‘Opgepast voor entrepeneurs in sektarische identiteit’

Interview

‘Opgepast voor entrepeneurs in sektarische identiteit’

MO* sprak met Toby Matthiesen, een internationaal gerenommeerde Britse academicus aan de Universiteit van Cambridge en expert over de Golflanden. Matthiesen waarschuwt voor de invloed van wat hij ‘entrepreneurs in sektarische identiteit’ in de Golflanden noemt: elites die sektarische verschillen misbruiken en manipuleren voor politieke en economische doeleinden. Hij laat ook zijn licht schijnen over de protesten in Saoedi-Arabië, de gevaren van een sektarische verdeel-en-heerstactiek, en hoe zo’n beleid rechtstreeks verantwoordelijk is voor het succes van extremistische groepen als Islamitische Staat.

In 2013 werd uw boek ‘Sectarian Gulf: Bahrain, Saoedi Arabia, and the Arab Spring that Wasn’t’ gepubliceerd. Wat was de belangrijkste boodschap van dit boek?

Toby Matthiesen: Binnen elke godsdienst bestaan er verschillen en verschillende lezingen van de geschiedenis, daar moet je niet flauw over doen. Sektarisme wordt echter al te vaak gebruikt voor (geo)politieke doeleinden, en politiek-religieus geweld wordt vaak gecreëerd door de staat en niet-statelijke actoren.

Dat zijn mensen die ik in mijn boek ‘entrepreneurs in sektarische identiteit’ noem: machtige mensen die willen dat gewone mensen zich vereenzelvigen met een bepaalde geloofsgemeenschap, die willen verhinderen dat mensen zichzelf associëren met een andere collectieve of nationale identiteit.

Hoe gaat dat juist in zijn werk?

Toby Matthiesen: Politiek en zakenleven zijn in de Golflanden bijvoorbeeld erg nauw met elkaar verstrengeld. Machtige zakenlui, die vaak ook leden van de koninklijke familie zijn, bezitten hun eigen kranten, liefdadigheidsinstellingen voor de mensen van hun eigen geloofsgemeenschap, enzovoort.

Diezelfde media promoten een bepaald sektarisch discours. Dat is niet toevallig: in Bahrein bijvoorbeeld hangt het overleven van de koninklijke familie af van het framen van gebeurtenissen in sektarische termen. Ook in Syrië zie je hoe de machthebbers de rivaliteit tussen verschillende etnische en sektarische groepen van oudsher hebben gebruikt om aan de macht te blijven.

Hoe werd zo’n sektarische strategie juist gebruikt om protesten in de Golflanden de kop in te drukken?

Toby Matthiesen: De protesten in Saoedi-Arabië, die in 2011 begonnen, vonden grotendeels plaats in de Oostelijke Provincie en gingen uit van de sjiitische bevolking daar. De sjiieten hoopten andere Saoedi’s te inspireren en aan te zetten om ook de straat op te trekken, en beperkten zich tot nationale en inclusieve slogans. Het waren dus gewone Saoedische burgers die politieke en economische hervormingen eisten.

De demonstranten werden door het regime echter voorgesteld als terroristen en Iraanse proxies. Tel daar de wijdverspreide haat tegen sjiieten in Saoedi-Arabië bij – die al decennia gevoed wordt door de regering en anti-sjiitische geestelijken en media-, en je begrijpt waarom de protesten uiteindelijk niet succesvol waren.

© ReutersDe sjiitische demonstranten in Saoedi-Arabië werden voorgesteld als terroristen en Iraanse proxies. | © Reuters

In hoeverre bestaat het gevaar dat zo’n sektarisch beleid een zichzelf waarmakende voorspelling wordt?

‘Islamitische Staat (IS) is een direct gevolg van het Saoedische sektarisme’

Toby Matthiesen: De gevolgen ervan voltrekken zich momenteel voor onze ogen: Islamitische Staat (IS) is een direct gevolg van al dit sektarisme. Wat IS nu doet, is feitelijk het in de praktijk omzetten van alle vijandige sektarische retoriek die de Golfstaten decennialang hebben gehanteerd.

De aanval van soennitische extremisten op sjiitische moskeegangers in het oosten van Saoedi-Arabië, begin november, toont echter hoe zo’n praktijken in het gezicht van Saoedi-Arabië en andere Golflanden dreigen te ontploffen.

Als je continue anti-sjiietisme exporteert naar de buurlanden en niet genoeg kan benadrukken hoe slecht de sjiieten zijn, zal je op een dag wakker worden en geconfronteerd worden met geweld en omstandigheden die doen denken aan een burgeroorlog.

Is dat nu al het geval?

‘Je kan er niet naast kijken dat veel strijders en privaat geld voor IS uit Saoedi-Arabië en andere Golflanden komen’

Toby Matthiesen: Als je jarenlang blijft zeggen dat alle sjiieten in de Oostelijke provincie ketters zijn, dat ze niet te vertrouwen zijn en dat ze samenzweren met Iran is het weinig verwonderlijk dat er nu ook aanvallen plaatsvinden op sjiieten. De Saoedische staat wil echter geen onrust of geweld in het binnenland, daarom ook dat ze in november erg hard optrad tegen de aanvallers.

Dat neemt echter niet weg dat het allemaal deel uitmaakt van dezelfde logica en beleid. Het gaat te ver om te zeggen dat IS een creatie van de Saoedische regering zou zijn die zich nu tegen haar vroegere broodheren keert, maar je kan er natuurlijk niet naast kijken dat veel strijders en privaat geld voor IS uit Saoedi-Arabië en andere Golflanden komen.

Dat is het rechtstreeks gevolg van de ideologie die decennialang gepredikt werd in de Golflanden. Het anti-sjiietisme is één van de belangrijkste rekruteringsfactors voor IS, samen met antiwesterse gevoelens.

Vanwaar dat diepgeworteld anti-sjiietisme in Saoedi-Arabië?

‘Het Saoedische onderwijs kwam na 1979 helemaal in handen van de anti-sjiitische geestelijkheid, terwijl de oliedollars ondertussen het land binnenstroomden’

Toby Matthiesen: Het is belangrijk te weten dat in Saoedi-Arabië een verbond bestaat tussen het Koningshuis en de wahhabistische geestelijkheid die al 2,5 eeuw standhoudt. De geestelijkheid garandeert de politieke legitimiteit van de eerste, terwijl de monarchie zich niet wezenlijk bemoeit met het religieuze beleid van de geestelijkheid.

Overlevende (Soennitische) aanvallers van de grote moskee in Mekka. Een van de oorzaken van de verdere islamisering van Saoedi-Arabië

1973 en 1979 zijn in dat verband kantelmomenten. 1979 was het jaar van de Islamitische Revolutie in Iran, maar ook van de bezetting van de Grote Moskee van Mekka door soennitische extremisten. De bezetting van de Grote Moskee tastte de Islamitische legitimiteit van het Saoedische Koningshuis aan, terwijl de Iraanse Revolutie de regionale machtsbalans overhoop haalde.

Het Koningshuis besloot hierna tot een verdere islamisering van het land, met name in het onderwijs dat helemaal in handen van de intolerante en anti-sjiitische geestelijkheid kwam. Dat islamiseringsproces ging hand in hand met een enorme instroom van oliedollars, die op kruissnelheid kwam na de olieboom van 1973.

Was dat een bewuste keuze van het Koningshuis?

Toby Matthiesen: Vele leden van het Koningshuis zijn helemaal niet zo religieus. De opgedreven islamisering van het land na 1979 was meer een politieke en strategische keuze dan een ideologische. Het leidde echter wel tot de vorming van een hele generatie Saoedi’s die radicale denkbeelden aangeleerd kregen via het onderwijs en de media.

Pas na de aanslagen van 9/11 besefte het Koningshuis het gevaar dat die extremisten konden betekenen voor Saoedi-Arabië zelf, en vanaf 2003 werd begonnen met een grootscheeps antiradicaliseringsprogramma. De protesten van 2011 deden het Koningshuis echter terugkeren naar haar vertrouwde sektarische verdeel-en-heerstactieken.

Wat zijn de kansen op een heropleving van de protesten van 2011-2012?

Toby Matthiesen: De bloederige evolutie van de Arabische Lente doet mensen twee keer nadenken vooraleer nog eens op straat te komen. Op korte termijn verwacht ik niet veel verandering, hoewel de fundamentele oorzaak van alle ontevredenheid, de staatsrepressie, niet is veranderd.

Integendeel: de Saoedische staat voerde de repressie de afgelopen drie jaar nog verder op. Ze slaagde erin elke protestbeweging de kop in te drukken, en werd daarbij geholpen door de sektarische kwestie.

Tegelijk is er wel een groeiende groep van Saoedische jongeren die erg politiek en maatschappelijk bewust zijn en bijvoorbeeld erg actief zijn op Twitter. Het is niet zo dat niemand nog nadenkt. Mensen denken echter wel twee keer na vooraleer zich openlijk uit te spreken.

Is hier een rol weggelegd voor de internationale gemeenschap?

Toby Matthiesen: De internationale gemeenschap moet luid en duidelijk de Saoedische mensenrechtenschendingen veroordelen, en economische en politieke samenwerking moet gekoppeld worden aan een formeel hervormingsproces.

Dat zal echter niet snel gebeuren: niemand durft Saoedi-Arabië al te hard aan te pakken, hun financiële macht is simpelweg te groot.

Wat met samenwerking tegen IS?

Toby Matthiesen: In een ideale wereld moet je de ideologische grondoorzaak aanpakken die IS en andere groepen toeliet op het toneel te verschijnen. Die ideologie komt grotendeels uit de Golf, en moet daar aangepakt worden door onderwijshervormingen en het verbieden van haatpropaganda.

Kan het Saoedische Koningshuis een partner zijn in zo’n hervormingsproces?

**‘**IS implementeert feitelijk de geopolitieke visie van Saoedi-Arabië’

Toby Matthiesen: De Saoedische monarchie overleeft al 2,5 eeuw dankzij haar alliantie met de wahhabistische geestelijkheid. Ze weten wat ze doen en waarom ze het doen, ze zijn niet dom. Ze zullen dus niet zomaar hun beleid veranderen, zelfs niet omwille van IS.

IS implementeert bovendien de Saoedische geopolitieke visie, die zich keert tegen sjiitische regimes in Iran, Syrië en Irak. Wat IS doet op het terrein is in het geopolitieke belang van de Golfstaten.

Kan Saoedi-Arabië dan wel een betrouwbare partner zijn in de strijd tegen IS?

Toby Matthiesen: Ik denk niet dat ze echt gelukkig zijn met IS, ze zijn helemaal de controle kwijt. Ze moeten echter wel een partner zijn, aangezien het grootste deel van de financiering en de strijders afkomstig is uit Saoedi-Arabië. Dat neemt niet weg dat we er ons goed bewust van moeten zijn dat een groot deel van het probleem van hen komt.