Voorzitter Antwerpse voetbalclub ontvangt Burgerschapsprijs Stichting P&V
Michel Pradolini: ‘De straat was mijn universiteit, City Pirates mijn doctoraat’
Michel Pradolini ontvangt de Burgerschapsprijs van Stichting P&V voor zijn werk als voorzitter van de Antwerpse club City Pirates. Eén blik op de missie van de club en je weet waarom hem (en de club) die prijs toekomt: ‘Voetbal de motor, sociaal engagement de brandstof, diversiteit de kracht!’
Michel Pradolini ontvangt de Silver UEFA Grassroots Award
© Stefan Lambrechts
Terwijl voorzitter Michel Pradolini vol passie over zijn City Pirates spreekt, schieten zijn ogen meer dan eens vol. ‘Ik ben een emotionele man’, geeft hij toe. Dat hij de Burgerschapsprijs van Stichting P&V ontvangt, heeft hem duidelijk geraakt. ‘Eigenlijk is het een prijs voor onze vrijwilligers en jongeren die het moeilijk hebben.’
Vandaag telt de voetbalclub 1200 leden en staan nog eens 400 kinderen op een wachtlijst. Maar het was ooit anders. Toen Michel jeugdtrainer werd van de ploeg van zijn zoon, telde de club — op dat moment nog Olse Merksem SC — amper 169 leden, met tal van nationaliteiten. ‘Ik ben opgestaan en zei, we gaan diversiteit als onze kracht gebruiken en er fier op zijn.’
Intussen beperkt de club zich niet tot Merksem alleen en zijn er vier sociale werkers in dienst. Op die manier voorziet de club de jongeren van meer dan alleen sport. Zo is er huiswerkbegeleiding voor de jongeren en wordt op tal van manieren samengewerkt met scholen. Wie niet meer op de schoolbanken zit, wordt begeleid met de zoektocht naar werk en waar nodig worden gezinnen ondersteund met schuldbemiddeling. De jeugdwerkers doen er alles aan om jongeren op het juiste pad te houden of te krijgen. ‘Want we zitten in de moeilijkste wijken, waar geen voetbal meer was. Linkeroever, Merksem, Luchtbal, Den Dam (Antwerpen-Noord) en Deurne-Noord, het was er een drama.’
‘Als je op straat hebt geleefd en toestanden meemaakte die je niemand anders toewenst, begrijp je de problemen die de jeugd in achtergestelde wijken kan hebben. Je voelt dat van elkaar.’
Waarom Michel de geknipte man was om de club dit parcours uit te sturen, wordt duidelijk wanneer hij over zijn eigen jeugd vertelt. ‘Als je op straat hebt geleefd en toestanden meemaakte die je niemand anders toewenst, begrijp je de problemen die de jeugd in achtergestelde wijken kan hebben. Je voel dat van elkaar.’
Grootvader Pradolini was een Italiaanse immigrant die op de vlucht voor Mussolini in de Waalse steenkoolgroeven terecht kwam. Grootvader aan moederskant streed mee aan het Oostfront. ‘Een Waal én een Italiaan, getrouwd met een Vlaamse, dat maakte dat het familiaal nooit goed werkte. Vader was bovendien zeeman en weinig thuis, dus dat was niet makkelijk voor ons moeder. We waren geen makkelijke jongens, hebben vaak in tehuizen en internaten gezeten.’
Ook de Italiaanse achternaam maakte het Michel niet makkelijk als kind. ‘Geconfronteerd worden met racisme, dat neem je heel je leven mee. “Maffiosi” krijg ik nog dikwijls naar mijn hoofd geslingerd.’ Toch had hij niet anders willen heten. ‘Ik zou nooit staan waar ik nu sta, niet als mens, niet als zaakvoerder, niet als voorzitter. Het heeft me gevormd. De straat was een fantastische universiteit en City Pirates is mijn doctoraat.’
Vertrouwen en authenticiteit
Tijdens zijn eigen moeilijke jeugd ervoer hij uit eerste hand wat het krijgen van vertrouwen met een jongeman kan doen. ‘In een goed draaiende snackbar van een vrouw die niemand vertrouwde, kreeg ik toch alle vertrouwen in de keuken. Eén van de mooiste momenten in mijn leven.’
Dat leerde hem dat vertrouwen een sleutel tot succes kan zijn. Iedere dag zet hij dat in de praktijk om, niet alleen in de voetbalclub, maar ook in het buitenland. Op diezelfde manier leidt hij zijn maritiem cateringbedrijf en internationale kokschool, waarvoor hij regelmatig naar de Filipijnen reist. Daar ondersteunt hij op zijn beurt ook een ngo dat straatkinderen ondersteunt. ‘Stop met bepamperen en geef mensen vertrouwen. Die levensfilosofie vraagt niet veel inspanning. Uiteindelijk draait het om warmte en authenticiteit. Die jongeren komen vriendschap, een knuffel of een schouderklop tekort.’
© Stefan Lambrechts
‘Laat jongeren zichzelf zijn en blijven, zeker in de moeilijkere wijken. Soms denk ik, “ga je nu zo solliciteren? Weet je wat, ga zo solliciteren, wees authentiek”.’
‘Laat ze zichzelf zijn en blijven, zeker in de moeilijkere wijken’, benadrukt Michel daarom. ‘We hebben jongens waarvan je eerst denkt, “ga je nu zo solliciteren?”. Maar dan denk ik, “weet je wat, ga zo solliciteren, wees authentiek”.’
Op Linkeroever voelde hij de noodzaak aan een ruimte voor muziek en hiphop, ‘een plek waar die jongeren zich thuis voelen.’ De voetbalclub ondersteunde er de uitbouw van een muziekstudio. ‘Jullie zoeken werk en doen alles zelf, was onze voorwaarde. We regelden gebouwen en gaven hen een budget. Het resultaat? Ze hebben allemaal werk en er is nu een muziekstudio die ze zelf beheren.’
Niet alleen succesverhalen
Met de Burgerschapsprijs voor Michel, is het de tweede keer dit jaar dat het werk van de voetbalclub in de prijzen valt. Eerder dit jaar ontving de club de Silver UEFA Grassroots Award. Michel hoopt dat die erkenning de nodige extra steun oplevert.
‘Het zijn niet alle dagen succesverhalen’, weet hij maar al te goed. ‘Niet iedereen kan met diversiteit om en als je met 1000 tot 1200 jongeren uit moeilijkere wijken werkt, kom je soms onfrisse zaken tegen. Dan moeten we ingrijpen. Maar dat zijn levenslessen. Als je bij iemand langskomt en ziet dat ze geen meubels hebben of met acht op een tweeslaapkamerappartement wonen, word je geconfronteerd met de keiharde realiteit.’
Wat bedoel je precies als je zegt dat niet iedereen met diversiteit om kan? Gaat het om de tegenpartijen of merk je dat ook binnen de club?
Pradolini: We leven te veel naast elkaar. Het sociale weefsel steunt nog te veel op witte mensen en er is te veel wantrouwen tussen wit en bruin. We spreken dus nog te vaak over kanten. Daarom moeten we meer investeren in bruggen, zowel humaan als financieel.
‘Inclusie is een verhaal dat van twee partijen moet komen. Ouders die onderling Arabisch spreken, met ouders van een wit kindje erbij, dat kan en mag niet’
Binnen de club draagt iedereen hetzelfde trainingspak. Onze afspraken moeten nageleefd worden. Of je arm, rijk of bemiddeld bent, dat speelt geen rol in de club. Toch word je geconfronteerd met het leven zoals het is. Stel je een ploeg voor met tien zesjarigen, waarvan negen gekleurde kindjes en één wit kindje. De ouders van die negen kindjes, spreken onderling Arabisch. Dan staan die witte ouders daar en wat gebeurt er? Die witte speler haakt af. Dat kan én mag niet en moeten we aankaarten. Inclusie is een verhaal dat van twee partijen moet komen.
Zijn ouders niet te fanatiek als het aankomt op sportprestaties van kinderen? Kan je dat makkelijk verzoenen met het sociale project?
Pradolini: Dat is heel moeilijk. Bij de autochtone, maar zeker binnen de allochtone gemeenschap. Je ziet en voelt dat die druk fenomenaal is, want vaak is het een manier om uit een zekere miserie te geraken.
Het maakt ons verhaal op basis van een solidariteitsprincipe er niet eenvoudiger op. Iedereen betaalt lidgeld, daar zit een kledijpakket bij en kost over het algemeen zo’n 350 euro per seizoen per kind. Wie dat niet kan betalen, krijgt een afbetalingsplan of kan in ruil vrijwilligerswerk doen. Ik denk dat in het totaal zo’n dertig tot veertig procent van het lidgeld niet betaald wordt. Bovendien geldt in de wijken van Luchtbal, Linkeroever en Den Dam of de recreatieve reeksen en voor dames en g-spelers een lager tarief.
© Stefan Lambrechts
Niet iedereen kan dat principe plaatsen, want soms krijgt een speler die goed kan voetballen een meer doorgedreven training of drie in plaats van twee trainingen per week. Een ouder wiens zoon of dochter niet bij de betere is, kan het dan niet altijd goed verkroppen dat niet iedereen evenveel lidgeld moet betalen. Maar niemand is verplicht om lid te worden bij ons. De afspraken zijn duidelijk, we zijn een gemeenschap en moeten elkaar helpen.”
Kan je zeggen dat City Pirates voldoende ondersteuning krijgt voor dergelijk sociaal project?
‘Hoe kan je aan ouders die thuis geen wasmachine hebben, vragen om de was te doen voor hun eigen ploeg?’
Pradolini: Onze infrastructuur is enorm beperkt. Een club met 1200 kinderen in het Antwerpse, dat op vijf plaatsen actief is, is ongezien. Die 1200 kinderen moeten ieder weekend voetballen, maar wij doen zelf de was. Hoe kan je aan ouders die thuis geen wasmachine hebben, vragen om de was te doen voor hun eigen ploeg? Daar komt een enorme structuur bij kijken. Net als de lidgelden verwerken, afbetalingsplannen opstellen, inschrijvingen bij de voetbalbond. En om de kinderen te laten voetballen, heb je een plek nodig met kleedkamers. Vooral in de meest achtergestelde wijken is er nog werk. Linkeroever was een oud gebouw dat we opknapten, maar het is nog steeds een verouderde structuur. Daarnaast hebben we ook vergaderruimtes en lesruimtes voor de studiebegeleiding nodig. Op Luchtbal en Den Dam hebben we dat te weinig.
Hopelijk wordt door die prijs wat meer naar ons geluisterd op beleidsniveau, zodat we het project een zekere duurzaamheid kunnen geven. Vaak wordt gedacht dat City Pirates een gesubsidieerd project is, maar het is voor negentig procent gesponsord. Vandaag is er nog een te grote afhankelijkheid van mezelf en enkele mecenassen die het financieel mee ondersteunen. Hoewel 75 procent van de tijd en onze middelen naar het sociale luik gaan, krijgen we van de betrokken stadsdiensten bijzonder weinig steun.
City Pirates verraste zichzelf door te promoveren naar Tweede Amateur B. Stel dat de club ooit zou uitgroeien tot een echte profclub, kan dat sociale project dan overeind blijven?
Pradolini: Nee, onmogelijk. Die promotie was helemaal onverwacht en we zitten nu al op onze limiet. De financiële belangen zijn te groot. 25 tot 30 procent van ons budget gaat naar de eerste ploeg, de rest naar de sociale werking en jeugd. Dus zodra het sociale project in het gedrang komt, zakken we onmiddellijk terug. Een keer zakken en jezelf weer naar boven opwerken, dat is gezond, en belangrijk, want wat als er iets gebeurt? Wat doen we met die 1200 kids? En die 400 kids op de wachtlijst, hoe vangen we die op? Dat mogen we niet op het spel zetten. Die verantwoordelijkheid is enorm. Voor ons is voetbal een middel, niet het doel. Daarom ben ik niet de man die alle wedstrijden gaat zien. Ik zal meer aanwezig zijn bij de jeugd.
‘Mijn droom is om elke veertien dagen samen te komen en gedachten uit te wisselen met supporters in een vol stadion, die zelfs geen inkom hoeven te betalen’
© Stefan Lambrechts
Je ziet dat ook de eerste ploeg zich engageert voor de jeugd. Er zijn jongens die al zo lang bij ons spelen en gepassioneerd zijn voor de club. Kinderen die op de wachtlijst staan krijgen zo op woensdagnamiddag training van een speler of de trainer van de eerste ploeg.
Mijn droom is om elke veertien dagen samen te komen en gedachten uit te wisselen met supporters in een vol stadion, die zelfs geen inkom hoeven te betalen. Ik haalde de mosterd bij FC St. Pauli in Hamburg, een echte volkse club waar het stadion elk weekend bomvol zit. Durf daar geen racistische praat verkopen of een vrouwelijke scheidsrechter uitjouwen, want dat pakt niet. Dat wil ik vertalen naar het Antwerpse.
De Rode Duivels lijken eindelijk een weerspiegeling van de maatschappij te zijn, met rolmodellen voor elke jonge voetballer. Maar kijk je naar de Red Flames is nog wel wat werk aan de winkel. Hoe gaan jullie om met die diversiteit in meisjesvoetbal?
‘Wat onze meisjes soms naar hun hoofd geslingerd krijgen, wauw. Laatst nog: “vuile aap”, “ga terug naar je land”, … Dat komt nog harder binnen dan bij de jongens’
Pradolini: Dat is inderdaad moeilijk. Op hogescholen zie je veel meisjes van andere afkomst, maar je ziet hen daarbuiten dan weinig aan het werk. Waar zijn ze? Ze hebben en kunnen het! In sport is dat net hetzelfde.
Maar ik moet ook zeggen, wat onze meisjes soms naar hun hoofd geslingerd krijgen, wauw. Laatst nog: ‘vuile aap’, ‘ga terug naar je land’, … Het komt nog anders over dan bij de jongens, want meisjes hebben het zo al moeilijker om zich te manifesteren. Als je dan zo’n woorden naar je kop krijgt geslingerd en papa langs de lijn staat, wordt dat nog vaak nog meer bemoeilijkt…
© Stefan Lambrechts
Toch is het prachtig om te zien, want die ploeg is de hele wereld bij elkaar, meisjes met hoofddoek of zonder… Je ziet dat in de allochtone gemeenschap mensen rechtkomen en voelt dat jongeren hun verantwoordelijkheid opnemen. We moeten absoluut vermijden dat ook die jongeren met de grond gelijk gemaakt worden. We moeten ze in de gaten houden, koesteren en helpen.
Maar ook bij ons zijn er nog hiaten. Ik denk dat we één man van andere origine in onze Raad van Bestuur hebben. Ik zocht de afgelopen jaren naar mannen en vrouwen. Dat moet beter. Daarom zeg ik: alsjeblief participeer! Neem de verantwoordelijkheid. Bestuur mee. Vecht jullie frustraties uit. Laat ons daar samen aan werken! Want als het debat niet kan gevoerd worden, blijven het straatgevechten.
Tot slot, heb je veel opgeofferd om van City Pirates een succes te maken?
Pradolini: Ik heb meer gekregen dan dat ik er ooit heb ingestoken. Véél meer. Ik zou nooit de mens zijn die ik nu ben, als ik dit niet had gedaan.
Dit artikel werd eerst geschreven voor de uitreiking van de Burgerschapsprijs van Stichting P&V