De Argentijnse Celeste Saulo zal de VN-organisatie vanaf 2024 leiden
Nieuwe topvrouw Wereld Meteorologische Organisatie: ‘Enkelingen mogen niet bepalen wat de planeet voor ons allen moet zijn’
Eduardo Robaina (Climática / Covering Climate Now)
12 augustus 2023
In januari wordt Celeste Saulo de eerste vrouw aan het hoofd van de Wereld Meteorologische Organisatie van de VN. Ze verdedigt met vuur het globale belang van meteorologische diensten en ziet een geëngageerde samenleving als de basis van verandering. ‘We hebben een ontwrichtende samenleving nodig.’
Celeste Saulo: ‘Van zij die het werk beledigen van instellingen die al meer dan 100 jaar bestaan moeten we de verborgen belangen aan de kaak stellen.’
© Wereld Meteorologische Organisatie (WMO)
In januari wordt Celeste Saulo de eerste vrouw aan het hoofd van de Wereld Meteorologische Organisatie van de VN. Ze verdedigt met vuur het globale belang van meteorologische diensten om ons te wapenen tegen het veranderende klimaat, maar ziet vooral in een geëngageerde samenleving de basis van verandering. ‘We hebben een actieve, bewuste en zelfs ontwrichtende samenleving nodig.’
Vandaag staat ze nog aan het hoofd van de Argentijnse nationale meteorologische dienst (Servicio Meteorológico Nacional (SMN)), maar binnenkort wordt Celeste Saulo de nieuwe secretaris-generaal van de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO). Haar carrièrepad ligt bezaaid met mijlpalen. In 2014 werd ze de eerste vrouw die de SMN in Argentinië zou leiden. In 2018 werd ze de eerste vrouwelijke vicepresident van de WMO. Vanaf 1 januari 2024 zal ze die ook leiden.
Het zal de eerste keer zijn in haar 150-jarige bestaan dat het VN-agentschap voor weer, klimaat en water geleid zal worden door een vrouw. Het zal ook slechts de tweede keer zijn dat niet een Europeaan aan het hoofd komt te staan. Saulo wordt zo ook de eerste Amerikaanse aan de top van het WMO.
Ze behaalde een doctoraat in atmosferische wetenschappen, was het grootste deel van haar carrière aan de slag als professor en onderzoeker aan de universiteit van Buenos Aires en was onderzoeker aan de Argentijnse Nationale Raad voor Wetenschappelijk en Technisch Onderzoek (CONISET).
Bij de WMO neemt ze volgend jaar de fakkel over van de Finse meteoroloog Petteri Taalas, die acht jaar secretaris-generaal was. Ze zal zeker één termijn aanblijven, van 2024 tot en met 2027 en kreeg de steun van 108 van de 193 lidstaten tijdens het wereldmeteorologische congres dat in juni plaatsvond. Ze haalde het van andere kandidaten uit China, Zwitserland en Curaçao.
Enkele weken na haar aanstelling klinkt Celeste Saulo duidelijk en dankbaar. ‘Het was de Spaanse en Latijns-Amerikaanse gemeenschap die mijn kandidatuur voor de positie van secretaris-generaal als eerste openlijk steunde.’
Hoe voelt u zich nu, enkele weken na de stemming?
Celeste Saulo: Na verloop van tijd zal dit verder neerdalen. Wat overblijft is enorme trots, geluk en dankbaarheid voor de landen die mij hun steun gaven en de enorme verantwoordelijkheid die bij deze positie komt kijken. Ik voel me dankbaar, vereerd en voorbereid om deze uitdaging aan te gaan.
Hebt u al een idee wat te implementeren zodra u aantreedt? Wat is de meest ambitieuze maatregel die u graag werkelijkheid ziet worden tijdens uw termijn?
Celeste Saulo: In de praktijk zijn het de lidstaten die de uiteindelijke beslissingen nemen in de WMO. Tijdens het laatste congres besloten die, ook mijn eigen land Argentinië, om prioriteit te geven aan een initiatief dat systemen voor vroegtijdige waarschuwingen zal opzetten voor alle landen en mensen. Dat is het belangrijkste initiatief dat de organisatie zal ondernemen in de volgende vier jaar.
Dat wordt een enorme inspanning, rekening houdend met het feit dat 50% van alle landen momenteel geen enkel vroegtijdig waarschuwingssysteem heeft. De meeste daarvan zijn het minst ontwikkeld en het meest kwetsbaar. Dit zal een grote collectieve inspanning vergen.
Er zijn andere belangrijke initiatieven, zoals het ontwikkelen van een programma dat de uitstoot van broeikasgassen zal monitoren. Door zo’n netwerk van monitoring uit te breiden krijgen we een gezaghebbende en onafhankelijke stem over veranderingen in de concentratie en samenstelling van broeikasgassen.
Tot slot is besloten om prioriteit te geven aan de studie, monitoring en meting van gletsjers en poolgebieden omwille van het risico van smeltende ijsmassa’s. Die beïnvloeden de toegang tot zoet water en zijn een kostbaar goed voor de hele mensheid.
U vermeldt hiermee de aanzienlijke wereldwijde verschillen die bestaan in adaptatie, en meer specifiek in vroegtijdige waarschuwingssystemen. Op welke manier wil u die ongelijkheden aanpakken?
Celeste Saulo: Dat is één van de prioriteiten van de WMO. Een essentiële stap is de steun krijgen van donoren, of het nu lidstaten zijn of donoren met een andere achtergrond. Dat ligt op schema. Er lopen twee grote WMO-programma’s die extra budgetten aanwenden voor specifieke doeleinden. Het klopt dat die moeten worden versterkt, maar dat is niet alleen een kwestie van middelen, maar ook van mankracht.
Hierbij wil ik nog het belang van samenwerking tussen landen aanstippen wat betreft design en constructie. Voorbij de beperkingen die ontwikkelende en minder ontwikkelde landen kunnen hebben, zijn het zij die de gemeenschappen kennen en op het terrein weten wat de kwetsbaarheden zijn.
‘Het is ondenkbaar dat de ontwikkelde wereld een oplossing naar de derde wereld exporteert.’
Samenwerken met hen is daarom een essentiële voorwaarde voor succes bij dit soort programma’s. Het is ondenkbaar dat de ontwikkelde wereld een oplossing naar de derde wereld exporteert. We moeten hen de middelen verschaffen om hun lokale capaciteit te versterken. Vanaf daar nemen zij het over.
Het versterken van de capaciteiten van meteorologische en hydrologische diensten van de minst ontwikkelde landen en kleine eilandstaten is een strategie die niet alleen zal bijdragen aan de ontwikkeling van systemen voor vroegtijdige waarschuwing. Het zal die landen ook helpen om andere aanpassingsinstrumenten te ontwikkelen, zoals de levering van klimaatdiensten en andere zaken die onder meteorologische diensten vallen.
In haar 150-jarige bestaan is de WMO uitsluitend geleid door mannen en slechts één keer was dat geen Europeaan. Met uw aanstelling wordt nu een trend gebroken. Was het tijd voor een andere kijk op de wereld?
Celeste Saulo: Met de Nigeriaanse secretaris-generaal Godwin Obasi, die de WMO 25 jaar leidde, als enige uitzondering werd de organisatie altijd geleid door Europese mannen. Op basis van die statistiek is mijn aanstelling dubbel vernieuwend: een eerste keer iemand van het Amerikaanse continent en een eerste keer een vrouw.
Ik geloof dat we een grote kans krijgen aangereikt. Uiteraard ga ik niet beweren dat ik het hele Globale Zuiden begrijp alleen omdat ik Argentijnse ben. Maar ik ben er zeker van dat, komende uit dat Globale Zuiden, ik er beter in kan slagen om de stemmen en kwesties over te brengen die opduiken in ontwikkelende, de minst ontwikkelde landen en kleine eilandstaten.
Ik zal het niet beu worden om te blijven herhalen dat iedereen zijn nuances heeft, iedereen verschillende prioriteiten op de agenda te plaatsen heeft en niet altijd gehoord wordt. Het is cruciaal om die stemmen te kanaliseren, ernaar te luisteren en bezorgdheden in rekening te brengen.
We bevinden ons te midden van een gewichtig decennium. Het is belangrijk dat we weten hoe we de urgentie overbrengen. Denkt u dat de klimaatcrisis correct gecommuniceerd wordt?
Celeste Saulo: Wat communicatie betreft, kan het altijd beter. Maar ik denk niet dat we alleen daarop moeten focussen. We moeten ook gebruik maken van alle niveaus van besluitvorming, onderwijs en interventie als we willen dat klimaatactie echt versneld wordt.
De boodschap moet worden overgebracht dat het écht nodig is om nú te handelen. Wij allemaal, ongeacht in welke positie we ons bevinden.
Communicatie vindt plaats in relatie met de samenleving waarin we verandering proberen teweeg te brengen. Die verandering komt tot stand in een context van crisis, in dit geval de klimaatcrisis. We moeten verandering teweegbrengen en die verandering heeft invloed op ons allemaal.
De grote taak ligt dus op de schouders van besluitvormers, staten, globale bedrijven en loopt zo verder naar beneden. Iedereen moet doen wat ze kunnen, binnen zijn eigen rol, tot op elk niveau. De boodschap moet worden overgebracht dat het écht nodig is om nú te handelen. Wij allemaal, ongeacht in welke positie we ons bevinden. Maar uiteraard, hoe groter de macht van een individu, hoe groter zijn verantwoordelijkheid.
Greta Thunberg rondde net haar middelbare schooltijd af en daarmee ook haar klimaatstakingen op vrijdag. Hoe kijkt u naar de nalatenschap van de Zweedse activiste?
Celeste Saulo: Ze heeft enorm goed werk verricht om aandacht te krijgen voor het probleem via sterke, krachtige signalen. Ze inspireerde vele jongeren om deze zaak echt te omarmen.
Een geëngageerde maatschappij is de basis van verandering. Een maatschappij die zich loskoppelt van zijn problemen of ze bekijkt door een scherm gaat nergens heen. We hebben een actieve, bewuste en zelfs ontwrichtende samenleving nodig. Op dat vlak heeft Greta een enorme bijdrage geleverd.
Er wordt veel gepraat en gediscussieerd. Er worden veel voorstellen op tafel gelegd en landen debatteren tijdens de klimaattoppen. Maar de realiteit laat ons zien dat er maar weinig concrete verandering tot stand is gekomen. Kijk bijvoorbeeld naar de hoeveelheid koolstof die wordt uitgestoten.
Er is een duidelijke discrepantie tussen wat we waarnemen, wat landen zeggen dat ze doen, of willen doen, en de realiteit van een planeet die duidelijk op fysieke manier reageert.
Klimaatontkenning neemt met de jaren toe. We zien tegelijk ook een nieuwe trend van klimaatvertragers: ze ontkennen het bestaan van klimaatverandering niet, maar doen er alles aan om het belang te minimaliseren en actie uit te stellen. Hoe moeten we omgaan met dergelijke retoriek? Of wat zou u eraan doen?
Celeste Saulo: Ik zeg het nogmaals: een geëngageerde samenleving is het enige antwoord op die splinterbewegingen die actie trachten tegen te houden. Het blijven splinterbewegingen. De kwestie is: hoeveel gewicht geven we hen?
Op vele vlakken is er die ontkennende of haatvolle retoriek die absoluut nergens toe bijdraagt. De realiteit is dat er geen nadeel is aan het ondernemen van actie om het klimaat te beschermen. Er is geen “andere kant”. Dus waarom zou iemand beslissen om geen actie te ondernemen? Alleen omwille van economische redenen?
Ik geloof dat we retoriek die aanzet tot verlamming, een gebrek aan actie en ontkenning volledig moeten blootleggen. We moeten duidelijk maken wat er te verliezen valt door op die manier te handelen.
Economische kwesties zijn doorgaans de voornaamste excuses.
Celeste Saulo: Zeker en dat moet aan de kaak worden gesteld. We kunnen niet achterover leunen en toestaan dat de economische belangen van enkelen bepalen wat de planeet voor ons allen zal zijn.
In Spanje worden de nationale meteorologische dienst (AEMET) en zijn leden lastig gevallen door ontkenners, complotdenkers en extremisten. Gebeurt dat alleen daar of ook elders?
Celeste Saulo: Ik zie dat zich verspreiden. Ik volg onze collega’s van AEMET, die ik erg respecteer, op sociale media. Wat ze doormaken is erg zorgwekkend. We vallen de boodschapper aan.
Ik vind het schandalig dat in onze samenleving dergelijke reacties bestaan. Het is compleet gedateerd, maar het vindt ingang in een cultuur waar de directe toegang tot en anonimiteit van sociale media ons het zicht doen verliezen op grotere sociale en ethische principes. Die zijn essentieel voor ons voortbestaan.
‘Als zo’n destructieve boodschap insijpelt, vernielt het alles, niet selectief. Het vernielt de belangrijkste waarden van de samenleving.’
Wie op zo’n manier handelt, moet worden bekritiseerd omdat die niets bijdraagt. Een destructieve boodschap is destructief in het algemeen. Als zo’n boodschap insijpelt, vernielt het alles, niet selectief. Het vernielt de belangrijkste waarden van de samenleving. Eén daarvan is respect en in dit geval: respect voor onze mannen en vrouwen binnen de wetenschap.
Heeft de WMO weet van die toename van vijandschap en haatspraak?
Celeste Saulo: Eerder sprak u over communicatie. Hier speelt dat een rol. Het kan niet dat enkele kwaadaardige stemmen meer media-aandacht en ruimte krijgen dan de vele goedbedoelende stemmen. We doen iets verkeerd.
Natuurlijk heeft de WMO ook een zekere verantwoordelijkheid hierin te nemen. Ook de media en de samenleving in zijn geheel.
Ik bedoel hiermee: wij, de WMO, moeten erop uit trekken om meteorologische en hydrologische diensten te beschermen en om hun werk te ondersteunen. Van zij die het werk beledigen van instellingen die al meer dan 100 jaar bestaan moeten we de verborgen belangen aan de kaak stellen.
Het is dankzij die instellingen dat we weten wat we vandaag weten, niet alleen wat betreft de klimaatverandering. We zouden een voorspellend of vroegtijdig waarschuwingssysteem kunnen hebben om onze samenleving te beschermen wanneer extreem weer zich voordoet, of het nu om een hittegolf, zware storm of droogte gaat. Het probleem is dat we daar geen prioriteit van maken. Waarom? We moeten die vraag allemaal trachten te beantwoorden. Vooral de WMO.
De werknemers van AEMET, de Spaanse meteorologische dienst, klagen aan dat ze niet genoeg middelen hebben om hun job fatsoenlijk uit te voeren, zowel intern als wat communicatie betreft. Het geeft de indruk dat meteorologische agentschappen niet genoeg gewaardeerd worden. Is dit probleem eenmalig of chronisch?
Celeste Saulo: Het probleem is wijdverbreid. Aanvankelijk was de WMO vooral bezorgd in de minst ontwikkelde landen, omdat zij de minste ondersteuning hadden voor hun meteorologische en hydrologische diensten. Nu zien we een negatief domino-effect. Meteorologische diensten over de hele wereld — in de minst ontwikkelde, de ontwikkelende, maar uiteindelijk ook de ontwikkelde landen — hebben moeite om budgetten te behouden, te verbeteren of te stroomlijnen met de noden van vandaag.
Dit is een zeer ernstig probleem. Het is extreem belangrijk dat we als samenleving begrijpen dat wanneer landen gemeenschappelijke mondiale doelstellingen onderschrijven, ook intern gekeken wordt wie en wat de leiding op nationaal niveau krijgt om dat uit te voeren. Ik denk hierbij aan doelstellingen zoals de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de VN (SDG’s), het kader van Sendai (een internationaal akkoord voor rampenrisicobeperking van de VN, red.) of het Klimaatakkoord van Parijs.
Als overheden vervolgens terugkeren naar het globale niveau moeten hun meteorologische en hydrologische diensten versterkt zijn. Rampenrisicobeperking is ontoereikend zonder een goed vroegtijdig waarschuwingssysteem en een goede meteorologische en hydrologische dienst. De transitie naar schone energie is alleen mogelijk als we goede systemen hebben om wind, zon en regen te meten en te voorspellen. Zij vormen de basis van schone energie.
Het is fout om te denken dat globale agenda’s en doelstellingen los staan van de nood om meteorologische en hydrologische diensten te versterken. Dat moet een prioriteit worden in het debat.
Alle Duurzame Doelstellingen zullen uiteraard niet gehaald worden met een meteorologische dienst, dat wil ik niet zeggen. Wat ik bedoel is dat elk land agentschappen heeft met specifieke taken. Meteorologische en hydrologische diensten kunnen een significante bijdrage leveren aan het behalen van de SDG’s, op voorwaarde dat ze voldoende financiering krijgen.
Binnen enkele maanden vindt de COP28 in Dubai plaats. Voor het eerst zal de klimaattop georganiseerd worden door de leider van een grote oliemaatschappij. Vermindert de aanwezigheid van dergelijke deelnemers de geloofwaardigheid van de top en staat het potentiële vooruitgang in de weg volgens u?
Celeste Saulo: Ik denk dat landen dit zo zijn overeengekomen. Wat dit betreft is de WMO als agentschap een omstander.
Waarom overheden het ene of het andere land kiezen als gastheer is mij een raadsel. In ieder geval geloof ik dat er altijd tijd is om gedurfde beslissingen te nemen om ons aan te passen en de klimaatverandering te beperken, en om de overeengekomen economische hulp zo effectief mogelijk te maken.
Laat hen elkaar ontmoeten waar ze willen, maar maak het effectief. Zo niet, kunnen we declaratieve vergaderingen blijven houden, zonder resultaten te boeken.
In juni werd de grens van 1,5 graad opwarming voor het eerst enkele dagen overschreden. Er is nog een lange weg te gaan voor de drempel van het Parijsakkoord is overschreden, maar niet zo lang als we denken.
Celeste Saulo: Om je een idee te geven: op veel plekken in Argentinië was de temperatuur in mei bijna 3 graden boven de referentiewaarden. Dat zijn natuurlijk schommelingen en is niet het gevestigde gemiddelde.
Maar het zijn pieken die ervoor zullen zorgen dat het gemiddelde zal stijgen. Als we meer warme dan koude pieken hebben, zal het gemiddelde stijgen. Dat is wat de situatie ons in mei en juni vertelde. Over het algemeen is het allemaal reden om ons zorgen te maken. De anomalieën in de poolgebieden, en dan vooral op de Noordpool, zijn immens.
*Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd door CLIMÁTICA en werd door MO* in een vertaalde versie gepubliceerd via het globale journalistieke samenwerkingsverband Covering Climate Now.