Philipp Blom: ‘Mensenrechten? Het was een leuk idee, maar we doen het toch maar niet.’

Interview

zaterdaginterview

Philipp Blom: ‘Mensenrechten? Het was een leuk idee, maar we doen het toch maar niet.’

Philipp Blom: ‘Mensenrechten? Het was een leuk idee, maar we doen het toch maar niet.’
Philipp Blom: ‘Mensenrechten? Het was een leuk idee, maar we doen het toch maar niet.’

De opwarming van de aarde stelt het westerse samenlevingsmodel fundamenteel in vraag en de vluchtelingenstroom naar Europa is een symptoom, geen oorzaak van de diepe crisis. Philipp Blom ziet twee mogelijke reacties. Of we reageren neofascistisch of we stellen ons open voor verandering.

Philipp Blom is historicus, filosoof en schrijver, maar omschrijft zichzelf het liefst als antropoloog. Iemand die gefascineerd observeert hoe mensen reageren in het licht van ingrijpende maatschappelijke gebeurtenissen. In 2010 publiceerde hij Het verdorven genootschap. De vergeten radicalen van de Verlichting, waarin hij Diderot en Holbach bestudeert, hoe zij de vermeende zekerheden van hun tijd doorprikten en met hun revolutionaire denken maatschappelijke debatten aanwakkerden.

Vandaag is er opnieuw behoefte aan dit soort fundamentele debatten over het mensbeeld en de waarden die ons samenlevingsmodel schragen. Over de toekomst die ons voor de geest staat. De vluchtelingencrisis is een kans die zich aandient, vindt Blom. Willen we de idealen van vrijheid en solidariteit behouden en opnieuw grondvesten? Of begraven we ze definitief, als een utopie die niet haalbaar bleek te zijn?

Klimaatverandering verandert alles

Het is al eerder gebeurd, een klimaatverandering. Tijdens de Kleine Ijstijd in de zeventiende eeuw kwam de wereld terecht in een klimaat dat 2°C kouder was. In die periode maakte Europa de overgang door van een continent van boeren en adel die van de landbouw leefden naar een industrieel producerend en handeldrijvend continent, met kooplieden en een middenklasse. De landen die de verandering verwelkomden, hebben de overgang succesvol doorgemaakt, weet Blom. Engeland en Nederland, bijvoorbeeld, richtten scholen op om kinderen op te leiden en een beurs om het kapitalisme tot ontwikkeling te brengen. Een land als Spanje, dat ontzettend veel koloniale rijkdom zag binnestromen, weigerde te veranderen en kwam in een neerwaartste spiraal terecht van drie eeuwen van oorlog en armoede.

‘Het enige en meest wijze alternatief is te aanvaarden dat verandering plaatsvindt en ze actief mee vorm te geven.’

Vandaag staan we voor een vergelijkbaar fenomeen: de aarde warmt onmiskenbaar op, geen 2°C maar misschien wel 3 of 4°C. Blom: ‘Dat betekent niet dat wij het hele jaar in t-shirt van het zonnetje kunnen genieten. Het betekent smeltende ijskappen, een stijgende zeespiegel, veranderende oceaanstromen. Door de klimaatverandering verandert alles op aarde. Je kunt dat ontkennen, een tijdje.’

‘Je kunt een grote dam bouwen en pretenderen dat er niets gebeurt terwijl achter die dam het water stijgt. De dam zal gegarandeerd doorbreken en dan word je volledig weggespoeld. Het enige en meest wijze alternatief is te aanvaarden dat verandering plaatsvindt en ze actief mee vorm te geven. We weten vandaag niet waar die ons naartoe brengt, maar één ding is zeker: Europa zal veranderen en we zullen dierbare dingen achter ons moeten laten. Maar als we niet meegaan in de verandering, zijn wij de grote verliezers.’

Een nieuw keerpunt

© Bart Lasuy

‘Als wij geloven dat het verhaal van gelijke rechten waarheid bevat, dan moeten we het verdedigen tegen de krachten die dit van binnenin of van buitenaf bedreigen.’

© Bart Lasuy​

De Verlichting was vooral een tijd was van intens maatschappelijk debat. Ideeën die voordien marginaal waren, werden het middelpunt van maatschappelijke discussies en raakten verbonden met sociale bewegingen die de gangbare orde ter discussie stelden. De rede stond daarbij centraal.  Blom: ‘De Verlichting was een keerpunt, omdat het denken van een wereld zonder God plots doorbrak. Al had je onder de denkers van de Verliching ook deïsten: mensen die geloofden in een goddelijke rede waaraan de mens deel heeft.’

De deïstische Verlichting, met Voltaire en Kant, noemt Blom een nieuw etiket voor het gedachtengoed van het christendom, sterk doordrongen van het idee van de goddelijke voorzienigheid en het beeld van een geschiedenis die naar een doel toegaat. Onbewust zijn wij vandaag nog helemaal doordrongen van deze manier van denken, vindt Blom: ‘We denken: “Met ons gaat het goed en zal het altijd goed gaan.” Denk aan Adam Smith, die zegt dat je de markt aan zichzelf moet overlaten. De onzichtbare hand die alles in goede banen zal leiden hebben we nog steeds in het achterhoofd, maar natuurlijk is die er niet.’

De radicale Verlichting zat op een ander spoor. Die keerde zich radicaal af van God en ziet ons, mensen, als een interessant en intelligent aapje, maar een aapje dat leeft onder dezelfde wetten als de andere dieren, stelt Blom. Het kan zichzelf dus ook uitroeien. ‘Er is geen kosmische macht die erin geïnteresseerd is de mens in leven te houden omdat hij een historische taak heeft. Pas als we inzien en aanvaarden dat wij aan dezelfde natuurwetten onderhevig zijn, kunnen we ook inzien dat we onszelf in gevaar kunnen brengen. Wij kunnen onze bestaansvoorwaarden op aarde vernietigen. De aarde zal zich over een paar eeuwen herstellen, weliswaar zonder ons. Wij bedreigen onszelf, omdat we een onderdeel zijn van dat ecosysteem. De Verlichting heeft nu juist dat besef mogelijk gemaakt.’

Verlicht maar verblind

Onze tijd is ook nog op een andere manier speciaal, volgens Blom. Wij vormen de eerste generatie die de consequenties van haar eigen handelen kan overzien, denk aan het klimaatprobleem en alle wetenschappelijke modellen om het uit te leggen. Maar we handelen niet, of veel te traag. We geloven ook in de kracht van technologie, maar technologie is niet het antwoord op het fundamentele probleem van onze soort vandaag.

‘Onze technologieën zijn veel destructiever geworden, maar wij zijn niet veel intelligenter geworden om ermee om te gaan.’

Blom: ‘Als je een kwaadaardige chimpansee hebt met een steen, heb je een probleem. Maar als je er een hebt met een kalasjnikov, heb je een nog groter probleem. Wij zijn aapjes met ontzettend destructieve technologieën. Onze technologieën zijn veel destructiever geworden, maar wij zijn niet veel intelligenter geworden om ermee om te gaan. Daarom hebben we vandaag een probleem met terreur: niet omdat we irrationeler zijn geworden dan driehonderd jaar geleden, maar omdat de technologie de schaal heeft veranderd.’

We zijn ook nog op een andere manier verblind. ‘Wij zijn rijk omdat we een hypotheek hebben genomen op het leven van onze kinderen en kleinkinderen en omdat we mensen uitbuiten in andere continenten’, stelt Blom.

‘De gewelddadigheid en wreedheid die wij in de Europese maatschappijen in het verleden kenden, veroorzaken we nog steeds, alleen hebben we ze geoutsourcet. Denk aan Shell, dat een oorlog ontketende in Biafra om aan zijn olie te komen. Kijk naar de productieprocessen achter onze goedkope consumptiegoederen. Door de wreedheden van onze maatschappij te exporteren, hebben wij hier welvarende samenlevingen opgebouwd. Het is een kunstmatige situatie, die moreel niet te rechtvaardigen valt. Wat wij de vluchtelingencrisis noemen, is de terugkeer van deze wreedheden in onze eigen samenleving.’

Leven zonder god

Waardoor laten we ons leiden in deze crisis? Zeker niet door religie, als het van Blom afhangt. Hij vindt zelf een houvast in een kernidee van de radicale Verlichting, namelijk het inzicht dat drie impulsen ons menselijk handelen leiden: de lust en het libido, het altruïsme en de behoefte om mensen te helpen, en de behoefte aan een gedeelde zin, een gedeeld verhaal. Zo’n gedeeld verhaal is het verhaal van de menselijke vrijheid en van de universele rechten van de mens.

Blom: ‘Dat zijn geen natuurwetten: geen enkel konijn bezit het recht om niet gegeten te worden. Rechten bestaan omdat wij, mensen, die tot ons verhaal maken. Omdat we ze aan elkaar vertellen, omdat we instituties hebben gecreëerd en ze zo doorgeven aan de volgende generaties. We maken ze tot onze waarheid. Er zijn ook menselijke beschavingen die heel goed zonder deze wetten kunnen.’

‘Als wij geloven dat het verhaal van gelijke rechten waarheid bevat, dan moeten we het verdedigen tegen de krachten die dit van binnenin of van buitenaf bedreigen.’

© Bart Lasuy

‘We geloven in de kracht van technologie, maar technologie is niet het antwoord op het fundamentele probleem van onze soort vandaag.’

© Bart Lasuy​

Het waardevolle aan onze samenleving is voor een groot deel het resultaat van dit verhaal van gelijke rechten: voor mannen en vrouwen, voor mensen van alle religies, etnische afkomst en seksuele voorkeur. Als wij geloven dat dit verhaal waarheid bevat, dan moeten we het verdedigen tegen de krachten die dit van binnenin of van buitenaf bedreigen.

Welke plaats ziet hij in het verhaal van gelijkheid en mensenrechten voor religies, nu die zowat overal opnieuw op het politieke toneel verschijnen? Religie is volgens Blom steeds een projectie van sociale en ethische principes en ambities en heeft niets met moraliteit te maken. ‘Als ik iets doe uit vrees voor straf of in ruil voor een beloning is dat geen moreel handelen. Je moet het goede doen omdat je ervan overtuigd bent dat het het juiste handelen is, niet omdat iemand anders je het oplegt.’

Tegelijk vindt hij dat het duidelijk moet zijn dat een religie niet ophoudt bij wat de heilige of funderende geschriften zeggen, maar begint bij de interpretaties en de praktijk van de gelovigen. Maar Blom vindt dat opvallend veel religieuze interpretaties problematisch zijn, en dan heeft hij het niet alleen over het gewelddadige salafisme of het wahabitische islamisme van Saoedi-Arabië. Blom: ‘Islamisme is een moderne politieke ideologie die zich bedient van de geschriften en de koran. Iedere religie laat zich zo misbruiken. Kijk naar de hindoenationalisten in India.’

Philipp Blom verwerpt religie als kompas om door de maatschappelijke crisissen van de eenentwintigste eeuw te varen, maar hij vindt wel dat iedere maatschappij transcendentie nodig heeft. ‘En dat is voor het Westen een probleem. Onze transcendentie is bijzonder armoedig geworden, het is er een van Ralf Lauren en Chanel. Als we een identiteit willen, kopen we een merk. Merken zijn de nieuwe goden. We hebben geen groot project meer voor onze maatschappij. We streven er in Europa niet meer naar om rechtvaardiger samenlevingen te worden. We zetten ons niet meer in om een toekomst te bouwen. We willen vooral heel erg dat de tegenwoordige tijd niet ophoudt, omdat wat daarna komt verandering betekent, en verandering is een aantasting van onze maatschappelijke orde.’

Daarom ook voelen sommige moslims een zekere minachting voor Europa. Ze zien Europeanen als een soort hedonisten zonder kop die geen project meer hebben.

De toekomst denken

Op de golf van vluchtelingen die nu op ons afkomt, kunnen we op twee manieren reageren, stelt Blom. ‘Of we zeggen: “Wij zijn rijk en we willen dat zo houden.” En we kunnen akelige mensen betalen om ons de vluchtelingen van het lijf te houden. Dat hebben we met Kaddafi gedaan en doen we nu met Erdogan in Turkije. De vluchtelingenboten moeten we dan maar laten zinken en vrouwen en kinderen aan de grens beschieten. Als we voor die aanpak kiezen, moeten we goed weten wat we aan het doen zijn. Het is op zich een walgelijke gedachte.’

‘Hoewel we pretenderen dat mensenrechten universeel zijn, zeggen we vaak impliciet: “Dat zijn onze, blanke mensenrechten.”’

‘Maar ze druist ook volledig in tegen ons verhaal van de mensenrechten. Die mensenrechten zijn een droom die we iedere dag weer moeten waarmaken. Hoewel we pretenderen dat ze universeel zijn, zeggen we vaak impliciet: “Dat zijn onze, blanke mensenrechten.”

Mensenrechten zijn echter niet deelbaar want zodra je ze deelt, is het een kwestie van tijd voor je zelf aan de foute kant van de opdeling staat. In dat scenario geven we de erfenis die de Verlichting ons heeft nagelaten op. Dan zeggen we: “Het was een leuk idee, maar we doen het toch maar niet.”’

‘De andere optie is dat we die erfenis ernstig nemen en mensenrechten behandelen als universeel en ondeelbaar. We staan dan voor ontzettend grote uitdagingen, want dan moeten we die mensen integreren. Met die keuze begint er een lang en moeilijk verhaal waarbij we onszelf moeten verdiepen in de vraag hoe we willen dat onze samenleving er over twintig, dertig jaar zal uitzien. Maar ik denk niet dat we daar een alternatief voor hebben.’ Om echt in dit maatschappelijke debat te duiken, moet volgens Blom de Leidensdruck, de nood en de ellende, nog sterker worden. ‘We zijn rijker dan ooit en we voelen te weinig de noodzaak om te veranderen.’