Verzet in Myanmar: ‘Mijn naam is het wapen waarmee ik mij tot op het laatst verdedig’

Interview

Activiste Thinzar Shunlei Yi over de strijd tegen een militaire dictatuur, corona en crisis

Verzet in Myanmar: ‘Mijn naam is het wapen waarmee ik mij tot op het laatst verdedig’

Verzet in Myanmar: ‘Mijn naam is het wapen waarmee ik mij tot op het laatst verdedig’
Verzet in Myanmar: ‘Mijn naam is het wapen waarmee ik mij tot op het laatst verdedig’

Het protest in Myanmar is méér dan verzet tegen de militaire junta, zegt activiste Thinzar Shunlei Yi. Ze moet zich al sinds maart schuilhouden, maar blijft strijdvaardig en schreef een boek over haar ervaringen. ‘Wij, de jongere generatie en onze manier van denken, zijn de stuwende kracht van deze beweging.’

© STR / AFP

In Myanmar blijven mensen opstraat komen tegen de staatsgreep, zoals recent op 14 juli. Maar prominente activisten moeten onderduiken.

© STR / AFP

Thinzar Shunlei Yi betaalt een hoge prijs voor het verzet dat ze voert tegen de militaire junta in Myanmar. De activiste houdt zich al sinds maart noodgedwongen schuil, maar ze blijft strijdvaardig. Want waar de jonge actievoerders vandaag voor staan, zegt ze, is méér dan protest tegen de staatsgreep. Het is een revolutie die moet breken met het verleden. ‘Wij, de jongere generatie en onze manier van denken, zijn de stuwende kracht van deze beweging.’

Update 21 oktober 2021

Myanmar zal meer dan vijfduizend mensen vrijlaten die gearresteerd en vastgehouden werden omdat ze protesteerden tegen de militaire staatsgreep in februari 2021. Dat heeft generaal Min Aung Hlaing bekendgemaakt. Er werden intussen al verschillende honderden gevangenen vrijgelaten.

Volgens de Assistance Association for Political Prisoners (AAPP), een lokale belangenorganisatie die de arrestaties volgt, worden momenteel meer dan 7.300 politieke gevangenen vastgehouden, waaronder dokters, verkozen politici, journalisten en betogers. Thinzar Shunlei Y houdt zich nog steeds schuil en schreef onlangs een boek samen met Frans journalist Guillaume Pajot dat in november verschijnt.

‘We zullen vechten tegen de dictatuur tot onze laatste adem.’ Die boodschap plaatste Thinzar Shunlei Yi (29) enkele uren na de staatsgreep van 1 februari op Facebook. Vanuit haar schuilplaats kunnen we spreken met de 29-jarige activiste; ze laat haar gedachten gaan over de vijf maanden die sindsdien zijn verstreken. Vijf maanden die een heel leven lijken. Af en toe wordt haar woordenstroom door stiltes onderbroken, dan vecht ze tegen haar tranen.

Kelsey Brannan, ECA/PASC, U.S. Department of State (CC BY 2.0)

In 2016 ontving Thinzar Shunlei Yi de Emerging Young Leaders Award van de Amerikaanse overheid.

Kelsey Brannan, ECA/PASC, U.S. Department of State (CC BY 2.0)

Thinzar Shunlei Yi was de afgelopen jaren een bekend gezicht in Myanmar, nadat fragiele hervormingen meer vrijheid toestonden. Ze was een vooraanstaand mensenrechtenactiviste en de populaire gastvrouw van een talkshow voor jongeren op de lokale zender Mizzima.

Via het Actiecomité voor de Ontwikkeling van Democratie zette ze zich met allerlei campagnes en activiteiten in voor de vrijheid van meningsuiting, en voor gelijke rechten voor iedereen in Myanmar, ongeacht hun etnische en religieuze achtergrond. ‘Activiste worden was het moeilijkste wat ik ooit in mijn leven deed’, zegt ze.

Shunlei komt uit een familie van militairen. Haar vader was tot twintig jaar geleden kapitein in de Tatmadaw, het leger van Myanmar. Ook van moederskant zijn er connecties met de militairen. Shunlei omschrijft haar gezin als typisch Birmaans-boeddhistisch, behorend tot de elite die binnen de instellingen al decennia de dienst uitmaakt. ‘Gelukkig had mijn vader een open, progressieve geest. Hij voedde me op om onafhankelijk en sterk te zijn.’

Maar de legerachtergrond liet ook zijn sporen na. ‘Mijn vader is nog van een generatie die als patriot geloofde in een leger dat tegen de Britse overheersers had gevochten en dat het landsbelang diende.’

Zo groeide Shunlei met haar broer en zus op in de wereld van de Tatmadaw. Een staat in de staat, met eigen scholen en ziekenhuizen. ‘Ik was geprivilegieerd en iedereen om me heen was dat ook. We dachten allemaal even kritiekloos.’

‘Kwaadaardige mensen’

‘Ik was geprivilegieerd en iedereen om me heen was dat ook. We dachten allemaal even kritiekloos.’

Shunleis leven veranderde drastisch toen haar vader rond 2010 een burgerfunctie kreeg in de voormalige hoofdstad Yangon.

Het meisje volgde in Yangon een opleiding tot lerares, maar deed er eerst vrijwilligerswerk in kloosterscholen en een weeshuis. Haar kijk op de samenleving kwam volledig op zijn kop te staan.

‘De weeskinderen die ik ontmoette kwamen uit etnische gebieden waar het leger oorlog voerde. Hun ouders waren vermoord’, zegt ze met hoorbare emotie in haar stem. ‘Het schokte me diep. Ik was grootgebracht met het idee dat de minderheden kwaadaardige mensen waren, uit op de vernietiging van de staat. Maar dat veranderde toen ik de gezichten van die kinderen zag.’

Door haar vrijwilligerswerk leerde ze activisten kennen. Voor het eerst in haar leven hoorde ze de verhalen van mensen die het leger haten. Het waren de jaren dat Myanmar iets meer vrijheden kreeg, onder een regering van ex-militairen.

Wakker geschud sloot ze zich aan bij de maatschappelijke organisaties die toen werden opgericht. Ze leerde over genderkwesties en burgerrechten. Ze volgde Engelse les in het American Centre en deed via sociale media internationale contacten op met gelijkgestemden.

Geen terugkeer mogelijk

Geruchten over een staatsgreep deden het afgelopen jaar wel vaker de ronde, maar net als de meeste anderen wuifde Shunlei die weg. Het leger had immers nog altijd cruciale macht. En in die door militairen geregisseerde politieke macht leek Aung San Suu Kyi, ondanks haar populariteit, nauwelijks een bedreiging.

Op 1 februari werd ze rond vijf uur ‘s ochtends gewekt door haar vader. ‘Ik kon het niet geloven. Ik dacht dat hij een grapje maakte’, zegt Shunlei. Toen pas zag ze de talloze gemiste telefoontjes en berichten op haar mobieltje. Ze is als geroutineerd activiste verbonden met netwerken over de hele wereld. ‘Is het waar wat we horen?’ en ‘denk aan je veiligheid’, schreven haar contacten. Reageren kon die eerste uren niet meer. De junta had de telecomverbindingen platgelegd.

De staatsgreep door de ervaren generaal Min Aung Hlaing bracht Myanmar na een decennium van fragiele hervormingen in één klap terug naar dictatuur en onderdrukking. ‘Het voelde alsof ik in een diepe put viel, waar ik in complete duisternis zocht naar licht, hoe klein ook.’ Ze besefte dat er iets gebeurd was dat onomkeerbaar was. ‘No return, no U-turn.’

Later op de dag bleek dat medeactivisten, journalisten en vrienden in die vroege uren van 1 februari al waren gearresteerd. Net als Adviseur van Staat Aung San Suu Kyi en andere kopstukken uit de Nationale Liga voor Democratie, die in november 2020 de verkiezingen met ruime meerderheid had gewonnen.

De junta verkondigde dat de ingreep nodig was om de orde in het land te herstellen. Bij de stembusgang zou fraude zijn gepleegd, maar bewijs daarvoor werd niet geleverd.

Kat-en-muisspel met militairen

Kritiek en intimidatie door haar uitgesproken meningen was Shunlei wel gewend. ‘Maar nu kwam het er des te meer op aan. Ik moest mijn stem publiekelijk laten horen.’

‘We wisten dat de militairen ons zouden doden als we de straat op zouden gaan. Zo opereert dit leger immers.’

Toch voerde ze met medeactivisten nog een week lang intense discussies over wat ze zouden doen. ‘De verantwoordelijkheid voor de mogelijkheid dat anderen ons in demonstraties zouden volgen, woog zwaar. We wisten dat de militairen ons zouden doden als we de straat op zouden gaan. Zo opereert dit leger immers.’

7 februari 2021, de eerste dag van het protest, staat voorgoed in haar geheugen gegrift. Er was al een volksmassa op de been, zo ver het oog reikte, tot aan de stoepa van de Sule Pagode (een van de bekendste boeddhistische heiligdommen in Yangon, red.) in het centrum van Yangon, de grootste stad van Myanmar. ‘Zo veel mensen die zich spontaan verzameld hadden. Toen ze ons als jonge vrouwen voorop zagen gaan, liepen er nog veel meer mee. Overal was de steun van mensen overweldigend. Er was zo veel solidariteit.’

Het kat-en-muisspel, om uit handen van de militairen te blijven, werd steeds groter. Al snel verliet ze haar thuis en verkaste ze voortdurend naar andere verblijfplaatsen. Nergens was het veilig. ‘Nog steeds heb ik nachtmerries waarin ik achterna word gezeten door politie en word opgepakt.’

Al zeker 929 doden

Volgens de Assistance Association for Political Prisoners (AAPP), een lokale organisatie van ex-politieke gevangenen, doodden veiligheidstroepen sinds 1 februari 929 burgers. Daaronder zijn zeker 40 kinderen.

Ruim 5000 mensen zitten vast, en 22 gearresteerden zijn tijdens hun gevangenschap door martelingen overleden. Op 1963 andere burgers wordt nog jacht gemaakt. Honderden anderen worden vermist. In de huidige omstandigheden is het onmogelijk de precieze aantallen slachtoffers vast te stellen.

Half maart moest Shunlei vluchten uit Yangon. Haar plek op de opsporingslijst van de junta was te prominent geworden.

Vanuit haar schuilplaats, ver van de grote steden in Centraal-Myanmar, ziet ze hoe de massale demonstraties zijn verworden tot flashmobs. Er vormen zich ook gewapende burgergroepen.

Kelsey Brannan, ECA/PASC, U.S. Department of State (CC BY 2.0)

Thinzar Shunlei Yi uit Myanmar: ‘We zullen vechten tegen de militaire dictatuur tot onze laatste adem.’

Kelsey Brannan, ECA/PASC, U.S. Department of State (CC BY 2.0)

Ondertussen laat ze via Signal, Telegram, Twitter, Facebook en Viber van zich horen, om ervoor te zorgen dat haar land niet vergeten wordt. ‘We zijn verbonden met de rest van de wereld. We hebben meer gereedschap dan de generaties voor ons die in opstand kwamen tegen de militairen, zoals sociale media en internationale solidariteit. En ik gebruik nog steeds mijn eigen naam. Dat is het wapen waarmee ik mij tot op het laatst zal verdedigen.’

Aung San Suu Kyi

Myanmar verkeert in een zware economische en humanitaire crisis. De helft van de bevolking stevent af op armoede. Stakingen tegen het bewind leggen grote delen van het land plat. Onderwijs en gezondheidszorg zijn ingestort.

In gebieden van etnische minderheden laaien gevechten verder op. Tienduizenden burgers zijn op de vlucht voor bombardementen door het leger en ander oorlogsgeweld. Er is groot gebrek aan eten, medicijnen en onderdak. Hulpverleners krijgen moelijk toegang tot deze ontheemden, door reisrestricties die de overheid hen oplegt en door de slechte veiligheidssituatie.

De prijs voor het verzet tegen de junta is hoog, geeft Shunlei toe. Op sombere momenten denkt ze dat het wel twintig jaar kan duren eer het tij ten goede keert. Maar nog steeds ziet ze ook hoop. ‘Wij, de jongere generatie en onze manier van denken, zijn de stuwende kracht van deze beweging. Het gaat veel verder dan een protest tegen de staatsgreep. Het is een revolutie. Cultureel, politiek, sociaal, ideologisch. We hebben de gedachte van inclusiviteit op de agenda gezet. Alleen daarmee al hebben we gewonnen.’

‘Het gaat veel verder dan een protest tegen de staatsgreep. Het is een revolutie. Cultureel, politiek, sociaal, ideologisch.’

Ze vertelt hoe tijdens haar jeugd Aung San Suu Kyi de vijand was. ‘Het leger haatte haar en ook ik moest destijds niets van haar hebben. Toen ik ontdekte wat voor offers ze bracht, werd ze mijn voorbeeld. Ik idealiseerde haar.’

Maar op die bewondering kwam ze terug. Suu Kyi en haar partij bereikten weinig sinds ze in 2015 een regering vormden waarin ook militairen zaten. Het leger behield de totale controle over de drie machtigste ministeries, en een ondemocratische grondwet garandeerde 25 procent van de zetels in het parlement.

Critici van de autoriteiten werden nog steeds vervolgd. Ook het vredesproces met de etnische minderheden kwam niet op gang. Vooral tegenover de Rohingya, de grotendeels staatloze moslimminderheid, liet Suu Kyi het afweten en nam ze de militairen in bescherming. In 2017 werden door een geweldoperatie van het leger ruim 800.000 Rohingya naar buurland Bangladesh verdreven.

Zelf als Suu Kyi vrijgelaten zou worden, ziet Thinzar Shunlei Yi in haar geen leider. Daarvoor is ze te veel onderdeel van de oude macht.

Perfecte medische storm

Sinds april heeft Myanmar een Nationale Eenheidsregering (NUG), een schaduwregering. Die bestaat uit parlementsleden die door de staatsgreep opzijgeschoven zijn, activisten en leden van de opstandige etnische minderheden. Dat is een opmerkelijke samenhorigheid, gezien de erfenis van decennia van oorlog, dictatuur en een verdeel-en-heersbeleid door de militairen.

Maar oude grieven en uiteenlopende opvattingen en agenda’s compliceren de samenwerking ook. Thinzar Shunlei Yi vindt het een belangrijke stap dat de eenheidsregering de grondwet, die de militairen ontwierpen, afschafte. ‘Ik voer campagne voor internationale erkenning van de eenheidsregering , maar als activiste zal ik haar ook kritisch blijven volgen.’

Shunleis berichtenstroom over demonstraties en schendingen van mensenrechten vermengt zich met informatie over een nieuwe vijand die door het land raast, COVID-19. Zelf kan ze zich op haar geheime locatie redelijk goed beschermen, maar vol ontzetting ontvangt ze nieuws over de anderen. ‘Mijn familie thuis is ook besmet.’

Overal op sociale media zijn noodkreten zichtbaar over het gebrek aan zuurstofflessen en talloze rouwadvertenties voor dierbaren.

Er komen foto’s van lichamen gewikkeld in doeken, bij crematoria. Vvan lange rijen wanhopige wachtenden bij zuurstofflessen. Van vrijwilligers die in hun witte pakken languit en uitgeput op de grond liggen.

Ziekenhuizen moeten patiënten afwijzen, mensen sterven alleen, op straat of op de stoep van een ziekenhuis. Overal op sociale media zijn noodkreten zichtbaar over het gebrek aan zuurstofflessen, en talloze rouwadvertenties voor dierbaren.

Tom Andrews, de speciale VN-rapporteur voor de situatie van de mensenrechten in Myanmar, sloeg begin juli alarm tijdens een vergadering in Genève. ‘Er is een explosie aan besmettingen, ook met de deltavariant, er zijn de ineenstorting van het gezondheidszorgsysteem en het diepe wantrouwen van de bevolking ten aanzien van alles wat met de militaire junta te maken heeft. Samen vormen ze een perfecte storm die zonder noodhulp door de internationale gemeenschap een aanzienlijk verlies van leven in Myanmar kan veroorzaken.’

De VN-rapporteur waarschuwde ook dat gedetineerden in acuut gevaar verkeren, waaronder ook de duizenden politieke gevangenen die sinds de coup vastzitten. ‘Vooral voor diegenen met onderliggende aandoeningen kan detentie een doodvonnis worden.’ Zo overleed op 20 juli U Nyan Win, woordvoerder van Aung San Suu Kyi, aan de gevolgen van corona. Hij raakte besmet in de beruchte Insein-gevangenis in Yangon.

Veel artsen en ander medisch personeel sloten zich aan bij de landelijke campagne van burgerlijke ongehoorzaamheid. Vanuit eigen privéklinieken of ondergrondse netwerken doen zij wat ze kunnen, maar aan alles is er gebrek. De junta beschouwt hun werk als strafbaar. Getuigen verklaren hoe het leger vaccins en zuurstof voor zichzelf houdt.

De ware omvang van de ramp is onduidelijk. Myanmar, met een bevolking van ongeveer 55 miljoen inwoners, test maar nauwelijks. Het vaccinatieplan, dat ook voor de staatsgreep al een enorme klus was, liep onder de militairen zware averij op.

Thinzar Shunlei Yi doet een dringende oproep aan de wereld om Myanmar op de agenda te houden en de druk op de junta op te voeren. ‘Alleen al door COVID en de nieuwe varianten van het virus gaat de situatie in Myanmar ons allemaal aan.’