ABVV-topvrouw Miranda Ulens: ‘De werkende mens is voor mij de held van het jaar’

Interview

Dag van de Arbeid: ‘De essentiële werkers houden de wereld mee overeind’

ABVV-topvrouw Miranda Ulens: ‘De werkende mens is voor mij de held van het jaar’

ABVV-topvrouw Miranda Ulens: ‘De werkende mens is voor mij de held van het jaar’
ABVV-topvrouw Miranda Ulens: ‘De werkende mens is voor mij de held van het jaar’

'Durft iemand nog zeggen dat er niet meer geld naar de sociale zekerheid mag gaan?' Volgens ABVV-voorzitster Miranda Ulens is het duidelijk, ons socialezekerheidssysteem werkt. Meer nog: het is een van de beste ter wereld.

© Bart Dewaele

ABVV-voorzitster Miranda Ulens

© Bart Dewaele

We hebben meer solidariteit en een sterkere sociale zekerheid nodig. Als de huidige crisis ons iets leert, is het dát, volgens ABVV-voorzitster Miranda Ulens. ‘We gaan oplossingen vinden door onze inspanningen samen te brengen. Niet door de wereld op te splitsen.’

Het wordt een bijzondere 1 mei dit jaar. De eerste keer in 76 jaar dat socialisten niet samen door de straten en pleinen kunnen lopen om een betere wereld te eisen voor de arbeidende mens. Mensen zullen rode doeken uit vensters hangen of de Internationale zingen op sociale media. ‘Maar dat is natuurlijk niet hetzelfde als mensen die samen komen. Het echte feest zal voor volgend jaar zijn, als we weer dichtbij elkaar kunnen komen’, zegt Miranda Ulens, voorzitster van het Vlaams ABVV.

Dat belet niet dat het spannende tijden zijn op sociaal vlak en dat er veel op het spel staat. De coronacrisis gooit de dingen danig overhoop, de gezondheidscrisis werd een economische crisis die de zaken in een ander perspectief plaatst. Plots moeten de overheid én de gezondheidszorg én de sociale zekerheid én de essentiële werkers de wereld overeind houden. De globalisering stokt ten dele. Is dit een tijd om van te leren en om het systeem fundamenteel bij te stellen?

Hoe schat u de coronacrisis en onze reactie daarop in?

Miranda Ulens: Er zijn intussen één miljoen tijdelijk werklozen. Intussen vernemen we dat sommige kleine ondernemingen laten weten dat ze het niet zullen halen, en dat ze zeker niet iedereen terug gaan kunnen tewerkstellen. Nogal wat mensen zullen dus gewoon in de werkloosheid belanden.

Maar anderzijds moet je zeggen dat onze Belgische sociale zekerheid nu eens te meer haar nut bewijst. We hebben er lang voor gevochten, er heel lang voor gespaard en aan gebouwd, maar het bewijst nu toch wel dat het een van de beste systemen ter wereld is. Ik zei het deze week nog op een bijeenkomst van het Europees Vakverbond (EVV): Belgium is geen hellhole, integendeel. We hebben een zeer goede gezondheidszorg die toegankelijk is voor iedereen en die deze crisis aankan.

Ons systeem van tijdelijke werkloosheid deed het zeker ook niet slecht. Natuurlijk, het gaat voor velen gepaard met inkomensverlies. Daarom worden mensen er ook niet rijker van zoals Pieter Timmermans, gedelegeerd bestuurder van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), ten onrechte suggereerde. En het systeem biedt nog meer mogelijkheden.

‘Ik denk dat niemand nu nog zal durven zeggen dat er niet méér geld naar de sociale zekerheid mag gaan.’

Hoezo?

Miranda Ulens: Je zou nog andere takken van ons systeem kunnen aanspreken in de strijd tegen de gevolgen van de coronacrisis. Verplegers die te hard moeten werken, die dubbele shiften hebben moeten draaien en veel menselijk leed hebben moeten aanzien, zullen misschien wel een burn-out riskeren. Burn-out zou eindelijk erkend moeten worden als beroepsziekte en moet je kunnen financieren via het Fonds voor Beroepsziekten. Extra ouderschapsverlof kan ingezet worden voor ouders die gedwongen thuis moeten blijven.

Zal dat geen financiële krater creëren in het systeem?

Miranda Ulens: Er was natuurlijk al sterk in de financiële middelen van het systeem geknipt. Onze sociale zekerheid was een donut geworden omdat er onder de vorige regering minder overheidsmiddelen naartoe gingen, omdat de werkgeversbijdragen door de vorige regering met zeven procentpunt waren verminderd en omdat de inkomsten daalden door de groei van alternatieve verloningssystemen.

Maar ik denk dat niemand nu nog zal durven zeggen dat er niet meer geld naar de sociale zekerheid mag gaan. We moeten het systeem aanpassen voor de toekomst, samen met de sociale partners en de politiek.

‘We willen in elk geval geen herhaling van de bankencrisis, waar achteraf de werknemers het gelag betalen.’

Is er bereidheid om het systeem robuuster te maken? Zijn er partners om een nieuw pact te bouwen?

Miranda Ulens: Ik denk wel dat er verandering in mentaliteit is nu, een omslag naar meer solidariteit. Solidariteit is een werkwoord, zei Achilles Van Acker destijds. De tijdsgeest is misschien wel veranderd en dat laat toe om oplossingen te vinden met nieuwe brede coalities.

Een voorbeeld. De maatwerkbedrijven konden eigenlijk niet worden opgenomen in de tijdelijke werkloosheid. We hebben dan via Meryem Kitir, de fractieleidster van de sp.a in de Kamer, een oplossing voorgesteld in het parlement en daar heeft zich een heus front gevormd dat ervoor heeft gezorgd dat ook die groep nu kan terugvallen op het stelsel van tijdelijke werkloosheid.

Natuurlijk, zodra het over centen gaat, wordt de discussie moeilijker. Maar over drie pistes moet een compromis mogelijk zijn: ervoor zorgen dat op alle tewerkstelling sociale bijdragen worden betaald, meer alternatieve inkomsten door kapitaal (de roerende voorheffing, een verbreding van de bijzondere bijdrage op de sociale zekerheid of andere mechanismen) meer te laten bijdragen, en finaal een overheid die steeds garant staat om de rekeningen te laten kloppen via een evenwichtsdotatie.

We willen in elk geval geen herhaling van de bankencrisis. Daar waren de banken ook blij dat ze gered werden maar achteraf was het zo snel mogelijk weer business as usual en moesten de werknemers het gelag betalen.

‘Als we willen dat de jongere generatie nog gelooft in de EU, dan moet die ook een sociale dimensie krijgen.’

Eurobonds

Wat moet er dan nu gebeuren?

Miranda Ulens: Op Europees vlak worden de grote lijnen vastgelegd. Wij zijn voor eurobonds die volgens ons een goed middel zijn om solidariteit te organiseren. Daarnaast willen we de begrotingsregels bijsturen: we vinden dat investeringen in openbare diensten en sociale zekerheid niet meer in de strenge begrotingsregels mogen worden opgenomen.

Tenslotte vinden we dat SURE, de leningen die de Europese Commissie nu aanbiedt om systemen van (tijdelijke) werkloosheid in de lidstaten te ondersteunen, verder uitgebouwd moet worden. Het moet duurzaam uitgebouwd worden in de richting van een sociaal Europa, met een Europese werkloosheidsverzekering en er moeten ook mogelijkheden worden geschapen voor arbeidsduurverkorting. Als we willen dat de jongere generatie nog gelooft in de EU, dan moet die ook een sociale dimensie krijgen.

Worden jullie gehoord in de EU?

Miranda Ulens: Het Europees Vakverbond heeft toch wel toegang.

Ik hoor vaak zeggen dat het Europees Vakverbond (EVV) weinig slagkrachtig is.

‘Grote winnaars van deze crisis, zoals Amazon of Zoom, moeten eindelijk hun steen bijdragen.’

Miranda Ulens: We moeten een tegenmacht uitbouwen die kan wegen op het Europees beleid. Ik heb op de laatste bijeenkomst van het Europees Vakverbond een wil gevoeld, een momentum om dat sociaal Europa te maken. Zonder de ecologische dimensie uit het oog te verliezen. Dat moet ook op wereldniveau gebeuren en we zijn ervan overtuigd dat vakbondsmensen hier de kar of de trein moeten trekken. Die wil is er.

Wij werken ook via de Belgische verkozenen in het Europees Parlement, al luisteren die natuurlijk niet allemaal even goed naar ons. Wij willen dat de meerjarenbegroting van de EU wordt uitgebreid tot twee procent van het Bruto Europees Product (BEP).

Dat is nodig om dat sociale en solidaire Europa mee vorm te geven en een Europees herstelfonds te financieren. Dat kan gefinancierd worden door een digitaks waarbij de grote winnaars van deze crisis, zoals Amazon of Zoom, eindelijk hun steen – ik heb het bewust niet over een steentje – moeten bijdragen. Het geld halen waar het effectief zit. Solidariteit betekent dat elkeen bijdraagt naar vermogen. We denken daarom ook aan een taks op financiële transacties.

De Europese begroting naar 2 procent van het BEP is haast een verdubbeling van het huidige niveau. Is daartoe enige bereidheid?

Miranda Ulens: Duitsland trekt sterk aan de kar. Merkel zou erachter staan. De Duitse vakbondskoepel, de Deutsche GewerkschaftsBund, ook. Onderschat ook België niet, ook al is het dan verzwakt met zijn speciale volmachtenregering.

Het mag duidelijk zijn dat dit voor mij de kern is van een nieuw sociaalecologisch pact: meer middelen voor sociale bescherming, Europese solidariteit tussen de lidstaten en een meer progressieve fiscaliteit.

Wat houden die ecologische klemtonen precies in? Laat ons eens concreet worden. De voormalige Europese klimaatchef, Jos Delbeke, pleitte bij MO* voor een koolstoftaks (nu de brandstofprijzen zo laag liggen) en voor een belasting op kerosine in ruil voor de redding van de luchtvaart.

Miranda Ulens: Het is een niet te verantwoorden anomalie dat kerosine niet wordt belast. Wat niet betekent dat ik geen oog heb voor de moeilijke situatie waarin de luchtvaartsector (nu) verkeert. We staan ook achter een koolstofgrensbelasting zoals in de Europese Green Deal werd aangekondigd, zodat je een gelijk en rechtvaardig speelveld oplegt aan iedereen. En het is zeer wenselijk dat het openbaar vervoer, in de eerste plaats het spoor, verder wordt uitgebouwd.

Moet er in jullie toekomstvisie iets veranderen aan de globalisering? Moeten we bijvoorbeeld meer een industrieel beleid voeren?

Miranda Ulens: We moeten de eigen industrie kansen geven, vergroenen en klimaatvriendelijker maken, ja. Daartoe moeten we voldoende in onderzoek en ontwikkeling investeren evenals in het technisch onderwijs. Zoals gezegd kan een koolstofheffing ervoor zorgen dat we minder tewerkstelling laten wegvloeien en er hier wordt geïnvesteerd in onze industrie.

‘Met protectionisme gaan we er niet komen’

Deze crisis heeft getoond dat we ook voor essentiële producten erg afhankelijk zijn van China. Is dat voor u een reden om de globalisering wat terug te schroeven? In China bestaat trouwens geen vrijheid van vereniging.

Miranda Ulens: Als je spreekt over een sociaalecologisch pact dan heb je daar de hele wereld bij nodig. Je gaat het klimaatprobleem niet oplossen zonder China. Je gaat de migratieproblematiek niet aanpakken zonder Afrika. U terugplooien op uw eiland helpt niet. Met protectionisme gaan we er niet komen. We gaan oplossingen vinden door onze inspanningen samen te brengen. Niet door de wereld op te splitsen.

‘Wij zijn voor een globalisering waar sociale regels even sterk verdedigd worden als de handelsregels.’

Dat wil niet zeggen dat we open grenzen willen of gesloten grenzen. Migratie moet gecontroleerd en menswaardig gebeuren. Natuurlijk proberen wij kinderarbeid te bannen in de kledingsector, en is het wenselijk dat consumenten verder kijken dan alleen maar de kostprijs van het product. Maar de toepassing van de regels van de Internationale Arbeidsorganisatie(IAO) is op dat vlak effectiever.

Wij zijn niet tegen globalisering maar voor een andere globalisering waar sociale regels even sterk verdedigd worden als de handelsregels. Daarom blijven wij ervoor gewonnen dat de Wereldhandelsorganisatie de vijf fundamentele IAO-normen (zie kader) opneemt.

De vijf fundamentele IAO-normen

  1. Het verbod op dwangarbeid

  2. Het recht op vakbondsvrijheid

  3. Het recht van organisatie en collectief overleg

  4. Het verbod op discriminatie inzake tewerkstelling en verloning

  5. Het respecteren van de minimumleeftijd voor kinderarbeid

Zoals gezegd China heeft geen vrijheid van vereniging wat een van de vijf fundamentele IAO-normen is. En de WTO beslist in consensus: dus als China niet meewil, krijg je ook die sociale dimensie niet in de WTO. Moet de EU dan uit de WTO stappen?

Miranda Ulens: Dat zeg ik niet, maar respect voor de fundamentele arbeidsregels blijft wel iets waar we naar zullen blijven streven.

Voel je eigenlijk bij andere partners enige bereidheid om zo’n nieuw pact uit te bouwen?

Miranda Ulens: Niets is zeker. Je hoort ook heel andere geluiden. Sommigen zoals Marc Devos grijpen de crisis aan om te pleiten voor ongebreidelde flexibiliteit, een België 3.0. Terwijl wij erop wijzen dat de economie draait om de mensen die het werk doen. De werkende mens is voor mij de held van het jaar en solidariteit is het woord van het jaar. Nu al. Ik heb nog bij Luc Huyse gestudeerd hé, en eigenlijk bots je dan toch weer op dezelfde oude breuklijnen. En ik ben niet zeker dat we die gaan kunnen overstijgen en een nieuw compromis vinden.

Levert de crisis jullie nieuwe leden op?

Miranda Ulens: Door het systeem van tijdelijke werkloosheid krijgen we nieuwe leden, maar dat is niet per se blijvend. Tien jaar geleden, tijdens de financiële crisis, was ik vakbondsverantwoordelijke in de financiële sector. Toen kwamen de mensen op ons af en zegden ze op ons te rekenen. Tijdens de onderhandelingen hadden we ze mee. Ik denk dat mensen in zo’n omstandigheden voeling krijgen met oplossingen waarbij de welvaart rechtvaardiger verdeeld wordt. Misschien kan dat nu ook.

‘Als jongeren van achttien nu een mooi gebit hebben, is het omdat tandzorg tot achttien jaar gratis is.’

Een van mijn eerste tussenkomsten als voorzitster van het Vlaams ABVV was trouwens om veel meer aandacht voor de sociale zekerheid te hebben in ons onderwijs. Zodat mensen beseffen waar al die belastingen en sociale bijdragen voor dienen. Het is een van de grote realisaties van onze samenleving. Als jongeren van achttien nu een mooi gebit hebben, is het omdat tandzorg tot achttien jaar gratis is.

Geneesmiddelen zijn betaalbaar. Dat is een recht, zeker, maar het is geen evidentie. Kijk naar de Verenigde Staten. We voelen nu wel veel tekenen van hoop, van respect, van solidariteit. Ook op sociale media, al ben ik niet naiëf: ik weet welke partijen zwaar inzetten op sociale media.

U doelt op het Vlaams Belang, de partij lijkt niet erg aanwezig tijdens deze crisis? Voelen jullie het groeiende succes van de partij bij jullie leden? Hoe gaan jullie daarmee om?

Miranda Ulens: Onze “troepen” in die strijd zijn onze délégués die de mensen nu elke dag helpen met hun tijdelijke werkloosheid. Waardoor mensen een inkomen behouden. En onze juridische dienst die mensen bijstaat als er problemen zijn. Misschien loopt dat niet allemaal perfect omdat we de voorbije weken enorm bevraagd zijn geworden, maar wij maken toch mee concreet het verschil voor de mensen. Het kan een zaadje zijn. We blijven bij ons verhaal dat je door mensen te verdelen jezelf verzwakt, en dat we sterker staan als we allemaal samen staan.

Wij hebben anderhalf miljoen leden waarvan bijna 800.000 in Vlaanderen. Het Vlaams Belang maakt leep gebruik van de sociale media. Ze hebben bovendien de eis van onze vorige voorzitter, Rudy De Leeuw, voor een pensioen van 1500 euro overgenomen, ook al was totaal niet duidelijk hoe ze dat zouden financieren.

Hun verhaal is simpel: het is de fout van de migrant als we het niet kunnen betalen. Maar dat is niet waar. Wij moeten de mensen overtuigen met ons links verhaal, dat onderwijs en zorg voor iedereen toegankelijk moeten zijn, dat we de welvaart rechtvaardig moeten verdelen, dat iedereen gelijk behandeld moet worden en dat de werknemers sterker zijn als ze samen staan. Wij moeten hen ook op het terrein van de sociale media van antwoord dienen.