Rabbi en burgerrechtenactiviste Noa Sattath fileert de nieuwe Israëlische regering
Israël-Palestina: ‘Een verbond is de enige manier om de heerschappij van radicaal-rechts te beëindigen’
Een coalitie met nationalistische en ultraorthodoxe partijen zorgt voor de meest rechtse regering die Israël ooit heeft gehad. ‘Dit zat eraan te komen’, zucht burgerrechtenactiviste Noa Sattath. Tegelijk ziet ze een brede protestbeweging opstaan tegen de regering en voor democratie.
Noa Sattath: ‘Puur mathematisch is een partnerschap tussen de Joodse en Palestijnse gemeenschappen de enige manier om een einde te maken aan de politieke heerschappij van radicaal-rechts.’
© Reuters / Mohamad Torokman
‘Dit zat eraan te komen’, zucht burgerrechtenactiviste Noa Sattath. Na vijf verkiezingen in vier jaar tijd stemde Israël op 1 november partijen in de regering met een radicale, ultraorthodoxe en soms ronduit racistische agenda. Tegelijk staat er een brede verzetsbeweging op tegen de regering en voor democratie. Maar geldt die roep om democratie voor iedereen? ‘Sommigen binnen de protestbeweging willen vasthouden aan de status quo.’
Ongeveer een maand geleden vormde Benjamin Netanyahu de meest extreemrechtse regering in de geschiedenis van Israël. De politieke overlever verbond zijn lot aan een coalitie van ultranationalistische en -religieuze partijen om opnieuw aan de macht te komen, en zo extra troeven in handen te krijgen voor het corruptieproces dat hem al zes jaar achtervolgt.
Wie is Noa Sattath?
Noa Sattath is gewijd als rabbijn en strijdt al 20 jaar voor gendergelijkheid en tegen racisme. Haar engagement begon vanuit haar persoonlijke identiteit in de lgbtq+-beweging, waar ze inzag dat er een grote verscheidenheid is aan groepen die ondervertegenwoordigd zijn in de samenleving.
Sinds 2021 is ze directeur van Association for Civil Rights in Israel (ACRI), de oudste en grootste mensenrechtenorganisatie van Israël, die democratische waarden en vrijheden beschermt in Israël en de gebieden die het controleert.
In het regeerakkoord staan uitgesproken anti-Palestijnse ideeën, inperkingen van lgbtq+-rechten en vrouwenrechten en een plan om met de grove borstel door het onderwijs en de wetshandhaving te gaan. Maar het meest opvallend is de voorgestelde ‘hervorming’ van de rechterlijke macht, waarbij de Israëlische justitie tandeloos wordt tegenover de politiek. Volgens critici is het een ultieme poging van Netanyahu om zelf niet in de gevangenis te belanden.
De voorbije maand kreeg de zesde (!) regering die hij leidt dan ook felle tegenkanting vanuit alle hoeken. Bijna wekelijks kwamen er mensen op straat tegen de ‘ontmanteling van de democratie’. De betoging van afgelopen zaterdag in Tel Aviv bracht zelfs 130.000 man op de been. Het Hooggerechtshof floot Netanyahu terug toen hij de ultra-orthodoxe Aryeh Deri – veelvoudig fraudepleger en daarom uitgesloten van het bekleden van een openbaar ambt – een ministerpost wou geven.
‘Het pad naar Joodse suprematie – als theologie én nationalistische ideologie – is al decennia geleden ingezet.’
Vakbonden, onderwijskoepels, activisten en politici verzetten zich tegen de plannen van de nieuwe regering. Het verzet is breed gedragen en zowel linkse als centrumrechtse burgers en politici gaan de straat op om de ‘democratie te redden’.
Maar is die roep om ‘democratie’ te beschermen er ook één met aandacht voor gelijkheid voor alle inwoners van Israël en de gebieden onder zijn controle? En is er binnen die brede beweging ook ruimte voor kritiek op de bezetting?
‘Er is nog veel werk voor de boeg in deze turbulente tijden’, lacht Noa Sattath een beetje schamper aan de telefoon vanuit Tel Aviv. Ze is directeur van ACRI, de grootste en oudste Israëlische mensenrechtenorganisatie. De nieuwe regering is volgens haar ‘een nachtmerrie’ voor de mensenrechtensituatie in het land en voor de Palestijnen in de Bezette Gebieden.
Maar, zegt ze ook, dit komt niet uit de lucht vallen. ‘Het pad naar Joodse suprematie – als theologie én nationalistische ideologie – is al decennia geleden ingezet. Ook de invloed van ultra-orthodoxe partijen is al jaren prominent aanwezig in het Israëlische politieke systeem. Dat heeft zich onder meer geuit in de onderdrukking van vrouwen- en lgbtq+-rechten.’
De ruk naar extreemrechts was al jaren aan het broeien in de Israëlische samenleving. Maar de recente verkiezingsresultaten geven de proponenten ervan de mogelijkheid om hun gevaarlijke ideeën te verwezenlijken.
De volkswoede richt zich vooral tegen de geplande hervormingen van de rechterlijke macht. Minister van Justitie Yariv Levin wil de regering controle geven over de benoeming van rechters en de Knesset, het Israëlische parlement, de mogelijkheid geven om uitspraken van het Hooggerechtshof naast zich neer te leggen. Waarom is dat het voornaamste mikpunt?
Noa Sattath: Omdat het een paradigmaverschuiving betreft. Er is veel onrechtvaardigheid in onze samenleving: onder de eeuwigdurende bezetting, maar ook in Israël zelf worden verschillende minderheidsgroepen gediscrimineerd: asielzoekers, gemeenschappen die in armoede leven enzovoort.
‘De enige controle op de activiteiten van de regering is de rechterlijke macht.’
De manier waarop we dat onrecht bestrijden is via het gerecht. Het democratische systeem in Israël is namelijk zeer gebrekkig, te beginnen met het feit dat de Palestijnen onder de bezetting geen politieke vertegenwoordiging hebben.
Maar er zijn ook nauwelijks checks-and-balances: er is geen echte scheiding tussen de uitvoerende en de wettelijke macht. We hebben geen geschreven grondwet, er is maar één kamer in het parlement. Zelfs onze president heeft een voornamelijk protocollaire rol.
De enige controle op de activiteiten van de regering is de rechterlijke macht. Als je die ondermijnt is er sprake van een regimewissel en heeft het volk geen wapens meer in de strijd voor burgerrechten. Dat is de reden waarom het publiek zo fel reageert op de voorgestelde hervormingen. Maar vergis je niet: deze regering heeft nog andere beleidsplannen die gevaarlijk zijn.
Vrees voor geweld
**Volgens velen gaat er gevaar uit van kersvers minister van Nationale Veiligheid Itamar Ben Gvir. Ooit geweerd uit de Knesset wegens racisme, noemt massamoordenaar Baruch Goldstein — die 29 Palestijnen doodschoot tijdens het gebed — ‘****een held’ en zijn aanhangers roepen ‘**dood aan de Arabieren’ in de straten. Die man heeft nu de leiding over Israëlische veiligheidstroepen.
Sattath: We moeten het risico op een gewapend conflict met de Palestijnen ernstig nemen. Een toename van geweld op de Westelijke Jordaanoever, in Jeruzalem en Gaza is een reële mogelijkheid. Veel zal afhangen van internationale druk en de mate waarin hoe Netanyahu zijn coalitieleden onder controle kan houden.
Pesach (belangrijke joodse feestdag, red.) en de ramadan (islamitische vastenmaand, red.) vallen dit jaar op hetzelfde moment. Ben Gvir heeft veel te winnen bij een escalatie van geweld. Extremisten zoals hij — hij komt uit de radicale krochten van de maatschappij — gedijen als er een manier is om een gepercipieerde vijand te demoniseren. Hij heeft er veel baat bij zich voor te doen als een sterke man, terwijl anderen oproepen tot kalmte en gematigdheid.
Als er een derde intifada (opstand van de Palestijnen in de door Israël bezette gebieden, red.) uitbreekt zal dat niet alleen veel mensenlevens kosten, maar zullen ook de rechten van de Palestijnen binnen Israël verder ingeperkt worden onder het mom van de veiligheidssituatie.
De politieke rechten van de Arabische minderheid binnen Israël zijn de voorbije jaren al ingeperkt, onder meer door de beruchte Natiestaatwet. Die bepaalt dat Israël de natiestaat is van het Joodse volk, dat het exclusief recht heeft op nationale zelfbeschikking, een soort apartheid volgens buitenlandse critici. Hoe kunnen ze nog verder uitgehold worden?
Sattath: Op drie belangrijke manieren: een daarvan is maatschappelijke discriminatie, door bijvoorbeeld een voorkeursbehandeling te geven bij huisvesting of toegang tot onderwijs voor wie in het leger gediend heeft. Een tweede manier is door een toename van politiegeweld.
‘Als de rechtbanken gepolitiseerd worden, is de kans groot dat we weer massadeportaties of detenties voor onbepaalde tijd zullen zien.’
En verder staat het recht op politieke vertegenwoordiging onder druk. De voorbije dagen heeft de regering al stappen ondernomen om meer zeggenschap te hebben over wie zich kandidaat mag stellen voor de parlementaire verkiezingen. Ik vermoed dat ze zal proberen om de Arabische partijen te verhinderen van op te komen.
Wat baart u, behalve de gerechtelijke hervormingen en de escalatie van geweld, nog zorgen aan de plannen van de nieuwe regering?
Sattath: De annexatie van delen van de Palestijnse gebieden, een uitgesproken doel van het ‘Religieus Zionistisch Blok’ van Ben Gvir. Dat zou een bom leggen onder een toekomstig vredesproces tussen Israëli’s en Palestijnen.
Verder ben ik bezorgd over de asielzoekers in Israël. Er wonen momenteel ongeveer 25.500 asielzoekers in Israël, voornamelijk uit Eritrea en Soedan. Dat is een zeer kwetsbare gemeenschap, nauwelijks beschermd door de wet. Ook zij kan enkel haar rechten uitoefenen via de rechtbanken. Als die binnenkort gepolitiseerd worden, is de kans groot dat we weer massadeportaties of detenties voor onbepaalde tijd zullen zien, zoals in het verleden al gebeurd is.
Tweestrijd binnen het verzet
In de jaren ’80 behaalde de partij van Ben Gvir nauwelijks 1% van de stemmen. Nu vormen zijn Religieuze Zionisten de op twee na grootste fractie van de Knesset. Hoe is het radicale en racistische gedachtegoed mainstream geworden in de Israëlische maatschappij?
Sattath: Populisme en extremisme winnen in de hele wereld aan terrein. In Israël hebben die ideologieën een voedingsbodem gevonden omdat we een fragiele democratie hebben en belangrijke maatschappelijke conflicten. Ook de voortdurende inspanningen om Palestijnen te ontmenselijken, vanuit het hele politieke spectrum, hebben meegespeeld.
‘De antiregeringsbeweging moet allianties smeden met de Arabische partijen en de Palestijnse burgers van Israël.’
Israëli’s hebben decennia gestemd voor repressie en discriminatie, de laatste verkiezingsuitslag is daar bijna een logisch gevolg van. Er is ook een duidelijke teloorgang van linkse partijen en instituten. De linkerkant in Israël moet terug naar de basis en nadenken over hoe hij een positieve visie kan uitdragen.
Ik zie wel sterke krachten ontplooien in het maatschappelijke middenveld, ik ben ervan overtuigd dat zij de ergste schade aan de Israëlische democratie zullen voorkomen. In veel geledingen van de maatschappij ontstonden de voorbije weken originele vormen van verzet, van boycots tot het oprichten van solidariteitsfondsen voor mensen die getroffen zullen worden door discriminerende wetgeving.
In hoeverre is de Arabische minderheid in Israël betrokken bij deze protesten?
Sattath: Bij de straatprotesten zijn ze alvast minder betrokken. Dat is een van de belangrijke stappen die deze antiregeringsbeweging nog moet nemen: allianties smeden met de Arabische partijen en de Palestijnse burgers van Israël.
Puur mathematisch is een partnerschap tussen de Joodse en Palestijnse gemeenschappen de enige manier om een einde te maken aan de politieke heerschappij van radicaal-rechts.
Zo’n partnerschap kan alleen als Joodse progressieven bereid zijn een volwaardige democratie te verdedigen en de Palestijnse eis van volledige gelijkheid onderschrijven. Dat houdt in bepaalde privileges opgeven, denkt u dat dit een realistisch doel is?
Sattath: Persoonlijk ben ik 100% voor volledige gelijkheid en wil ik bouwen aan zo’n volwaardige democratie. Maar er zijn ook stemmen binnen de protestbeweging die vasthouden aan de status quo.
Daarom moeten we realistisch zijn en kijken naar andere manieren om samen te werken. In Brazilië bijvoorbeeld was de anti-Bolsonarobeweging zeer divers en speelden er uiteenlopende belangen. Uiteindelijk hebben die verschillende facties zich toch verenigd en hun doel bereikt.