‘Ramses II, Ghengis Khan en Napoleon moesten niet afrekenen met smeltende gletsjers of zure oceanen’

Interview

IJslands bestsellerauteur Andri Snaer Magnason zoekt woorden en beelden voor de klimaatverandering

‘Ramses II, Ghengis Khan en Napoleon moesten niet afrekenen met smeltende gletsjers of zure oceanen’

‘Ramses II, Ghengis Khan en Napoleon moesten niet afrekenen met smeltende gletsjers of zure oceanen’
‘Ramses II, Ghengis Khan en Napoleon moesten niet afrekenen met smeltende gletsjers of zure oceanen’

Op de klimaattop in Egypte staan de wereldleiders voor een opdracht van mythische omvang, zegt de IJslandse auteur Andri Snaer Magnason. Maar de mensheid ontbeert de taal om de enormiteit van de crisis te begrijpen. Een gesprek over smeltende gletsjers, verzuurde oceanen en (valse) hoop.

CC0

Andri Snaer Magnason: ‘Zelfs in het kader van de oude mythes is de schaal van wat we nu meemaken ongekend.’

CC0

Op de klimaattop in Egypte staan de wereldleiders voor een opdracht van mythische omvang, zegt de IJslandse auteur Andri Snaer Magnason. Maar de mensheid ontbeert de taal om de enormiteit van de crisis te begrijpen. ‘De klimaatcrisis functioneert als een zwart gat voor onze taal en ons spreken. “Enorm” volstaat niet om de enormiteit van de crisis te verwoorden.’

Als het over de klimaatcrisis gaat, is er vooral onwil, onmacht en onvermogen. Onwil: dat is al jaren de positie van de Vlaamse regering. Onmacht: dat is het gevoel dat overheerst bij klimaatactivisten. Onvermogen: dat is het falen van onze taal om de urgentie van de crisis onder woorden te brengen.

Dat onvermogen trof de IJslandse bestsellerauteur Andri Snaer Magnason zo diep, dat hij overschakelde van Nordic Noir naar klimaatliteratuur. In de hoop zo ook de onmacht en de onwil te bestrijden. Magnason was in Brussel om de tentoonstelling Faces of Water (Bozar) te openen. MO* had een lang gesprek met hem.

‘We zien de krantenkoppen en denken dat we de woorden begrijpen: “smeltende gletsjers”, “hitte-record”, “verzuring van de oceanen” en “broeikaseffect”. Als de wetenschappers gelijk hebben, betekenen deze termen iets heel ernstigs, ernstiger dan alles wat er tot dusver in de geschiedenis der mensheid voorgevallen is. Als we die termen in hun volle omvang zouden kunnen bevatten, zouden ze direct invloed op ons gedrag en onze beslissingen hebben, maar het heeft er alles van weg dat 99% van hun betekenis in geruis verloren gaat’, schrijft Magnason in de inleiding van Over tijd en water.

‘De klimaatcrisis functioneert als een zwart gat voor onze taal en ons spreken’, zegt hij tijdens een interview in Brussel. ‘Hoe meer woorden er naar dit enorme probleem gezogen worden, hoe meer ze hun betekenis verliezen. “Enorm” volstaat niet om de enormiteit van de crisis te verwoorden, terwijl de wetenschappelijke vaststellingen geen emotionele of existentiële lading krijgen. De Duitse klimaatwetenschapper Wolfgang Lucht, van het Instituut voor Klimaatonderzoek te Potsdam, zei me ooit: “Mensen snappen getallen en tabellen niet, maar verhalen snappen ze wel, net als landschappen en poëzie.”’

Betekenisloos

‘Een mens kan dit soort dimensies nauwelijks bevatten’, schrijft hij op bladzijde 263 van zijn boek. ‘100 miljoen vaten olie per dag, 100 miljoen auto’s die jaarlijks van de lopende band rollen en als lava door de straten stromen. Het aantal auto’s dat jaarlijks geproduceerd wordt, zou bumper aan bumper de aarde vier keer als een wurgslang kunnen omspannen. Als ze naar het heelal gekatapulteerd zouden worden, konden ze op een afstand van 1000 kilometer de aarde twee keer omspannen als de ring van Saturnus.’

‘Wat een spectaculair zicht zou dat zijn: naar de hemel kijken en daarboven een glanzende ring van auto’s te zien als teken van onze macht. Totdat ze als een meteorenregen op aarde zouden neerstorten.’

‘De wereldbevolking bestond nog nooit uit zeven miljard mensen. We hebben nog nooit zoveel vuren tegelijk aangestoken. En nu moeten we nadenken en ons anders gaan gedragen. We hebben het gereedschap, de techniek en de kennis om dat te doen en als we het niet doen, stellen we zowel onze voorouders als ons nageslacht teleur. De woorden worden nu al langzaam naar het zwarte gat toe gezogen.’

‘We verwachten dat de pH-graad van het zeewater in 2100 gedaald zal zijn van 8,1 naar 7,7.’ Het is de voorbeeldzin die Magnason vaak gebruikt om uit te leggen hoeveel van ons spreken over klimaat “leeg” is. ‘Niemand reageert verbijsterd als ik dat zeg’, stelt hij vast. ‘Omdat haast iemand weet wat het inhoudt. Wat is pH? En wie weet dat een pH-waarde een logaritmische waarde is? Of zelfs wát een logaritmische waarde is?’

‘Wij zijn opgegroeid met het jaar 2000 als toekomstperspectief en dat lijkt nog altijd te werken als een soort helm waaronder onze verbeelding verstopt blijft.’

Tussendoor verklaart hij de technische term met een vergelijking: een aardbeving van 2,0 op de schaal van Richter is 100 keer zwakker dan een aardbeving van 4,0. ‘Wie beseft dat de daling van de pH-waarde binnen één mensenleven enorm veel groter is dan alle lichte schommelingen die zich de voorbije miljoenen jaren over hele lange periodes hebben voorgedaan? Of dat die plotse en dramatische daling de zuurstofbevoorrading voor de hele planeet in gevaar brengt?’

‘Zelfs een schijnbaar eenvoudige term als “het jaar 2100” is voor de meeste volwassenen betekenisloos. Wij zijn opgegroeid met het jaar 2000 als toekomstperspectief en dat lijkt nog altijd te werken als een soort helm waaronder onze verbeelding verstopt blijft. Mensen denken dat 2100 nog 100 jaar verwijderd is, en dat maakt het helemaal onbereikbaar – terwijl veel van onze kinderen, en zeker onze kleinkinderen dat jaar nog in leven zullen zijn.’

666 vulkanen

Magnason vertelt alsof hij al aan zijn keynote voor die avond bezig is: ‘Als wetenschappers het hebben over een uitstoot van 35 gigaton CO2, dan passeert dat zonder rimpeling – ook al overstijgt die uitstoot qua impact alles wat de mensheid de voorbije 5000 jaar gedaan of meegemaakt heeft.’

‘Toch klinkt dat cijfer niet dramatisch. Niemand valt huilend ter aarde, niemand scheurt haar kleed. Het blijft 35 gigaton van iets wat je niet ziet en dus niet eens kan voorstellen dat je het kan wegen, laat staan dat iemand beseft wat een gigaton gas is. Daarom vertaalde ik dat voor mezelf in vulkaanuitbarstingen, omdat we ons dat geweld en vuur wél kunnen voorstellen. 35 gigaton CO2 is vergelijkbaar met de uitstoot van 666 vulkanen die elk 100 jaar lang uitbarsten.’

‘Op dezelfde manier vergelijk ik de olieproductie, die in oktober 2018 voor het eerst 100 miljoen vaten per dag bedroeg, met een rivier die met een snelheid van 185 kubieke meter per seconde stroomt. Dat is net zoveel als de gemiddelde stroomsnelheid van het water in de rivier Jökulsá á Fjöllum in het noorden van IJsland, met daarin de machtige waterval Dettifoss, de strafste waterval in heel Europa.’

CC0

De Dettifoss-waterval, de krachtigste waterval in Europa, ligt in het noordoosten van IJsland.

CC0

De wereldwijde olieproductie, zegt Magnason, is een onafgebroken, koolzwarte waterval, die jaar in, jaar uit, dag en nacht van de rotsen naar beneden stort. ‘Doe je ogen dicht en stel je voor hoe dat eruitziet; steek die waterval vervolgens aan en aanschouw hoe de vlammen ten hemel stijgen. Met dat beeld wordt de fossiele industrie tastbaar én til je het spreken erover meteen op een ander niveau. Die stroom olie wordt de Styxrivier uit het Inferno van Dante. Het is dat mythologische spreken dat we nodig hebben als het over klimaatverandering gaat.’

Het is inderdaad opvallend dat u geen “nieuwe woorden” voorstelt, maar teruggrijpt naar oeroude mythologie om beelden te vinden die zowel de oorsprong als de gevolgen van de klimaatcrisis uitdrukken.

Andri Snaer Magnason: Mythes hebben altijd al verwoord wat we over de fundamenten van de menselijke ervaring moeten weten. Prometheus, Cassandra, de doos van Pandora… Via mythes beland je in een heel andere tijd dan de gebeurtenissen waarover historici schrijven, zoals handelsoorlogen, de opkomst en neergang van grote rijken of culturen.

‘Een mythe gaat niet over een gebeurtenis, maar over een inzicht.’

Een mythe gaat niet over een gebeurtenis, maar over een inzicht. Iemand sleept de zon met een gouden koets tot aan het uitspansel, god verdeelt het water tussen oceanen en wolken, dat soort zaken. Gedurende de hele menselijke geschiedenis was er een duidelijk onderscheid tussen de historische gebeurtenissen en de mythologische verhalen. Maar vandaag smelten gletsjers samen met oceanen – dat is een feit waarmee Ramses II, Ghengis Khan of Napoleon niet moesten afrekenen.

Zelfs in het kader van de oude mythes is de schaal van wat we nu meemaken ongekend. Mozes deed de wateren wijken, maar dat was een lokale ingreep zonder mondiale consequenties. De stijging van het mondiale zeeniveau met één meter heeft een veel grotere omvang en impact. We leven, met andere woorden, steeds meer in mythische dan in historische tijden.

Wat vandaag gebeurt, hoorde tot voor kort thuis in een geologische tijdmeting, terwijl de ongekende veranderingen nu binnen menselijke tijdmeting plaatsvinden. Gletsjers waren het symbool van de eeuwigheid, maar ze smelten nu voor onze ogen. Het resultaat is dat sommige wetenschappelijke rapporten vandaag lezen als aankondigingen van de eindtijd – en ze hebben gelijk.

Een bevroren oerkoe

U gebruikt mythische taal vooral omdat de klimaatcrisis te groot is om adequaat te verwoorden in dagelijks of zelfs wetenschappelijke taalgebruik.

Andri Snaer Magnason: Zeggen dat de huidige uitdagingen enorm zijn, volstaat niet. Maar in gewone taal is er niets na enorm of gigantisch. Het enige wat daarachter ligt, is het terrein van de mythe. Die vaststelling roept meteen de vraag op of en hoe we keuzes kunnen maken op andere dan tot nu toe erkende “rationele” gronden.

‘In gewone taal is er niets na enorm of gigantisch. Het enige wat daarachter ligt, is het terrein van de mythe.’

Elke generatie en elke beschaving heeft bepaalde plekken of elementen erkend als sacraal. Dat wil zeggen: beschermd tegen menselijk ingrijpen, want waardevol op en vanuit henzelf.

Ons rationele wereldbeeld heeft die gedachte verworpen. Ingenieurs maten de berg, de rivier, de open plek, wat dan ook op; ze berekenden de impact van wat we zinnens waren en besloten: er kan niets fout gaan. Het landschap of de natuur kan ons geen schade berokkenen. We weten nu dat die inschatting fout was. Hadden we dat woud, die rivier, baai of berg “heilig” en dus onaanraakbaar verklaard, dan was het resultaat rationeel beter geweest dan wat we vandaag meemaken.

Maar in een democratische maatschappij volstaat het niet om ingenieurs of zelfs de leiders van een gemeenschap te overtuigen van de feiten en de noodzaak om een andere richting in te slaan. Vooraleer het brede publiek beseft dat er écht en dringend iets moet gebeuren, moet de crisis dus toegankelijk gemaakt worden. Soms vrees ik dat we bijna gedwongen worden om van de klimaatcrisis een entertainmentdrama te maken om de mensen te bereiken.

© Andri Snaer Magnason

‘Wij zijn opgegroeid met het jaar 2000 als toekomstperspectief en dat lijkt nog altijd te werken als een soort helm waaronder onze verbeelding verstopt blijft.’

© Andri Snaer Magnason

Hoe vermijdt een verhalenverteller over de klimaatcrisis dat die een entertainer van de middenklasse wordt in plaats van de Cassandra die hij moét zijn? Vaak ligt de nadruk op de onbeschrijfelijke en onvervangbare schoonheid van de planeet, de natuur of een concreet landschap. Voor veel middenklassers wordt het drama van de smeltende gletsjers een zaak van esthetisch verlies – terwijl die ijsvlakten voor boeren en gewone IJslanders een eeuw geleden allesbehalve plekken van genieten waren.

Andri Snaer Magnason: Mijn verhalen over de IJslandse gletsjers focussen niet echt op de schoonheid ervan, maar eerder op hun wezen, hun zijn, hun bestaan. En op de ervaring dat hun eeuwigheidswaarde binnen één generatie implodeerde tot kwetsbaarheid en zelfs verdwijning.

Het klopt dat IJslanders altijd een heel moeilijke verhouding tot gletsjers hadden, omdat ze het leven erg zwaar maakten. In IJslandse poëzie worden gletsjers veel vaker verbonden met duistere dreiging dan met schoonheid.

Dat is trouwens de reden waarom krokodillen en alligators een belangrijke rol spelen in het boek. Zij hebben geen hoge knuffelfactor en zijn nooit beschouwd als “mooi”. Maar ze zijn wel essentieel voor de biodiversiteit. In het boek neem ik afstand van zowel schoonheid als bedreiging en benader ik de gletsjers eerder vanuit de mythes die zowel in IJsland als in de hoge Himalaya bestaan, waarin gletsjers de meest vitale bron van leven zijn.

In beide gevallen duikt trouwens het beeld van een bevroren oerkoe op. In IJsland heet die oerkoe Audhumla, in de Himalaya heet ze Kamadhenu. Telkens geven haar uiers water aan vier rivieren, wat leven geeft aan de bewoners van het land. In het hele Hindu Kush Himalaya-systeem gaat het over meer dan een miljard mensen die afhankelijk zijn van het moessonwater dat de gletsjers opslaan en weer vrijgeven.

Die verhalen over de oerkoe vormen één manier om over de huidige klimaatcrisis te praten. De klimaatwetenschap biedt een andere manier. Kunst is ook altijd centraal geweest in de zoektocht naar nieuwe wereldbeelden. En vandaag is er ook een grote vraag naar inheemse verhalen en ervaringen in de omgang met de planeet.

Kortom: we hebben alle mogelijke manieren en verhalen nodig om te komen tot het punt waarop we bereid en in staat zijn anders over de wereld, het leven en de planeet te gaan denken. Die paradigmashift is nodig om tot een ander beleid en een andere praktijk te komen.

Het grote probleem is dat een fundamentele paradigmashift veel tijd nodig heeft. U geeft daarvan voorbeelden uit het verleden.

Andri Snaer Magnason: De overgang van noords heidendom naar christelijk geloof verliep moeilijk omdat de woorden voor hemel en aarde gebonden waren aan noordse goden. (Noords verwijst naar het noorden van Europa: Denemarken, Noorwegen, Zweden, Finland en IJsland, red.)

De overgang van aristocratisch bestuurde kolonie naar IJslandse onafhankelijkheid en democratie duurde 100 jaar, omdat mensen niet begrepen dat macht ook door niet-koningen uitgeoefend kon worden en dat de overdracht van macht ook op niet-dynastieke manier kon verlopen. De overgang van patriarchaat naar gelijke vrouwenrechten duurt al bijna 100 jaar, enzovoort.

‘Paradigmashifts die op heel korte termijn doorgevoerd worden, blijken ook altijd diep verstorend te werken.’

Paradigmashifts die op heel korte termijn doorgevoerd worden, blijken ook altijd diep verstorend te werken. Stel dat de wereld morgen beslist om de olieprijzen te verdubbelen en de olieproductie te halveren, dan krijgen de armsten de hardste klappen. Dat kan je niet willen. Maar als we niets doen, stevenen we af op sociale chaos op wereldschaal, dat is nog veel erger.

Dus moet de transitie toch tegelijk ingrijpend zijn en snel gebeuren. En soms lukt dat. Dankzij de acties van Greta Thunberg en de klimaatjongeren wordt er eindelijk aan een Europese treininfrastructuur gewerkt. Maar er is meer nodig, en dat moet zowel op het domein van de economie, de politiek en de cultuur gebeuren. Spiritualiteit, verhalen en kunst kunnen daartoe bijdragen, maar ze volstaan niet.

Een mythologische opdracht

De mythe van de bevroren koe is een metafoor voor de oorsprong van de planeet, vruchtbaarheid en beschaving. Welke nieuwe mythes bestaan er of hebben we nodig om ons uit te rusten voor de toekomst? Welke verhalen kent u die de paradigmashift versneld kunnen realiseren?

Andri Snaer Magnason: Oorsprong en toekomst zijn geen tegengestelden in dit verhaal, maar noodzakelijke onderdelen van één geheel. Dus om vooruit te kijken, moest ik achteruit gaan. Om wetenschappelijk te zijn, moest ik poëtisch schrijven. Om het wereldwijde perspectief te vinden, moest ik in de keuken van mijn grootmoeder het gesprek aangaan met haar en met mijn eigen dochter.

De vraag is ook niet hoe we nieuwe mythes kunnen creëren. De vaststelling is dat we te midden van de mythische tijd leven. De historische tijd is het verleden, nu gaan de veranderingen zo snel en zijn ze zo ingrijpend dat we zelf Prometheus geworden zijn.

‘Hebben onze leiders echt mythische macht, of is de mens een tragisch wezen dat de machines van zijn eigen ondergang kan creëren maar niet stoppen?’

Als de leiders van de wereld straks in Egypte verzamelen voor de klimaattop, dan is dat een vergadering met een mythologische opdracht: stop het smelten van de eeuwige gletsjers; stop de verzuring van de oceanen; stop de opwarming van het klimaat. Dat zijn opdrachten die mensen nooit gezien hebben en nooit was de tijdspanne om ze te realiseren zo kort.

Het verhaal dat we vandaag schrijven kan nog alle kanten op. Hebben onze leiders echt mythische macht, of is de mens een tragisch wezen dat de machines van zijn eigen ondergang kan creëren maar niet stoppen?

U spreekt over de wereldleiders alsof ze een groep van gelijken vormen, maar dat is natuurlijk niet het geval. Hoe zwaar wegen de diepe ongelijkheden – erfenissen van kolonialisme, imperialisme en kapitalisme – op de mogelijkheid om voldoende snel en efficiënt te handelen tegen klimaatverandering?

Andri Snaer Magnason: Dat is misschien wel de grootste vraag waar we voor staan, en ik heb er zeker geen oplossing voor. Het is in elk geval duidelijk dat de landen die rijk geworden zijn met de economie die het klimaatprobleem veroorzaakt, ook de eerste landen moeten zijn om te decarboniseren.

Het is ook duidelijk dat klimaatbeleid niet kan betekenen dat de slachtoffers van koloniale uitbuiting voor altijd tot armoede of lage levensstandaarden veroordeeld worden. Maar is het onvermijdelijk dat zij hun welvaart ook via het gebruik van steenkool, olie en gas moeten opbouwen? Is het niet mogelijk dat we op korte termijn de nodige technologische doorbraken meemaken die de inzet van fossiele brandstoffen overbodig zouden maken? Daarin ligt onze enige hoop, vrees ik.

Is dat hoop, of is het eerder valse hoop? U gebruikt die term zelf voor de watervoorziening in het Himalayagebied. Als de gletsjers gesmolten zijn, valt die watervoorziening stil, maar vandaag stroomt er door dat smelten net meer water, waardoor mensen valse hoop op een leefbare en betere toekomst behouden, in plaats van snelle klimaatmaatregelen te nemen.

Andri Snaer Magnason: Misschien is het valse hoop, maar dat kan je ook zeggen over de noodzakelijke en nooit vertoonde solidariteit die nodig zal zijn – niet alleen in de vorm van hulp, maar ook in het delen van kennis, technologie en middelen. Ik vrees dat mensen niet bereid zullen zijn om de – op fossiele economie opgebouwde – welstand in te leveren ten voordele van de bestaanszekerheid van andere mensen of voor de kansen van toekomstige generaties.

Ik vrees dat mensen niet bereid zullen zijn om de welstand in te leveren ten voordele van de bestaanszekerheid van andere mensen.

En de rest van de wereld zal de hoop om even comfortabel te leven als het Westen ook niet opgeven. We kunnen, met andere woorden, niet anders dan hopen op nieuwe, niet-fossiele en breed beschikbare technologieën. Zonder lijkt een doemscenario onvermijdelijk.

Kortom: rijken geven hun welstand niet op, ook al is die destructief, en armen willen dezelfde rijkdom, ook al wordt die omwille van de schaal nog veel destructiever. En daarom stelt u alle hoop in een deus-ex-machina?

Andri Snaer Magnason: Ik worstel daar mee, en blijf wel geloven dat mensen hun geluk en voldoening kunnen vinden en nastreven los van de consumptie die zo afhankelijk blijft van fossiele energie. We hebben heel veel culturele en religieuze tradities die daarover in de loop der eeuwen waardevolle keuzes voorgesteld hebben. Niet dat we allemaal asceten moeten worden, die geluk ervaren in extreme ontbering, maar misschien kunnen we er wel van leren – al was het maar omdat het alternatief wellicht volledige uitroeiing is.

Een ander mogelijk scenario is dat van de noodtoestand, waarin de staat alle beschikbare talent “opeist” om de klimaatomslag versneld mogelijk te maken. Misschien heeft de covid-ervaring ons daarover nuttige lessen geleerd?

In elk geval moeten we onderzoeken welke systemen de mensheid opgebouwd en uitgeprobeerd heeft, om te zien welke systemen geschikt kunnen zijn voor de crisis waar we voor staan of in zitten. Vandaag krijgen we enkel marktsystemen aangeboden, wat betekent dat mensen gereduceerd worden tot consumenten die eventueel “groene producten” kunnen kopen. Dat volstaat in elk geval niet.

Er is een noodrem

Het lijkt wel alsof er ook op zinvol spreken over de klimaatcrisis weinig meer volgt dan onmacht en onwil.

Andri Snaer Magnason: Toen we in 2019 een gedenksteen legden voor de verdwenen Ok-gletsjer in IJsland, stond een van de klimaatjongeren erbij met een bord waarop ze schreef: trek aan de noodrem. Iedereen sympathiseerde met de boodschap, maar dacht: er is geen noodrem, we moeten het op een andere manier doen.

‘Onze generatie moet toch het fatsoen hebben om iéts te doen en vooral veel meer te laten om de opwarming van het klimaat af te remmen of te stoppen.’

Tot, enkele maanden later, de beelden uit China en Noord-Italië binnenliepen, er een mondiaal pandemie-alarm afging, en de wereld wel degelijk een noodrem bleek te hebben. De coronamaatregelen waren van een ondenkbare radicaliteit, gelijktijdigheid en mondialiteit.

De jongeren die dit meegemaakt hebben, weten dus dat de noodrem bestaat. De kans is groot dat ze daar op een bepaald moment naar zullen teruggrijpen om de klimaatcrisis aan te pakken.

Maar we kunnen het niet aan de nieuwe generatie overlaten. Onze generatie moet toch het fatsoen hebben om iéts te doen en vooral veel meer te laten om de opwarming van het klimaat af te remmen of te stoppen. Al was het maar om over dertig jaar onze kleinkinderen recht in de ogen te kunnen kijken.

Je kan straks niet waardig oud worden zonder bewust bijgedragen te hebben tot de oplossing van het grootste probleem waarmee de mensheid ooit geconfronteerd werd. En dan heb ik het niet enkel over individuele consumptiekeuzes, maar over ingrijpende, collectieve inspanningen. Dat betekent ook dat we over de grenzen heen moeten denken en handelen. En het moment om dat te doen, is nu.

Over tijd en water door Andri Snaer Magnason is uitgegeven door De Geus. 336 blzn. ISBN 978 90 445 4353 7.

Faces of Water is een tentoonstelling met werk van Theresa Schubert, Joshua G. Stein, Haseeb Ahmed en Anna Ridler. Bozar Lab, tot 4 december.