Hoe trauma nog generaties lang in een familielijn blijft
‘Mijn moeder heeft ons met angst grootgebracht’
Waar begint onze pijn en wat kunnen we doen als we zwetend wakker worden van nachtmerries die niet de onze zijn? K. vertelt over het intergenerationeel trauma dat ze overerfde van haar Marokkaanse moeder.
© Fayrouz
Waar begint onze pijn en wat kunnen we doen als we zwetend wakker worden van nachtmerries die niet de onze zijn? K. vertelt over haar intergenerationeel trauma, oftewel de angsten die ze overerfde van haar moeder.
We ontmoeten elkaar in een industrieel café aan de rand van een studentenstad. Het is koud, buiten vechten herfst en winter om de lucht. Binnen warmen we ons aan een chocolademelk met slagroom waarrond K. haar vingers verstrengeld heeft alsof ze troost zoekt. Ze heeft ook een trui aan waarvan de kraag tot bij haar wangen komt, hij omsluit haar en lijkt wel een houvast.
‘Een verhaal vertellen is moeilijk omdat je op zoek moet naar aanknopingspunten. Er zijn altijd zijstraatjes die je kunt ingaan’, zegt ze. Ik spoor K. aan om gerust elk zijstraatje tot het einde te bewandelen. Wat volgt is een gesprek van bijna drie uur over een opmerkelijke familiegeschiedenis.
Met angst grootgebracht
‘Toen mijn opa stierf had ze psychosomatische pijnen en moest ze medicijnen slikken.’ K. begint bij de angststoornis van haar moeder. Die voedde haar kinderen met veel angst op, zo mochten ze enkel in haar gezichtsveld spelen. ‘Ze was altijd bezorgd over de dingen die konden gebeuren én zelfs over de dingen die niet konden gebeuren. Soms werd ze overmand door het gevoel …’
De twijfel is zichtbaar in K.’s ogen. Ze denkt na, dan zegt ze resoluut: ‘Ik kan het beter “een dwanggedachte” noemen. Ze werd overmand door de dwanggedachte dat ik verongelukt was. Dan belde ze en als ik niet meteen opnam, had ik een probleem. Het was onleefbaar.’
‘Ik liep het risico op een gedwongen opname. Toen ben ik me vragen gaan stellen.’
De angst om haar kinderen te verliezen werkte verlammend op K.’s moeder, en uiteindelijk ook op haar. ‘Ik zie mijn mama graag, maar ik kon haar angst niet oplossen omdat ik niet wist waar die vandaan kwam. Als kind is je moeder net een spiegel.’
K. weet niet precies hoe, maar de angsten van haar moeder hebben haar en haar broers en zussen gevormd. Zes jaar geleden domineerde die angst K.’s leven. Ze was toen ook gestopt met haar studie geneeskunde, futloos, geveld door prestatiedrang en faalangst. ‘Ik was depressief, alleen, en ik kwam heel wat kilo’s aan.’
Op dat moment ging K. in therapie, niet vrijwillig, maar uit absolute noodzaak. ‘Ik liep het risico op een gedwongen opname. Toen ben ik me de vragen gaan stellen: Wie ben ik? Wie wil ik zijn? Ik zag namelijk dat het niet overlapte.’
(On)vertelde verhalen
K. bleek haar angsten overgeërfd te hebben van haar moeder, dat heet een intergenerationeel trauma. Bij zo’n intergenerationeel trauma krijgen de nakomelingen een trauma van hun (groot)ouders over, wat effect heeft op hun mentale en fysieke gezondheid. De kinderen van de getraumatiseerde generatie zouden gevoeliger kunnen zijn aan stress en zich vaker onveilig voelen.
Kinderen van Holocaustoverlevers bleken akelige nachtmerries en levendige herinneringen te hebben aan trauma’s die hun ouders overkomen waren.
‘Trauma is deels overerfbaar. Het heeft een effect op de epigenetica. Trauma is dus af te lezen in onze genen’, vertelt psychiater Ruud van Winkel. Bepaalde genen kunnen dus meer of minder tot expressie komen door wat onze (voor)ouders meemaakten.
Een andere manier waarop (groot)ouders gebeurtenissen overdragen aan hun nakomelingen is psychologisch. Van Winkel legt uit: ‘De ene generatie voedt de volgende op en daar horen ook verhalen bij over wat ze hebben meegemaakt.’
Hoewel het niet enkel de verhalen zijn die ingrijpende gevolgen hebben. Uit een recent onderzoek van psychiater Patricia Dashorst blijkt dat intergenerationeel trauma ook wordt doorgegeven door onvertelde verhalen. Kinderen van Holocaustoverlevers bleken akelige nachtmerries en levendige herinneringen te hebben aan trauma’s die hun ouders overkomen waren. Zelfs wanneer die verhalen onbespreekbaar waren thuis, reconstrueerden kinderen zelf een verhaal en de daaraan verbonden herinneringen om te begrijpen waarom hun ouders bepaald gedrag vertoonden.
De Spaanse bezetting in Marokko
© Fayrouz
Door diep te graven in het verleden van haar ouders vond K. na zes jaar een antwoord op de vragen waar ze mee zat. K. is opgegroeid in een gezin van tegenpolen. Terwijl haar moeder angstvallig vasthield aan haar kinderen was haar vader eerder koel.
‘Hij kon ook niet om met de grote emoties van mijn moeder en nam daar vaak afstand van. Dat heeft hij weer van zijn eigen moeder.’
Hier begint het verhaal écht, bij K.’s grootmoeder langs vaders kant. Zij leefde in het Marokkaans bergdorpje Sidi Ifni, dat onder Spaanse bezetting (1912-1956) viel. Bij het verdrag van Fez (1912) werd Marokko verdeeld tussen Frankrijk en Spanje. Spanje kreeg vooral het noorden, maar ook een stukje in het zuiden rond de kuststad Sidi Ifni.
‘Daar woonde mijn moeder bij haar schoonouders terwijl mijn vader in een fabriek in België werkte. Er heerste toen straffeloosheid en dat ging gepaard met een gevoel van onveiligheid: je moest jezelf zien te beschermen tegen de buitenstaander. Er werden vrouwen ontvoerd en verkracht.’
Hoewel er weinig onderzoek is gedaan naar de impact van de Spaanse bezetting in Sidi Ifni, is het aannemelijk dat het onveiligheidsgevoel hoog was. Er waren namelijk al verschillende Spaanse kolonialistische oorlogen gevoerd op Marokkaans grondgebied en in Sidi Ifni was er een militaire basis geïnstalleerd.
Koloniaal trauma
De impact van het kolonialisme was op alle vlakken ontwrichtend, volgens de Amerikaanse Mary-Louise Pratt, die kolonialisme onderzoekt aan de universiteit van New York. Ook de effecten op het rechtssysteem waren ontwrichtend. Kolonialisme was een beschavingsopdracht die alle gekende, lokale systemen uitwiste om nieuwe gebruiken en wetten te introduceren.
K. vertelt verder: ‘Als vrouw was je een vogel voor de kat, want hoe kon je bewijzen dat een ongewenste zwangerschap uit een verkrachting voortkwam? En zelfs als je het wel kon bewijzen waren er geen consequenties aan verbonden. Mijn grootmoeder zal van nature wel een koele vrouw zijn geweest, maar in deze context kwam haar hardheid nog meer tot uiting.’
‘Mijn grootmoeder moet mijn moeder gezien hebben als een buitenstaander.’
De wetenschappelijke literatuur beschrijft koloniaal trauma als een complex en continu trauma als gevolg van kolonialisme. In gekoloniseerde gemeenschappen zijn de mentale en fysieke gevolgen van posttraumatisch stressstoornis (PTSS) ook meer aanwezig.
Dat weet ook K. nu. ‘Vrouwen moesten hard zijn om zich te wapenen tegen de vijand en lieten ook heel weinig mensen toe buiten hun eigen gezin. Mijn grootmoeder langs vaders kant was heel gekend in het dorp om haar eigenzinnigheid. Zij had zelf veel meegemaakt en runde het huishouden volgens eigen hiërarchische standaarden. Ze moet mijn moeder ook als zo’n buitenstaander hebben gezien die gevaar met zich meebracht. Zo behandelde ze haar in ieder geval.’
Je mag nooit zwakte tonen
Op het moment dat de moeder van K. voor het eerst zwanger was, kreeg ze bezoek van haar eigen moeder. Het was een lange reis die ze door omstandigheden niet snel opnieuw kon maken. Ze zou de bevalling van haar dochter niet bijwonen en vroeg daarom aan de schoonmoeder om goed voor haar dochter te zorgen.
De twee grootmoeders namen afscheid van elkaar. Een paar maanden later beviel de moeder van K. en negeerde iedereen haar. Haar schoonmoeder vroeg ook aan de andere schoondochter in huis om niet binnen te gaan in de kamer waar K.’s moeder bevallen was. Eerst dacht K.’s moeder dat ze haar tegen de ochtend zouden bezoeken, maar als er de volgende avond nog altijd niemand kwam kijken, dwong ze zichzelf op te staan en een soep klaar te maken uit angst dat haar melkproductie niet op gang kwam.
© Fayrouz
‘Waarom mijn grootmoeder haar genegeerd heeft tijdens haar bevalling terwijl ze zich in hetzelfde huis bevond, weet ik niet. Er is nooit over gepraat.’
Toch probeert K. te begrijpen wat er is gebeurd. Voor haar zou de enige verklaring haar grootmoeders trots kunnen zijn. ‘Niemand hoefde haar te vertellen wat ze moest doen. Dat is heel hard en dat heeft mijn moeder echt gebroken.’
Zes jaar geleden hoorde K. dit verhaal voor het eerst en begreep ze waar de angst van haar moeder vandaan kwam, maar tegelijk zag ze ook andere patronen. Zwakte tonen is iets wat nooit mocht gebeuren, vooral niet in een omgeving die als onveilig aanvoelde door traumatische gebeurtenissen.
‘Ze moest altijd hard zijn. Dat is juist wat ik zo bewonder aan mijn moeder: dat ze nooit hard is geworden.’
Op zoek naar een evenwicht
Voor het eerst wellen er tranen op in de ogen van K. die de rest van het verhaal, zelfs de pijnlijkste details, met afstand heeft verteld.
‘Mijn moeder blijft goedheid uitdragen. Ik vind het soms moeilijk om dat ook te doen. Hoe vecht je daar tegen als je weet dat het overal is? Als ik die hardheid in mezelf herken, heb ik bijna een existentiële crisis.’
Voor K. is elke dag een strijd om patronen te doorbreken: ‘Waar trek ik mijn grens? Hoe ver laat ik mensen toe? Laat ik ze überhaupt toe? Hoe kijk ik naar relaties? Naar de relatie met mijn zus, met mijn vriendinnen? Dat is puzzelen.’
‘Mensen met trauma reageren in een neutrale context alsof die bedreigend is.’
Volgens de eerste onderzoeksresultaten van psychiater Ruud van Winkel hebben mensen met traumatische ervaringen een verhoogd gevoel van onveiligheid. ‘We hebben dat getest door mensen aan hoge snelheid een reeks gezichten met verschillende gezichtsuitdrukkingen te tonen. Sommige gezichten waren bedreigend, andere neutraal.’
In zo’n korte tijd is het onmogelijk om de gezichtsuitdrukkingen bewust in te schatten. Er gaat een automatische respons naar de hersenen en die vertelt ons of iets veilig of onveilig is.
‘Nu blijkt dat mensen met trauma dat onderscheid moeilijker kunnen maken, hun hersenen reageren op een neutrale context alsof die bedreigend is.’ Als die mensen hun veilige omgeving verlaten, verliezen ze de controle, omdat ze zich in een nieuwe omgeving bevinden waarin ze kwetsbaar zijn en hun inschattingsvermogen vermindert. Het kan daardoor beangstigend zijn om met andere mensen de verbinding aan te gaan.
Hard versus zacht
Zo liet ook K. moeilijk mensen toe, want dat zou gevaarlijk kunnen zijn. Sinds ze in therapie is probeert ze zich steeds meer op een veilige manier tot anderen te verhouden.
‘Je kan wel kleine stappen nemen in je eigen bewustzijn om ervoor te zorgen dat die patronen niet meer overwegend negatief zijn. Dat waren ze vroeger wel. Alles was negatief, want in mijn hoofd moest ik op alles voorzien zijn.’
Zes jaar later heeft K. haar studies hervat. Ze neemt deze geschiedenis mee in haar holistische benadering van de geneeskunde: ‘Je bent als mens meer dan je fysiologie. Ik ga een arts zijn die altijd de mens ziet. We zijn niet enkel deeltjes in het economische rad. Het is makkelijker om een pil voor te schrijven dan tijd te geven aan een patiënt.’
Hoewel K iemand is die met veel zorg en nuance dit verhaal vertelt, zonder oordeel, is ze ook iemand die een aantal dingen zeker weet. ‘Ik zou mijn zachtheid voor geen geld ter wereld willen opgeven, want dat verbindt mij met mezelf, met de ander, met mijn moeder.’
In deze reeks spreekt Aya Sabi met vijf mensen die dagelijks de gevolgen van het intergenerationele trauma in hun familie ervaren. Waar begint onze pijn en wat kunnen we doen als we zwetend wakker worden van nachtmerries die niet de onze zijn? Dit verhaal van K. is het derde in de reeks.