Na de coup in Niger: ‘De relatie met het Westen is nog steeds van koloniale aard’

Interview

Afrika-experte Mirjam de Bruijn over staatsgrepen in de Sahel

Na de coup in Niger: ‘De relatie met het Westen is nog steeds van koloniale aard’

Na de coup in Niger: ‘De relatie met het Westen is nog steeds van koloniale aard’
Na de coup in Niger: ‘De relatie met het Westen is nog steeds van koloniale aard’

‘Het komt niet meer goed tussen West-Afrika en Frankrijk.’ Dat is de inschatting van hoogleraar afrikanistiek Mirjam de Bruijn (Universiteit Leiden) na de recente reeks staatsgrepen in de Sahel, waaronder die van eind juli in Niger.

De staatsgrepen in de Sahel volgen elkaar in ijltempo op. In Niger vond onlangs de zevende sinds 2020 plaats. Toch is de laatste coup van de Nigerese generaals anders dan de andere, vindt hoogleraar afrikanistiek Mirjam de Bruijn (Universiteit Leiden). ‘Het komt niet meer goed tussen West-Afrika en Frankrijk.’

Niet alleen in Niger, maar ook in Burkina Faso, Mali en Guinee zitten tegenwoordig kapiteins en kolonels aan de knoppen. Meer naar het oosten vonden ook in Soedan en Tsjaad staatsgrepen plaats, in 2021.

Die in Niger van eind juli vormt het sluitstuk: op de landkaart vormt er zich nu een aaneengesloten gordel van landen die ten prooi vielen aan putschisten. De ‘coupgordel’, zo betitelen internationale media de regio intussen.

Internationale gevolgen

Er is reden om te beargumenteren dat dit gewoon business as usual is in West-Afrika. Staatsgrepen zijn er geen uitzondering. En zeker in Niger niet: daar is de coup de vaakst gebruikte manier van machtsoverdracht. Er vonden er al plaats in 1974, 1996, 1999 en 2010 — naast talloze mislukte pogingen.

En toch is deze staatsgreep anders dan alle andere, zo zeggen analisten van het Egmontinstituut. ‘De vorige coups waren eerder corrigerend van aard, en hadden daardoor dus eerder een prodemocratisch karakter. De gevolgen van deze staatsgreep kunnen veel feller uitpakken dan bij andere coups: de optie-oorlog ligt op tafel, en de internationale kaarten worden grondig dooreengeschud.’

Het valt daarbij op dat Frankrijk als kop van Jut wel erg in de kijker loopt. Ook vandaag in Niger zijn de verwijzingen naar Frankrijk omnipresent, en uitsluitend in negatieve zin. Frankrijk moet ophoepelen, weerklinkt het op de straten tussen Dakar en Niamey. ‘Dat anti-Franse gevoel is deels gebaseerd op feiten, maar evengoed op emotie’, haalt professor Mirjam de Bruijn aan tijdens ons gesprek.

Het hoeft geen verbazing dat Frankrijk – en bij uitbreiding de hele internationale gemeenschap, inclusief Rusland – de coup in Niger veroordeelt. Met de Nigerese president Mohammed Bazoum verdwijnt zowat de laatste prowesterse president in de hele regio.

Democratie in verval?

Het regionale blok Ecowas, waar ook Burkina Faso, Mali en Guinee deel van uitmaken — althans officieel nog — dreigt met een militaire interventie. Mocht dat gebeuren, zo hebben de Nigerese coupleider Abdourahamane Tchiani en de zijnen al bevestigd, dan zal de afgezette Bazoum het eerste slachtoffer zijn.

‘Het feit dat de West-Afrikaanse bevolkingen op straat komen, is dan misschien wel de échte democratische uiting.’

De regio kent bovendien een sterke opmars van jihadistische bewegingen. En met de rampante armoedecijfers in gedachten lijkt de bevolking allerminst te gaan profiteren van deze nieuwe politieke omwentelingen.

Intussen vindt generaal Tchiani steun bij de andere putschisten, in de eerste plaats Ibrahim Traoré in Burkina Faso en de Malinese Assimi Goïta.

De afgelopen staatsgreep in Niger maakt deel uit van een algemene trend. De democratie lijkt in verval in West-Afrika. Ook in stabiele landen als Senegal worden er bijvoorbeeld politieke partijen verboden.

Mirjam de Bruijn: De vraag stelt zich dan natuurlijk wat je bedoelt met democratie. Als je als land op papier democratische instellingen hebt, maar je verkiezingen zijn doorgestoken kaart… Is dat dan democratie?

Het feit dat de West-Afrikaanse bevolkingen op straat komen, is dan misschien wel de échte democratische uiting. Het feit, bijvoorbeeld, dat de Senegalese president Macky Sall zich niet kandidaat stelde voor een illegale derde termijn, is te danken aan de bevolking die op straat kwam.

Universiteit Leiden

Hoogleraar afrikanistiek Mirjam de Bruijn: ‘Wat de coups van de afgelopen tijd zeker aantonen, is dat het westerse model van democratie gefaald heeft.’

© Universiteit Leiden

Maar wat de coups van de afgelopen tijd zeker aantonen, is dat het westerse model van democratie gefaald heeft. In landen als Mali en Burkina Faso leeft enorm veel onvrede onder de bevolking. Mensen leiden simpelweg niet het leven dat ze willen leiden.

‘De EU pompt enorm veel geld in de samenwerking met Niger voor Europees migratiebeleid. Dat is iets waar uiteindelijk geen enkele Nigerees iets aan heeft.’

Ze hebben het gevoel dat hun leiders heulen met met de vijand – Frankrijk – en hun eigen zakken vullen. Ook in Niger is dat de nasmaak die de afgezette president Mohammed Bazoum heeft nagelaten. Net als in Mali en Burkina Faso leeft in Niger sterk het idee dat hun leiders stromannen zijn van Frankrijk.

En dat is natuurlijk ook zo. Bazoum wás de grote vriend van de Fransen: hij werkte erg nauw samen met Frankrijk en de Europese Unie aan het migratiebeleid. Dat is iets waar de EU enorm veel geld in pompt, en waar uiteindelijk geen enkele Nigerees iets aan heeft. Daar hebben Bazoum en zijn voorgangers graag aan meegewerkt.

Zo krijg je een situatie waarin armoede heerst en waarbij de leiders niet lijken in te zitten met de belangen van de bevolking. Het is een onvrede die een lange voorgeschiedenis heeft. Die onvrede wordt bovendien aangevuurd met propaganda allerhande.

Maar Niger was daarop eigenlijk een relatieve uitzondering. Er was geen openlijke onrust in het land. Dus je vraagt je af: waarom wordt die staatsgreep net nu gepleegd? Tchiani geeft dan wel dezelfde redenen op als de generaals in Mali en Burkina, maar er zijn aanwijzingen dat zijn coup uit persoonlijke motieven is voortgekomen.

U bedoelt dan het onderzoek dat de afgezette president Bazoum zou instellen naar aanleiding van de verdwenen 125 miljoen dollar uit het Defensiebudget?

Mirjam de Bruijn: Inderdaad. Ik kan die geruchten natuurlijk zelf niet hardmaken, maar feit is wel dat de geruchten van corruptie door Tchiani zeer hardnekkig zijn. En vergis je niet: Tchiani is iemand van de oude garde. Dat zo’n man zich ineens wil gaan inzetten voor de bevolking, is verdacht. Daar had hij eerder al alle kansen toe, die hij nooit heeft aangewend.

‘Françafrique is minstens zo hard gebaseerd op feiten als op emotie.’

De coup in Niger is daardoor dus een net iets ander verhaal dan die in Burkina Faso of Mali bijvoorbeeld. Je zag dat ook aan wie er op straat kwam. In Niger waren er net na de coup ook demonstraties pro-Bazoum. Die had je zeker niet in Burkina Faso of Mali.

Een Fransman achter elke minister

Kop van Jut bij de straatprotesten, ook in Niger, zijn de Fransen. Een term die dan dikwijls valt, is Françafrique: het idee dat Frankrijk de touwtjes, minstens achter de schermen, nog steeds in handen heeft in zijn voormalige kolonies in West-Afrika.

Mirjam de Bruijn: Ja. De Fransen hebben in West-Afrika simpelweg te veel dictators in het zadel gehouden, uit eigenbelang. Achter elke minister in landen als Ivoorkust of Kameroen, bijvoorbeeld, zit een Fransman. Het gebeurt bijna openlijk. Je ziet het ook aan de lokale munt, de CFA-frank, die aan de euro is gekoppeld, en aan de taal, de wijze van bestuur… Ze zijn allemaal één op één uit Frankrijk gekopieerd. De mensen zijn dat zat, en dat is begrijpelijk.

Maar Françafrique is minstens zo sterk gebaseerd op feiten als op emotie. Waarom blijven de Amerikanen bijvoorbeeld meestal buiten schot bij straatprotesten? Het zijn zij wel die de War on Terror begonnen, inclusief militaire activiteiten in Niger. Maar de VS hebben niet die lange, koloniale relatie met West-Afrika. De Fransen zijn de vijand, precies omdat ze alle elementen in zich dragen om een vijand te kunnen zijn.

‘Het gevoel leeft erg sterk dat de Fransen alleen aanwezig zijn om de grondstoffen te exploiteren, in Niger bijvoorbeeld het uranium.’

De grootste oorzaak daarvan is dat de relaties feitelijk nog steeds koloniaal zijn. Dat zie je bijvoorbeeld heel sterk in zo’n bilaterale meeting. De toon die Franse diplomaten daar aanslaan… Die is ronduit arrogant. En de Franse president Macron ging zogezegd alles anders doen, met betere partnerschappen, enzovoort. Daar is niets van in huis gekomen.

Zo leeft het gevoel erg sterk dat de Fransen alleen aanwezig zijn om de grondstoffen te exploiteren, het uranium in het geval van Niger bijvoorbeeld. Dat gevoel wordt nog opgepookt door de opkomst van sociale media. Dat is hét grote verschil met pakweg tien jaar geleden. De relaties met Frankrijk waren toen ook al niet goed. Maar nu heb je sociale media, waarop influencers actief zijn die verschrikkelijk veel volgers hebben.

Het zorgt er allemaal voor dat veel West-Afrikanen zich gemarginaliseerd voelen in de wereld. Precies daarom heb je een heleboel jonge mensen die de stap hebben gemaakt naar het jihadisme. Niet omdat ze per se zo gelovig zijn, maar omdat radicale prekers inspelen op die gevoelens van achterstelling.

Hoe concreet zijn die Franse belangen eigenlijk in een land als Niger?

Mirjam de Bruijn: Zo’n 25% van de totale hoeveelheid uranium die Frankrijk nodig heeft om zijn kerncentrales te laten draaien, komt uit Niger. Dat is veel. Maar uiteindelijk kunnen de Fransen die 25% ook elders gaan halen. Niger is niet de laatste strohalm voor de Franse energievoorziening. Dat geloof ik niet.

Daarnaast zijn er uiteraard veel Franse bedrijven actief in West-Afrika. De meeste havens in West-Afrika zijn bijvoorbeeld in handen van het Franse bedrijf Bolloré. De Nigerese uraniummijnen worden geëxploiteerd door het Franse Orano. Enzovoort.

Hoe ziet u de relaties tussen Frankrijk en West-Afrika evolueren, zeker in de nasleep van de laatste staatsgreep?

Mirjam de Bruijn: Ik ben ook heel benieuwd wat er gaat gebeuren, want de Fransen verliezen dit. Met Mohammed Bazoum verloren ze zowat hun laatste bondgenoot in de regio. Het komt niet meer goed tussen West-Afrika en Frankrijk. Er zullen nog wel handelsrelaties blijven bestaan, en die ontwikkelingssamenwerking komt ook wel weer op gang. Maar deze laatste coup was echt de druppel te veel, een kantelpunt in de relaties.

Samenwerken voor een eigen smoel

Welke rol ziet u weggelegd voor het regionale blok Ecowas? Er hangt al lang een militaire interventie van hun kant in de lucht. Maar is dat de goede oplossing?

Mirjam de Bruijn: Ecowas is zeker niet alleen een militair samenwerkingsverband, het is vooral een economische unie. Er zijn binnen het blok geen onderlinge grenzen, er bestaat vrije handel… Daar lees je nooit iets over, maar het wérkt wel. Daarom is het zo jammer dat Ecowas zo snel met die militaire optie is gekomen.

Het zou mooi zijn mocht Ecowas de dingen echt in handen nemen. Het is eigenlijk het enige instrument in de toolbox om staten met een eigen gezicht te creëeren. Daarom vind ik deze tijd zo interessant: hij creëert mogelijkheden voor West-Afrikaanse staten om een eigenheid te claimen, los van Frankrijk of van wie dan ook. Dat is heel hard nodig.

‘Wagner is in Mali absoluut niet in staat gebleken om de jihadistische opmars te stoppen.’

De coupplegers in Niger hadden daarom hulp moeten vragen aan Ecowas. Concreet zou dit kunnen betekenen dat er huurlingen uit pakweg Ivoorkust zouden zijn gekomen, of dat ze samenwerken met het Nigeriaanse leger om de jihadisten te bestrijden. Dan krijg je staten met een eigen smoel, begrijp je?

Een land als Ghana heeft dat lange tijd goed gedaan: er wordt industrie ontwikkeld, de regering bekommert zich om de bevolking. Er is een ernstig bestuur. En dat je dat deels samen doet met een Europese partner, is op zich geen probleem. Maar het idee is dat je een staat hebt die voor de mensen gaat staan, met een sociale politiek. Dan is er nog een overkoepelend, controlerend mechanisme nodig, dat Ecowas zou kunnen zijn.

Er moet simpelweg een ander staatsmodel komen, met een eigen, krachtige agenda. De generaals in Mali en Burkina Faso proberen dat nu uit te stralen. Maar het probleem is: ze overtuigen niet. Want als het gaat over de bestrijding van armoede en radicalisme zitten ze gewoon helemaal verkeerd. Ze proberen ook geen compromissen meer te sluiten. Dat kan natuurlijk niet, zo werkt de wereld niet.

Maar in plaats van dat staatsmodel te ontwikkelen, gaan de coupplegers in Mali en Burkina Faso in zee met de Russen om de jihad te bekampen.

Mirjam de Bruijn: Terwijl ze hadden moeten zeggen: vanaf nu gaan we het zelf doen. Het is een gemiste kans. Wagner (de beruchte private Russische militie, red.) is in Mali absoluut niet in staat gebleken om de jihadistische opmars te stoppen. De opmars van de jihadisten gaat gewoon door.

Als reactie op hun onvermogen doden Wagner-huurlingen dan burgers in zogenaamde jihadistendorpen. En dan gaan de regimes hun bevolking beliegen over successen die ze niet behaald hebben. Dat is verkeerd beleid.

Wat Niger betreft: Wagnerleider Prigozjin heeft zich voor zijn dood (op 23 augustus, red.) heel sterk uitgelaten over de gebeurtenissen in Niger. Hij zei: ‘Fijn, jullie hebben eindelijk je koloniale macht het land uit gezet. Wagner komt je wel helpen.’ Dus dat gaat waarschijnlijk gewoon gebeuren.

‘Hoe meer chaos, hoe beter’

Hebben de jihadistische groeperingen eigenlijk al gereageerd op op de coup in Niger?

Mirjam de Bruijn: Er is nog geen officiële reactie gekomen. Maar uiteraard vallen de coups in de smaak. Hoe meer chaos, hoe beter. En als dan ook bijvoorbeeld Mali zijn leger gaat inzetten om couppleger Tchiani te steunen in Niger, tja… Dan hebben ze daar weer minder soldaten om de jihadisten te bestrijden.

‘Je krijgt gelegenheidscoalities die veel macht hebben en nog meer wapens. Dat is een griezelige ontwikkeling.’

Desondanks: in de Sahel bestaat voorlopig nog geen Talibanachtig front van radicalen zoals in Afghanistan. Het zijn allemaal losse groeperingen die elkaar bekampen. Maar zo’n front kan wel gaan ontstaan. In noord-Mali hebben de Touareg nu een pact gesloten met de jihadi’s die daar opereren. Dan krijg je gelegenheidscoalities, die veel macht hebben en nog meer wapens. Dat is een griezelige ontwikkeling.

Verschillende landen hebben intussen sancties afgekondigd tegen Niger. Landen als Nederland, Frankrijk en ook België hebben ontwikkelingsgeld, al dan niet gedeeltelijk, bevroren. Vindt u dat een goede zaak?

Mirjam de Bruijn: België en Nederland, bijvoorbeeld, hebben niet álle hulp stopgezet. Het gaat enkel over bilaterale hulp, de directe steun aan de regering.

En ze steunen ook de sancties die Ecowas heeft afgekondigd. Door die sancties is de elektriciteitstoevoer vanuit Nigeria gewoon stilgevallen. Dat raakt de hele bevolking midscheeps. Er is geen elektriciteit, en de prijzen van zowat alles zijn van de ene dag op de andere de lucht in geschoten. Als dit nog even blijft aanhouden, krijg je dadelijk een humanitaire ramp in Niger, boven op alle armoede die er sowieso al is.

Aan de andere kant: zoveel andere manieren bestaan er niet om zo’n militaire junta op de knieën te dwingen. Wat je waarschijnlijk zal zien, is dat de sancties op termijn zullen verschuiven naar de persoonlijke titels van de coupplegers. Dan mogen die leiders niet meer reizen, worden hun tegoeden bevroren, enzovoort.

Intussen lijkt de afgezette Nigerese president Bazoum niet te willen plooien. In tegenstelling tot zijn afgezette ambtsgenoten in Mali en Burkina Faso weigert hij elke medewerking. Bemoeilijkt hij daardoor de situatie?

Mirjam de Bruijn: Mocht het komen tot een militaire interventie van Ecowas, dan bemoeilijkt hij vooral zijn persoonlijke situatie. Dan wordt hij vermoord.

Intussen vermoed ik dat Bazoum nog contacten heeft met de Amerikanen en met de Fransen. Die man krijgt nog gewoon advies, hoor. Door niet te tekenen probeert hij de situatie te rekken. Dat komt de Amerikanen en de Fransen goed uit: zolang Bazoum volhoudt, kunnen zij blijven beweren dat de coup niet ‘afgerond’ is en is er dus ruimte voor onderhandelingen.

‘Natuurlijk, als de Verenigde Staten het willen, vallen ze Niger gewoon binnen. Wat daar dan weer het gevolg van zal zijn, daar wil je liever niet aan denken.’

En zolang er geen officiële staatsgreep is, blijven de Franse en Amerikaanse militairen gewoon zitten in hun Nigerese basissen (Frankrijk heeft 1500 militairen ter plaatse, de VS hebben er minstens 800, deels gestationeerd in een dronebasis vlakbij Agadez, red.). Als Tchiani zijn macht kan bestendigen, vliegen die er natuurlijk onmiddellijk uit.

En dan gaat het zeer wankele evenwicht nog verder destabiliseren. Want die soldaten zitten daar omdat Niger de uitvalsbasis is om de rest van de Sahel te controleren. Veel alternatieven zijn er niet. Tsjaad? Dat land staat ook op omvallen.

En natuurlijk, als de Verenigde Staten het willen, vallen ze Niger gewoon binnen. Dat hebben ze eerder gedaan in Irak, Libië, enzovoort. Wat daar dan weer het gevolg van zal zijn, daar wil je liever niet aan denken.