrouwen daarin streven naar gelijkheid.
Dat zal ook de mondiale zaak van vrouwen vooruit helpen. Jullie kunnen ons natuurlijk niet rechtstreeks helpen, wij moeten onszelf redden, maar je kunt wel je eigen strijd strijden en een voorbeeld stellen.
‘Ik hoop dat Merkel de Egyptische president zal wijzen op de mensenrechtenschendingen.’
Philipp (CC BY 2.0)
Hoe feministisch is het dat de Duitse bondskanselier Angela Merkel – een vrouw die een hoge positie bekleedt – onderhandelingen voert met de Egyptische president Abdel Fattah el-Sisi, die aan de militairen de opdracht gaf alle vrouwelijke demonstranten te onderwerpen aan een maagdelijkheidstest?
El Tahawy: Ik hoop, maar dat is natuurlijk mijn eigen droomscenario, dat Merkel hem zal wijzen op de mensenrechtenschendingen. Dat ze geen militaire en economische akkoorden zal sluiten met hem zonder voorwaarden te stellen die verandering moeten brengen in de mensenrechtensituatie. Ze heeft die macht. Ik wil dat Merkel daar zit als sterkste vrouw ter wereld en dat ze eisen stelt. Om mensenrechten te respecteren, én vrouwenrechten.
Bent u een bedreiging voor de Egyptische autoriteiten?
El Tahawy: Ze houden echt niet van mij! In 2011 hebben ze hun oproerpolitie op me afgestuurd. Ze hebben me geslagen en geschopt, mijn beide armen werden daarbij gebroken. Twaalf uur lang hebben ze me vastgehouden, op verschillende politiekantoren en bij de geheime dienst. Twee uur lang was ik geblinddoekt. Ze wilden me daarmee duidelijk maken dat ze me konden vinden en ze wilden de wereld duidelijk maken dat ze zélfs Mona konden pakken. Met andere woorden: ze kunnen dus iedereen te pakken krijgen als ze dat willen.
‘De wereld kent me en dat heeft me gered.’
Maar mijn positie beschermt me. Ik heb een platform. De wereld kent me en dat heeft me gered. Als ik, zoals de meeste Egyptenaren, niet bekend was geweest, had ik het wellicht niet overleefd. Zoals zovelen. Maar dat ik de autoriteiten kwaad maak, maakt me blij. Dat is een teken dat ik goed bezig ben.
Eén van je strategieën is te shockeren, bijvoorbeeld met de titel Hoofddoek en maagdenvlies. Op welke manier staan die twee met elkaar in verband?
El Tahawy: In het Midden-Oosten is een vrouw niet langer een vrouw, maar wordt ze gereduceerd tot wat ze op haar hoofd draagt en wat ze tussen haar benen heeft. Vrouwen worden geacht een sluier te dragen, als deel van de zedencultuur. En vrouwen moeten maagd blijven tot het huwelijk, als deel van de reinheidscultuur.
Maar die eisen worden niet aan mannen opgelegd. Mannen moeten zich niet verhullen en moeten geen maagd zijn. Dat is oneerlijk. De reinheidscultuur en zedencultuur zijn twee glasheldere voorbeelden van ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Daarom hebben we een tegenreactie nodig die ontrafelt wat het eigenlijk betekent om gesluierd te zijn, of om maagd te zijn.
En die tegenreactie is de seksuele revolutie.
El Tahawy: Inderdaad.
Is die al aan de gang?
El Tahawy: Sluimerend. Ze is al sluimerend aan de gang. De politieke revoluties in de Arabische wereld hebben mannen én vrouwen naar de pleinen gehaald. Dat op zich was het begin van de seksuele revolutie. Zeker in Egypte, waar vrouwen vaak onder huisarrest of avondklok staan, en al zeker de nacht niet buitenshuis mogen doorbrengen.
Achttien dagen lang sliepen jongens én meisjes op het Tahrirplein. Dat is revolutionair. Maar vrouwen moeten niet alleen tegen de staat in opstand komen. Ze moeten ook tegen de straat in opstand komen, waar ze voortdurend lastiggevallen worden door mannen.
‘De tirannieke Moebarak is op het plein dan wel verslaan, de tiran in de huiskamer is nog lang niet verdwenen.’
En het moeilijkste in de seksuele revolutie is wellicht het thuisfront, het derde aspect van de revolutie. Thuis is er een dominante rol toebedeeld aan de vader, de echtgenoot en de broers.
Vrouwen moeten er vechten tegen genitale verminking, tegen verkrachting binnen het huwelijk en tegen huiselijk geweld. De tirannieke Moebarak is op het plein dan wel verslaan, de tiran in de huiskamer is nog lang niet verdwenen. Dat laatste aspect van de seksuele revolutie is erg persoonlijk, en onmiskenbaar het lastigste.
‘Saoedi-Arabië praktiseert gender-apartheid.’
UNICEF Ethiopia (CC BY-NC-ND 2.0)
Zelf groeide u op in Saoedi-Arabië, waar u ook het feminisme leerde kennen. Wat is de rol van Saoedi-Arabië in de seksuele revolutie voor het Midden-Oosten?
El Tahawy: Saoedi-Arabië is de sleutel. Saoedi-Arabië praktiseert gender-apartheid. Vijftig procent van de bevolking is er doelgericht het slachtoffer van die gender-apartheid, en de overheid komt er mee weg.
‘Mannen en vrouwen ontmoeten elkaar virtueel. Sommigen hebben zelfs virtuele seks.’
Niet alleen olie, zakenbelangen of wapenhandel maken dat mogelijk, maar ook het feit dat Saoedi-Arabië de twee heiligste plekken van de islam herbergt. Mekka en Medina.
Dat geeft Saoedi Arabië en zijn gender-apartheid religieuze bescherming.
Maar de seksuele revolutie zal plaatsvinden. Nergens in het Midden-Oosten is de bevolking zo actief op sociale media als in Saoedi-Arabië. De virtuele wereld is een parallelle wereld, waar alles kan wat in het echte leven onmogelijk is.
Mannen en vrouwen ontmoeten elkaar virtueel. Ze praten met elkaar, tonen elkaar hun gezicht. Sommigen hebben zelfs virtuele seks. Dingen die allemaal verboden zijn in het echte leven. Ik ben ervan overtuigd dat die mannen en vrouwen in de virtuele wereld aan het oefenen zijn, tot ze sterk genoeg zijn om de verandering naar de echte wereld te brengen. Ik vergelijk het met een loopwedstrijd. Je oefent tot je sterk genoeg bent om de marathon te lopen.
Bent u niet bang dat het slechts enkelingen zijn die naar u luisteren?
‘Een revolutie gaat altijd over de minderheid.’
El Tahawy: Aantallen zijn onbelangrijk. Een revolutie gaat altijd over de minderheid. Geen enkele revolutie op aarde is begonnen vanuit een meerderheid. De meerderheid is comfortabel. De meerderheid berust in het status-quo. Er is weinig reden voor de meerderheid om in opstand te komen.
Het is de minderheid die vanuit haar frustraties de straat opkomt en zo de vlam aanwakkert om in opstand te komen. Die vlam is nodig om alles te doen oplaaien, en de meerderheid te doen inzien dat er ongelijkheid is en dat daar iets aan moet veranderen. Ik heb dus geen meerderheid achter me nodig om verandering te brengen.
Volgens u ligt de islam aan de basis van de genderongelijkheid. Maar anderzijds bent u er van overtuigd dat de islam veel liberaler is dan we denken.
El Tahawy: Vrouwenhaat komt voor uit de giftige mix van religie en cultuur. Niet alleen in de islam, maar ook het jodendom en christendom prediken mannelijke superioriteit.
Maar onze profeet Mohammed stapte in het huwelijksbootje met Khadija, een gescheiden vrouw die vijftien jaar ouder was dan hem. Zij vroeg hem ten huwelijk. Een vrijgevochten, onafhankelijke vrouw. Khadija voor mij is het feminisme. Maar Khadija is verdwenen vandaag de dag. We hebben een seksuele revolutie nodig om haar terug te brengen.
Maar dezelfde Mohammed voedt ook de ongelijkheid, zegt u?
El Tahawy: Ja, dat is zo. Dat is de enorme contradictie. Van Mohammed kan je twee voorbeelden nemen. Je kan Khadija nemen, de vrije vrouw. Of je kan Aisha nemen, de minderjarige maagd die later zijn vrouw werd. Je moet jezelf de vraag stellen wie van de twee je wilt. Ik wil Khadija.
De clerus moet ophouden Aisha als voorbeeld te nemen en Khadija te vergeten. Ze moeten verbieden te huwen met minderjarige meisjes, of seks te hebben met kinderen.
Ongeacht wat er in de zevende eeuw gebeurde.