Slampoëte Rafeef Ziadah: ‘Woorden zijn wat de Palestijnen nog rest’

Interview

Palestijnse poëzie als toevluchtsoord

Slampoëte Rafeef Ziadah: ‘Woorden zijn wat de Palestijnen nog rest’

Israël en Hamas bereiden zich voor op een staakt-het-vuren, terwijl het totaal verwoeste Gaza rouwt. De vele doden in Gaza tellen naast journalisten ook dichters en schrijvers, die doelbewust door Israël werden geviseerd. Maar, zegt de Palestijnse spokenwordartieste Rafeef Ziadah: Dode dichters laten sporen na.

Wanneer Rafeef Ziadah begint te spreken, zwijg je. Naast haar woorden hoor je de stofjes vallen in de kleine, volgeboekte zaal van de Antwerpse universiteit.

Ze zegt het respectvol maar zonder omwegen, en met een warme, ietwat honingzoete stem: de genocide in Gaza is een schandvlek voor de mensheid, voor het Westen en voor Europa. ‘Europa? Dat is medeplichtig.’

De gedichten die de Palestijns-Londense artieste voordraagt, tijdens de lunchtalk op een zeldzaam lichtrijke middag in december, zijn die van de doden: Heba Abu Nada en Refaat Alareer. Allebei zijn ze slachtoffers van de genocidaire oorlog van Israël tegen Gaza sinds 8 oktober 2023.

De jonge dichteres Heba Abu Nada werd op 20 oktober vorig jaar gedood door een Israëlische luchtaanval in Zuid-Gaza. Anderhalve maand later, op 6 december, werd de bekende academicus en dichter Refaat Alareer gedood. Twee aanslagen op een Palestijns leven, twee aanslagen op het vrije woord, alweer en opnieuw.

‘De dood van een dichter is niet belangrijker dan die van een ander’, zegt Ziadah. ‘Elk leven dat verloren is, was een opmerkelijk leven, met een heel eigen gesternte. Alleen: dode dichters laten sporen na. Hun levens zijn weg, maar hun woorden blijven vindbaar. Woorden zijn wat ons nog rest.’

Het gedicht If I must die van Refaat Alareer ging viraal na zijn dood. Het werd intussen vertaald in meer dan honderd talen. De Israëlische bom deed de dichter niet zwijgen maar liet zijn woorden net luider en in miljoenen echo’s de wereld rondgaan.

Wie is Rafeef Ziadah?

De Palestijns-Londense spokenwordkunstenares Rafeef Ziadah (°1979) werd vooral bekend met de performances van haar gedichten We teach life, sir (zie hieronder) en Shades of Anger.

Ziadah werd geboren in een vluchtelingenkamp in Libanon, groeide op in Tunesië en woonde ook in Griekenland en Canada voor ze zich in Londen vestigde. Ze geeft er les aan King’s College London, een van de oudste universiteiten van het Verenigd Koninkrijk.

In december was Rafeef Ziadah in België op uitnodiging van Nuff Said en was ze de centrale gaste op een lunchtalk van de Universiteit Antwerpen.

Vietnam-moment

Refaat Alareer schreef If I die meer dan tien jaar geleden: in 2011 postte hij het gedicht op zijn blog My Gaza. Postuum werden Alareers nooit uitgegeven schrijfsels gepubliceerd in het gelijknamige boek If I must die. Pas na zijn dood kreeg Alareer de weerklank en een publiek voor zijn poëzie waarnaar hij tijdens zijn leven zocht.

Krijgen de Palestijnen eindelijk meer spreekruimte? Ziadah is daar nuchter in. Er is misschien een momentum voor Palestijnse dichters, maar gewone mensen worden niet gehoord, zegt ze tijdens een gesprek na de lunchtalk. ‘Van bij de start van de genocide tellen de mensen in Gaza de doden en gewonden, houden ze data bij, filmen ze de gruwel. Alles is gedocumenteerd. Nu stellen ze de vraag aan de buitenwereld: wat willen jullie nog zien voor je eindelijk aan de noodrem trekt en het geweld stopt?’

Anderzijds zagen burgers overal ter wereld wat gebeurde in zestien maanden nietsontziend geweld, zegt Ziadah. ‘Gewone mensen overal ter wereld zien de beelden in Gaza, zowel door Palestijnen als door Israëli’s zelf gefilmd. Ze beseffen hoe alle grenzen worden overschreden. Daarin ligt mijn hoop: de ware aard van Israël gaat onverbloemd de wereld rond.’

Rafeef Ziadah geeft les aan de Londense universiteit King’s College, waar ze de bewustwording bij de studenten zeker gewaarwordt. ‘Voor jonge mensen is de genocide in Gaza hun “Vietnam-moment”. Onze studenten vragen zich luidop af in welke wereld ze zijn geboren, waarom hun regeringen niet daadkrachtiger zijn en waarom zogenaamd kritische journalisten Israël blijven steunen.’

Krijgen Palestijnse dichters meer tijd en ruimte om te spreken?

We vroegen het ook aan Jurgen Maas, Nederlands uitgever van fictie en non-fictie met een bijzondere focus op het Midden-Oosten. Samen met de Hope Foundation startte hij dit jaar een publicatieproject op om literatuur uit Gaza te introduceren bij een Nederlandstalig publiek.

‘Dat is een moeilijke vraag’, zegt Jurgen Maas aan de telefoon. ‘Hoe meet je zoiets op een moment waarop de vernietiging van Gaza totaal is? Voor onze ogen zien we wat gebeurt: een economische, een sociale, een culturele vernietiging van het Palestijnse leven in Gaza.’

Maas verwijst ook naar de systematische uitschakeling van schrijvers en journalisten. Het Palestijnse syndicaat van journalisten spreekt van 198 gedode journalisten, 378 verwonde en 57 gedetineerde journalisten.

‘We zien hoe een hele nieuwe generatie Palestijnse letterkundigen opstaat.'

Dus hoe plaats je die uitschakeling tegenover het idee dat meer mensen airplay krijgen?, vraagt Maas zich af. ‘Maar tegelijk: nu kennen veel mensen de eerste regels van het gedicht van Refaat Alareer. We zien ook hoe een hele nieuwe generatie Palestijnse letterkundigen opstaat.'

'Ja, laten we hopen dat het momentum er is en dat het blijft duren. Want de journalistieke en literaire getuigenissen zijn, bij gebrek aan enige politieke weg, het enige dat nog rest.’

Pikorde

Op weg van de universiteit naar haar hotel vertelt Ziadah hoe murw geslagen ze is. Die vermoeidheid geldt voor iedereen, zegt ze daarna, tijdens het gesprek in de hotellobby. ‘Iedereen die betrokken is en ziet wat gebeurt in Gaza vecht dagelijks tegen de radeloosheid.'

'Niet die wanhoop is vreemd, wel het feit dat mensen zich elke dag blijven opladen om zich uit te spreken en te organiseren tegen de genocide. Mensen doen dat zelfs in Gaza, waar het leven elke minuut verder verkruimelt onder het Israëlische geweld. Het besef dat onze Palestijnse kinderen op een tv-scherm kunnen sterven zonder dat één overheid opstaat om dit te stoppen, is loodzwaar om te dragen.’

Gaza illustreert voor Ziadah beenhard wat de levens van Palestijnen waard zijn in de mondiale pikorde. ‘De bittere waarheid is dat de onze minder waard zijn’, zegt Rafeef Ziadah. ‘Een manier om dat besef te overleven is: je organiseren en de wereld herinneren dat we er zijn en niet kunnen worden weggeveegd.’ Daarbij, zegt ze, nemen woorden en vertelling een cruciale plaats in.

Poëzie schopt terug

Performances van Rafeef Ziadah schudden je wakker. Haar gedichten boren gaten in de immunisering voor het aanhoudende nieuws uit Gaza. ‘Na performances komen mensen vaak naar me toe om te zeggen dat ze nog nooit op die manier hadden nagedacht over het conflict’, vertelt ze.

‘Mensen wennen aan het voorbijflitsende nieuws, er is oververzadiging van beelden uit Gaza. Het is de angst van de mensen in Gaza: dat 2 of 90 doden niets meer uitmaken, dat de dood van hun geliefde enkel als een naakt cijfer wordt gezien. Poëzie doet een veel beter werk dan tien journaals.’

Ze werd geboren in Beiroet en groeide op in oorlogen. Poëzie bracht de piepjonge Rafeef al een overlevingsmechanisme.

‘Poëzie is voor Palestijnen een ruimte waar ze hun verloren spreekrecht opnieuw kunnen claimen.’

Ze was al een verlegen twintiger toen ze voor de eerste keer performde, na een confrontatie tijdens een actie op de campus van haar Canadese universiteit. ‘Een jonge Israëli, die net zijn legerdienst had voltooid, was naar me toe gekomen en schopte me. “Je verdient om verkracht te worden voor je terroristenkinderen op de wereld zet”, zei hij.'

De radeloosheid die ze toen voelde, vertaalde zich in haar bekende gedicht Shades of Anger. Toen ze het de eerste keer voorlas, reciteerde ze het met de ogen gesloten en de vuisten hardnekkig gebald.

‘Toen ik mijn ogen opende, zag ik het publiek, dat me een staande ovatie gaf. Het was een heel surrealistische out-of-body experience. Maar het gaf me wel een duw om te performen, dus uit de geweldconfrontatie kwam wel degelijk iets goeds. Poëzie is voor Palestijnen een ruimte waar ze hun verloren spreekrecht opnieuw kunnen claimen.’

Het geheugen van een dichtregel

In het voorwoord van de dichtbundel Rifqa van Mohammed El-Kurd schrijft de Amerikaanse poëte Aja Monet: ‘Een gedicht wordt in onze diepste zielenroerselen een land dat niet kan worden ingenomen, maar het kan verzorgd, het kan gekoesterd en geliefd worden.’ Mohammed El-Kurds poëzie, zo zegt Monet, is als thuis, en thuis bestaat niet uit baksteen maar uit gedeelde herinneringen.

Rafeef Ziadah zegt hetzelfde. In gedichten krijgt het collectieve Palestijnse geheugen, dat al 70 jaar onderhevig is aan uitveegpraktijken, opnieuw vorm. Palestijnen die nog nooit Jeruzalem konden bezoeken omdat ze geen toelating krijgen, zegt Ziadah, kunnen de stad terugvinden in gedichten.

Ze verwijst naar het Arabische “Shatat”, waar poëzie de Palestijnse beleving en doorleefdheid in zijn totaliteit samenbrengt, los van ballingschap en diaspora. ‘Palestijnen zijn losgescheurd van elkaar, opgedeeld in verschillende categorieën: vluchtelingen binnen en buiten Palestina, Palestijnen in Israël, Palestijnen in Jeruzalem, in Gaza, in de Westelijke Jordaanoever…’

'In poëzie kunnen we als Palestijnen elkaar en onszelf terugvinden. Hier krijgt thuis vorm. Poëzie is dus ook een daad van verzet tegen de versplintering van de Palestijnen.’

Palestijnse bomen

Of Palestina als realiteit een plaats krijgt in haar gedichten?, vraag ik Rafeef Ziadah. En wat zou het dan betekenen? Gaat het dan om een illusionaire staat? Ziadah gelooft al lang niet meer in de idee van twee staten. Het is een idee dat Israël, dat altijd heeft overheerst, geen seconde ernstig heeft genomen.

‘De Oslo-akkoorden werden in het leven geroepen om elke vorm van Palestijnse statelijkheid te ondergraven. Het was gewoon een schelp om de status quo te bestendigen, een schelp die verdwijnt terwijl we praten: de Westelijke Jordaanoever is helemaal omsingeld en Gaza is vernietigd. Dus als mensen over statelijkheid spreken, weet niemand wat dat nog zou kunnen betekenen.’

‘Vrijheid voor Palestijnen betekent: eindelijk in waardigheid en gelijkheid kunnen leven.’

Vrijheid, voorbij grenzen, is een veel belangrijker concept om over na te denken, vindt Ziadah. ‘Vrijheid voor Palestijnen betekent: eindelijk in waardigheid en gelijkheid kunnen leven. Mijn hoop is dus dat we in de toekomst Palestina op die manier kunnen vormgeven.’

Eenmaal vrij, maar ook pas dan, zegt Ziadah, zullen we in een Palestijnse dichtregel bomen kunnen omhelzen.  

Word proMO*

Vind je MO* waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.

Je helpt ons groeien en zorgt ervoor dat we al onze verhalen gratis kunnen verspreiden. Je ontvangt vier keer per jaar MO*magazine én extra edities.

Je bent gratis welkom op onze evenementen en maakt kans op gratis tickets voor concerten, films, festivals en tentoonstellingen.

Je kan in dialoog gaan met onze journalisten via een aparte Facebookgroep.

Je ontvangt elke maand een exclusieve proMO*nieuwsbrief

Je volgt de auteurs en onderwerpen die jou interesseren en kan de beste artikels voor later bewaren.

Per maand

€4,60

Betaal maandelijks via domiciliëring.

Meest gekozen

Per jaar

€60

Betaal jaarlijks via domiciliëring.

Voor één jaar

€65

Betaal voor één jaar.

Ben je al proMO*

Log dan hier in